Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

maandag 29 augustus 2022

Trektocht Alpe Adria Trail 2022: van Cividale del Friuli (ITA) naar buurtschap Peternel (SLO)

    Dinsdag 26 juli, wandeldag 6

van Cividale del Friuli (126m) via Breg (160m)
 naar de omgeving van het Sloveense buurtschap Peternel
hoogste punt St Andrej kerk (428m)
8 uur inclusief pauzes, ± 20 km,
± 545 m klimmen en ± 525 m dalen

temperatuur 's middags boven de 30 graden


Are you a widow?

Dagaanloop
Voortreffelijk was vanochtend het ontbijt op het buitenterras van hotel Locanda al Pomo d' Oro. Ik heb nog niet vaak met zo'n mooi uitzicht ontbeten. Op de achtergrond voor het eerst sinds dagen wolken. Donkere wolken, misschien een verfrissende regenbui? Dat zou mooi zijn. Meteen ook maar een klein lunchpakket maken, want ik zie geen eetgelegenheden onderweg op mijn kaart.
ontbijt bij hotel Locanda al Pomo d'Oro
De eerste kilometer gaat terug naar de AAT-routeborden. Daar pak ik de draad weer op. Die kilometer staat niet in de tabellen van de AAT-organisatie, maar telt voor je benen wel mee. Hier in Cividale is dat geen vervelende kilometer. Door de stille straatjes loop ik om acht uur het centrum uit, passeer de Duivelsbrug over de rivier de Natisone, negeer de bio-winkel en stop ook niet bij de routeborden. De wandeldag is nu officieel begonnen en de AAT-markeringstickers en bordjes leiden mij door de buitenwijken de stad uit.
De eerste wijngaarden
De wolken beloven nog steeds regen of onweer en zorgen er in ieder geval voor dat ik de eerste uren niet in de zon loop. Er valt echter geen regen waar ik loop. De wolken bewegen zich vooral van mij af. Gek dat je donkere wolken aangenaam vindt en stilletjes hoopt dat het gaat regenen. Alles is anders dit jaar. De eigenaresse van de Tourist Farm Breg, een soort plattelands pension, vertelt me een paar uur later dat het vandaag met 29 graden om half een nog meevalt. "Een paar dagen geleden hadden we 42 graden". Dat moet gisteren zijn geweest, denk ik, toen ik na de abdij Castelmonte niet meer vooruit te branden was.
wijngaarden alom
De etappe van vandaag wordt in mijn AAT-gids als easy gewaardeerd. Dat klopt redelijk ook al is het geen Noordoostpolder. Het is veel asfalt en tot Breg beperkt klimmen en dalen. De wijngaarden omringen me in elke richting. Na een uur eigen ik mij twee stoelen in een soort moestuin toe en geniet van de rust. 
Widow?
Slechts enkele stukken gaan door het bos. Het is ontspannen wandelen in een mooie wijnstreek. Twee kilometer voor het eindpunt in Breg negeer ik een B&B. Het is pas half twaalf. Na het grensplaatsje Mernicco wurm ik mij tegen een steile trap omhoog naar de St Elena kerk. Op het kerkhof neem ik de gok dat het water uit de kerkhofkraan drinkbaar is. Minder kun je als gelovige je wandelende medemens niet aan doen. De klim gaat kort gemeen steil door naar het gehucht Breg, net over de grens in Slovenië. Ik hoop dat de vrouw op de veranda van het overnachtingsadres is. Gelukkig ze roept mij aan en komt naar beneden.
St Elena kerk boven Mernicco
