Bij de spoorlijn maak ik nog een foto van een passerende trein. Langs het spoor loop ik het resterende stuk naar Mallnitz. Een prima wandeling. Het wordt nu echt warm. Tijd om de camping op te zoeken. Met een passage van de moderne kerktoren ben ik er bijna. De rest van de middag gaat op aan lezen, slapen en soms ook nadenken. Dat laatste niet te lang. Kortom lekker luieren.
Tijdrekken
Nog twee punten van mijn pizza. Wat is dat ding groot. De randen heb ik eraf gesneden, maar de rest moet op anders heb ik morgen geen brandstof genoeg. Mijn fototoestel is nog steeds aan het opladen. Rustig aan. Buiten betrekt de lucht weer voor de standaard onweersbui. Niet zo gek met dit hete weer. Gelukkig zit ik al binnen. Mijn, enige, bier gaat er in als water. Wat is wandelen lekker. Ik zie steeds meer mensen met mondkapjes op naar het toilet gaan. Dat moet ik onthouden. Op de camping heb je daar geen last van. Vier meter verder zit een familie met twee jonge kinderen. Knap, alle vier zitten te lezen en te werken op hun mobiel en toch praten ze onderling.
Het laatste part van mijn pizza overstijgt mijn maagomvang. Hij gaat in een servet. Zou dat smaken als ontbijt? Buiten begint het te regenen. De terrasgasten verhuizen met hun borden naar binnen. Nog even rekken met een cappuccino. Een half uur later giet het nog steeds keihard. Dan kun je een gast niet naar buiten sturen. Kan ik ook nog even mijn telefoon opladen.
Hopelijk blijft mijn tent droog. Dat zie ik straks wel. Tenslotte verlaat ik als het droog is na ruim twee uur het restaurant. Niet onverdienstelijk voor een pizza en een cappuccino. Bij terugkeer is alles droog en heeft het zoeken gisteren naar een iets hogere plek zijn nut bewezen. Het water heeft zich keurig aan de zwaartekracht-wetten gehouden en zich vier meter van mijn tent verzameld in diepe plassen. Nu maar even stoppen met regenen voor vandaag.
Schlucht in, Schlucht uit
Donderdag 30 juli, wandeldag 8
van Camping HOCHoben in Mallnitz (1190m) via de Rabischschlucht
en de Groppensteinschlucht naar Obervellach (680m)
± 4,5 uur inclusief pauzes, ± 9 km, ± 50 m klimmen en ± 620 m dalen
Zahlen bitte
"Das ist verboten was Sie machen." De Duitser keek er wel vriendelijk bij. "Man darf nicht zurück laufen". Nu mag je in Duitsland een heleboel dingen niet. Door onze aangename drie jaar in Duitsland twintig jaar geleden werd de uitspraak "Das dürfen Sie nicht" een familiebegrip. Een trap lager maakte ook een Belg mij er op attent. "Maar ik mag dat wel" sputterde ik tegen. "Ik loop de Adria Trail". Het maakte geen indruk. Overigens ook niet voldoende op mij om om te draaien. Boven bij wat voor mij de ingang was geweest stond toch duidelijk een Adria-bordje met een pijl. Ook dat je aan het eind moest betalen.
 |
De echte ingang van de Groppensteinschlucht
|
"Halo? Halo?" Ik was net de kassa van de Groppenstein-schlucht gepasseerd. Eerst hoorde ik het nog zacht, maar bij de derde keer draaide ik mij om. "Halo, haben Sie den Schlucht von oben nach unten gelaufen?" "Ja". "Dann müssen Sie noch Eintritt zahlen". Dus toch. Knap dat de kassière mij er tussen de startende en wachtende toeristen uitgehaald had. Of zou die rugzak dat veroorzaakt hebben? "Ich mache diesen Alpe-Adria Trail. Verschiedene Leute haben unterwegs gesagt das es in dieser Richtung verboten ist?" "Für die Adria machen wir eine Ausnahme". De uitzondering betrof alleen de looprichting, niet het entreegeld. De entree was voor mij de uitgang. "Sieben Euro, bitte". "Dann möchte ich eine Cola dabei". Voor negen euro sloot ik deze spectaculaire passage van de Groppensteinschlucht af. Het was het geld waard. Beter dan een theater, oké openluchttheater.
Rabischschlucht
Door de regenbui van gisterenavond lag ik om halfnegen in mijn slaapzak. Ik werd nog een keer wakker door een paar late tent-opzetters. Desondanks kostte het geen moeite om het tot halfzeven vanochtend uit te houden. Nog een keer lekker douchen. Om halfnegen van start na betaling van 55 euro. Wel veel voor twee nachten met een minitentje, maar dan douch je wel met mooie foto's aan de muur.
 |
Laatste keer door Mallnitz. rechts Mallnitz Appartments
|
De Adria-route Mallnitz uit was snel gevonden en liep in de vallei langs de spoorlijn met het station waar ze net een trein met auto's aan het beladen waren. Even lux in twee uur naar Salzburg met je auto terwijl je rustig om je heen kunt kijken.
Kort daarop werd de ingang van de eerste Schlucht van vandaag bereikt: de Rabischschlucht. Met bruisende sprongen daalt de Mallnitzbach hier over en tussen de rotsblokken. Het pad loopt vrijwel direct naast het beekbed. In de ochtend zijn de stenen, de houten traptreden en de aarde daar nog wat glad. Een half uur stap ik geconcentreerd naar beneden onderbroken door veel stops. Zo'n neerstortende beek blijft een mooi gezicht waar je tijden naar kunt kijken en maar foto's van wilt maken. Maar een wandelaar wil ook verder. Groppensteinschlucht, de hoofdattractie van de dag. Na twee rustig afdalende kilometers met een onderdoorgang van de B105 loop ik veel hoger dan de Mallnitzbach die wel zijn val heeft voortgezet. Als ik een open weidegebied verwissel voor de eerste bomen kom ik enkele vermoeid kijkende wandelaars tegen. Even verderop passeer ik zoals mij later duidelijk wordt de uitgang van de Groppensteinschlucht. Op het flink dalend pad komen mij verschillende zwoegend klimmende wandelaars en gezinnen tegemoet. Dit bijna honderd meter hoogteverschil heeft zo te zien niet in hun dagplan gestaan. Voor mij zal de hele Schlucht afdalend verlopen.
Eenmaal beneden loop ik de eerste honderden meters nog pal naast de beek over een aarden pad. Wanneer de kloof zich vernauwd en de rotswanden steiler worden is de ruimte om te wandelen gecreëerd met een soort vlonderpad dat met houten balken en gestut door metalen pijpen aan de rotswand is geketend. De breedte van het pad wisselt tussen de een en anderhalve meter. Aan de buitenzijde een stevige reling met houten palen, houten dwarsliggers en een staalkabel. Deze constructie hangt op sommige plekken meters boven de beek die zich naast je wild naar beneden stort. Op zich mooi om te zien, maar deze vlonderconstructies fascineren mij meer. Of misschien juist wel de combinatie van het op een afstand gezien bijna zwevende pad geplakt tegen de rotswand met er naast en er onder die wild bruisende en hier en daar met geweld neerstortende beek. Enerverend om over dit pad te lopen. En ik maar tegen de richting in lopen. Tot vlak voor het einde zonder enig schuldbesef. De ene keer höflich zover mogelijk met mijn rugzak aan de kant, de rotskant. De andere keer toch maar even voorrang nemend. Natuurlijk met veel stops om foto's te maken van deze ogenschijnlijk fragiele constructie en de flinke watervallen. Camping Sport Erlebnis Obervellach Even een onderbreking bij het schrijven van deze aantekeningen. Mijn Bailey's Eisbecher wordt net gebracht: "Schokoladen- und Vanille-Eis köstlich abgestimmt mit einem Schuss Bailey's". Ik schrijf dit op het terras van Camping Sport Erlebnis Obervellach waar ik sinds 13.00 uur vanmiddag te gast ben. Een tweede "actieve rustdag". Dat bevalt goed. Het is weer tegen de dertig graden.
Na de belevenissen in de Groppensteinschlucht bereikte ik aan het eind van de ochtend via enkele rustige straten met een korte onderbreking bij het oorlogsmonument het centrum van Obervellach. Daar was op dat moment buiten de voorbereiding voor een feest helemaal niets gaande.
Volg de bordjes camping. Eerst naar de brug over de Möll, die ik al een paar dagen heb gemist. Van de smalle beek in Heiligenblut is hij uitgegroeid tot een flinke snelstromende rivier. Uitstekend geschikt voor wildwaterkanoën en raften. Dat is een van de hoofdthema's op Camping Sport Erlebnis.
