Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

woensdag 26 juni 2019

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen van Poelberg (zuidoost van Tielt) via Deinze naar Sint Martens Leerne

Poelberg - Deinze - Sint Martens Leerne
20 juni 2019
24 km
pad door de rietkraag langs de Oude Leie

Wanneer barst het los?

Gemiste attracties
Normaal heb je na een dag wandelen wel een antwoord op de vraag wat het meest kenmerkende van de omgeving was. Deze keer kwam het er niet spontaan uitrollen. Het was een beetje een mix van een agrarische aanloop met een bosgebied in ontwikkeling en een tweede deel dat gedomineerd werd door de aanwezigheid van de rivier de Leie. Nu ik na terugkeer even zoek naar het meest kenmerkende van de centrale stad in het gebied ben ik terecht gekomen op de site van tripadvisor: Wat te doen in Deinze. Daarop staan in volgorde van de aantallen beoordelingen de beste attracties. Dacht ik eerst nog 'kijken wat we gemist hebben', na kort scrollen door de aangeprezen attracties bekruipt mij het gevoel 'wat hebben we niet gemist'. Bijna alles. 
van buiten de slotgracht ziet het Kasteel van Ooidonk er al imposant uit
Op de eerste plaats Kasteel van Ooidonk. Dat hebben we niet letterlijk gemist want het pad komt er pal langs. We waren al vanaf de buitenkant onder de indruk van wat we tussen de bomen door konden zien. Veel moois hebben we toch gemist zie ik op de website van het Kasteel van Ooidonk. Het is leuk om deze site even te bekijken. Zie je ook meteen een foto van de bewoners. Enkele quotes uit de tekst: Het kasteel werd in 1595 herbouwd en geldt als een van de mooiste kastelen in België. Met zijn kenmerkende trapgevels en uivormige torens hoeft deze Oost-Vlaamse parel niet onder te doen voor de imposante kastelen van de Loire. 
Luchtfoto van Kasteel van Ooidonk (gekopieerd van de website)
150 jaar na hun grootvader, bewonen de zesde graaf en gravin t’Kint de Roodenbeke en hun drie kinderen het kasteel. Dit historische erfgoed vormt de dagelijkse leefomgeving van het gezin. Met veel passie onderhouden zij het kasteel en het domein, net als graaf (Juan) t’Kint de Roodenbeke dat vóór hen deed. Het is hun betrachting dat iedereen - gasten en bezoekers - de herinnering overhoudt aan een prachtige plaats nog verfraaid door het water, zowel van de diepe slotgracht als van de zacht meanderende Leie. 
Zeker een omweg waard om te bezoeken vind ik nu.
Wanneer barst het los?
Vandaag zijn we vroeg opgestaan. Niet alleen omdat we na de opwarmer van gisteren, nu vierentwintig kilometer op het programma hebben staan, maar ook omdat er regen en onweer wordt verwacht. Gisterenavond op het terras in Tielt zei een buurvrouw aan de tafel naast ons dat de eerste buien vanaf 13.00 uur 's middags worden verwacht. Frank had alleen op warm weer gerekend en zijn regenjas thuis rust gegeven.
Dat was vanochtend om een uur of zes ook even schrikken toen het heftig regende en de vlagen op het dakraam ratelden. Gelukkig was het al droog toen we bij de Mankemerrie aan tafel gingen voor het ontbijt. Eenmaal op pad kwamen uitlopers van de onweerswolken ook onze kant op. Vanaf de Poelberg liepen we er voorlopig in oostelijke richting vanaf. Slechts een paar druppels waagden het ons te belagen.
akker op de flank van de Poelberg

