Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

woensdag 14 juli 2021

Trektocht 2021: Voortzetting Alpe Adria Trail

Alpe Adria Trail Deel 2
Vragen met trage antwoorden

In november ga ik weer kijken naar de voortzetting van volgend jaar. Welke etappes? welk eindpunt? En hoe ik naar de start kom? Ga ik mijn voucher gebruiken of opnieuw met de auto? Misschien wel zonder tent net als op de Tiroler Höhenweg in 2018?

Met bovenstaande vragen en voornemens sloot ik vorig jaar het laatste blog af over mijn eerste deel van de trektocht over de Alpe Adria Trail. De vragen waren sneller bedacht dan de antwoorden gevonden. Waar het startpunt ligt van mijn jaarlijkse trektocht door de bergen is dit jaar nog simpel te beantwoorden; gewoon waar ik vorig jaar ben gestopt. Dus Döbriach in Karinthië, Oostenrijk.
Waar wil ik dit jaar uitkomen?
Het is Tolmin in Slovenië geworden. Dan hou ik voldoende Trail over om volgend jaar ook nog flink te wandelen. Het moet de moeite waard blijven om de reis te maken. Dit jaar iets van rond de 245 bergkilometers en voor volgend jaar blijft er dan ongeveer 220 km over. Daarnaast ligt Tolmin niet te ver van een treinstation.
Hoe kom ik naar de start in Döbriach?
Die vraag heb ik dit jaar pas laat beantwoord. Eerst lang gewacht hoe de coronamaatregelen zich zouden ontwikkelen. Als die nog streng zouden zijn dan lag de auto meer voor de hand. Maar dat geeft weer een parkeerpuzzel op het vertrekpunt. Ook heb ik een treinrit overwogen. De heenrit leek eenvoudig totdat ik de NS belde. Of er was een computerstoring waardoor ze geen vrije plaatsten konden vinden in de nachttrein of alles was al uitverkocht; ze wisten het niet zeker. Dat was voor mij al voldoende onduidelijk om daar vanaf te zien. Op de bonnefooi met de trein lijkt mij ook een uitdaging. Ik zag mij 's nachts al ergens afniften op een Duits of Oostenrijks station.
Waarom niet alsnog met het vliegtuig? In eerste instantie was ik eerder dit jaar bij een poging om mijn voucher van TIX in te zetten zwaar teleurgesteld. Daarbij liep ik tegen een muur van onwil en ongeïnteresseerdheid. Niet dat je met een mens spreekt, maar de automatische computerberichten zijn zo ingesteld dat je geen centimeter verder komt. Wel met het zekere resultaat dat je jouw vouchercode niet kunt verzilveren. Dat ik niet de enige ben bleek uit de vele verwensingen aan het adres van  deze onbetrouwbare website voor vliegtickets.
Rechtstreeks informeren op de website van Austrian Airlines werkte veel beter. Dus dit jaar is de keuze weer gevallen op vliegen. De resterende uitdaging die zowel voor de reis per auto, trein als het vliegtuig speelt is de terugkeer aan het eind van de wandeling van Slovenië naar Oostenrijk. Met de keuze voor de vliegreis wordt dat de terugkeer naar vliegveld Klagenfurt. 

Achteraf had ik beter voor een terugkeer vanuit Slovenië vanaf Ljubljana Airport kunnen kiezen. Op basis van mijn huidige informatie over het openbaar vervoer tussen Slovenië en Oostenrijk gaat de reis van van Tolmin naar Klagenfurt minstens een dag kosten. Maar vaak neemt de informatiedichtheid en betrouwbaarheid toe naarmate je dichterbij de eindbestemming komt. Dus al wandelend en rondvragend zal zich een oplossing ontvouwen. De optie terugliften is ook mogelijk maar in coronatijden zeker niet betrouwbaar. Terugwandelen valt gelukkig door tijdgebrek af.
vorig jaar ging ik net twee dagen eerder weg uit Döbriach
kijken wat ik nu moet doen om dit te missen
Nieuwe vergezichten
Leuker is het vooruitzicht van de bergruggen en bergweides die beklommen mogen worden. De meren waarlangs ik ga trekken en de altijd weer verrassende plekken om te overnachten. En natuurlijk de onverwachte ontmoetingen met vooral medewandelaars. We gaan het weer meemaken. Dacht ik tot twee weken geleden.
Begin juni zag het er goed uit toen ik mijn vliegticket boekte, maar corona slaat al knuffelend weer flink om zich heen. De komende dagen afwachten of ik volgende week überhaupt nog wel naar Oostenrijk mag. Hopelijk kan ik in september vertellen wat ik al wandelend gezien en beleefd heb. Tot dan.