Er staan groepen met kleine tentjes van watersporters en op een ander veld tentjes van bergsporters. Ik sta neutraal tussen campers en een tent. Eigenlijk stond ik er eerst met een andere, iets grotere tent. Maar gaande de middag wordt ik ingebouwd tussen campers. Nog een geluk dat ik de ruimte tussen de buurtent en mijn tent minder heb gehouden dan de breedte van een camper. Er werd al aasgierig naar die paar meter gekeken.
Van vertrekkende Nederlanders hoorde ik dat het de komende dagen richting de vierendertig graden gaat. Erg enthousiast, maar zeker beter dan de veertien dagen regen die voor vertrek vanuit Nederland werden voorspeld. Als met die regen alleen de bijna standaard einde-dag-onweersbuien worden bedoeld ben ik een fan van het Oostenrijkse weer geworden. Misschien komt God niet uit Frankrijk, maar uit Oostenrijk.
Of ik nog iets wil drinken? Nee, laat ik maar betalen. Rusten kent ook zijn grenzen.
Inkopen
Je houdt het niet voor mogelijk, maar nu zit ik voor het diner op het terras van een tennisvereniging. Op aanraden van de kassière van de nabij gelegen Spar, je hebt zo je netwerk, ben ik hier beland. Ze had deze richting op gewezen voor een goede maaltijd. Het is weer eens wat anders om anderen te zien hijgen terwijl ik geniet van een heerlijke salade. Ik zie dat ik nog veel moet oefenen. Maar met twee keer tennissen in mijn leven is dat te billijken.

Als ik naar de camping terug ga passeer ik weer de apotheek waar ik op de heenweg een nieuwe nooddeken heb gekocht als licht 'grondzeil' voor de tent. Het 'feest' op het marktplein is zo'n typische tafels en banken verzameling met etende en drinkende mensen. De stemming zit er om zeven uur nog niet echt in. Op de camping lees ik nog wat en vul mijn watervoorraad aan. Een beetje ontspannen geklungel. Morgen maar weer bijtijds weg uit deze drukte. Om kwart voor negen is de temperatuur eindelijk wat koeler. Het heeft vreemd genoeg niet geonweerd. Dat werd later in de nacht meer dan goed gemaakt, maar mijn tent hield stand.
Tsjechische enclave
Vrijdag 31 juli, wandeldag 9
van Camping Sport Erlebnis in Obervellach (680m) via de Pfaffenberg (1115m) en de Danielsberg (950m) naar Camping Campanula aan de Möllstausee (600m) bij Reisseck
± 8 uur inclusief pauzes, ± 18 km, ± 740 m klimmen en ± 815 m dalen
Warm
Het is weer gelukt. Acht uur lang heeft ook deze wandeling geduurd. En dat bij een temperatuur van rond de dertig graden. De tweede berg vandaag, de Danielsberg, kwam ik door vermoeidheid en de warmte met moeite op. Verschillende keren stilstaan en een korte rust op een bank. Terwijl hij helemaal niet zo steil is. De kerk bovenop deze berg heb ik gelaten voor wat hij was. De focus was geheel gericht op het vlakbij gelegen Hotel-Restaurant Herkuleshof. Een chique restaurant waar je aan je cola nipt. Maar als je van binnen uitgedroogd bent en van buiten drijfnat is ook nippen aan een cola een ultiem genot.
Mölltal Blick
De eerste anderhalf uur ging het afwisselend over smalle bospaden en bredere boswegen flink omhoog. Hemelsbreed schiet je er nauwelijks mee op. Je gaat aan de noordzijde van Obervellach met ruime bochten omhoog naar het uitkijkpunt Mölltal Blick, driehonderd meter hoger. Nu heb ik de afgelopen week al vanaf allerlei hoogtes over het Mölltal gekeken. Het blijft mooi, dat niet, maar deze beklimming lijkt er een beetje bijgesleept. Temeer omdat de route drie kilometer verder net zo makkelijk weer helemaal afdaalt naar het dal.
Om de ontbrekende opwinding te verwerken eerst maar een rust bij zo'n doe-het-zelf kabouter. Doet zijn mond ook niet open. Dropveter.
Die drie kilometer liepen verder aangenaam zonder grote hoogteverschillen langs weides, bosranden en boswegen.
Spoorbruggen
De spoorlijn waarlangs ik ook al bij Mallnitz liep gaat hier hoog boven het dal richting Spittal. Boven Obervellach komt de lijn uit een tunnel en meer naar het zuidoosten worden korte niveauverschillen overwonnen met spoorbruggen op enorme pijlers. Of het de bedoeling van deze route is weet ik niet, maar ik heb deze bruggen nu van alle kanten bekeken: van boven, van op zij en van onderen. Indrukwekkend.
Ook imposant is de burcht Falkenstein. Bij dit soort versterkte verdedigingspunten borrelt altijd de vraag op waarom exact daar en tegen welke dreiging. Bij Falkenstein blijf je mooi met die vraag zitten, want alles was jammer genoeg gesloten. Dus niet zitten en kijken, maar doorlopen.
Het werd langzaam aan bloedheet. Het zal wel door de warmtetrilling van de lucht komen, maar van de volgende vijf kilometer staan me nog slechts enkele flitsen bij: een zonnebadende vrouw in bikini op haar balkon, schuilende koeien in de schaduw van hun stal, zwetende wegarbeiders die geen trek hadden in een praatje en spelende jongens in een hochsitz, die wegdoken toen ze mij zagen naderen. Lekker spannend allemaal.
Verschillende gehuchten doortrok ik; Gappen, Penk, Litzldorf. Volgens de tekst in mijn gids ben ik in tussen Gappen en Penk een kerk gepasseerd. Zeker een kabouterkerk. Het staat mij niet meer voor de geest. Foto's maken is hier ook niet bij me op gekomen. Als je een domme selfie in een spiegel buiten beschouwing laat.  |
Herkuleshof
|
Van de beklimming van de Danielsberg staat me nog bij dat ik op een Jagdlehrpfad liep. Een pad met informatieborden voor de jeugd met uitleg waar je in het wild reeën, zwijnen, herten, gemzen, reptielen en roofvogels tegenkomt. Nou niet op de Danielsberg weet ik nu. De Danielsberg scoorde bij mij vooral door de Herkuleshof met het rustige terras en de snelle bediening. |
Op het Lehrpfad ook uitleg van lokale mineralen
|
MöllstauseeMijn doel voor vandaag is de camping bij de Möllstausee, vier kilometer verder dan het etappe-einde van de Alpe Adria Trail boven op de Danielsberg. Natuurlijk heb je op de Danielsberg de mooie Herkuleshof en de St Georg Kirche, maar wat je daar verder moet is mij ontgaan. Hoewel, ik moet erkennen dat ik zelf aan het einde van een wandeldag ook niet meer zo sta te springen om veel rond te lopen. Toch geeft een camping net iets meer bewegingsvrijheid.
 |
Een terugblik op de Danielsberg vanuit Kolbnitz. De kerk heb ik nooit bereikt.
|
De afdaling van de Danielsberg was prettig en de doortocht van het dorp Reisseck heeft geen cultuurshock of andere geestelijke schade toegebracht. Bij het verlaten van de bebouwde kom leiden de bewijzeringsbordjes mij naar de overkant van de Möll. Ik zwaai naar de aanstormende raftboten alsof ik ze al jaren ken. De bemanningen zwaaien enthousiast terug.
De overkant is de zuidkant van de rivier. Op mijn kaart heb ik de camping echter ingetekend aan de noordoever bij de instroom in het stuwmeer, anderhalve kilometer hier vandaan. Om te voorkomen dat ik over anderhalve kilometer de camping aan de andere kant van het water zie liggen vraag ik het aan een wegwerker. "Welke van de twee campings zoek je?" Op die vraag had ik niet gerekend. Internet geeft maar één camping. "Mij maakt het niet uit. Welke is de beste?" Dan moest ik naar de noordoever. "Ze hebben daar goed eten en koud bier." Dat was een doorslaggevende toevoeging vandaag. "Het is twintig minuten van hier".
Dat soort tijdsaanwijzingen blijken in de praktijk redelijk variabel, omdat je nooit weet of de vriendelijke raadgever denkt in auto- of wandelminuten. Niet alle raadgevers zien er uit als ervaren wandelaars. Met een scan van de bijgaande tailleomvang tel ik er overeenkomstig minuten bij.