akker vol bloeiend vlas met op de achtergrond de Poelbergmolen
Speibeek
Eens in je leven moet je blijkbaar de Speibeek hebben gezien. Anders kunnen wij het niet verklaren waarom we langs dit slootje tot ruim boven onze knieën door het natte gras een geweldige omweg mogen maken over een nieuw traject. De wegen van routeplanners zijn soms ondoorgrondelijk. Zo zeer dat we door dat gebanjer door het hoge gras vergaten foto's te maken. Alles heeft een voordeel. We liepen zo weer een stuk op onverharde ondergrond. Grr.
bij de ingang van het Meinkesbos
Dat hadden we ook al drie kilometer eerder gedaan bij het Meikensbos. Een heerlijk lopend pad door een bos in aanleg met een prettige afwisseling in open en beplante percelen. Maar ook daar weer zo aangenaam onopvallend dat we vergaten foto's te maken van groeiende bomen.
De nieuwe route sneed een behoorlijke slinger af in de oude route uit mijn gids van 2014, maar creëerde even makkelijk een vervangende versie waar je hemelsbreed steeds maar de helft opschoot. Nu is wandelen niet direct gericht op het snel overbruggen van afstanden. Toch stimuleert het ons als je na vijfhonderd meter niet op speerworp afstand kunt zien waar je zes minuten geleden liep. En zo goed zijn wij niet in speerwerpen.
Wontergem
Verbazing, opkomende vragen, nieuwe inzichten, mooie panorama's maken wandelen meer dan alleen een herhaalde beenbeweging. In Wontergem, het eerstvolgend dorpje, waren er weer wel aanleidingen voor foto's.  Zo stonden wij even stil bij het bereiken van de rand van Wontergem. Het 'buurtinformatienetwerk' De Groene Eik, mooie naam voor buurtpreventie, hield ons direct in de gaten. Vervolgens werden we door verschillende straatjes en steegjes van dit buitenwijkje geleid. Ik hoop niet om ons te testen. 

Bij de kerk verbaasden we ons over de keuze van een uitbouw in een totaal andere stijl dan de originele woning. Dan weet je zeker dat je in België zit.
Zo ook bij een mooi monument voor 'De Flandrien Lucien Buysse'. Hij won, lezen we, de Tour de France in 1926. Hij staat afgebeeld met een reserveband kruislings over zijn schouders en een bergbeklimmersbril op zijn voorhoofd. Toen moest je onderweg nog zelf je band verwisselen. Niks mecaniciens die snel je wiel vervangen. Lucien komt uit een symbolische kei of bergwand gereden. Opvallend op de bijgaande bronzen tekst is de naam van de voorzitter van het monumentcomite: Lucien Buysse. Wellicht Lucien de tweede of misschien zelfs Lucien de derde.
We melden ons af voor de Bloedprocessie en staan enkele honderden meters voorbij Wontergem weer stil bij een betonnen bruggetje onder de spoorlijn. Onze aandacht wordt getrokken door de tekst die de bouwers hebben aangebracht.
De brug is blijkbaar gebouwd in de eerste zomer van de Tweede Wereldoorlog. Wat wij ter plekke al bedachten wordt thuis op internet bevestigd. De brug is in mei 1940 vernield door de Belgen om de bevoorrading van de Duitsers te vertragen. De bezetters hebben het herstel snel aangepakt. Fritz und Franz Rode onder leiding van Hauptmann Blum waren in ieder geval zo tevreden met hun Bogen-Brücke dat ze hun naam er op hebben gezet. Stevig en degelijk ziet de brug er nog steeds uit. Dat is dan wel weer een voordeel bij de Duitse aanpak. 
Leie
Meander vinden sommige mensen een mooi woord voor een kronkel in een rivier. Vaak is de natuur rondom die lussen in de rivier ook mooi. Maar als schipper moet je soms veel varen om hemelsbreed een beetje vooruit te komen. Dat was overduidelijk het geval bij de Leie als je de oude loop bestudeert. Vanaf de Franse grens tot aan Gent zijn zeker meer dan tien lussen 'kortgesloten' en is de rivier gekanaliseerd. Dat maakt de rivier en zijn oevers niet altijd mooier. Maar de overblijvende stukken 'Oude Leie' leveren prachtige verstilde natuur op. Zo ook het drie kilometer lange stuk tussen het dorp Grammene en het Schipdonkkanaal bij Deinze. Je waant je in een rietjungle, ook al is die maar tien meter breed. Leuk lopen op vlonders die door hun algenaangroei en scheefstand alle aandacht vragen. Van de Oude Leie zelf krijg je indrukken bij doorkijken tussen het riet. Een prachtig stuk.