De dagberichten zijn aaneengeregen in totaalverslagen:

(van de Grossglockner naar Döbriach)
(van Döbriach naar Bovec Slovenie)

Mijn ervaringen en tips zijn beschreven in een aparte review

donderdag 8 juli 2021

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen van Zonnebeke via Bellewaerde naar De Palingbeek

 Zonnebeke - Bellewaerde- Palingbeek
30 juni 2021
20 km

Great War Walk

Kaarttekens in het echt
Al een maand geleden zie ik bij de kaartstudie dat we veel oorlogsbegraafplaatsen tegen zullen komen. Op Google maps lees ik de namen van de begraafplaatsen die hier overal verspreid tussen de akkers en in de bossen zijn ingericht. De kleinere zijn steevast verbonden aan een Engels of Schots regiment dat ter plekke of in de directe omgeving grote verliezen leed. Binnen de muren van de grotere kerkhoven zijn graven bijeengebracht van gesneuvelde militairen uit de hele Commonwealth, dus ook vanuit landen als Australië, Canada en Nieuw-Zeeland. De laatste rustplaats voor hen die ver van huis voor ons in Europa vielen.
Buttes New British Cemetery
Van begraafplaats naar begraafplaats gaat het vandaag, tussendoor afgewisseld met andere gedenktekens van The Great War, de Eerste Wereldoorlog. Polygon Wood Cemetery (107 graven), Buttes New British Cemetery (er worden 2.108 doden herdacht, waarvan meer dan 1.600 niet geïdentificeerd), Hooge Crater Cemetery (5.923 doden waarvan er 3.578 niet geïdentificeerd), Sanctuary Wood Cemetery (1.990 doden), First Duke of Cornwall's Light Infantry Cemetery The Bluff (76 doden) (Bron: Wikipedia). En dan te bedenken dat de Vlaanderenroute slechts een paar van de militaire kerkhoven passeert.

