Review kennismaking
Cape Wrath Trail
pad richting Loch Nevis |
Enkele Ervaringen en Tips
Kennismaking Cape Wrath Trail
Na mijn Alpe Adria Trail viel de keus op de Cape Wrath Trail. Niet voor beginners staat er in de gids. Met toenemend ontzag las ik de beschrijvingen. Ik koos ervoor niet de hele CWT in één keer te lopen, maar voor een verkorte versie over de twee startroutes van Fort William naar Morvich. Een soort voorzichtige kennismaking.
Samenvatting tochtbeschrijving
Voor deze korte tochtbeschrijving gebruik ik elementen uit mijn aankondigingsblog en mijn terugblik:
De trail loopt van Fort William naar de afgelegen vuurtoren van Cape Wrath. De afstand van de hele route varieert en lijkt soms afhankelijk van de verteltrant van de blogschrijvers. Ian Harper spreekt in zijn gids over 230 miles (370 km) terwijl ik op een ander blog 280 miles lees. Beide zijn mogelijk, want de trail volgt geen officieel vastgestelde route en is niet bewijzerd. Je kunt hem dus net zo lang maken als je wilt.
Je trekt door het afgelegen noordwesten van Schotland in een bergachtig landschap met de bekende boomloze hellingen en glooiingen. De route is uitdagend omdat het veel door drassig terrein gaat. Ook moeten regelmatig beken worden overgestapt of doorwaad. Maar de grootste uitdaging wordt het weer genoemd.
Routegids
Via internet heb ik de Engelstalige Cicerone gids 'Walking the Cape Wrath Trail' van Iain Harper gekocht. Het is een klein boekje, niet te zwaar. In een eerlijke inleiding gaat hij in op de zwaarte, de omgeving, heen- en terugreis, beste jaargetijden, accommodaties, veiligheid, financiën, telefoon- en internetverbinding. Hij heeft de route in etappes, stages, verdeeld die soms een of twee dagen beslaan. Voor mij soms drie. Zijn kaartjes en gehanteerd routeverloop zijn duidelijk. Erg behulpzaam zijn de per etappe opgelijnde afstand, hoogteverschil, gemiddelde duur, terreinkarakteristiek, accommodaties en goede kampeerlocaties. Het gedeelte waarin 'mijn' etappes stonden heb ik eruit gescheurd en meegenomen.
Etappeplanning
Bij de voorbereiding heb ik voor de planning gebruik gemaakt van de Appendix A van de gids. Bij de genoemde etappes geeft Ian Harper de afstand en vermoedelijke duur. Met mijn trage tempo ben ik uitgegaan van de langste duur. Dan nog deed ik meer uren over mijn trajecten dan vooraf ingeschat. Het lopen over de moerassige ondergrond in combinatie met klimmen en dalen kostte meer inspanning. De hoogtemeters zijn met enig rekenen af te leiden van de hoogteschetsen die per etappe in de gids zijn opgenomen.
Dit alles eind mei-begin juni, omdat daarna volgens Harper de beruchte midges, kleine agressieve steekmuggen, volop in de aanval gaan. Tijdens mijn West Highland Way in 2007 heb ik daar voldoende onder geleden. Dus heb ik deze aanbeveling volledig overgenomen. Bovendien zijn dit de maanden met verhoudingsgewijs de minste regen en het meeste daglicht.
Mijn route: heen: van Fort William via Glenfinnan naar Morvich terug: van Morvich via Invergarry naar Fort William |
Oriëntatie
Harper raadt de trail niet aan voor minder ervaren wandelaars. Je moet een goede conditie hebben, niet terneergeslagen raken door nattigheid en goed kunnen navigeren. Dat laatste vooral met kaart en kompas, omdat er op veel plekken geen internetontvangst is. Tijdens het lopen heb ik mij georiënteerd met de all weather Harvey-kaart 'Cape Wrath Trail South'. Die bedekt de routes en alternatieven van Fort William naar Strathcarron. Ik vond het een prima kaart.
Zowel in de Cicerone gids als op de Harvey kaart wordt de kwaliteit van het pad met verschillende tekens zichtbaar gemaakt. Van 'on track', 'on path', 'indistinct path', 'no visible path'. Indistinct, vaag, viel in de praktijk mee. Zelfs waar 'no visible path' is ingetekend waren in de praktijk sporen van voorgangers te zien. Dat is niet altijd een garantie dat je op het juiste pad loopt. Zie mijn conclusie op wandeldag 5 richting Barisdale: "De sporen van voorgangers zijn doorgaans goed te volgen. Maar of die sporen altijd de beste keuze zijn moet je regelmatig controleren". Mijn kompas heb ik in dertien wandeldagen slechts één keer ter controle gebruikt.
Tevoren had ik gebiedsdelen vanuit Google maps als offline kaarten naar mijn mobiel gedownload. Ik heb ze uiteindelijk niet gebruikt. Eén keer heb ik het gecontroleerd in een gebied zonder een mobielnetwerk. Het GPS-signaal kwam goed door en de getoonde positie kwam keurig overeen met mijn werkelijke locatie.
Het weer
In de gids staat: De vraag is niet of het gaat regenen, maar wanneer, hoe lang en hoe hard. Het drooghouden van schoenen wordt al bij voorbaat onbegonnen werk genoemd. Waterproof-sokken worden aanbevolen. Verder kan het ook aardig waaien.