Gemeente Deinze
Driekwart van onze wandeling liepen we vandaag op het grondgebied van de gemeente Deinze. Al die dorpen die we passeerden behoren daar bij. Naast de stad zelf heeft de gemeente zeventien deelgemeentes. Gelukkig allemaal met hun eigen karakter. Deinze-stad met 17.000 inwoners vormt de regionale kern met scholen en andere voorzieningen. Toen wij de stad via de Stadionlaan binnentrokken was er markt op de Markt. Altijd leuk om daar met je zak op je rug tussen de winkelende mensen de kramen te bestuderen.  Nog beter was de rust op een van de vele terrassen. Goed geregeld en verleidelijk om te blijven plakken. Maar lichte druppels dreven ons verder om het onweer voor te blijven.
We pikte de Leie-oever weer op en verlieten de stad in oostelijke richting. De stedelijke bebouwing was niet van dien aard dat we er door adoratie werden afgeremd. Hier en daar een korte stop voor wat je toekomstig industrieel erfgoed kunt noemen. 
Eenmaal buiten de bebouwde kom kwamen ook de villa's aan het water weer te voorschijn. Nog steeds ons verbazend over de afmeting van sommige tuinen trokken we snel verder omdat de regenkringen op het water ons bleven vergezellen. 

Laatste drinkpauze
Bij de Astene Sas was het nog te vroeg om alweer te gaan pauzeren op een terras. Daarom maar een korte hangpartij op een neutrale bank zonder al te veel commentaar op de omgeving. De wandelinspiratie vlakte iets af. 


Tweeënhalve kilometer verder bloeit de inspiratie weer helemaal op bij het aanschouwen van het schoons van Kasteel van Ooidonk en de toegangspoort met de neven-gebouwen, en door het kopje op mijn kaart dat horeca beloofd direct naast deze poort. Naar de auto is het nog anderhalve kilometer, het regent nog steeds niet, de lucht is zelfs blauwdoorlatend geworden, dan kan er wel een klein biertje van af. Weldadig na ruim tweeëntwintig kilometer. Zo zitten we bij café-restaurant Koetshuis Ooidonk toch nog een klein beetje op het terrein van het Kasteel iets cultureels te doen.
de Blauwe Poort op de weg naar 
Kasteel  van Ooidonk
Op de laatste meters van deze tocht verlaten we via de Blauwe Poort, een tweede toegangspoort, definitief het terrein van het kasteel. Daarna gaat het snel. De eieren verkopende loodgieter en bakkerij Van Hecke zijn nog steeds in business maar krijgen geen aandacht meer. Onze mentale navigatie pint zich vast op de terugrit. Die gaat niet via het door files geplaagde Antwerpen, maar over verschillende Google maps alternatieven. Nieuwe delen van Vlaanderen  doorkruisen we. Zelzate vlakbij de Nederlandse grens bij Sas van Gent in Zeeuws Vlaanderen komt voorbij en parallel aan de Nederlandse grens koersen we aan op de westzijde van Antwerpen. Ter hoogte van Ossendrecht wordt het verkeersmeubilair definitief Nederlands. Bergen op Zoom, Rosendaal, de zon gaat zelfs schijnen. Breda, gestumper op de A59 richting Waalwijk, het wordt zelfs warm. Bij Utrecht, het is vijf uur, vragen wij ons af waar die code oranje nou voor nodig was. Was de regen van vanochtend alles of rijden wij voor het zogenaamde noodweer uit.