Volg de vrouwenstem
Ook vandaag beproeven wij ons parkeergeluk bij golfbaan De Palingbeek. Aansluitend start de fietstocht naar het beginpunt van de wandeling. De thuis al op Google maps ingestelde route moet ons naar Zonnebeke leiden. Gisteren onderweg naar Kemmel deed ik dat nog met mijn mobiel in de hand, omdat ik anders de aanwijzingen niet kon horen.
Na een nacht slapen is het me gelukt de dame van Google harder te laten praten. Zelfs vanuit mijn binnenzak doet ze dat nu zo voortvarend dat ook Frank geen verdere aanwijzingen nodig heeft. Over
enkele colletjes van de zesde categorie leidt ze ons zonder problemen naar het centrum van Zonnebeke. We stallen onze fietsen vlakbij het Kasteeldomein op het parkeerterrein van slagerij Vandeputte. Dan staan ze niet zo alleen. Het Kasteeldomein is voor ons het wandelstartpunt van deze dag.
Kasteeldomein Zonnebeke
We steken de weg over en betreden het ruime park van  het zogenaamde Kasteeldomein Zonnebeke. Ik ben op zoek naar het kleine meer dat op mijn kaart staat afgedrukt als een tuinier ons naar de vijvers doorverwijst. Het zijn inderdaad vijvers, maar wel met de afmeting van kleine meertjes met mooie doorkijkjes. Het park is ruim opgezet en uitstekend om ontspannen aan de wandeling te beginnen. 
Het verwachte kasteel blijkt een groot landhuis te zijn met bijgebouwen in dezelfde stijl. Dat kasteel heeft er wel gestaan, maar ik was even vergeten dat heel Zonnebeke in WO I met de grond gelijk werd gebombardeerd. Op internet lees ik dat de kasteelheer het na de oorlog als een 'Normandische villa' heeft herbouwd. Het ziet er schitterend uit.
Tegenwoordig huisvest het kasteel het 'Memorial Museum Passchendaele 1917' met een verzameling uniformen, artillerie en voorwerpen uit WO I, tot zelfs levensgrote loopgraven aan toe. De bijgebouwen van weleer worden nu onder andere gebruikt voor een bibliotheek en een restaurant. Naast het oorspronkelijke park is er nu een kleine speeltuin en de uitbreiding met de nieuwe Passchendaele Memorial Gardens. Ik lees dat in het park acht herinneringstuinen zijn aangelegd in de symbolische vorm van een klaproos. Deze tuinen zijn door de verschillende naties die deelnamen aan de Slag bij Passendale, ingevuld met een ontwerp dat moderne kunst, poëzie en symbolische vegetatie uit dat land combineert. Het ziet er nu rustgevend en vredig uit. Houden zo.
Polygoonbos
Over een andere route dan in mijn oude gids uit 2014 bereiken we het Polygoonbos. Polygoon, veelhoekig, is dit bos inderdaad. Het wordt ook wel Doelbos genoemd omdat het al in de 19e eeuw als militair oefenterrein met een schietbaan werd gebruikt. En zoals dat gebruikelijk is heeft een schietbaan achter de doelen een kogelvanger in de vorm van een kleine heuvel. Wellicht onder Franse invloed ook wel 'butte' genoemd.
Na een kort moment bij het kleine Polygoon Wood Cemetery net buiten het bos worden we aangetrokken door een gedenkteken op een hoge wal in het bos. Als we boven zijn kijken we uit over een imponerend veld vol graven: Buttes New British Cemetery.
Later lees ik dat we op de plek van de oorspronkelijke kogelvanger stonden. Er letterlijk bovenop. Het gedenkteken eert Australiërs van de 5e Divisie. Er staat achter op het veld ook een bouwwerk in de vorm van een Griekse tempel, een Missing Memorial, voor 378 vermiste Nieuw-Zeelanders. Dat hier graven liggen van soldaten uit het hele gemenebest verbaast niet als je de geschiedenis leest:

Het bos werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Het bos had een strategische ligging op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug en lag aan het front van de Ieperboog. Bij de Eerste Slag om Ieper werden eind oktober 1914 alle Duitsers door het Britse leger uit het bos verdreven. Op 3 mei 1915 gaven de Britten het bos weer uit handen tijdens de Tweede Slag om Ieper. Pas in september 1917 tijdens de Derde Slag om Ieper heroverden Australische troepen het bos weer in de slag om het Polygonebos. Tijdens het Duitse lente-offensief in 1918 werd het bos weer uit handen gegeven, maar op 28 september 1918 werd het definitief veroverd door de 9e Schotse Divisie. In het bos zijn nog sporen van de oorlog te vinden, zoals resten van bunkers. In het bos liggen twee Britse militaire begraafplaatsen. Na de oorlog werd de munitie geruimd, werden de verbrande bomen gerooid en verschillende militaire restanten gesloopt. In de jaren 20 werd het gebied herbebost. Ook in de Tweede Wereldoorlog fungeerde het als militair oefenterrein en opnieuw moest men na de oorlog herbebossen. Bron Wikipedia.
THEIR NAME LIVETH
FOR EVER MORE
Voordat we het veld aan de achterzijde verlaten lopen we tussen rijen graven door. Alle wapens en dienstvakken, rangen en standen, militairen van allerlei regimenten liggen naast elkaar. De dood heeft de verschillen weggevaagd.