"Are you a widow?" vraagt de eigenaresse van het pension in Breg als inleidend antwoord op mijn vraag of er een kamer vrij is. Misschien zei ze binnensmonds toch widower, maar ook in dat geval voldoe ik gelukkig niet aan de verwachtingen. Ik heb Judith gisteren met mijn mobiel nog uitgebreid gesproken over de nieuwe keuken. Mevrouw verwacht een widow, en als ik dat niet ben dan zijn er geen kamers vrij. Nu wil ik graag die kamer, maar er zijn grenzen. Breg is, was, mijn gedacht eindpunt voor vandaag. Doorlopen maar. Eerst een Radler op dit prachtige terras met uitzicht, ach doe maar twee halve liter blikken tegelijk. In tien minuten een liter Radler, fantastisch.
uitzicht bij het pension in Breg waar ik maar kort van geniet
oke dan, geen widow, geen kamer, doorlopen
Gewoon doorlopen
Gewoon doorlopen en beginnen aan de etappe van morgen alsof er een nieuw dag start. Het voordeel is dat elke volgende kilometer van de loopafstand van morgen afgaat. Je moet ergens je teleurstelling mee wegpoetsen. De volgende B&B ligt volgens mijn kortstondige gastvrouw op een vage locatie. Het hotel dat ze noemt staat op mijn kaart op ongeveer 10 kilometer afstand. De meesten doen dat in 3 uur zegt ze nog. Ja, zonder rugzak en zon, denk ik erbij.
lavendel vlak na Breg
De vervolgroute trekt zich direct niets aan van de eerdere 14 kilometer. Sinds de doorstart zijn alle wolken weg. Echt een nieuwe dag, een stuk warmer en dorstiger. Meteen gaat het omhoog. Na twee rusten bereik ik het hoogste punt van deze nieuwe dag, de St Andrej kerk. Waarom we die moeten zien weet ik niet. Bij deze kerk is mijn vertrouwen in het kerkwater nog sterker geworden. Ik gooi mijn waterzak leeg en vul hem opnieuw met een liter koeler water.
Na de kerk daalt de route langdurig geleidelijk af in een echt stil grensgebied, dit keer aan de Sloveense kant. De ontvolking of ontkerkelijking toont zich in het dorp Kozbana in de vorm van boompjes die boven op de kerktoren groeien.
Kilometer na kilometer gaat het verder over warm asfalt omgeven door bosstroken en wijngaarden. De enige levende mensen komen zo nu en dan in een auto voorbij met als uitzondering vier jongemannen die in een van de nog gevulde waterkommen in een cascade van een klein riviertje springen.
Genoeg
Om kwart over vier kan ik bij een worstenmakerij in het gehucht Peternel geen cola krijgen, maar wel mijn waterzak optoppen tot 2 liter. Ik kom niet op het idee om op de even om de hoek van de knik in de weg te kijken. Daar is een restaurant zie ik thuis op google maps.
Het laatste half uur is het idee van kamperen in het wild steeds aanlokkelijker geworden. Met mijn nieuwe voorraad water is dat mogelijk. Al tien minuten later heb ik een geschikte plek gevonden op de scheiding van een wijngaard en een bosstrook. Eerst even 'gewoon' uitrusten en de omgeving verkennen. Ook maar vast een kop koffie maken. Alles is hier rustig op een jeugdige motorcrosser na. Maar ook hij ziet mij niet. Dit wordt hem.
De lucht betrekt gelukkig. Een beetje regen zal afkoelen. Na nog anderhalf uur wat schrijven en lezen zet ik de tent op en kies ik uit de twee resterende maaltijden de minst hete: chicken curry. Zonder gekookt water moet dat toch te doen zijn. Het smaakt prima op deze tijdelijke camping. De avond besteed ik op mijn mobiel aan het lezen van het wereldnieuws en vijf dagen e-mails. Langzaam wordt het schemerig, zowel buiten als in mijn hoofd. Slapen maar en morgen hier vroeg weg. Ik laat de tent open voor de koelte.