Om halfzes zet ik Frank af. Hij maakt zich op voor een koele witte wijn in de tuin. Als ik thuis kom zet ik alles open om te luchten. Wanneer ik even later op de buienradar kijk kom ik weer in alarmopstelling. Aan onze onschuld komt tot slot toch een eind. Om zeven uur gaan hemelse fonteinen over op stand gevelreiniging. In de omgeving van Amersfoort gaat het zonder ontwrichtingen, maar rond Utrecht, waar wij een uur eerder nog in zomerstemming passeerden, komen straten onder water te staan. Na twaalf uur heeft het vroege ontbijt toch zijn waarde bewezen. Met instemming kijk ik vanachter de ramen hoe de tuin zich volzuigt.

Elk jaar maken we enkele wandelingen over dit mooie pad. De dagberichten staan in een totaalverslag: GR 128 Vlaanderenroute

zaterdag 22 juni 2019

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen van Rijsseleinde bij Pittem naar Poelberg zuidoost van Tielt

Rijsseleinde (bij Pittem) - Poelberg (bij Tielt)
18 juni 2019
14 km

Groenteteeltcursus

Aanreis
Aanreis klinkt ook als aanloop. Dat was het zeker. Om acht 's ochtends uur trok ik in Nederland de voordeur achter mij dicht en pas om kwart over een 's middags zaten Frank en ik op het begin van het wandeltraject van vandaag. Oké, daar zitten dan ook nog vijf minuten bij om onze broek af te ritsen op deze zonnige, warme dag. De bescheiden wandeling van veertien kilometer duurde daarmee korter dan de heenreis en die was minstens zo enerverend. 

Na onze voorspoedige autorit naar Sint-Martens-Leerne hadden we nog tijd over voordat de bus naar Deinze vertrok. Snel koffie drinken bij bakkerij Van Hecke aan de overzijde van de kerk en even rondkijken. Dat betekent als Nederlander in België ook het oplossen van puzzels. W
at voor bedrijf zit er in een gebouw met het opschrift SPORTWERELD? Je raadt het al, een loodgieter. En wat verkoopt die loodgieter? Natuurlijk, eieren.
België bood dit keer een keur aan openbaar vervoer. Op de busrit naar station Deinze volgde een overstap op de trein naar Tielt. In de wachtkamer van station Tielt deelden wij een kwartier lang een ratelend telefoongesprek van uitheemse origine, om vervolgens te mogen overstappen op buslijn 80 richting Roeselare. Zoals gevraagd stopte de buschauffeur bij bushalte Rijsseleinde en liet ons gedesoriënteerd achter.
Wat in mijn gids en thuis op Google satelite zo simpel leek zag er ter plekke anders uit. Met een interpretatie van de omgeving die honderdtachtig graden is gedraaid wil je alsmaar de andere kant op. Dat lossen ze in België goed op. Met een duidelijk herkenbare molen direct bij het kruispunt dwingen ze je je inwendige kompas opnieuw in te stellen. Kijk je dan nog een keer naar die molen en draai je gewoon je kaart dan begint de wereld weer te kloppen. Never a dull moment in Belgium.

Groenteteelt in de volle grond
Zowel Frank als ik zijn niet opgegroeid met een volkstuin. We zijn wel veel te velde geweest maar onze kennis van de groeiwijze van groente reikt niet verder dan de eindversie in de supermarktschappen. De eerste vijf kilometer waren nog enigszins enerverend, omdat het leek of we door een groentefabriek liepen. Gaandeweg namen wij de verschillende groeistadia van broccoli en bloemkool in ons op, negeerden eenvoudige aardappelvelden en braken ons het hoofd over akkers met een gewas dat wij voorlopig als maggiplant determineerden. 