Black Watch Corner
We lopen over de het lange middenpad van het bos en zien hier en daar verwijzingen naar bunkers. We laten ze voor wat ze zijn. Even genoeg. Kennelijk is dat hier niet mogelijk. Blijkbaar is op elke plek gevochten. Als we na een kilometer het bos verlaten stuiten we op een meters hoog standbeeld van een Schotse soldaat, zijn lange geweer met enorme bajonet gereed om de vijand op te vangen.
Dit standbeeld van een soldaat van het Bataljon Black Watch, werd in mei 2014 onthuld. Het staat aan de zuidwestelijke rand van het Polygoonbos, vrijwel op dezelfde plaats die de geschiedenis inging als de "Black Watch Corner” toen op 10/11 november 1914 een Duitse opmars tot staan werd gebracht. Het monument vormt een permanent eerbetoon aan de standvastigheid van het legendarische Black Watch Regiment en eert de bijna 9.000 omgekomen officieren en soldaten en de meer dan 20.000 gewonden. (Bron Wikepedia).
Wolken trekken samen
Direct aan de andere kant van de autosnelweg A19 staat een horeca-teken op mijn kaart. Laten we daar eerst maar eens de indrukken verwerken. Als we er arriveren stuiten we op bordjes 'Te Koop'. En dat gaat niet over koffie of thee. Doorlopen maar naar het volgende horeca-teken, driehonderd meter verder. Daar zien we gelukkig mensen lopen. "Bent u geopend?", "Ja, vanaf vanavond halfzes". Begrijpend knikken en doorlopen.

Om de spanning er verder in te houden wijken de wit-rode markeringstickers af van de route in mijn gids. Welke route is de juiste? Niet eigenwijs zijn en de huidige markeringen maar volgen. De omleiding lijkt begrijpelijk, omdat we overal bordjes zien met 'privé terrein'. Maar hoe ver gaat deze nieuwe route afwijken van de oude? De kerk van Zonnebeke komt weer in zicht, de afstand verkleint zich zelfs. Zijn we wel goed bezig?

Na achthonderd meter mogen we wijde akkers door steken en lopen we gelukkig weer van Zonnebeke weg. Tot zover klopt het. Daarna laten de stickers ons juist weer de afstand tot de oude route in mijn gids vergroten. Wij gaan vandaag meer lopen dan de verwachte achttien kilometer. Dat is zeker. Sterker, we moeten de markeringen ontzettend goed gaan volgen, want we lopen op een straat, de Grote Molenstraat, en die staat al niet meer op mijn kaart.
Liverpool Scottish Memorial Stone
Bellewaerde ridge
De Molenstraat is niet alleen groot, maar ook lang. Maar de markeringen verzaken niet. Op elk keuzemoment staan ze paraat. Verder en verder dwalen we af. Het begint te motregenen. Regenjassen aan. Net op tijd. De regen ontgroeit haar aarzelende vorm en gaat zich horizontaal in vlagen met ons meeverplaatsen. Het blijken gelukkig buien, die door de harde wind snel voorbijtrekken.

Twee kilometer verder verlaten we het asfalt en gaan over onverharde paden eindelijk een richting in die ons aanspreekt. De mogelijke reden van de nieuwe route dient zich aan in de vorm van een tweetal gedenktekens. Deze etappe is een echte Great War Walk. Het eerste herdenkingskruis, Cross of Sacrifice, voor The Royal Engineers Grave at Railway Wood wordt bewaakt door twee halsstarrige koeien, die wij hun territorium gunnen.  Bij het tweede gedenkteken honderd meter verder nemen we eindelijk een eerste pauze. Zo zitten we tussen de regenvlagen net even droog op een bankje bij Liverpool Scottish Memorial Stone en lezen:
'DE LIVERPOOL SCOTTISH BELLEWAARDE'; 
'16 juni 1915'; 'Vanaf een positie 250 m. ten westen van dit punt vielen 23 officieren en 519 mannen van het 1ste / 10de (Schotse) bataljon van het King's (Liverpool) Regiment, van het territoriale leger, de Duitse stellingen op de helling van Bellewaarde aan. 4 officieren en 75 mannen werden gedood, 11 officieren en 201 mannen werden gewond en 6 officieren en 103 mannen als vermist opgegeven. Van de vermisten bleken nadien alle officieren, en op enkele uitzonderingen na, ook alle mannen te zijn gesneuveld.'; 'Ter nagedachtenis van allen die in de Liverpool Scottish dienden en stierven in dienst van hun land.'