Ik ga terug over de brug, volg stug de noordoever, passeer aan de officieuze zijde achtereenvolgens een tennispark en een waterkrachtcentrale en warempel na twintig minuten verschijnen er tenten, een camping. Een aparte camping. Geen caravans, slechts één camper en verder heel veel kleine tentjes van mijn formaat en een enkele grote tent. Geen Nederlanders, geen Duitsers, geen Oostenrijkers. Ik zie alleen maar Tsjechische nummerborden. Toen ik bij de receptie kwam en in het Duits begon werd mij verontschuldigend gevraagd om naar het Engels te switchen. Geen probleem, maar waarom? Wij zijn een Tsjechische camping. Een camping voor Tsjechische wildwatervaarders. Er was wel plaats voor mij maar niet op de grotere velden. Daar stonden de Tsjechische clubs. Ergens op het einde van de camping, achter de omheining van het laatste grote veld, was nog een veldje waar ik zou passen. Bij nadere verkenning stonden daar ook al Tsjechische auto's met kleine tentjes, inclusief voorbereidingen voor kampvuren. Het was er stil. Iedereen was nog aan het raften. Ik heb de veronderstelde omheining toch maar wat ruimer uitgelegd en kwam zo op een mooi plekje vlak langs de Möll. Als je tent eenmaal staat is er een voldongen feit. Bovendien neemt de wetenschap dat je morgen weer vertrekt eventuele weerstand weg. Dit bedenk ik pas bij het maken van mijn aantekeningen. Eigenlijk heb hem er gewoon neergezet onder het motto wat niet weet wat niet deert. Bovendien staat hij beschermd achter twee aanhangwagens. Prima plek bleek later. Verraderlijk water
Zal ik eerst mijn was gaan doen of een bier gaan drinken? Ik kies voor een getrapte combinatie: eerst een bier en direct daarna mijn was. De lucht laat nog geen onweerswolken zien. Afgelopen nacht kwam het onweer ook verlaat.
Als mijn was hangt ga ik naar de waterrand van de Möll. Zittend op een rotsblok met mijn voeten in het water start ik een whatsapp videogesprek met Judith. Dan kan ze van dichtbij zien waar ik nu weer uithang. Mijn slippers staan op het rotsblok achter me. Vijftig meter verder wagen enkele diehards zich in het water. Judith kijkt mee. Altijd leuk. Ga ik ook doen als het gesprek is afgelopen. Na deze hete dag moet die afkoeling in dit koude water toch wel te doen zijn?
Ik ben twee keer tot en met mijn hoofd onder water geweest. Voldoende om twee redenen. Zo'n bergrivier is echt fris. En een van de Duitse fietsers die met hun tentjes sinds een uur naast mij staan vraagt of die slipper van mij is. Terwijl ik nog druipend op een rotsblok zit zie ik met lede ogen mijn rechter blauwe slipper tien meter verder in toenemend tempo een eigen raft-avontuur beginnen. Maar de Duitse jongen schiet er als een speer achteraan en vist hem twintig meter verder toch op. Alerte actie, die ik vergeet te bedanken met meer dan een lofuiting.
Het wordt nog schrijnender als diezelfde jongen een uur later komt vragen of die blauwe zwembroek van mij is daar beneden op een rotsblok. Totaal vergeten. Ik had hem in de zon op een warm rotsblok te drogen gelegd. Wat ik me ook niet gerealiseerd had was de wisselende waterstand in dit soort rivieren. Dan gooien ze bovenstrooms een of andere sluis van een watercentrale of dam open. Mijn zwembroek stond op het punt de trossen los te gooien. Community singing
Sportieve camping is het hier: de jeugd speelt volleybal na het raften, de ouderen drinken bier en mijn ruime pizza kost slechts vier euro. Een soort sportieve non-profit camping. En ze hebben nog meer hobby's. Tegen negenen ga ik slapen. De kampvuren op het kleine veldje branden al. Mijn voorgevoel heeft mij niet bedrogen. Ik lig hier prima.
Later wordt ik wakker door gezang. Onder begeleiding van een gitaar worden allerlei volksliedjes gezongen. Althans dat neem ik aan. Het klinkt best mooi. Misschien zit er ook een Tsjechisch koor op de camping. Geen idee wat de aanleiding is. Een Tsjechische feestdag? Of misschien denk ik te Nederlands en kun je ook zingen zonder aanleiding. Het ene couplet na het andere wordt ten gehore gebracht. Misschien wel het Tsjechische volkslied? Wie zal het zeggen. Het Wilhelmus heeft tenslotte ook vijftien coupletten. Met een tweede waakmoment heb ik nog langer kunnen genieten. Een openluchtconcert for free, liggend! Daarna bleek mijn vermoeidheid sterker.
Sprookjesdag
Zaterdag 1 augustus, wandeldag 10
van Camping Campanula aan de Möllstausee (600m) bij Reisseck
via de Barbarossaschlucht (±800m), Maria in Hohenburg (±920m), Hühnersberg (±1060m) en Altersberg (±930m) naar de Märchenwandermeile (1000m)
± 10 uur inclusief pauzes, ± 22 km, ± 840 m klimmen en ± 530 m dalen
Sprookjeskoffie
Wat smaakt een kop koffie na tien uur wandelen lekker. Zeker als je ergens langs een bosrand ligt op een sprookjespad: de 'Märchenwandermeile' tussen de dorpjes Altersberg en Neuschitz. Eerder op de dag liep ik ook al door een sprookjeskloof. Of beledig ik nu Duitsers en Oostenrijkers? Het ging om de Barbarossaschlucht, vernoemd naar Barbarossa, de bijnaam die de Italianen vanwege zijn rode baard gaven aan Keizer Friedrich de Eerste van het Heilige Roomse Rijk. Volgens een lokale legende zou Barbarossa rond het jaar 1160 na een gevecht zijn toevlucht hebben gezocht tot deze kloof om zich te verschuilen en uit te rusten. Maar dat werd een drama door de aanwezige geesten en demonen. Dus echt iets voor toeristen moeten ze hier hebben gedacht. Na negen dagen wandelen heb ik wel in de gaten dat als er op een berg iets toeristisch te zien valt de Alpe Adria Trail er zeker langs gaat. Desnoods verzin je iets toeristisch.
 |
In deze grot zou Barbarossa overnacht hebben met zijn mannen. Je moet er maar op komen.
|
In het spoor van Barbarossa
Vanochtend was ik ondanks al het gezang van gisterenavond al om zes uur wakker en om kwart voor acht liep ik de camping af. Eerst over een pad op de tien meter brede strook tussen de tweebaans B106 en de Möllstausee. Niet echt mooi. De route loopt eigenlijk aan de andere kant van het stuwmeer.
 |
Terugblik over het stuwmeer naar de Danielsberg
|
Bij de stuwdam snel naar de andere kant van het meer om langs een afwateringskanaal door te trekken naar het dorp Mühldorf. De warmte neemt dan al flink toe. Omdat het morgen zondag is loop ik om naar de Spar supermarkt aan het eind van het dorp. Marsen, cola, tonijnsalade. Roggebrood heb ik nog. De cola is voor direct verbruik op de mondkapjes-vrije-picknicktafel buiten de ingang. Daarna weer terug naar de andere kant van het dorp om al in de bebouwde kom te stijgen.
 |
lekker in de schaduw richting het begin van de kloof
|
Wanneer ik rond tienen ten noorden van het dorp de Barbarossaschlucht bereik moet het al richting de vijfentwintig graden warm zijn. Het voordeel van de kloof is dat je heerlijk in de schaduw verder klimt. Dat stijgen ontgaat me gedeeltelijk, omdat de hele kloof vol hangt met ijzeren borden met tekst en uitleg wat Barbarossa en zijn mannen op dat punt is overkomen door het ingrijpen van vervelende kwelgeesten. Mooie aanleidingen om kort te stoppen.
 |
de eerste geesten komen voorbij
|
Verder blijft er natuurlijk de koel voorbijstromende beek om te bewonderen. Meer naar het einde van de kloof moet die Barbarossa erg doortastend of zeer angstig zijn geweest om die beek te passeren om bij de grot te komen. De lokale VVV heeft hier ingegrepen door trappen en verschillende metalen loopbruggen aan te laten leggen. Via een nauwe doorgang en nog een loopbrug kom je tenslotte bij de grot waar Barbarossa en zijn mannen de veiligheid vonden. Knap bedacht allemaal. Het heeft mij daarnaast zonder dat ik er veel erg in had ruim honderd meter hoger gebracht.
Na zo'n avontuur is het tijd voor bezinning. De pelgrimskerk Maria in Hohenburg wordt het volgende hoogtepunt. Vooral letterlijk.