Nagestaard door een dikbilstier verlieten wij groentebewust dit deel van de wandeling. Trouwens alle koeien in deze streek zijn hier van de dikbilsoort. Een soort die blijkbaar voortdurend aan krachttraining doet en met enorm geprononceerde spierbundels door de wei beweegt. Geen gram vet bederft de gladde huid. Voor onze gezondheid is het niet te hopen dat ze hiervoor voedingssupplementen gebruiken.
Lopen met Heiligen
We trokken ten zuiden van Tielt door het gebied Marialoopkouter. Een  toepasselijke naam. Om de vereringstraditie in dit katholieke land nog aanschouwelijker te maken struikelden wij verschillende malen over de Sint-Amandstraat. 
Sint Amandus, want zo heet hij formeel, staat hier in hoog aanzien. Hij is beschermheilige van Vlaanderen. En dan heb je recht op een straat van minstens zes kilometer. Die Sint Amandus bekeerde in de zevende eeuw eerst de bewoners van Gent, waarna hij zijn werkzaamheden uitbreidde over heel Vlaanderen. Hij missioneerde vooral langs de oevers van de Schelde. Daar stichtte hij een aantal kerken en kloosters, die later zouden uitgroeien tot de Sint-Pietersabdij en de Sint-Baafsabdij in Gent, lees ik in Wikipedia. Al deze kennis droegen wij kilometers met ons mee om halverwege deze straat, bovenwinds van de enorme Latexco matrassenfabriek, in het gras deze heilige op onze wijze te gedenken.
Poelberg
Het hoogtepunt van deze dag werd gevormd door de Poelberg. Wel even vijfenveertig meter hoog, met op de Bergstraat enkele meters een stijgingspercentage van tien procent! Net als in Nederland wordt een oprisping in het land ook hier als berg aangeduid. De glooiende flanken van deze berg zijn gelukkig zo open dat je ver om je heen kunt kijken. 

Zo'n baken in dit vlakke land moet hier als bijna vanzelfsprekend ook worden benut om een heilige te loven. Bovenop een berg ligt een Lourdesgrot met een kruisweg dan voor de hand. De nonnen van het naastgelegen voormalige klooster zullen hier zeker aan hebben bijgedragen.

Over de afgeplatte kam van de Poelberg liepen we ruim zeshonderd meter om bij de markante Poelbergmolen af te dalen en de route te verlaten op weg naar de Mankemerrie, onze B&B voor vannacht. Deze B&B is niet naar een bedrijfsongeval genoemd, maar naar een herberg, die hier eeuwen geleden in de buurt stond. Zo hoorden wij later van de seniore eigenaar meneer Hugo.
Toen wij aankwamen was hij in het nabijgelegen weiland nog druk met het op een rij harken van het gemaaide gras dat uit de hoeken van het land te voorschijn kwam. Later die middag zou de loonwerker komen om balen te persen. Je hoort veel bij een heerlijk koud welkomstbier op het terras in front van de schitterende langwerpige woonkamer van de Mankemerrie
De familie heeft van een oude boerderij en een oude schuur  prachtige woningen gemaakt. Complimenten. Dat moet een hele klus zijn geweest. Hugo weet nog precies waar de paarden stonden en waar de varkens voor hun komst rondknorden.
de volgende ochtend bij het ontbijt
Omdat de leeftijd zich niet laat tegenhouden gaan hij en zijn vrouw Christine verhuizen naar een kleine stad in de buurt waar de 'faciliteiten' dichterbij liggen. Dat verhuizen leidt tot gemengde gevoelens. Ik heb er beeld bij. Als je zoiets moois hebt opgebouwd in de weldadige rust van het Vlaamse land en een deel van je levensgeschiedenis daar ligt, dan kan verhuizen rationeel wel kloppen, maar gevoelsmatig roept het zichtbare aarzeling op. Het goede nieuws is dat ze de Mankemerrie aanhouden. Dus wandelaars en fietsers zijn ook in de toekomst welkom (http://www.mankemerrie.be/).
Tielt
Wij vonden het niet erg dat er bij de Mankemerrie geen diner werd geserveerd. Na afloop van een wandeldag is het altijd interessant om de nabijgelegen stad te verkennen. Het kwam nu goed uit dat we nog niet zo veel hadden gelopen. Drie kwartier later en drie kilometer verder sloten wij deze agrarische dag op de markt in de schaduw van het Belfort van Tielt af met een prima diner op het terras van bistro Botermarkt. Het Belgische bier met lokale sliptong en dikbilsteak drongen de alarmerende weerberichten voor morgen ruimschoots naar de achtergrond. Morgen zien we wel hoe we zonder regenjas tussen de voorspelde onweersbuien gaan laveren. Eerst nog wat dorst opheffen. Heerlijk gaat dat hier in België.
het Belfort van Tielt