De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:

Hieronder de verslagen van voorgaande jaren:

(van de Grossglockner naar Döbriach)
(van Döbriach naar Bovec Slovenie)

Mijn ervaringen en tips zijn beschreven in een aparte review

donderdag 25 augustus 2022

Trektocht Alpe Adria Trail 2022: van Tribil Superieure naar Cividale del Friuli

   Maandag 25 juli, wandeldag 5

van Tribil superieure (635m) naar Cividale del Friuli (126m)
hoogste punt Monte San Giovanni (705m)
10 uur inclusief pauzes, ± 23,5 km, 
± 616 m klimmen en ± 1120 m dalen

temperatuur 's middags boven de 35 graden

Hoofd versus benen


Voortslepen
Eerder deze week zocht ik naar een woord dat mijn voortgang tijdens het wandelen beter beschrijft dan het woord voortsloffen. Met voortslepen kom ik dichter bij de ervaring van vandaag. Wat een dag, wat een warmte. Hij is voorbij, maar wat ging dat langzaam. Vanochtend vertrok ik gelijk met enkele andere wandelaars uit Tribil Superieure. Die verloor ik daarna binnen enkele minuten uit het oog. Voor de duidelijkheid; ze liepen met hun kleine rugzakken bij mij vandaan. Maar vreemd genoeg, iedere keer als ik dacht helemaal alleen als laatste van de caravaan achteraan te strompelen haalden ze mij opnieuw in. Sommigen tot twee keer toe. Ze zullen toch zeker niet verdekt in het hete struikgewas op mij gewacht hebben. Ook medelijden lijkt mij vergezocht. Verkeerd lopen kan een keer een verklaring vormen, maar niet twee keer. Ik ben bang dat ze veel meer interessante bezienswaardigheden aan de binnenkant hebben bekeken dan ik.
Monte San Giovanni
In Tribil Superieure hebben ze een metalen wandelaar als drager van de routeborden. Mijn medewandelaars snellen er zonder opkijken aan voorbij. Ik vind hem mooi genoeg om te fotograferen. Dat verklaart ook meteen mijn achterstand besef ik nu. Hij lijkt wel wat op mij, komt ook weinig vooruit met die rugzak. 
Langzaam daalt het pad in de luwte van bomen af naar het dorp Gniovizza. Met enig speurwerk en heen en weer lopen vind ik het vervolg uit dit gehucht over een smal pad ingeklemd tussen schrikdraad.
Gniovizza
Over afwisselend bospaden en kleine, geel verdroogde bergweides gaat het verder naar de beklimming van de Monte San Giovanni. Schapen liggen nu al in de schaduw een beetje voor apegapen in het gras voor zich uit te staren. Het is nog niet eens halfnegen. Die gaan het zwaar krijgen vandaag. Een schaap kijkt in mijn richting en denkt hetzelfde.
indruk van de omgeving tussen Tribil Superieure en Monte San Giovanni
Na deze aanmoedigende blik neem ik twintig minuten later mijn eerste rust. Een Duits echtpaar passeert mij blijmoedig met een steevaste tred. Maar vandaag is alles blijkbaar schijn. Wanneer ik de klim naar de top van de Monte Giovanni (702m) afrond in mijn eigen tempo en geniet van het weidse uitzicht sluiten dit echtpaar en twee wandelaars uit Tribil zich weer aan. Op het pad heb ik toch echt geen tegels gezien waar ze onder zaten. Zouden lichtgewichtwandelaars bij tijd en wijle ook rusten?
Ze nemen net als ik de tijd om het oude kerkje te bekijken en rustig de omgeving op te nemen. Mooi om over de lage beboste bergen te kijken, het groen hier en daar onderbroken door een cluster huizen. Er gaat rust en stilte vanuit. Een soort terug in de tijd. Net als de tekenen van Mariadevotie. In het drukke bebouwde Nederland zal je dat niet snel tegenkomen.
Castelmonte
Tussen Monte San Giovanni en Castelmonte liggen acht kilometers. Veel kan ik mij er niet meer van herinneren. Aantekeningen heb ik niet gemaakt. Slechts drie foto's geven een gemankeerde impressie. Een foto geeft een indruk van de bospaden tussen de verschillend kleine akkers en weides. 
De tweede foto toont een moment van rust waarbij ik mij als een schaap te ruste heb gelegd en redelijk schaapachtig mijn wandelknopen tel.
De derde foto geeft het volgende doel: Castelmonte. Monte geeft al aan dat het op een berg ligt. Boven op de berg ligt niet een kasteel maar een grote abdij, waar de aanbidding van Maria een belangrijke plaats inneemt lees ik. Wat ik mij wel kan herinneren was de klim. Na aanvankelijk een flink verlies van hoogte mag er de laatste twee kilometer geklommen worden van 380 naar 618 meter.
Castelmonte
Als ik boven ben zie ik wel de ingang van het klooster, maar ben ik meer geïnteresseerd in het restaurant waar mijn routebeschrijving over rept. Ik daal daarom af naar een grote parkeerplaats waar dit mirakel op mij wacht. De enorme parkeerplaats is opvallend rustig: 1 auto. Onraad gevolgd door teleurstelling, geen wonderen op maandag. Het restaurant en de bar zijn potdicht. Weg alle cola en bier-fantasieën. Achteraf had ik beter het klooster kunnen binnenlopen. Met mijn rugzak had ik de indruk van een boetedoening kunnen opwekken. Je weet nooit wat je meemaakt in een klooster. Toch zijn er ook pluspunten voor dit klooster te noteren. Bij de lege parkeerplaats staat een even leeg en dus nog keurig schoon toiletgebouw met heerlijk koud water. Gauw een halve liter naar binnen zwelgen en de waterzak verversen. De hand van een wandelaar is snel gevuld. Heerlijk.