De volgende vier kilometer naar het dorp Göriach ben ik blijkbaar al vast in meditatie gegaan ter voorbereiding. Vaag herinner ik mij gelijklopende agrarische weggetjes en bospaden, even onderbroken door vogels met een migratieachtergrond. Wat ik mij pas later realiseer is dat ik ongemerkt ook het Mölldal achter mij heb gelaten. Beneden in het dal is hij uitgemond in de bredere rivier de Drau. Einde van de beeldbepaler van de eerste negen dagen van de Alpe Adria Trail. In het dorpje Göriach laat ik ondanks het warme weer een café aan mij voorbij gaan. Ze waren in deze verzameling van een kleine vijftig huizen bezig met de voorbereiding van een feest. De tent stond en natuurlijk werkte de tap al voor de bouwers. Wat mij tegenhield om halfeen 's middags was de housemuziek die uitgetest werd inclusief het bijbehorende gedreun van het basritme. Je bier slaat al dood door de luchtdruk.
Maria in Hohenburg
Door naar Maria in Hohenburg. Dat hohen geeft al aan dat er geklommen moet worden. Door bossen en over velden. Ik was de enige die dat met deze temperatuur te voet deed. En dan nog met een rugzak. De andere mensen die ik bij Gasthof zur Hohenburg van de iets hoger gelegen kerk zag terugkeren, vooral oudere dames, waren geheel op pelgrimsmanier met de auto aangevoerd. Ze waren vergezeld van een hele jonge kapelaan in een ouderwetse soutane, compleet met zwarte bonnet. Waar zie je dat nog in Nederland in het openbaar? Dan moet ik toch heel wat decennia terug gaan. Deze kapelaan had wel een moderne uitstraling met zijn lengte van eenmetervijfennegentig. Voor de rest was het leeftijdsverschil zo groot dat hij wat onwennig heen en weer liep op het terras. Want daar was ik samen met alle gelovigen als eerste naar toe gegaan.
Met verbazing heb ik gekeken hoe een man twee borden met een soort Sauerkraut tot zich nam. De man was erg content en nam een foto. Van zijn tweede bord. Uit eerbied voor deze prestatie heb ik geen foto gemaakt. Mijn eigen lichaam was nog te verhit voor een echte maaltijd. Een groot stuk mokkataart met een cola waren voorlopig levensreddend. Het is echt een kunst zoals ze hier boven op een berg taart kunnen bakken. In ieder geval kunnen serveren.
Na vertrek heb ik nog de laatste tientallen meters naar de kerk geklommen. De deuren waren helaas afgesloten. Slechts door groen geribbelde ramen naast de kerkdeuren heb ik een enigszins gekleurde indruk van aankleding gekregen.
Door het dal van de Steinbrückenbach
Verder gaat het naar het officiële AAT-eindpunt voor deze etappe: Hühnersberg, of meer precies pal voor het daar gelegen Gasthof Kolmwirt. Een boerderij waarachter om twee uur 's middags al drinkgeluiden vandaan komen. Buiten deze Gasthof is er hier niets. Ik loop door en ga verderop bij Drei Täler Blick een uur in de schaduw liggen. Heerlijk. Meteen een goede gelegenheid om de twee ingepakte pizzapunten van gisterenavond te eten. De punten zijn er nog wel, maar de quattro-fromaggi is omgesmolten naar uno-fromaggi. Voor de smaakpapillen maakt dat overigens nauwelijks verschil stel ik vast.
De rust voorbij trek ik door naar het vijfhonderd meter verder opgerichte Hohes Kreuz. Inderdaad gaat het weer omhoog, want anders krijg je die naam niet. Met 1129 meter het hoogste punt van de dag. Eindelijk daalt het daarna rustig met een grote lus af naar het dal van de Steinbrückenbach. Terwijl deze beek zich onder mij steeds dieper een weg zoekt loop ik ontspannen over asfalt langs kleine kernen van boerderijen als Hintereggen. Ter hoogte van het buurtschap Selsach vang ik in de verte een eerste glimp op van de nieuwe beeldbepaler voor de komende week: de Millstätter See.
In Altersberg zie ik Gasthof Preis. De voordeur is open. Er heerst binnen in de gang een teleurstellende stilte. Voorzichtig ga ik verkennend voorwaarts. Steeds dieper dring ik door in het gebouw tot ik aan de achterkant weer buiten sta. Daar zie ik mensen aan een auto sleutelen. Echt iets voor een Gasthof. Na enig heen en weer schuifelen komt er toch iemand naar mij toe. Ja, ik kan een bier krijgen. Nee, we hebben geen kamer. Alles is bezet. Ook een sprookjesverhaal, maar ik geloof vandaag alles. In de barruimte heerst dezelfde trieste stilte als op de gang. Of dit alleen maar coronastilte is vraag ik mij af. Ach wat maakt het uit. Rondhangen op een kamer in een doodstil Gasthof in een even stil dorpje is ook niks. Gewoon doorlopen en kijken of er nog betere plekken zijn.
Märchenwandermeile
Altersberg ligt al snel achter mij. Kort daarop trek ik langs de boerderijen van het gehucht Pirk. Op het terras van een van de woningen zitten mensen gezellig bijeen rondom een tafel vol glazen. Toch maar even niet te opvallend passeren. Op het pad trekt een boer met een volle hooiwagen voorbij. Hij zal dat nog tot laat in de avond blijven doen. Als boeren dat doen op een zaterdagavond dan moet er ander weer komen. We zullen zien.
Ik bereik de eerste sprookjesfiguren op dit sprookjespad. Hopelijk vind ik hier iets om rustig mijn tent op te zetten en veilig te overnachten. Veel verder lopen heeft geen nut. Dat komt omdat de honderdvijfenzeventig meter lange hangbrug over de Drachenschlucht verderop dit sprookjespad na vijf uur 's middags wordt afgesloten. De waard van Gasthof Preis in Altersberg had me daarover al ingelicht. Morgenochtend om negen uur gaat die hangbrug weer open vertelde hij.
Eindelijk vind ik een plek naar mijn gading. En zo zit ik nu even na halfzeven 's avonds tussen de sprookjeshuisjes. Snel de tent opzetten en wat bezwete kleren ophangen. Nog lekker wat eten, koffie maken en wat lezen. De boer rijdt op het pad nog een aantal keren met hooi voorbij. Als de schemer intreedt is ook dat ten einde. Rust, stilte. Slapen maar. Het is weer eens wat anders om samen met Roodkapje de nacht door te brengen.
Zondagse verdieping
Zondag 2 augustus, wandeldag 11
van de Märchenwandermeile (± 1050m) in de gemeente Trebesing
via Gmünd (735 m) naar Seeboden (± 590m)
± 7 uur inclusief pauzes, ± 21,5 km, ± 385 m klimmen en ± 805 m dalen
 |
Heiige avondblik vanuit Seeboden richting de Nockberge
|
Ontmoeting
Er kwam een ouder echtpaar aangewandeld. Zij in een lange broek met wandelstokken, hij in een korte hardloop tights en hemd zonder mouwen. Het was kwart over negen. Ik had net het tweede deel van het sprookjespad achter mij gelaten en zocht naar het vervolg van de Alpe Adria Trail. Geen bewijzeringsbordje te vinden. Volgens de aanwijzingen in mijn gids zou de route naar beneden moeten lopen richting het dorp Zlatting. Hun advies was om met ze mee te lopen naar beneden.
We raakten aan de praat, hij en ik. Waarom ik dat wandelen deed? "Voor mijn plezier". Wat voor werk ik had? "Met pensioen, net als u" antwoordde ik, hem op leeftijd inschattend. Hoe weet ik niet, maar binnen vijf minuten ging het over de zin van het bestaan, de toekomst, het ontstaan van de aarde, de klimaatverandering. En over de sturing achter dit alles. Of ik religieus was? Hij geloofde niet in het Darwinisme. Er moest een sturende hand zijn achter alle ontwikkelingen. Na vijftien minuten vertelde hij dat ze Jehova Zeugen waren. Het maakte mij niet uit. Dit gesprek op deze vroege zondag was toch al onverwacht en interessant.
We bleven verschillen over thema's als het ontstaan en de sturing van alles op aarde en in het heelal, maar vonden elkaar in de noodzaak van morele waarden. Waarden die in de geschriften van diverse religies worden beschreven, maar lang niet altijd worden nageleefd. Ook het tweede deel van deze wandelende exegese leverde zowel overeenkomstige oordelen als wezenlijke levensbeschouwelijke verschillen op.
Na dertig minuten waren we nog lang niet klaar met de bovennatuurlijke invloed op de mens en met andere bespiegelingen toen we ter hoogte van hun vakantiewoning waren. De vriendelijke uitnodiging voor een kop koffie sloeg ik beleefd af. Tenslotte had ik pas een uur gelopen en moest even bijkomen van deze sneltrein behandeling van zware levensvragen.