Elk jaar maken we enkele wandelingen over dit mooie pad. De dagberichten staan in een totaalverslag: GR 128 Vlaanderenroute.

zondag 9 juni 2019

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen van Drongen via Gent naar Destelbergen

Drongen - Gent - Destselbergen
1 juni 2019
16,5 km
St Baafsplein met de Belforttoren van Gent

Gewoon Gent

Gewoon prachtig Gent
Gewoon, wanneer is iets gewoon? Is Gent gewoon? Alledaags, eenvoudig of gemiddeld is het zeker niet. Nee, de oude binnenstad is schitterend. En toch was er geen cultuurschok. Er was niet meer die overweldigende indruk van de eerste keer toen ik de drie torens van de Sint-Niklaaskerk, Het Belfort en de Sint Baafskerk in het verlengde van elkaar zag. Frank en ik waren er beiden al een keer met Linda en Judith geweest. We hadden ons al eerder verschillende dagen aan de middeleeuwse gebouwen, straten en stegen gelaafd. Die eerste vergaping was er helaas niet meer. Maar genoten hebben we opnieuw, al wandelend en kijkend naar enkele van de beeldbepalende gebouwen. En er was zeker ook een nieuw stuk stad om te leren kennen, het Groot Begijnhof.
het begijnhof is inderdaad groot
Vertrek
Bij het ontwaken ontdekten we dat er vele uren educatie door onze vingers was geglipt. IJdel hadden wij ons afgewend van de zingevingsbronnen op het nachtkastje. Naast de Koran en de Bijbel hadden we ons nog meer kunnen verdiepen in de krijgswetenschappen met Vom Kriege van Von Clausewitz of naslag kunnen plegen in de Rechten van de Mens. Alles onaangeroerd, een gemiste kans.
De éducation permanente, het levenslang leren, had het afgelegd tegen levenslang lopen. Heerlijk. Tijdens het overvloedige ontbijt werden we er niet over terecht gewezen, maar ging het gesprek met de eigenaresse van de B&B over het concert met haar kleinkind en de evaluatie van de prima opvang door Erna. Goed dat ik gisteren niet naar de raad van Erna had geluisterd om nog meer te bestellen. Wandelen is niet om aan te komen, maar om te genieten. Ondanks de naam van de B&B lieten wij om kwart over acht het bord van de B&B in spiegelschrift achter ons. We gingen daarmee de goede kant op. 
Waterlopen
Gent is omgeven en doorsneden door water. Meer dan je zou denken. Ten oosten de Schelde, er dwars doorheen de Leie en er omheen loopt er zelfs De Ringvaart. Ten noorden de zeehavens, waarbij de zee er bij gedacht moet worden. Hoewel, de afstand naar de Westerschelde bij Terneuzen is net zover als van Rotterdam naar de Noordzee, dus oké, 'Gent Zeehaven'.
de zogenaamde Baerput in de Oude Leie
Opnieuw zou een groot deel van de dag langs de Leie gaan. Aanvankelijk nog langs prachtige villa's aan de overkant, met gemillimeterde gazons waar grasmaairobots eindeloos op zoek zijn naar de laatste oprisping. Ter hoogte van het dorp Afsnee sneden wij af via de Oude Leie om een kilometer later met behulp van een spoorbrug De Ringvaart te overbruggen en daarmee echt de buitenwijken van Gent te bereiken. Spoorbruggen en taluds zijn blijkbaar zo mensonvriendelijk dat wilde bloemen daar ongestoord hun schoonheid durven uitstralen. Prachtig op zo'n onvermoede plek.