De heuvelrug waarop deze gedenktekens staan werd door de Britten Bellewaerde Ridge genoemd lees ik op Wikipedia. Het was door het strategisch belang bijna de hele oorlog lang toneel van hevige gevechten. Tot juni 1915 zou de heuvel nog enkele malen van kamp wisselen, waarna de frontlijn tot aan de Derde Slag om Ieper (1917) praktisch onveranderd bleef. Beide partijen groeven zich in en de gevechten werden vanaf dan vooral ondergronds gevoerd door het graven van tunnels om ondergrondse mijnen onder de stelling van de vijand te plaatsen.
terugblik op Bellewaerde Ridge
met tegenwoordig de hoge attractie van 'Themapark' Bellewaarde
Langs de bosrand lopen we verder en zien de restanten van loopgraven en kleine plassen met water die het resultaat van granaatinslagen moeten zijn. Naast Wikipedia zijn er tegenwoordig nog meer dingen anders dan ruim honderd jaar geleden. Een paar honderd meter verder lopen we langs het hek van wat op Google maps een themapark wordt genoemd, maar niet onderdoet voor een attractie- of een pretpark in Nederland. Ik zie een achtbaan door de bomen heen en heel dominant middenin boven alles uitstekend zo'n hoge mast waarlangs je jezelf in stoeltjes naar beneden kunt laten storten 'The screaming Eagle'. Zo zijn er blijkbaar dertig attracties; 'Gillen van plezier' staat er op de website. Wij lopen nog een paar honderd meter door en bosten op Hooge Crater Cemetery: bijna 6000 graven.
Terugblik op Hoog Crater Cemetery
Terugblik richting Hooge Crater Cemetery
Hill 60
Op een terras naast het WO-I museum Hooge Crater kunnen we onder het genot van een cappuccino een verse regenbui ontwijken. De route gaat verder langs de begraafplaats aan de overkant van de weg. Ingeklemd tussen aardappelvelden bereiken we de andere kant van dit stellingengebied. Dus volgt er onvermijdelijk de ene militaire dodenakker na het andere gedenken; Sanctuary Wood Cemetery, Hill 62 (Sanctuary Wood) Canadian Memorial. Indrukwekkend, maar we lopen door.
Sanctuary Wood Cemetery
Langzaam maar zeker komt het nieuwe traject van de Vlaanderenroute ook weer terug op het kaartje in mijn oude gids. Eindelijk bij het Passendaleveld vallen beiden weer samen in de zogenaamde Gasthuisbossen. Mooi wandelen over statige paden met kapitale loofbomen.
We overleven een weide met dikbil koeien en steken over naar het bosgebied en achterliggend dorp Zwarte Leen. Mooie naam, maar zal ongetwijfeld niet slaan op Tante Leen. Met zo'n gedachte moet je snel gaan rusten en de laatste boterham van je lunchpakket vermalen.
Direct nadat we het dorp achter ons laten bereiken we Hill 60.  De hoogte van Hill 60 reikt tot 60 meter boven zeeniveau. Eigenlijk is deze heuvel opgebouwd uit grond die vrijkwam bij de aanleg van de spoorlijn naar Ieper die in 1850 werd aangelegd. Om en op deze heuvel is enorm gevochten en hebben duizenden het leven gelaten. Er is nu een soort gedenkpark waar je over houten vlonders tussen restanten van loopgraven en vooral kraters een indruk kunt krijgen.
Even verderop geeft de Carter Pillar mine crater een idee van de enorme explosies met mijnen die hier in een tunneloorlog tot ontlading zijn gekomen.
De Palingbeek
Als we door de bossen van het Provinciedomein De Palingbeek aan de laatste kilometers bezig zijn hebben we onze onschuld definitief verloren en herkennen aan al de kleine 'vijvers' de enorme slachtpartij die hier moet zijn uitgevoerd. Kraters overal kraters, geen liefelijke eendenvijvers hier. In minder dan een vierkante kilometer zie ik op mijn kaart al vijf oorlogsbegraafplaatsen. We passeren er drie.
We zien ook het Oerei, de zogenaamde landartinstallatie 'ComingWorldRememberMe', van kunstenaar Koen Vanmechelen. Uit een groot ei komen allemaal kleine poppetjes. Inderdaad voldoende te herinneren hier in de Westhoek van Vlaanderen.
We trekken buiten het domein nog een kilometer dwars door de akkers en net voordat we de auto bereiken gaan alle sluizen open. Een regenbui die past als afsluiting van deze dag.