Martelgang
Lang en heet is de grindweg tussen Castelmonte en het dorp Purgessimo. Zoekend naar een afkorting loop ik vergeefs 500 honderd meter extra. Foto's vergeet ik te maken. Er valt ook weinig te zien op deze langzaam dalende grindweg tussen bomen. Of het moet de Nederlandse vrouw, zijn die tijdelijk met een oudere Duitse wandelaar optrekt. Dit is al de derde keer vandaag dat ik ze ontmoet. Dit keer geen poging tot een gesprek. Een groet en ze zijn mij alweer voorbij.
Thuis heb ik bedacht om af te wijken van de officiële AAT-indeling en niet door te lopen naar Cividale del Friuli, maar in het dorp Purgessimo, 4 km eerder te stoppen. Ik weet dat al, maar de inwoners van Purgessimo nog niet. Bij het zien van een menselijke beweging snel ik daar meteen op af en spreek de man van middelbare leeftijd aan. "Do you speak English?" Schouderophalen. "Sprechen Sie Deutsch?" Verontschuldigende blik. "Parler vous français?" "Un peu". Nu wordt het voor mij ook moeilijker "Je cherche une B&B? Daarna vertaal ik de Italiaanse armgebaren in het Frans. "Premier a gauche, jusque STOP, la a droite, passer le pont et apres encore gauche". "Merci, Grazie". In mijn ooghoek zie ik ook een bord met een pijl naar een bar, maar vind dit keer dat het zoeken naar een overnachtingsplaats en het sparen van de afnemende krachten voorgaan.
Tot aan 'STOP', een voorrangskruising met stopverplichting, gaat het goed. Afgeleid door AAT-markeringen verwissel ik in de duidelijke routebeschrijving echter rechts voor rechtdoor. Dat besef ik zevenhonderd meter verder als ik wel langs de rivier loop, maar de beschreven brug niet tegenkom. Teruglopen en verder zoeken naar die zogenaamde B&B zal bijna net zoveel moeite kosten als doorlopen naar Cividale. Dan maar doorstrompelen naar het officiële AAT-eindpunt van deze etappe. 