Wel was ik nu de weg kwijt. Van de Alpe Adria Trail voor de duidelijkheid. Geen bordje te ontwaren. Ergens hadden we al filosoferend een afslag gemist. Letterlijk. Dan maar op gevoel doorlopen. Vijfhonderd meter verder kwamen de twee Jehova's mij met de auto achterna om een folder met belangrijke levensvragen te overhandigen. 'Die Zukunft, Wie sieht sie aus?' En waar je op internet de (hun) antwoorden kunt vinden. We namen voor de tweede keer hartelijk afscheid. Met enige verwondering liep ik verder.
Gewonde sprookjes
Waar vind je een dergelijke innerlijke verdieping al wandelend op een zondag? Een gesprek met Jehova-getuigen had niet op de voorbereidingenlijst en bij mijn verwachtingen voor de Alpe Adria Trail gestaan. Aan de andere kant, na een nacht slapen op een sprookjespad met een groot deel van de elfen, kabouters, draken, feeën, stiefmoeders en andere hoofdrolspelers gereed voor actie, had ik kunnen weten dat er onverwachte gebeurtenissen te wachten stonden.
 |
. |
Het opstaan was nog normaal verlopen voor een sprookjeszondag. Om halfzeven gedeeltelijk uit de slaapzak. Voorzichtig de tent openen om niet teveel waterdruppels van de onweersbui van vannacht naar binnen te schudden. Theewater op het vuur. Even het pak roggebrood uit een tenthoek vissen en net als thuis een broodje kaas maken. Wassen doe ik wel onderweg bij een beek. Op deze manier ben je inclusief slaapzak comprimeren, luchtbed leeg laten lopen en oprollen, tent afbreken en rugzak inpakken na anderhalf uur klaar voor vertrek.  |
uitstekend sanitair om je nog op het sprookjespad te wassen |
Op een gemiddeld sprookjespad loop je om acht uur op zondag, nog een uur voor de vroegste openstelling, echt wel alleen. Verbazing als ik na een kwartier een man met een zogenaamde bosmaaier in zijn eentje klaar zie staan om te beginnen. Waarom moeten bermen langs een bosweggetje op zondag om kwart over acht gemaaid worden? Geen vragen stellen, gewoon doorlopen. Een tegenvraag zou kunnen zijn: wat loop jij met een rugzak voor openingstijd op een sprookjespad? Je moet grasmaaiers niet wijzer maken dan ze al zijn. En deze had het al moeilijk genoeg. Net had hij het zware apparaat op zijn rug omgehangen of de motor sloeg af. Ik zag hem balen. "Woran muss ich ziehen?" vroeg ik behulpzaam naar de bekende weg. Met twee uithalen aan het startkoord had ik na vijftien minuten lopen mijn goede daad voor vandaag erop zitten.
De rest van het sprookjespad tot aan de hangbrug was minder spectaculair. Een beetje vergane glorie met aangevreten kabouters, een draak zonder hand en gaten in zijn been, heksen die blij waren dat ze gevangen zaten en zo niet gewurgd werden door voortwoekerende klimplanten.
Pure sprookjesverwaarlozing.
Het loopt wel lekker. Het weer is omgeslagen, een stuk koeler. Lager in het dal hangen de wolken boven de boomtoppen. Prima wandelweer. Aangekomen bij de hoge hangbrug over de Drachenschlucht blijkt de openingstijd niet negen uur maar halftien. Het is pas halfnegen. Dan eerst maar een stukje teruglopen om mijn geslonken watervoorraad aan te vullen bij een betrouwbare bron die ik zojuist passeerde.
Terwijl ik terugloop zie ik aan de overzijde van de brug een oude man het toegangshek openen. Hopelijk komt hij ook deze kant op. Wanneer ik terugkom is dat het geval. De man ziet mij wel maar heeft blijkbaar op dit tijdstip op zondag geen behoefte aan contact. Mijn aanroep wordt genegeerd. Ik wil best de vier euro betalen voor de overtocht over de hangbrug. Hij loopt direct door om de watertoevoer naar de sprookjessmederij te open. Die gaat op waterkracht heb ik net gelezen op een informatiebord. Even later hoor ik het gehamer op een aambeeld. Misschien heeft hij wel gedacht "Wat moet zo'n lopende rugzak om negen uur op een zondagochtend hier?" of "Als ik jou was zou ik het wel weten". Verdere mogelijke gedachten heb ik niet afgewacht. Oversteken maar.
De hangbrug is knap hoog en de houten planken zijn glibberig van het vocht. Mijzelf vasthoudend aan de reling zoek ik op het afdalende stuk zoveel mogelijk de droge plekken op. Ik vond het niet erg toen ik aan de overkant was. De spelelementen aan die kant van het sprookjespad zijn van aanzienlijk betere kwaliteit en behelzen meer lerende thema's. De minidoolhof is duidelijk voor jonge kleuters. De tussenwanden zijn zo laag dat die Eltern eenvoudig für die Kinder haften können. Een typisch Duitstalige disclaimer om te voorkomen dat je aangeklaagd wordt. Je ziet die bordjes overal. Gmünd
Na wat gezoek vind ik de uitgang van de Märchen-wandermeile en in gezelschap van de twee Jehova-getuigen loop ik naar het dorp Zlatting.  |
Kunstwerk omgeving Trebesing langs de B10
|
Met een doorsteek over een smal pad daal ik verder af naar de Bundesstrasse 10 vlak naast de autobaan A10. De paar kilometer naar het stadje Gmünd gaan in het verkeerslawaai van deze weg.
Mijn gids prijst Gmünd aan als een middeleeuws stadje waar veel kunstenaars wonen en werken. Vaag heb ik het plan om daar een kamer te nemen om mij te douchen, de was te doen en daarna rond te kijken. Alleen het is pas halfelf als ik de hoofdstraat naar de oude binnenstad bereik. Bij Hotel Platzer net buiten de monumentale stadspoort hebben ze geen eenpersoonskamer en de prijs voor een tweepersoonskamer is (ineens?) twee keer zo hoog als genoemd in mijn gids. Nee bedankt, dan kijk ik nog even verder. De Hauptplatz, het grote marktplein, is de hoofdattractie volgens dezelfde gids. Als ik de stadspoort passeer ga ik op in een teleurstellend corona-tafereel. Er is een toeristische vlooienmarkt die elk zicht op het plein en de omringende gebouwen ontneemt. Bovendien moet je blijkbaar met mondkapje lopen. Die zitten in mijn rugzak.
Ik ontwijk de massa door achter de stalletjes langs te lopen. Zelfs de enkele resterende terrassen trekken mij niet. Ik blijf de Adria-bewijzering volgen en verlaat het plein zonder dat mijn geestdrift is toegenomen. Nog tweehonderd meter verder bereik ik het punt waar de naderende bezoekers hun mondkapje opdoen en ik opgelucht de Altstadt verlaat. Nog steeds op de Alpe Adria Trail-route. Dat dan weer wel.
Volgende dagetappe
Elf uur. Ik kan net zo goed doorlopen bedenk ik me. De etappe van Gmünd naar Seeboden is maar 14,6 kilometer zonder al te veel klimmen en dalen. De kwalificatie 'leicht' voor deze etappe is ook een stimulans, maar door eerdere zwaardere ervaringen met deze term niet doorslaggevend.
Dit keer klopt de zwaartewaardering van deze etappe wel. Aanvankelijk loopt het over asfalt tussen weides omhoog. Eenmaal in het bos marcheert het op de bergflank over halfverharde bosweggetjes voorspoedig vijf kilometer aan een stuk. Het enige wat gaandeweg doorweegt is de afstand. Ook bij de afdaling richting Seeboden gaat het over golvende weides in de buurt van het dorp Treffling.
Het afwijkende van de vorige tien dagen is dat ik voor het eerst met een regenjas loop. En afwijkend was een kleine veelsoortige veestapel in een wei waar een jong kalf tot ongenoegen van een veulen uit meerdere vaatjes tapt. Gold Camping
Ten zuiden van Treffling bij de burchtruïne Sommeregg verlaat ik de Alpe Adria Trail voor een afkorting naar de Gold Camping die ik op internet had gevonden. Aangekomen bij het bord 'Camping' met pijl, bovenaan een steil aflopende helling bekruipt mij een onaangenaam gevoel. Beneden is geen enkele tent of caravan te zien. Alleen een zielige camper. Toch maar naar beneden. Geen receptie te bekennen. Bij het eerste huis sturen ze mij door naar de buren. Bij dat huis is er weer geen bel te vinden. Een Poolse wandelende familie met een trotse dochter die nu ten overstaan van haar vader en moeder haar Engels kan demonstreren stelt mij gerust dat er vijfhonderd meter verder volgens haar telefoon een camping moet zijn.