Acht jaar maakten we enkele wandelingen per jaar over dit pad. Met dit blog beëindigen we onze Vlaanderenroute. Hoewel het pad niet altijd door super natuurschoon gaat heeft de route ons wel gebracht wat we wilden: een betere indruk van België en dan vooral Belgisch Vlaanderen. Het land waar we in het verleden vaak doorheen scheurden op weg naar het zuiden of kort op bezoek kwamen voor een fietstocht in de Ardennen. Van veel Vlaamse steden had je wel gehoord, maar nu zijn we er ook geweest. Heerlijk hebben Frank en ik op jaloersmakende pleinen en terrassen gegeten. Verwonderd hebben we ons over andere bouwstijlen. Mooi om te zien hoe twee landen met formeel dezelfde taal toch hier en daar aardig verschillen en andere accenten leggen. Die andere accenten en zeker ook het andere landschap hebben ons bekoord. Voldoende reden om terug te komen. Vlaanderen bedankt.
De dagberichten staan in een totaalverslag: GR 128 Vlaanderenroute



zaterdag 3 juli 2021

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen van Kemmel door het Heuvelland naar Palingbeek

Kemmel - Wijtschate - Palingbeek
29 juni 2021
15 km
de startpaal van de Vlaanderenroute in Kemmel

Einde bij het begin

"Wat een corona-pad".  Frank gaat met zijn tijd mee. Mogelijk heb ik het verkeerd verstaan en gebruikte hij een andere aandoening om zijn eerste indrukken op de Vlaanderenroute van dit jaar kort samen te vatten. Het is sowieso al een hele overwinning voor Frank dat hij hier staat. De voorbije dagen wist hij met regelmaat aan te kondigen dat het vandaag en morgen volgens de Buienradar zou gaan regenen. Ik moest dan die verwachting weer in perspectief brengen door de verwachte regen uit te smeren over de hele dag. 
Mijn optimisme klopte gelukkig vandaag voor het Vlaamse Heuvelland. In het Nederlandse Zuid-Limburg deed de regen er juist nog een paar scheppen bovenop en is er met zware onweersbuien vandaag een recordhoeveelheid neerslag binnen 24 uur gevallen. In Maastricht viel in totaal 87,2 millimeter neerslag, waarvan 22 millimeter binnen tien minuten. Dat gebeurt eens per vijftig jaar volgens de meteorologen. Misschien heeft Frank wel last van een interne regensensor met een verkeerd ingestelde 'eigen locatie'?
Frank heeft op het startpunt direct contact met lokale fauna
Maar nu staan we toch weer getweeën in Vlaanderen. En dit keer niet zo maar ergens op de Vlaanderenroute. Met ons begin acht jaar geleden bij het eindpunt staan we nu echt bij de 'startpaal' van de Vlaanderenroute. De GR 128 liep voor ons vanaf het Duitse Aken via de Voerstreek en Belgisch Limburg, door Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen naar het West-Vlaamse Heuvelland. Na acht jaar en ruim 430 km verder kan ik vandaag eindelijk kaartje 1 van de wandelgids openslaan. Morgen lopen we nog het stuk tussen Zonnebeke en Palingbeek. Van een verlenging door het Franse deel van Vlaanderen zien wij af. Het ging ons om België, om Belgisch Vlaanderen.
Heenreis
De kwalificatie corona-pad van Frank betrof slechts de eerste honderden meters over een modderig bospad naar het gemeentehuis van Kemmel. Hij moest alle inspanningen van deze ochtend nog even verwerken. De autorit was voorspoedig verlopen en de vanaf Google maps gekozen parkeerplaats van de golfbaan bij Palingbeek bleek er echt te liggen. De sensor van de slagboom discrimineerde niet en liet ook onze voiture door. Daarna echter weken wij af van de gebruikelijke verplaatsing naar het beginpunt met bus of trein. Door de matige dekking van het openbaar vervoer in dit deel van Vlaanderen hebben wij er deze keer voor gekozen fietsen mee te nemen. Een spontane oplossing voor een moeilijke puzzel hoe naar het dorp Kemmel in Heuvelland te komen.
over een dergelijk pad waren we eerder naar Kemmel gefietst
De naam Heuvelland is hier naar Nederlandse maatstaven terecht. Voorzien van slechts zeven versnellingen moest Frank er flink tegenaan. Op een glibberig modderpad moest hij er niet alleen tegenaan, maar er ook tijdelijk vanaf. Op zijn mooie broek zitten nu moddervlekken en dat is een schok. Later vandaag toen we bij een van de vele herdenkingstekens van de de Eerste Wereldoorlog foto's van loopgraven zagen kreeg modder een andere lading.