Cividale del Friuli
Mijn benen verzetten zich heftig tegen deze beslissing, maar volgen uiteindelijk met veel rusten en over mijn stokken hangen toch mijn eigenwijze hoofd. Tenslotte is het ook het hoofd dat vlak voor het oude centrum in een bio-winkel die halve liter gekoelde biologische sinaasappelsap ziet staan. Buiten zittend tegen de gevel is die fles snel leeg en kan meteen in de bio-recycling.
Als ik even later op aanwijzing van de bio-winkel bij een B&B naar binnenloop ben ik te snel. Ze zitten vol. Tot mijn verbazing meldt zich tegelijkertijd het Duitse echtpaar, dat mij uren geleden zo monter passeerde. Ze zien er nog steeds goed uit, hoewel nu ook aan hun gezichten te zien is dat ze in de warmte hebben gewandeld. Die moeten onderweg toch echt hele culturele dingen hebben gedaan terwijl ik voortkroop.
Palazzo de Nordis aan het Piazza Duomo om 9 uur 's avonds
Snel door naar de Informacittà, het toeristeninformatiepunt aan het Domplein, Piazza Duomo. Dat heb ik pas later opgezocht. Ze sluiten om zes uur zei de man van de B&B. Als een speer, voor zover dat met een rugzak gaat, over de Duivelsbrug naar de kerk. Net voor sluitingstijd kom ik binnen in het Palazzo de Nordis waar ze zitten. Ze doen geen reserveringen. Begrijpelijk als je naar huis wilt. Ik krijg een overzicht van alle B&Bs en hotels in de omgeving. Met de vraag welk hotel het dichtstbij is wordt de keuze flink teruggebracht: hotel Locanda al Pomo d' Oro. Als ik die tegen halfzeven bel heb ik geluk, een aardige stem zegt mij een dubbele kamer voor de prijs van een enkele toe.
Hoewel voorzien van de Italiaans-Engelse uitleg van de te volgen route laat ik mij door Google maps rechtstreeks naar Piazza San Giovanni leiden en meld ik me bij de receptie bij de aardige stem. Na mijn schorre openingsgestamel krijg ik van de jongedame eerst een glas koud water en daarna een kamer. Een luxe kamer met douche en airco.
Piazza Foro Giulio Cesare
De airco in de kamer staat op 25 graden. Dat lijkt niet koel totdat je naar buiten gaat voor het zoeken van een restaurant. Na wat omzwervingen door de aantrekkelijke oude binnenstad stap ik op weer een ander plein, Piazza Foro Giulio Cesare, een klein restaurant binnen. Ik ga maar binnen zitten, dat voelt een fractie koeler aan dan op het terras. Met een plaatjesmenu ben ik er snel uit. Het wordt iets lichtverteerbaars met groente en zwaar vergezeld van vocht, anderhalve liter koud bier. Normaal doe ik daar een maand over, nu een half uur, oké drie kwartier. Mijn benen hebben het overgenomen van mijn hoofd. Aanvullen die tekorten.
Na de maaltijd in Cividale komen mijn camera en ik weer meer tot leven. Wanneer ik om kwart voor negen op de Piazza Duomo een gelateria ontwaar stop ik. Eerst een bakje met twee bolletjes citroenijs. In mijn beste Italiaans bestel ik duo bollo citrone. Dat klinkt wel lekker en blijkt effectief, maar ik lees nu bij het schrijven van dit verslag op Google translate dat due palline di gelato een minder hoekige poging zou zijn geweest. Het ijs smaakt er niet minder om. Zittend tegen de sokkel van een hoge zuil zie ik op een grote digitale thermometer dat het nog steeds 30 graden is. Een prima afsluiting van een zware dag. Tijdens de route terug naar het hotel heb ik weer meer oog voor de omgeving van pleinen, standbeelden, dure winkels en terrassen. Een mooi oud centrum in de rust van een warme zomeravond. Prachtig, zeker de moeite waard.
de Dom met er voor het standbeeld van Julius Cesar
hoeden van 150-200 euro
gezellige terrassen op het Piazza Paolo Diacono
Mijn hoofd volgt mijn benen, die willen rusten in mijn airco-kamer. Op mijn kamer werk ik de aantekeningen bij en kijk terug op vandaag. Gisteren kreeg ik in Tribil Superieure van een voormalige bewoner van het dorp nog de verzekering dat de route naar Cividale voornamelijk vlak zou zijn. Wellicht was dat zo in zijn jeugd toen hij hier nog woonde of is dat per auto. Vooral de klim naar het klooster en de lange grindweg naar Purgessimo in de brandende zon vernietigden mijn geloof in bovennatuurlijke machten. Morgen gelukkig een korte etappe van 14 km. Eerst maar een blaar doorprikken en vroeg slapen.