En inderdaad, een totaal lege terrassencamping met op elke standplaats keurige stroomaansluiting. Waar is de receptie? Op goed geluk loop ik een terras op en zie daar een huisje met 'Anmeldung'. Er zitten zelfs twee mensen. In het antwoord op mijn aanroep hoor ik een Nederlands accent. Een Nederlands echtpaar dat hier al jaren goedkoop de langzame uitbouw van deze camping zegt mee te maken. Er is verder voor de heren en voor de dames een sanitaircontainer. Na bijna tweeëntwintig kilometer besluit ik hier te blijven. Naast het echtpaar en een VW-kampeerbusje wordt ik de derde kampeerder. Alleen maar pluspunten: heerlijk rustig en een schone hete douche.
Aan het eind van de middag weet ik de eigenaar nog te overtuigen dat 15 euro teveel is. Nadat ik hem uitleg wat het Rijnlandse economische model nastreeft mag ik voor 10 euro blijven.
Seeboden aan de Millstätter See
Snel nog de was doen en daarna mijn broekspijpen aanritsen en het laatste schone shirt aantrekken. Met deze nette kleren ben ik klaar om verder af te dalen naar Seeboden om daar een restaurant te zoeken. Na een kort verblijf aan de meeroever kies ik voor Café-Restaurant Ertl. Het wordt een heerlijke Griekse salade. Tussen de salade en de sinaasappeltaart kan ik Judith vertellen welke sprookjes ik vandaag weer allemaal heb meegemaakt. De religieuze omlijsting van deze wandeldag beschrijf ik blijkbaar te enthousiast. Ze is niet direct bevlogen over mijn ontmoeting met de Jehova-getuigen. Alsof ik al met de Wachttoren rondloop. Geef dan nog maar een cappuccino om deze dag af te sluiten.
Aanloop naar de Millstätter Alpe
Maandag 3 augustus, wandeldag 12
van Gold Camping Seeboden (± 680m) via Pichlhütte (± 1330m) en Sommeregger Alm (± 1700m)
naar alm ten noorden van Hausbauerhütte (± 1720m)
± 6,5 uur inclusief pauzes, ± 12 km, ± 1190 m klimmen en ± 50m dalen
 |
Tangerner Alm
|
Opstaan
Vrijwel de hele nacht heeft het geregend. Het is al negen uur en ik lig nog steeds in mijn tent. De lucht klaart langzaam op, laat ik maar eens bewegen. Van de campingeigenaar hoor ik bij vertrek om tien uur dat het tot vier uur vanmiddag droog blijft. Daarna wordt 100% regen verwacht. Het zou kloppen. Vandaag begin ik aan de Millstätter Alpe, de bergrug ten noorden van de Millstätter See. Die vormt het westelijke deel van de Nockberge berggroep. De Alpe Adria Trail-organisatie plant voor deze etappe een wandeling van 21 kilometer met een stijging van 1557 meter en een daling 356 meter met onderweg twee hutten en het eindpunt bij de zogenaamde Alexanderhütte. Ze geven de moeilijkheidsgraad 'schwer'. Nou, ik plan helemaal niks. Met een vertrek om tien uur en regen om vier uur ga ik dat nooit halen. Ik kijk wel bij die tussengelegen hutten. En bij gebrek aan een hut heb ik nog altijd een pop-up hut op mijn rug.
Pichlhütte
De Pichlhütte is mijn eerste doel voor vandaag. Ruim vijfhonderd meter hoger dan de Gold Camping. Die stijgmeters worden gelijkmatig uitgesmeerd over ongeveer zeven kilometer. Ontspannen en ochtendfris loop ik over asfalt door een buitendorpje van Seeboden en tussen net geoogste graanvelden. In het dorpje Tangern maak ik een foto van een bord bij een Gasthaus dat ik al verschillende keren zag deze wandeling. Montag, Dienstag und Mitwoch ab 16 Uhr geöffnet. Vrij vertaald: vanaf 1600 uur ben jij de eerste. Hopelijk is die Pichlhütte wel geopend.
Ik zwalk wat door de vier straten van Tangern, steek de doorgaande weg over, doorkruis het tweehonderd meter diepe Tangern-noord en betreed het buitengebied.
 |
Tangern Centrum
|
 |
Tangern Noord
|
 |
Terugblik richting Tangern, in de verte de Millstatter See
|
Over een brede gravelweg gaat het geleidelijk omhoog. Enkele andere wandelaars en twee fietsers passeren mij. Ongetwijfeld allemaal op weg naar de Pichlhütte. Onderbroken door een rust stijg ik kalm door bossen, hier en daar afgewisseld met een weide. Het pad versmalt zich naar een halfverhard breed bospad. Na twee uur zie ik de hut recht boven mij en mag ik nog een ommetje over een alm maken voordat ik het terras op kan stappen.Ze kunnen deze hut beter Piggelmeehut noemen. Bij de parkeerplaats zijn boomstronken omgetoverd in dierenfiguren die redelijk de weg kwijt zijn en bij de ingang van het terras staart een houten troll je gemoedelijk met lege blik aan.
Het is opvallend hoe snel dit soort gedachtenflitsen wordt verdrongen als blijkt dat het terras geopend is. Het jonge koppel dat al op het terras zit is Nederlands. Ze lopen vijf dagen over de Alpe Adria Trail. Vandaag is hun eerste dag.
Ik vertel hun over mijn ervaringen tot nu toe; de zwaarte van de etappes en hoe je een stukje op kunt lopen met Jehova-getuigen.
Hun eetlust werkt aanstekelijk. Als bodem voor de rest van de dag geniet ik van een klein bier, een radler, een kaassoufle, een koffie en een Himbeerentorte.
Nadat ik het tweetal een goede voortzetting van de wandeling heb gewenst rol ik mij het terras af. Met ingehouden tred stijg ik langzaam verder over een alm en langs een bosrandje. Koeien kijken mij nauwelijks aan en ik zoek hun blik niet op. Weer een alm over richting de Tangerner Alm. Als de koeiendichtheid toeneemt knoei ik mij er omheen. Leuke beesten voor de entourage, maar ze houden te weinig rekening met wandelaars. Even krijg ik ruzie met de route als hij na de Tangerner Alm begint te dalen terwijl we omhoog moeten. Maar met het volgen van de bordjes komt alles goed. Met een grote boog trekt de trail om het dal van de Trefflingerbach en een uur later kan ik vanaf de andere kant terugkijken naar het stuk waar ik binnensmonds liep te vloeken op de eigenzinnigheid van het pad.
Langzaam maar zeker kom ik via nog meer almen en enkele bospunten dichterbij de Sommereggeralm. Als de Sommereggerhütte in beeld komt is het een lichte teleurstelling als er auto's staan op een parkeerplaats. Door de wandelroute die dwars door almen en langs agrarische paden gaat hou je er geen rekening meer mee dat de meeste hutten ook per auto te benaderen zijn. Vaak over behoorlijk lange routes met veel haarspeldbochten. Daarmee worden deze terrassen ook bereikbaar voor minder sportieve berglandschapgenieters of dagjeswandelaars die vanuit een hut een rondtoer naar een top willen maken.
Mijn conversatie met de dienstdoende mevrouw met het uiterlijk van een eigenaresse was kort en toch zeer informatief: Ja, wij hebben cola. Ja, wij verhuren kamers. Nee, er zijn geen kamers vrij. Dat zijn gedachtewisselingen die geen uitlopers behoeven. Of het waar was betwijfel ik. |
Sommereggerhütte in de naderende regenwolken
|
Buiten hield het weer zich aan de verwachting. Eerst nog aarzelend, maar na tien minuten overgaand in een echte einde-middag-regenbui. Om mij naar buiten te lokken werd het even droog. "Wo werden Sie übernachten?" vroeg de waardin. "Das ist eine gute Frage" Ook ik hield het kort dit keer. Ze adviseerde mij om af te steken met een binnendoor naar de Alexanderhütte. Op een of andere manier zou dat slechts drie kwartier in beslag nemen. Ik wil helemaal niet afsteken. "Ich gehe zum Tschiernock" antwoordde ik. Dat is de eerste top op deze etappe.
Eigenwijs ga ik op pad in mijn regenjack. Dat vraagt natuurlijk om een meteorologische afstraffing. Nog geen driehonderd meter vanaf de Sommereggerhütte stond ik nog enigszins droog onder sparren mijn regenbroek aan te trekken. Eenmaal aan werd het gelijk droog.
Half vijf, deze droogte zal niet middagvullend zijn heb ik de afgelopen dagen geleerd. Laten we maar naar een eenpersoonscamping zoeken. Een half uur later verdwijn ik in het zijterrein onder het groen van mijn tentdak. Tijd om Judith in te lichten en de aantekeningen bij te werken. Na al dat eten van vanmiddag trekt mijn maag nog niet aan de bel. Dat doet de donder om halfzeven wel. Laat ik nog maar wat gaan lezen in 'Oorlogsenthousiasme' van Ewoud Kieft. Tijd genoeg op deze camping.