Naar Wulvergem
Het is bijna 13.00 uur als we de startpaal achter ons laten en al na driehonderd meter stuiten op een kasteel. We schatten het bedaagde gebouw eerst in als een ouderwets sanatorium, maar stellen ons oordeel bij als de rust onderbroken wordt door een bezoeker van het gemeentehuis. Na verlaten van het dorp slingeren we wat over bospaden en langs akkers vol met jeugdige bloemkolen. Drie kilometer verder eerst maar een pauze met zicht op de weilanden langs de Renteweg. Prachtige namen hebben de straten in België.
Dreigend blijft de lucht als we doortrekken richting het laag gelegen Wulvergem. De kerktoren steekt pas op korte afstand zijn spits boven het maaiveld uit. Vanaf de omliggende hoogtes moet er in de oorlog veelvuldig overheen geschoten zijn. Dit hele gebied is één groot slagveld geweest. Zoals dat hoort als wij op dinsdag langs komen is het lokale café Bassevilles gesloten. Mentaal gehard door dit Benelux-brede verschijnsel passeren we in één doorgaande beweging de kerk en staan tweehonderd meter verder weer buiten het dorp.
Routeverlenging
Over een smal onverhard akkerpad vinden we aansluiting op de route en verbazen ons over de enorme stallen bij de boerderijen. Vrijwel geen dier te zien. Alles wordt hier blijkbaar binnen de stallen afgehandeld. Wij denken tenminste dat het stallen zijn, omdat op sommige plekken de luchtzuivering niet afdoende werkt. Sommige betonnen wanden geven een fabrieksindruk, van vleesfabrieken. Zou men hier minder last van stikstof en andere vervuiling hebben? 
De vraagtekens boven mijn hoofd worden nog groter als de weg niet meer lijkt op de route op mijn kaart. Markeringen heb we al enige tijd niet meer gezien. Misschien had ik wat minder kritisch moeten kijken naar die boerderijen. Ergens heb ik een afslag gemist. Maar waar? We worden geholpen door een toevallig passerende wielrenner. In dit lege Heuvelland stoppen ze ook en wijzen binnen drie seconden aan waar je wel zit op de kaart. Onze wandeling wordt langer vandaag, niet 14,5 maar 16 kilometer.
Pool of Peace
Vanuit een andere aanvalsrichting bereiken we de Pool of Peace. Midden in dit kale agrarische land een bosje op een hogere plek in het terrein. We volgen de markeringen dit keer nauwgezet, maar zien nergens een ingang naar de waterplas die er volgens mijn kaart middenin moet liggen. Om aan de andere kant van het bosje ijzerenheinig weer verder te lopen is onbevredigend. Dus lopen we rond het hele bos. Net voordat we de cirkel rond hebben ontdekken we de ingang. Daar zien we de eerste foto's van de oorlog in dit gebied. Beelden hoe het voorterrein hier in 1914-1918 door granaten was omgeploegd. Voor ons ligt verscholen achter een boerderij een kleine militaire begraafplaats.