De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:

Hieronder de verslagen van voorgaande jaren:

(van de Grossglockner naar Döbriach)
(van Döbriach naar Bovec Slovenie)

Mijn ervaringen en tips zijn beschreven in een aparte review

zondag 21 augustus 2022

Trektocht Alpe Adria Trail 2022: van Tolmin naar Tribil di Sopra

 Zondag 24 juli, wandeldag 4

van Tolmin (200m) naar Tribil di Sopra (635m)
hoogste punt Kolovrat (1103m)
10 uur inclusief aanloop, pauzes, museumbezoek, ± 20 + 1km, 
± 1308 m klimmen en ± 880 m dalen
temperatuur 's middags rond de 34 graden, gelukkig een beetje wind

overdekte loopgraaf bij Kolovrat

Frontwandeling

Mee-eten
Ben ik weer mijn fototoestel vergeten. Dat gebeurt mij teveel. Nu loop ik om acht uur 's avonds door Tribil Superieure en vraag mij af hoe je een foto maakt van een krimp-dorp? Er is niets te zien en te horen. Zijn er wel mensen of zitten ze in de koelte achter de luiken? Maar van een aantal huizen is zo al te zien dat er niemand is. De enige mensen die ik tref zijn vier wandelaars op het terras van de hostel La Finestra. Twee daarvan had ik vandaag eerder ontmoet, waaronder een Nederlandse die dit jaar met bagagevervoer van Bovec in Noord-Slovenië naar Cividale del Friuli in Noordoost-Italië loopt. Morgen is haar laatste dag.
foto van internet
Zelf heb ik rond vijven bij aankomst in Tribil Superieure aan de enige inwoner die zich buiten waagt gevraagd waar je kunt overnachten. Hij wees naar de overkant van de straat naar een bar; Alla Rosa dei Venti. De oude dame die even later in de barruimte verschijnt reageert positief op mijn vraag of er een kamer vrij is. Omdat ik zonder reserveringen rondwandel betekent dat voor mij snel toeslaan. En daarom zit ik in het eerste de beste en bij nader inzien enige hotel in Tribil Superieure en niet in het hostel. Misschien heeft de oude dame dat ook gedacht, snel toeslaan. Om negen uur 's avonds ben ik nog steeds de enige gast. Waarschijnlijker is dat het haar niet uit maakt. Het echtpaar is meer dan gepensioneerd. Het hotel straalt met vele foto's en vaantjes van regionale 'Schützenvereine' traditie en 'Vergangenheit' uit.
Je komt er geen ledlamp tegen en de badkamer wordt nog ouderwets gedeeld met de andere kamers van de gang. Hij is dus voor mij alleen. Maar na 21 kilometer wandelen in de hitte met ruim 1300 meter klimmen en bijna 900 meter dalen is ook een gedateerde douche een onvervangbare luxe. Ook al kun je niet te lang douchen, na vijf minuten stroomt de douchebak over door de trage afvoer.
Ik mag ook mee-eten. In dit geval letterlijk. Ze kookt voor de familie, voor haarzelf en haar man, en nu ook voor mij hetzelfde menu. Iets met meloen zegt ze. Prima, ik eet graag mee.
Maar om zeven uur wreekt zich mijn beperkte kennis van de Italiaanse eetcultuur. Het is spaghetti geworden met een klein beetje saus en voldoende geraspte Parmezaanse kaas. Omdat ik alle koolhydraten nodig heb voor morgen eet ik keurig met enig doorzettingsvermogen mijn bordje leeg, versoepeld met twee Beierse flesjes Hofbräuhaus Helles Bier.
Nauwelijks bijgekomen van deze prestatie serveert de oude dame een omvangrijke schaal met dikke plakken rookvlees in olijfolie opgefleurd met gekookte stukken paprika en schijven citroen. Als uitsmijter een bord met zes stukken meloen. Dit gaat mijn koolhydratenbenadering te boven, maar beide schalen zien er erg aanlokkelijk uit. De meloen is heerlijk verfrissend en helpt het vochttekort bestrijden. Halverwege de vleesschotel moet ik mij echter neerleggen bij de beperkingen van mijn omvang. Nog meer zal schade aanrichten. Volgens mij komt God niet uit Frankrijk maar uit Italië.
Tolmin op zondagochtend
Van alle deze verwennerij aan het eind van de dag weet ik 's morgens nog niets als ik om halfzes opsta. De tent is na het beetje regen van vannacht alweer bijna droog. Tijdens het afbreken van de tent maak ik thee klaar en eet met tussenpozen de drie van gisterenavond overgebleven stukken pizza op. Niet direct een voor de hand liggend ontbijt, maar het scheelt weer werk, smaakt toch wel lekker en is voedzaam. Wie biedt meer?