Sportstad Gent
Eenmaal weer terug bij de Leie pauzeerden wij ter hoogte van sport en recreatiecentrum Blaarmeersen, een immens sportcomplex met niet alleen voetbal- en rugbyvelden. Ik lees dat je er ook atletiek kunt bedrijven, tennis en squash, er is een hoogteparcours tussen de bomen en voor eenvoudige teambuilding is er een laagteparcours. Er is zelfs een kilometerslange watersportbaan en je kunt er kajak- en kanotochten op de Gentse binnenwateren starten. Van dat alles hadden wij geen last omdat wij net buiten de omringende bosschages rustig herstelden op een bank. Oh ja, er zijn ook verschillende trimpistes voor de joggers. En die zijn er heel veel en komen van alle kanten, er is geen boom waarachter je even rustig kunt plassen. Sportieve mensen daar in Gent.
zelfs de beelden in Gent zitten met een telefoon aan hun hoofd (bij de Slachthuisbrug)
Doofstommentaal
De Leie loodste ons al kronkelend dieper de stad in. Net voor de Ajuinlei moesten wij luidruchtig in actie komen om een studente te waarschuwen die in de bocht haar fietstas verloor. Maar hoe doe je dat tegenwoordig als ze met oordoppen diep in hun hoofd geplugd door het verkeer zombiën? Wij schreeuwden en klapten in onze handen. Kansloos. Je ziet haar stug doorrijden en in gedachte al aan het eind van de rit verbouwereerd en triest haar verlies constateren. 
De rest van de omgeving schonk ons wel alle aandacht. Op het terras van Café René keek iedereen naar die druktemakers midden op straat. Alle ogen waren op ons gericht. Eersterangs zitplaatsen voor een klein drama. Hoe zou het aflopen? Zou het die twee gasten lukken? Wat zouden ze doen met die tas?
Gelukkig hadden we zo hard geroepen en opvallend gezwaaid dat oplettende mensen vijftig meter verder ter hoogte van het Justitiepaleis haar met gebaren konden stoppen. Dat is ook de enige taal die nog werkt, gebaren, als bij een dove. Doof wordt je ook van al die oorpluggen met de volumeknop op vliesbeschadiging. Misschien worden ze ook wel een beetje op zijn Duits 'doof'?
Ze keerde gelukkig om en kwam met een dankbare glimlach haar tas halen. Ja en dan ga je al deze overdenkingen natuurlijk niet met haar doornemen. Nee, zo stoer en opvoedkundig zijn we nou ook weer niet. Je bent al lang blij dat je met een gerust hart en een goed gevoel verder kunt. Snel verder naar het centrum van Gent.
Pand van de Universiteit van Gent
Sint-Michielsbrug
Sint Michielsbrug
Middeleeuws Gent
De oude muur van het 'Pand' van de Universiteit van Gent kanaliseert ons naar de overkant van de Leie waar we bij de Sint-Michielskerk onder de gelijknamige brug door wandelen en de Graslei bereiken. Met een 360-gradenmoment tonen zich de Korenlei, de kade aan de overkant, de kanoërs over de Leie en met een bocht naar rechts verschijnt het beeld met de brede toren van de Sint-Niklaaskerk. Even stil staan, genieten en in je opnemen. Daarna allemaal verwerken op een terras aan de Korenmarkt en luisteren naar de Vlaamse taal om je heen.
Het is dat onze rugzakken groter zijn dan de meeste zakjes om ons heen en dat wij er niet Aziatisch uitzien voor de rest passen we goed bij de toeristen en bewegen in het zelfde lage tempo mee langs de iconen. Links en rechts fotograferend trekken we langzaam voort. Een prachtige gevel rechts, de mooie toren van Het Belfort van Gent met de naastgelegen lakenhal links en dan het Sint-Baafsplein met de aantrekkelijke façade van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Na een korte verbazing als Nederlander over de naamgeving van dit theater, drentelen we verder naar de tegenover Het Belfort gelegen kerktoren van de Sint-Baafskathedraal en bereiken daarmee de oostzijde van het Sint Baafsplein. Een schitterend plein om bewonderend over voort te schuifelen. 
Sint Baafsplein met op de achtergrond Het Belfort van Gent
en rechts de Koninklijke Nederlandse Schouwburg