Spanbroekmolenkrater
Op een informatiebord lezen we dat hier voor de oorlog al eeuwen een molen stond; de Spanbroekmolen. Molens staan van ouds her hoog en een hoogte was in de stellingenoorlog van toen een voordelige plaats voor waarneming en vuurafgifte. We leren dat in de oorlog niet alleen bovengronds maar ook ondergronds is gevochten. Naar deze plek toe groeven de Britse troepen een tunnel om ondergrondse mijnen tot ontploffing te brengen. De molen verdween in een krater van 129 meter in diameter en 27 meter diep! Geen half werk dus.
Het is er nu rustig. Je kijkt uit over een klein meertje met idyllische waterlelies. Er zijn natuurlijke banken in het talud gemaakt waarop je dit niet zichtbare geweld op je in kunt laten werken. Een contemplatief moment noemt Frank het. We eten een boterham, zien de lelies, de vissenkringen en horen de kikkers: de Spanbroekmolenkrater.
Ook aan de achterzijde van de Pool of Peace ligt een begraafplaats. Er staat een busje van de Commonwealth War Graves Commission. Het is indrukwekkend met hoeveel zorg de tuiniers van deze commissie de militaire begraafplaatsen van de gemenebeststrijdkrachten onderhouden. Prachtige bloemen omringen de vele graven, die op Britse wijze strak in het gelid staan. Zelfs de afstand van het gras tot de top van de grafsteen is vastgelegd: precies 81,3 cm lees ik op internet. Het is deze verzorgde uitstraling die iedere keer weer bijdraagt aan respect voor al deze gegeven levens.
Somer Farm Cemetery even buiten Wijtschate
Kampagnebos
In een bos ten westen van het dorp Wijtschate komen we er achter dat ook de Duitsers begonnen met graven. Via 'tegentunnels' probeerden ze de Britse aanvalstunnels te counteren lees ik in mijn gids. Wij staan bij een van de blootgelegde schachten in het Kampagnebos en zien op foto's de militaire mijnbouw van weleer.
De laatste kilometers
Wijtschate heeft zich voor onze komst volledig in het nieuw gestoken. Overal worden de straten geasfalteerd en de trottoirs keurig in cement opnieuw gelegd. Wij slingeren er wat doorheen, fotograferen het centrale plein dat nu een wat ontklede indruk maakt, verbazen ons over de veel lagere benzineprijzen bij de lokale pomp en staan weer buiten het dorp.
Onderweg naar de parkeerplaats van het golfterrein Palingbeek passeren we nog twee militaire begraafplaatsen. Ik ken nu het bijhorende teken op mijn kaart en zie dat we er morgen nog vele zullen tegenkomen. Eerst maar eens kijken of de parkeerplaats nog geopend is en dan ons hotel opzoeken. Terugkeren naar het heden. Vanavond is er EK-voetbal. Ook een gekte, maar wel aangenamer.

Acht jaar maakten we enkele wandelingen per jaar over dit pad. De dagberichten staan in een totaalverslag: GR 128 Vlaanderenroute