Om halfzeven begin ik aan de terugweg van de camping naar het toeristenbureau waar officieel de volgende etappe begint bij de drie AAT-routeborden. Het vertrek door de stille straten van Tolmin is niet adembenemend. Maar deze zondagochtend laat tussen zeven uur en halfacht andere taferelen zien dan op een normale dag. Wat te denken van een mannelijk creatuur met lang haar in een zwart heavy metal shirt dat op dit tijdstip toch een soort bigburger heeft weten te bemachtigen en die samen met zijn hond fijnbesnaard consumeert. De hond eet van de grond.
Even verder een grote groep heavy metal mensen die keurig zittend op de parkeerplaats van een soort Aldi op een bus wacht. Een heel normale bezigheid alleen ziet het er net iets anders uit. Of ben ik te beperkt in mijn kennis van de heavy metal scene en vertroebelt mijn eigen vooringenomenheid het beeld. Toch maar een foto voor thuis.
Waar ik geen foto van neem is de jongedame die anderhalve kilometer verder zich naakt in de Soča staat te wassen. Ook geen vervelend gezicht.
Omhoog naar het Kolovrat Open Air Museum
Na een eerste rust bij de Danielskerk bij het dorp Volce wordt het ernst. Deze dag heb ik vooraf in mijn planning gekwalificeerd als zwaar. Dat begint nu met de serieuze klim naar het Open Air Museum Kolovrat. Het aantal adempauze stijgt met de hoogte van de omgeving. Is dit wel leuk en verstandig met zo'n zware rugzak? Niemand geeft antwoord. Doorlopen maar. Er is op dit tijdstip op zondag ook helemaal niemand op de eindeloze slagen door het bos omhoog.
Kerkhof bij de Danielskerk met op de achtergrond de bergen waar ik omhoog mag
Tegen halftwaalf bereik ik het museum met de loopgraven en de vuur-en waarnemingsposities waar in de Eerste Wereldoorlog de Italiaanse waarnemers en stukken geschut stonden. Maar eerst een shot cola. Onderweg omhoog heb ik hier voorzichtig op gehoopt. Voorzichtig, omdat er geen garantie is voor een 'drankbron'. Een mentale afknapper kunnen we niet gebruiken. Deze gedachten en verlangens zijn klein bier vergeleken bij de historie van deze plek. Bij de 'drank- en informatiecontainer' ontmoet ik ook enkele medewandelaars waaronder de eerder genoemde Nederlandse. Ze moeten veel langer in het museum gebleven zijn of onderweg gerust hebben want uren later halen zij mij pas weer in. Vreemd want zo snel kwam ik deze middag niet meer vooruit. 
De jonge vrouw in de informatiecontainer is zeer vriendelijk. Ze geeft een goede uitleg van de voornaamste gebeurtenissen hier aan het Isonzofront. Het Isonzofront (Isonzo is de Italiaanse naam voor de rivier de Soča) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een front tussen Oostenrijk-Hongarije en Italië, rond Kobarid in het noordwesten van Slovenië. Daarnaast lees ik op verschillende websites over dit museum: A cross-border museum with an amazing view of the Soča Valley, preserves the memory of the third defence line of the Italian Army during the Isonzo Front.
De Italianen voerden zonder al te veel succes elf aanvallen uit om de Soča te overschrijden en de daarachter liggende Oostenrijks-Hongaarse linies te doorbreken. De twaalfde aanval kwam van de Oostenrijks-Hongaarse zijde, met flinke steun van de Duitsers. Zowel qua planning als uitvoering domineerden de Duitsers de operatie. Daarbij werd de vijand verrast door infiltraties met zogenaamde Sturmtruppen. Zonder dat de Italianen dat in de achterste derde verdedigingslijn merkten braken de Duitsers en Oostenrijkers door de voorste linies en stoten zij 25 km in westelijke richting door. 
Uit de uitleg ter plekke begrijp ik dat de Italianen hier bij Kolovrat in 1917 ook niet rekenden op de Oostenrijks-Germaanse uitbraak toen die deze verdedigingslijn in de diepte bereikte. Allen kwamen om het leven zegt mijn informante. Aan de Italiaanse kant van de grens vlak bij Refugio Solaire staat een gedenkteken voor alle Italianen die verrast werden en het leven lieten.
Meer dan 300.000 Oostenrijks-Hongaarse en Italiaanse soldaten sneuvelden aan het Isonzofront. Op een pagina van Wikipedia over het Isonzofront lees ik: Bij het front vond het zogenoemde "Wunder von Karfreit" plaats. Karfreit is de Duitse naam voor het Sloveense Kobarid. Dit "wonder van Kobarid" slaat op het gebruik van gifgas dat de Oostenrijkers in oktober 1917 de overwinning op de Italianen liet behalen. De benaming van dit gevecht zal aan Italiaanse kant minder glorieus klinken, schat ik in. Zie voor meer informatie de website firstworldwar.com 