Maar wandelen blijft toch een activiteit met het zoeken naar een wisselende balans tussen marcheren en toeristisch rondhangen bij bezienswaardigheden. Trekpleisters passen slechts tijdelijk in een trektocht. De Sint-Baafskathedraal wordt gepasseerd, het Bisschopelijk paleis achter ons gelaten en toenemende rust leidt ons uit het drukke centrum. Via de restanten van de Sint-Baafsabdij, die ons minder uit het lood halen, bereiken we station Dampoort waar we over het spoor het oostelijk deel van de stad bereiken voor de laatste vijf kilometers van deze zonnige dag.

Groot Begijnhof
De route gaat al zigzaggend door de wijk Dampoort/Sint-Amandsberg naar het Groot Begijnhof. Met je Nederlandse idee van een begijnhof sta je hier verbaasd te kijken. Geen klein hof met dito kleine huisjes rond een plantsoen. Hier is sprake van een klein ommuurd dorp met een grote eigen kerk, een kapel en een aantal gemeenschappelijke ruimtes. Niks via een klein poortje naar binnen. De entree gaat door een ruime poort waar ook auto's naar binnen kunnen. 



Wij volgen het spoor door verschillend straatjes en inspecteren onderweg de zijstraten. De huizen zelf zijn weer met een eigen muur van de straat afgescheiden. Die begijnen leefden goed afgeschermd. 


Er zijn zelfs huizenblokken met drie verdiepingen. Waarschijnlijk voor getrainde begijnen. Dit Groot Begijnhof werd gebouwd omdat de begijnen elders in de stad moesten wijken voor stadsuitbreiding. Na slechts twee jaar werd het in 1874 opgeleverd. De vorige eeuw werden begijnen blijkbaar een uitstervende mensensoort. In 2003 stierf de laatste. Wij konden de diverse geparkeerde auto's ook al niet zo goed combineren met ons beeld van een begijn. Tien minuten later verlaten we de hof via de andere poort. 
Kastelen bij Destelbergen
De wijken krijgen meer het karakter van buitenwijken. De grens van Gent komt in zicht. Net als bij binnenkomst is er plaats voor een sporttempel. Dit keer een groot, zeker honderdvijftig meter lang, zwembadencomplex met naast een olympisch bad allerlei ontspannings- en wellnessbaden. Indrukwekkend. Wij zweten verder, liggen nog wat op een zeiltje in de schaduw van een boom op een klein plantsoen en trekken voort. 
Destelbergen, het eindpunt komt naderbij. Destelbergen is omgeven door een tros kastelen. Op twee vierkante kilometer op mijn kaart tel ik er al zeven. Een soort kastelenwijk voor de rijken en machtigen van weleer. Ook toen, net als nu goed afgeschermd van de opdringerige buitenwereld. Vooral hekken en hagen zagen we.
Net buiten het terrein van kasteel Succa is een plek ingericht voor een buitenmis met achter het altaar de verschillende staties van de kruisweg waarmee de lijdensweg van Christus wordt uitgebeeld. Het schijnt een bedevaartplaats te zijn. Te zien aan de versieringen is er nog kort geleden een bijeenkomst geweest. Ik neem nog even plaats achter het altaar en spreek Frank moed in voor de laatste kilometer van onze eigen vaart. Het werkt. In stilte verlaten we de gewijde plaats en gelouterd bereiken we Destelbergen. 

Elk jaar maken we enkele wandelingen over dit mooie pad. De dagberichten staan in een totaalverslag: GR 128 Vlaanderenroute.