Verraderlijk weer
Dinsdag 4 augustus, wandeldag 13
van de alm ten noorden van de Hausbauerhütte (± 1720m) via Tschiernock (± 2088m), Hochpalfennock (2099m), Tschierwegernock (2010m), Millstätterhütte (1880), Granattor (2063), Lammersdorfer Hütte (± 1650m) naar de omgeving van de Jufensteig (± 1720m)
± 10 uur inclusief pauzes, ± 22,5 km, ± 700 m klimmen en ± 710 m dalen)
 |
Tschiernock topkruis
|
Overnachting
Weer een nacht op een wildcard overleeft. Ook vannacht opnieuw langdurige regen, in de avond vergezeld van onweer. Helaas sta ik onder een lariks, die nog lang nadruppelt. Tegen mijn veiligheidsgewoonte in maak ik het theewater in de gesloten voortent warm. Voortent is een groot woord voor een oppervlakte van zestig centimeter bij eenmetertwintig en een hoogte van een meter. Het zijn wel kostbare droge centimeters met ventilatie. Kwart over acht. Het extra eiwitrijke roggebrood met 5% walnoten is weggespoeld. Hoe dat zo vult blijft mij een raadsel. De kleur van het tentdak verraadt een opkomende zon. Dat is niet zo, maar laat ik toch maar opstaan.Huiver op de Tschiernock Na het afbreken van de tent verlaat ik het bos en keer terug op de keienweg die zich over de almen naar boven slingert. Schrikdraadpoortgrepen geven mij schokvrij toegang tot een weide met beneden Haflinger paarden en twee etages hoger een kudde koeien. IJverige bouwvakkers zijn op een hoogte van achttienhonderd meter bezig met het optrekken van een huis of een stal. Dat is nog niet te zien. Je loopt hier toch minder alleen dan je zou verwachten.
 |
Terugblik op de bomen die mij vannacht beschermden
|
Het pad wordt smaller. Langs een marmeren tafel gaat het pad zonder dat duidelijk wordt waarom deze hier staat. Het lijkt mij geen inheemse offertafel. Een gezellige plek voor een diner a deux evenmin. Een kunstzinnige oprisping misschien. Waarschijnlijk had ik een QR-code moeten scannen, maar daar heb ik geen zin in.
 |
Steinerner Tisch
|
 |
Over die bergrug ga ik straks
|
Meer tijd neem ik om tweehonderd meter verder mijn vrijwel lege waterzak bij te tanken. De pogingen om dit met de zelfontspanner vast te leggen geven verschillende beelden, maar allemaal zonder het waterpunt. Dan maar een frontale opname. Nog een opname van het dal en dan kunnen we verder. De wind neemt toe en er valt zo nu en dan een spat regen. Ik ben blij dat ik mijn regenjas al aan heb. De laatste lus van een paar honderd meter naar de open top van de Tschiernock verandert dat dramatisch. De wind wordt krachtig en koud. Op de top maak ik nog goedgemutst foto's van het kruis. De wind blijft gieren en ik krijg het koud. Hier maar niet te lang blijven rondhangen. Onder mijn regenjack heb ik alleen een kunststoffen T-shirt aan en ik loop nog in korte broek. Ik koel veel te snel af. Dat gaat niet goed. Er is op deze open bergrug ook nauwelijks beschutting. Zo snel mogelijk mijn fleece en regenbroek aantrekken om verdere afkoeling tegen te gaan. Rugzak af en op zoek naar die trui. Inmiddels zijn mijn vingers in die korte tijd zo verstijfd door de kou dat ik de ritssluiting van mijn trui niet meer dicht krijg. Dan maar zo. Snel weer het regenjack aan. Gelukkig krijg ik die rits met de grotere handgreep wel dicht. Ik rits hem direct zo hoog mogelijk, tot bijna aan mijn mond omhoog en trek meteen voor het eerst de capuchon over mijn pet. Dat scheelt enorm. Ook mijn oude regenbroek houdt stand en fungeert als een prima windbreaker. Toch wil ik hier weg van deze open bergrug. Overal waar ik kijk trekken donkere regenwolken samen. Weg hier.
Het tempo gaat omhoog. Jammer van dit mooie pad. Zover ik kan kijken loopt het pad recht vooruit over deze afgeronde bergrug. Een half uur later bevestigen bordjes van de Alpe Adria Trail dat ik nog steeds op het goede pad zit. Mooi. Daarna volgt voor het eerst een richtingaanwijzer naar de Alexanderhütte. Daarmee weet ik zeker dat ik de goede kant op ga. Na ongeveer twee kilometer passeer ik het kruis van de tweede top op deze rug, de Hochpalfennock. Een foto laat ik achterwege. Door naar beneden, want vanaf hier daalt het langzaam af. Ik krijg nu de wind en de regen in de rug en daarmee is een deel van de kou letterlijk uit de lucht. Met het dalen neemt de wind verder af en wordt het ook iets warmer. Tot mijn verbazing gaan een vrouw en een man juist omhoog. Hij nog gewoon in korte broek. Beter getraind, meer vet op de botten? Ze zien er niet onnozel uit. Nog wat lager neem ik de tijd voor een opname met de zelfontspanner vanaf een paal van de prikkeldraadafrastering. De lens is waarschijnlijk iets beslagen geweest, maar het geeft een goed gevoel van de omstandigheden. Het pad daalt verder, passeert de derde lagere top met een kruis, de Tschierwegernock. Eenmaal daar voorbij loop ik uit de wind. De capuchon kan af. Nog meer wandelaars komen mij tegemoet. De afdaling versnelt en ik kan kiezen uit de Alexanderhütte en de Millstätterhütte. Ik kies voor de laatste. Het resultaat is dat ik vanaf vanochtend acht uur in een keer tot halfeen doorgelopen ben en nu achter een groot bord met een boerensalade met kaas en spek zit. Hoe snel kan het veranderen. Toch even benauwd daarboven in mijn eentje.
Tot zover het eerste deel van deze dag. Dit was een avontuur op zich. Maar een uur later heb ik heerlijk gegeten en gaat de dag gewoon door.
Millstätter Alpe
Eigenlijk was de Millstätterhütte het eindpunt van de etappe vanuit Seeboden. Hiervandaan wordt er in de gids een nieuwe beschreven naar Döbriach. Dat schema heb ik allang los gelaten en Döbriach is te ver voor vanmiddag. Waar wel naar toe? We zien wel, de wereld is één groot bed. Oké, niet op een bergrug waar het waait en regent.
 |
Terugblik richting Millstätterhütte |
 |
De Kamplnock sla ik even over
|
 |
Diep beneden de Millstätter See
|
Nog steeds gehuld in mijn regenjas gaat het over mooie almen in een angstig zonnetje in oostelijke richting geleidelijk langzaam omhoog over de volgende bergrug. Aangenaam wandelen. De bergtop Kamplnock laat ik na de ervaringen van vanochtend even links liggen. Die tijdwinst van dertig minuten ga ik uit de wind in de zon liggen. Heerlijk na zo'n maaltijd. Geestelijke touwen trekken een wandelaar overeind. Ontspannen loop ik drie, vier kilometer verder in zuidoostelijke richting over de Millstätter Alpe. De route is mooi. Je kunt tot ver over de Millstätter See en omgeving kijken. Niet voor niets lopen hier veel wandelaars.
Er wordt hier van alles gedaan om toeristische wandelaars te boeien, mocht het landschap niet voldoende zijn op deze 'Weg der Liebe': tweepersoonsligstoelen en banken in het wild, het grote omheinde Obermillstätter Almkreuz op 2046 meter hoogte en de kunstzinnige Granattor die de aandacht vestigt op de granaatstenen die hier worden gevonden. Onderbroken afdalingNa een enorme steenman omringd door vele kleintjes loopt de bergrug af en begint de afdaling. Een overwichtig echtpaar klimt mij net onder de bergkam tegemoet. Zo'n extra inspanning roept altijd mijn bewondering op. Voorlopig doen ze het wel. Ik hoop dat het weer niet omslaat, want hij is enkel gekleed in een T-shirt en een rugzakje met extra kleding of regenjas zie ik niet. Een beetje op gevoel volg ik de paden en verlaat ik de hoge almen. De bewijzering is hier spaarzaam of ik heb een black-out gehad. Het lange afdalen begint. Koeien worden moeizaam op ongemakkelijk afstand gepasseerd, kudde na kudde. Ik kijk ze maar niet teveel aan, zo van 'goed volk'. Tegen halfvijf bereik ik de Lammersdorfer Hütte. Van de nabij gelegen parkeerplaats starten veel dagwandelaars hun toer. Het is nog redelijk druk op het terras. Ze verhuren geen kamers, maar voor tien euro verkopen ze mij graag een koffie en een apfelstrudel. Het is dat ik de voeding nodig heb, maar geef mij maar Tsjechische prijzen.
Na de Lammersdorfer Hütte vorder ik slechts langzaam omdat ik actief naar plekken zoek om te overnachten. Keer op keer verlaat ik het pad om een potentiële plek te inspecteren op vlakheid, onzichtbaarheid en afscherming tegen vee. Een paar honderd meter van de hut bekijk ik zo drie plekken. Afgekeurd. Te klein of te zichtbaar. Dan maar omhoog de zogenaamde Jufensteig op. Al zoekend klim ik ongemerkt naar 1800 meter hoogte. Halfzeven. Vlak onder de top scharrel ik diverse keren rond, maar ook daar onvoldoende vlakke plekken. Op de top met een groot kruis waai ik uit mijn hemd. Geen goede plek voor de nacht. Snel wat meer naar beneden aan de andere kant. Ook daar valt het niet mee. Op de almen staat nog steeds teveel wind die beperkingen afdwingt. Eindelijk vind ik tegen zeven een beschutte plek niet te ver van het pad. Redelijk horizontaal, toehappen maar. Als de tent staat kan ik met een slechte verbinding Judith doorgeven dat alles oké is. Even een snelle blik op nu.nl. Corona woekert nog steeds en in Nederland wordt aangedrongen op meer eenduidigheid van de regering. Mijn berg is coronavrij. Dat weet ik zeker. Geen virus gaat voor zijn lol op zo'n winderige berg op stap bij tien graden. Snel eten en mijn slaapzak in.
Even schrikken, wegwezen hier
Woensdag 5 augustus, wandeldag 14
van de Jufensteig (± 1720m) via Matzelsdorf (± 870m) naar Döbriach (591m)
± 3,5 uur inclusief pauzes, ± 11 km, ± 20 m klimmen en ± 1210 m dalen)
Gehinnik
Gehinnik niet ver van mijn tent. Gelijk ben ik wakker. Het is al licht. Zonder lawaai te maken open ik de tent. Paarden zijn prima dieren, maar niet als ze te dicht bij mijn tent komen hier in dit sparrenbos op 1720 meter hoogte. Ik zie op het open veldje vijf meter lager de geelblonde manen van een Haflinger. Een Oostenrijks paardenras dat hier boven los rond loopt. Mijn tent heb ik ter afscherming achter een paar omgevallen bomen opgezet. Gisterenavond met de harde wind was ik minder gelukkig met die keuze toen ik eenmaal in mijn tent lag. Nu ben ik er blij mee. Even geen behoefte aan een paard in de gang om halfzeven 's morgens. |
terugblik op mijn bivakplek achter de omgevallen bomen
|
De adrenaline was afdoende gestegen om meteen maar over te gaan tot aankleden, eten en afbreken. Na een afscheidsfoto van mijn tweede wilde slaapplaats op rij loop ik om ongeveer acht uur terug naar het pad. Een alm lager kom ik de paarden tegen die mij eerder wekten. Ze hebben het druk met zichzelf en kijken niet op.
Afdaling naar Matzelsdorf
Vanaf hier gaat het alleen nog maar naar beneden; van ongeveer 1720 meter hoogte naar 595 meter in Döbriach. Welke camping, dat weet ik nog niet. Het eerste uur gaat het nog afwisselend over mooie smalle almen- en bospaadjes.
Bij de hoogste boerderij op ongeveer 1500 meter hoogte gaan deze paadjes over in een halfverhard pad waarover ook vierwieldrives kunnen rijden. De route volgt alle lange lussen van deze weg. Kilometer na kilometer slingert het pad en daalt het gestaag. De laatste twee kilometer voor Matzelsdorf wordt het een beetje saai op een brede grijze gravelweg. Auto's en trekkers kunnen elkaar hier passeren zo breed. Eindeloze slagen maakt de weg. Het is tussen tien en elf uur. Sinds het vertrek ben ik niemand tegengekomen. Ik loop in een rustige cadans. Allerlei gedachten komen op, die minuten later volledig zijn gewist. Het is fris met een temperatuur van rond de veertien graden. Mijn regenjack beschermt tegen de enkele spetters. Wat een verschil met de dertig graden van vorige week.
Matzelsdorf lijkt uitgestorven. Geen mens te zien, geen geluid te horen. Het is dat er uit een schoorsteen rook komt anders zou het een geëvacueerd dorp kunnen zijn.
 |
Watermolen in Matzelsdorf
|
Eindpunt 2020: Döbriach
Van bovenaf heb ik de drie campings bij Döbriach al gezien: twee grote met de caravans in het gelid en een kleinere net bij het begin van de weg langs het meer met meer ruimte tussen de vakantiebouwsels. Dat wordt mijn doel. Een laatste steile afdaling door het buitenwijkdorpje Starfach van 20% laten me voelen dat mijn energie flink is afgenomen. Ik hoop dat er een plek is voor me op de camping, want de puf is eruit. De oprisping gisteren om de wandeltocht toch op te rekken naar de Ossiacher See verdwijnt definitief.
Een douche en lekker uitrusten overheersen mijn gedachten. Daarmee ook al een eerste heldere ingeving: als ik morgen toch terug ga naar de auto in Heiligenblut dan hoef ik mijn vieze kleren niet meer te wassen en te drogen. De voordelen borrelen op en zijn niet meer tegen te houden. Ik ga er mee stoppen zoals ik onderweg al had besloten. Het is mooi geweest. Vanavond weer een keer lekker eten op een stoel en aan een tafel.
Er is plaats op de camping. Een mooi plekje vlakbij het sanitair aan de rustige kant van de camping krijg ik. De tent staat binnen no time. Terwijl ik deze aantekeningen maak begint het geheel in stijl te regenen. Vanavond op mijn gemak Döbriach verkennen en uitdokteren waarvandaan de bus naar Spittal an der Drau vertrekt. Eerst even slapen.
Ander toerisme
Later loop ik langs de Seefeldstrasse, een soort boulevard langs de Millstäter See. Het Parkbad is totaal verlaten. De ligweide is door de overvloedige regen van de afgelopen nachten modderig geworden. Je kunt er in allerlei soorten restaurants eten. Van hele chique tot zeer eenvoudige. Al slenterend koop ik een broodje met beenham in een soort kruidenierswinkeltje dat in het niet valt bij de andere mogelijkheden. Nog overrompelender is de camping aan de overkant van de weg. Het is een soort eftelingcamping. Wat er hier allemaal voor kinderen is opgetuigd beneemt je de adem. Hopelijk niet bij de ouders. Ik loop er rond als Alice in Wonderland. Totale verbazing over dit vermaakgeweld.
Als ik een poging doe iets van het dorp Döbriach te zien loop ik een kwartier lang door een buitenwijk waar naast Pensions, Hotels, Ferienhäuser en Ferienappartements ook nog gewone mensen schijnen te wonen. Volgend jaar zie ik de kern van het dorp wel. Van afstand zie ik dat ze ook een Spar-supermarkt hebben. Even noteren.
's Avonds loop ik nog een keer langs de Seefeldstrasse en zie iets waar je echt voor naar Oostenrijk moet: een Nederlandse patatcontainer compleet met kroketten, frikandellen en bitterballen. En druk. Waarschijnlijk vanwege de corona heeft de Nederlandse klantengroep iets van een rij gevormd. Zelf eet ik heerlijk bij Rischi's restaurant het dagmenu: een soort gehaktkarbonades met een voortreffelijke saus. Een bier als dagafsluiter. Op de terugweg kuier ik tegen achten langs 'Romantik SPA Hotel Seefischer am See'. Binnen zie ik achter grote glazen schuifpuien een geanimeerd gezelschap. Keurig in het pak met merkoverhemden, modern zonder stropdas, converseren de heren onderling gewichtig terwijl de dames in het lang de laatste nieuwtjes uitwisselen. Iedereen komt aan zijn trekken in Döbriach.
Op Camping Golser trek ik voorbij de voortenten. De meesten zijn al gesloten om de avondkou buiten te houden. Hier en daar zitten mensen nog rustig buiten te lezen. Het ziet er vredig uit. Je wordt hier ook niet met gehinnik uit je slaap gehouden. Dat lijkt alweer lang geleden. Een heel andere wereld. Ik ga naar bed. Morgen wil ik om halftien bij de bushalte staan.
Genoten van je reis. Wil hem in 2023 wandelen.groet Marion.
BeantwoordenVerwijderenVeel plezier op jullie wandeling
VerwijderenGroet Frans