Verder langs het front
Bij de vlakbijgelegen berghut Refugio Solaire is het erg druk en beperk ik me tot ein kleines Bier, Italiaans voor een klein bier. Engels verstaan ze hier niet goed. Als ik mijn route voortzet door de bossen in zuidelijke richting passeer ik de bergdorpjes en gehuchtjes Clabuzzaro, San Volfango en Rucchin. De sfeer in deze streek met duidelijk lagere bergen is echt anders dan in Slovenië. De Soča-vallei in Slovenië maakte een levendige indruk. Hier loop ik in alle rust en stilte, stilte van een krimpende grensregio.
straatje in stil Clabuzzaro
In Clabuzzaro moet ik op zoek naar een inwoner voor uitleg van het vervolg van de AAT-route. De volgende kilometers kom ik op de bospaden niemand meer tegen. Niemand ziet later in de middag dat ik bij de beklimming van 912 meter hoge Monte Cum regelmatig in de warmte voorovergebogen over mijn stokken sta uit te hijgen voordat de volgende twintig meter stijging wordt ingezet.
bovenop Monte Cum
De route loopt hier niet voor niets. Hoewel ik nu onder de bomen loop moet het hier in 1915-1917 open terrein zijn geweest met grote waarnemings- en schootsvelden. Met enige regelmaat passeer ik restanten van versterkte posities en zo nu en dan herdenkingstekens voor de gevallenen. Het front hier heeft bij ons maar weinig bekendheid. De dodenaantallen en de massabegraafplaatsen in België en Noord-Frankrijk staan meer op ons netvlies. Door een wandeling als deze zie je ook de trieste resultaten van WO-1 aan andere fronten.
Italiaans monument voor de gevallenen bij San Volfango


De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:

Hieronder de verslagen van voorgaande jaren:

(van de Grossglockner naar Döbriach)
(van Döbriach naar Bovec Slovenie)

Mijn ervaringen en tips zijn beschreven in een aparte review