In werkelijkheid heb ik slechts op twee dagen lichte regen gehad. Een geluk dat ik zeer waardeerde. Ondanks die betrekkelijke droogte was er nog voldoende vocht in de ondergrond om je zwaar te laten lopen. Dus met regen moet het nog meer inspanning kosten en zijn de beken niet zo makkelijk over te stappen als tijdens mijn wandeling. Ik heb zeker baat gehad bij mijn waterproof sokken, omdat mijn goede wandelschoenen toch na zes dagen helemaal doorweekt waren. Regelmatig zag ik ook wandelaars met lage schoenen, die nat mogen worden. Kledingstukken wassen heb ik niet gedaan omdat het weer te fris was om ze te laten drogen.
mijn overnachtingslocaties |
Kamperen/overnachten
Er mag vrij gekampeerd worden. Dat klinkt mooi, maar op een moerassige ondergrond wil je niet liggen. Ook de hellingen vallen grotendeels af. Daarmee worden de potentiële tentplekken flink gereduceerd. Zelf heb ik mij laten leiden door de aanbevelingen van Harper. Verder zijn er bothies, (spreek uit: botties), een soort onbemande primitieve berghuisjes, soms voormalige herdershutten of boerderijtjes. Ze zijn niet altijd even schoon en de (stapel) bedden zijn houten stellages zonder matras. Ik wilde daar niet van afhankelijk zijn en heb alleen daarom al mijn tent mee genomen. Dat gaf mij tijdens mijn tocht daadwerkelijk vrijheid om van mijn planning af te wijken.
Verder stond ik een keer voor een gesloten deur (Corrlarach) en bij Corryhully, ten noorden van Glenfinnan, kwamen er 's avonds tegen inval duisternis nog trekkers binnen met de nodige geluiden. Daarna heb ik verder gekozen voor de privacy van mijn tentje.
bothy Camban tussen Morvich en YH Glen Affric
|
Voeding en drinkwater
Na Fort William is er pas na dagen een klein winkeltje in Shiel Bridge-Morvich, de Kintail Crafts shop. Daarom nam ik voor zeven dagen eten mee, in de verwachting dat ik de overige dagen ergens in een vorm van horeca kon eten en in een enkel winkeltje mijn voorraad zou kunnen aanvullen. Tot mijn blijdschap had Kintail Crafts poedermaaltijden van Adventure Food en Firepot.
Drinkwater heb ik uit de beken gehaald en er geen problemen door gekregen. Pas de laatste drie dagen in de Great Glen heb ik water uit kranen getapt. Bij de schutsluizen in het Caledonian Canal zijn sanitairgebouwtjes, sommige met een kraan aan de buitenkant.
Flora en fauna
Groen, licht groen. Dat is wat mij het meest zal bijblijven van deze inspannende trektocht. Al die vrijwel kale heuvels, bergen en dalen met die overweldigende licht groene uitstraling. Magnifiek. Dat die speciale groenheid ook komt door de moerassige mosondergrond maakt het lopen door moerasgrassen en heide zwaar.
Een voordeel van mei is de bloeiperiode van de rododendron. Een echt kenmerkende plant in het Britse landschap, die hier de struikvorm regelmatig ontgroeit en zo hoog als bomen opklimt.
Hier en daar zijn omheinde pogingen om bomen beschermd tegen vraat van herten op te laten groeien. Herten kom je regelmatig tegen. Ze zijn blijkbaar gewend aan wandelaars en lopen nauwelijks weg. In tegenstelling tot de Pennines zie je hier geen schapen. Opvallend vond ik het om overal de koekoek te horen. Met uitzondering van de meer bewoonde Great Glen, hoorde ik ze overal roepen. Het leek wel of ze met mij mee vlogen.
De midges waren meer aanwezig dan ik uit de meldingen in de gids had gehoopt. Mijn benen zaten onder de bulten. Verschillende keren heb ik mijn hoofdnet bij de tent gedragen. Wandelend heb je nauwelijks last van ze. Voor het eerst had ik ook last van teken. Met een tekenverwijderaar kon ik ze vooral van mijn benen afhalen. Volgende keer zal ik een spiegeltje meenemen om ook de achterzijde te controleren.
Wandelaars en drukte
Verschillende dagen tussen Fort William, Glen Finnan, Shiel Bridge ben ik nauwelijks andere wandelaars tegengekomen. Dat laat je de afgelegenheid en de geïsoleerdheid van dit gebied, vooral in Knoydart, voelen. Je moet er tegen kunnen om in stille valleien in je eentje de nacht door te brengen. Bijzonder worden dan de onverwachte ontmoetingen. Meestal kortstondig zoals de Nederlanders bij een doorwaadbare plaats in een riviertje in de verlatenheid van een grote vallei. Zij aan de ene, en ik aan de andere kant.
Tegen de stroom inlopend op de alternatieve startroute van de CWT waar ook de Affric Kintail Way loopt ontmoette ik meer mensen. Ook op de meer belopen Great Glen Way was het drukker. Op zondag 2 juni werd ik ingehaald door een zeker vijftigkoppige wandelgroep. Mijn verwachting is dat het tussen Morvich en Cape Wrath zeer rustig zal zijn.
Fysieke prestatie
Ik vond het een zware tocht, op de grens van mijn kunnen. Wat niet mee werkt is het relatieve tekort aan voeding, dat moeilijk te compenseren is met gedroogde poedermaaltijden met ongeveer 600 calorieën. Of ik deze Cape Wrath Trail ga voltooien weet ik nog niet. Normaal zou het mijn eer te na zijn, maar met het stijgen der jaren, nemen de krachten niet toe. Toch blijft een voortzetting trekken door dezelfde uitdaging. Het trekt wel. We zullen zien.
Ik hoop dat je wat hebt aan deze indrukken. Mocht je de CWT gaan lopen dan wens ik je veel wandelplezier en hoop dat je trektocht een mooi avontuur wordt. Succes!
De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten