Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

Verslag Hermannshöhen Duitsland 2019-2023

Aufwärmen

Maandag 13 mei 2019
16 kilometer van Rheine naar Bevergern
Möhren
"Hè, Hè, ik lig".
Het is pas halfacht en we liggen met kleren aan op bed. We hebben ons net dik gegeten aan een bord Möhren-suppe, worteltjessoep, zeebaars met groente en veel te veel tiramisu. 

Dat is het mooie van een tweedaagse wandeling. Na aankomst hoef je niks meer. Eerst lekker douchen en dan ongezond te veel eten in de gemoedsrust dat je genoeg calorieën hebt verbrand. Het knagende gevoel dat het niet klopt na een start in Rheine met een stuk echte Duitse taart is snel terzijde geschoven. En anders lopen we het er morgen wel af. Dan klopt alles weer.
We in het Teutoburger Wald op de Hermannshöhen
We zijn deze keer Judith en ik. Het is al weer enige tijd geleden dat we samen een wandeltocht maakten. Voor Judith met minder training hebben we gekozen voor een rustige start: vandaag zestien kilometer en morgen als er ook wat geklommen wordt iets meer dan twaalf.
Aan de Hermannshöhen zijn we begonnen. Een aaneenschakeling van de zogenaamde Hermannsweg (ongeveer 156 km) en de Eggeweg (ongeveer 70 km). Van Rheine, 42 km ten oosten van Oldenzaal, naar Marsberg in het Sauerland. Samen in de ene beschrijving 226 km en in een andere weer net zo makkelijk 220 km. 
Vele keren als we in het verleden naar onze toenmalige woonplaats op de Lüneburger Heide reden gleed deze heuvelrug tussen Rheine en Osnabrück aan ons voorbij. Hoe zou het er in die bossen uitzien? Nog eerder in de zeventiger en tachtiger jaren had ik kennis mogen maken met dit gebied op de militaire oefenterreinen tussen Detmold en Padeborn. Toen nog onder Britse controle. Zelfs met het Hermannsdenkmal had ik al oog in oog gestaan.
Hermansdenkmal (foto van wikipedia)
Volgens de Romeinen heette hij Arminius, maar een beetje Germaan noemt zich thuis Hermann. Ter ere van zijn overwinning op de Romeinen in de Varusslag in 9 na Christus en naar aanleiding van de overwinning op Napoleon in de slag bij Leipzig (1813) werd eeuwen later in 1875 dit enorme standbeeld van 53 meter hoog onthuld. Dat de Varusslag helemaal niet in het Teutoburgerwald, maar ruim ten noorden van Osnabrück bij Bramsche-Kalkriese heeft plaats gevonden en dat Hermann pas achttien eeuwen later werd herdacht vinden wij niet erg. We verheugen ons op het weerzien. Waar we zeker naar uitkijken zijn de beloofde dorpjes en stadjes met de typische vakwerkhuizen. Altijd weer mooi om te bewonderen en de Duitse sfeer te proeven. 
Oude centrum van Bevergern op dag twee
Net op de dag van onze start besteedde ook de ANWB buitensportwebsite Op Pad aandacht aan dit wandelpad. Verder is er veel informatie te putten uit de officiële Hermannshöhenwebsite. Ze zijn er trots op dat het pad de kwalificatie van 'Top trail of Germany' heeft. De keuze voor deze Engelse omschrijving zal wel door een marketingbureau zijn bedacht. Voor de rest is de site gewoon in het Duits en willen ze het ook voor je in het Nederlands uitleggen. Op onze eerste twee dagen waren we vijfentwintig minuten rijden over de grens bij Oldenzaal helemaal op vakantie in het buitenland. Prima. Laat maar komen deze Hermannshöhen.
Startpunt Rheine
Voor vertrek van thuis moesten er ineens eerst pakketten van Petra Prins Patchwork and Quilting  op de post worden gedaan. Dat zat niet in het tijdschema, maar dat bedrijf gaat hier in het weekend gewoon door. Vooruit dan maar. Bij iets wat je er onvoorzien tussen plant, gaat meer anders dan gedacht. De winkeldeur van de Bruna ging niet open. Hij bleef steken achter een losgetrilde moer. Na minuten trekken en converseren door een ruit ging Judith over op geweld. Ram, ram, en de deur sloeg open. Gelukkig had ik voldoende reservetijd in gepland om de 1-keer-per-uur-bus in Bevergern, onze overnachtingslocatie, te halen. Van daaruit was het twintig minuten naar Bahnhof Rheine. Het startpunt van de Hermannshöhen ligt daar net aan de overkant van de weg.
Binnen een paar honderd meter bracht de route ons op de Marktplatz bij de katholieke St. Dionysiuskerk. Veel in dit Münsterland heeft raakvlakken met het katholieke geloof. Daar hebben de bisschoppen van Münster in het verleden met kracht aan gewerkt. De bijnaam Bommen Berend zal Bisschop Bernhard von Galen in ons rampjaar 1672 niet gekregen hebben voor zijn mooi gregoriaans gezang.
Het is halftwaalf. Voor ons hoogste tijd voor koffie in een Konditorei. Je kijkt je ogen uit en moet je zelf inhouden anders kom je niet meer weg bij Lohner Landbäcker. 
Langs de Ems
Voor alles is er een heilige. Eerst over de Dionysiusbrücke lopen we al fotograferend naar de noordelijke oever van het riviertje de Ems om honderdvijftig meter verder over de Nepomukbrücke terug te flaneren naar de zuidkant. Beide bruggen zijn het domein van de wandelaar. 
Nepomuk komen we deze wandeldagen nog meer tegen. Hij is de beschermheilige van veel bruggen. Die verering heeft hij gekregen nadat hij in 1393 in opdracht van de wrede koning Wencelaus-IV van Bohemen zwaar was gefolterd en tenslotte vanaf de Praagse Karlsbrug in de Moldau werd gegooid. Later werd hij heilig verklaard en werd er een beeld van hem op de brug geplaatst. Een gewoonte die elders in Europa werd overgenomen.
Nepomuk moet het tegenwoordig niet van de verering van passerende wandelaars hebben. Gelukkig dat de gemeente Rheine met bloeiende violen hem opbeurt om door te gaan met zijn goede beschermwerk.
Wij dalen af naar de zuidoever en komen nu beter in ons wandelritme terwijl we ons verbazen over een mooi verenigingsgebouw van de plaatselijke visvereniging en een nog indrukwekkender onderkomen van de kano - en kajakvereniging. Je kunt er zelfs met een caravan op het eigen kampeerterrein direct aan de rivier staan. Goed geregeld. 
een laatste blik richting Rheine
Landleben
Met het passeren van de Soldatenbrücke en aansluitend een laatste buitenwijkje verlaten we Rheine. Er volgen afwisselende kilometers langs akkers, door bossen, over smalle boerenweggetjes. Nog geen hoogteverschillen op deze kilometers naar Bevergern. Heerlijk lopen en zo nu en dan rusten in een overwegend agrarisch gebied. Dit is waar we voor zijn gekomen. Stilte, wandelen en om je heen kijken. Naar de bomen, de net opkomende mais en het half hoge koren. 




Prachtig zonnig weer om op een plank als bank te staren naar de voren in een akker die zich voor je uitstrekt. Natuurlijk wel onderbroken door enige rekoefeningen aan de stok boven je hoofd. Wat die rekstok daar doet moet je niet willen weten. Gewoon de dagelijkse krachttraining ook te velde onderhouden of simuleren. De energie moet op.
Saltenhof
Het hotel heeft niet op ons gerekend. Onze naam komt pas voor op de reservering voor morgen. Op mijn bevestiging van een paar weken geleden zie ik nu dat ze gelijk hebben. Ergens moet ik tussen mijn planning en mijn boeking vierentwintig uur hebben laten verspringen. Als een kikker in de verkeerde vijver kijk ik de dame van de receptie en de bediening aan. Zoiets kan teleurstellend uitpakken. Maar niet op een maandag in mei bij hotel Saltenhof. Judith slaakt een zucht van verlichting als ze toch een kamer vrij hebben.
We krijgen kamer 16. En wat voor een kamer. Met een badkamer. Bij Saltenhof hebben ze badkamers waarin je na je wandeling nog door kunt gaan met bewegen. Daar doet een inloopdouche zijn naam eer aan.
Vooraf hadden we het plan 's avonds Bevergern te gaan bekijken. Na het diner lag het centrum van het dorp ineens een stuk verder. Hoe in een uur tijd de mentale wereld kan veranderen. Vooral als je met een omhoog drukkend middenrif op bed deze aantekeningen maakt. Judith brengt de oplossing. "Morgen loopt de route toch ook nog door het centrum van het dorp". Dat is waar. We hoeven eigenlijk niks. Ik val terug op mijn kussen. Heerlijk zo'n tweedaagse uitputting van niks.


Hoogte

Dinsdag 14 mei 2019
12 kilometer van Bevergern naar de B-209 ten zuiden van 
Ibbenbüren

Normallnull
Vroeg ik mij in het verleden af wat er in al die bossen van het Teutoburger Wald te zien zou zijn, nu weet ik het. Bomen. Heel veel bomen met een pad op de kam dat alsmaar rechtdoor gaat. Natuurlijk niet als een recht Nederlands fietspad. Het slingert hier en daar en het gaat op en neer als je eenmaal boven bent. Want je moet eerst wel even klimmen om de hoogte te krijgen. Die hoogte is iemand tot een obsessie geworden. Bij elk beetje opvallend punt is er een hoogtemeter aan een boom gespijkerd.
Als Nederlander leg je het eerst uit als een waterstandmeter, maar bij gebrek aan water komt de hoogte boven de zeespiegel als een koekoeksei in het verkeerde nest te voorschijn. Wel aardig om thuis in Wikipedia te lezen dat Duitsland de zeespiegel van de Noordzee bij Amsterdam als nulpunt van de schaal gebruikt en daarmee hun 'Normalnull' gelijkstelt met het NAP (Normaal Amsterdams Peil). Amsterdam aan Zee, een tikkeltje overdreven. Zo ook al die vreemde hoogtemeters in bomen. Het stijgt bijna naar je hoofd.
Bevergern
Rustig opstaan, lekker ontbijten, geen tent afbreken. Luxe zo'n wandeling met je vrouw. Zonder te haasten om negen uur de deur van het hotel uitlopen en meteen verder op de route langs de Bevergerner Aa, de traag stromende slootbeek aan de zuidzijde van het dorp. We leveren commentaar op achtertuinen die bloot zijn komen te liggen nadat alle begroeiing in de gemeentestrook rigoureus is weggehakt. Jaloersmakend groot zijn die tuinen.
We salueren naar de heilige Nepomuk die ons veilig begeleidt naar de overkant van de Aa als we het laatste stukje naar de oude kern van het dorp afleggen.
Daar worden we toegelachen door de lokale nar, die er op dit vroege uur zin in heeft. Via Am Markt, Papenhoek en de Kirchstrasse genieten we van de Duitse gevels en de sfeer.
Am Markt in  Bevergern
Na het oversteken van de Lange Strasse bereiken we via het Mühlenpättken, het molen-paadje, de oude molen. Een gekortwiekte molen, zielig. Het lijkt nu meer een etagewoning. Je zult bovenin de molenkop je slaapkamer hebben. Mooi uitzicht heb je dan.
We slingeren langs de Merschgraben. Een sloot met een Nederlands tintje als je leest dat er een heus ophaalbruggetje naar Hollands model de toegang naar een van de achtertuinen versperd.
Met het oversteken van het Dortmund-Emskanal bij de schutsluis verlaten we dit aardige dorp Bevergern en maken ons op voor de eerste klimmeters op de eerste berg van het Teutoburgerwald: de Huckberg.
Dortmund-Emskanal
daar lig je dan met je kleine bootje helemaal alleen in Schleuse Bevergern
De Huckberg
Bij boksen kun je een linkse of rechtse hoek krijgen. Dus wat stond ons te wachten op de Huckberg ten noorden van Bevergern? Nou het viel mee. Het ging rustig omhoog. Goed te doen. En, voordeel, een 'Top-trail' heeft natuurlijk om de haverklap een bank om te genieten van het uitzicht.
De Duitse degelijkheid en voorzienigheid plaatst ook op gevaarlijke plekken afzettingen met planken, palen en ijzerdraad.  Vroeger heeft men zandsteen uit deze berg gewonnen. Onder andere is het gebruikt voor de bouw van de St. Dionysiuskerk en de vestingwallen van Rheine waar we gisteren nog liepen. Leuk eind sjouwen met die stenen moet dat zijn geweest. Van die steenwinning is op de Hermannsweg, ons wandelpad, niets te  zien. Het loopt er heerlijk. Dus op die Huckberg overleefden wij met gemak de eerste boksronde.
Tweede ronde
Voor de tweede ronde hadden we inmiddels zoveel vertrouwen dat we meteen gingen voor twee bergen: de Bergeshövedeberg en de Riesenbeckerberg. Daar zou een rust wachten mit einer schönen Aussicht. Om bij het echte begin van het Teutoburgerwald te komen moet je eerst over het brede Mittellandkanal. Over de zogenaamde Millionenbrücke. Goed voor de bewustwording dacht ik nog om bij een brug aan te geven hoeveel belastinggeld je hebt betaald voor zo'n bouwwerk. Maar het naambord is daar niet voor bedoeld begrijp ik nu, maar heeft er wel mee te maken.
Nur wenige von Menschenhand erschaffene Bauwerke prägen das nördliche Tecklenburger Land so sehr wie der Mittellandkanal. Die ersten von insgesamt 325,3 Kilometern führen durch Hörstel, Ibbenbüren, Recke, Mettingen und Westerkappeln und von dort aus in den Landkreis Osnabrück. Vor 100 Jahren fand fast unbemerkt von der Bevölkerung am 16. Februar 1915, mitten im Ersten Weltkrieg, eine stille Eröffnung statt. Zu großen Feierlichkeiten war das Deutsche Reich mit seinem damaligen Kaiser nicht aufgelegt. Ursprünglich sollte Kaiser Wilhelm II. den ersten Kanalabschnitt persönlich einweihen – ebenso die erste Brücke über die damals noch Ems-Weser-Kanal genannte Wasserstraße. Sie sollte den Namen Kaiser-Wilhelm-Brücke tragen. Genannt wurde sie in Riesenbeck und Hörstel aber ganz anders, nämlich „Millionenbrücke“, weil sie den damals unvorstellbaren Betrag von einer Million Reichsmark gekostet haben soll. 
wn.de/Muensterland-100-Jahre-Mittellandkanal-Der-Kaiser-verlor-die-Lust-am-Feiern
De oorspronkelijke brug is in de Tweede Wereldoorlog opgeblazen. Met de nieuwe brug is die naam dus nog meer op zijn plaats. Hij loopt verder prima en geeft geen krimp als wij er overheen stampen. 
Begin van het echte Teutoburgerwald
bij de Bergeshövedeberg net na het Mittellandkanal
Vlak na de brug gaat het terug naar de heuvelrug en mag je weer omhoog. Wel even eerst langs de hoogtemeter voor de statistieken. Het klimt ook hier geleidelijk omhoog. Van 76 meter naar rond de 130 meter boven NAP. Zeg maar op je gemak een kerktoren beklimmen. Hoewel de achtergrondgeluiden van de snelweg hier nog goed te horen zijn straalt het bos rust uit. Ook hier weer een breed goed begaanbaar pad. Omringd door alleen maar bomen wordt je na een halfuur vanzelf wel rustig. 
Je veert op als er tussen de bomen ineens een bouwwerk te voorschijn komt. Het is een open kapelletje met een groot kruisbeeld. Je kunt er devoot uitrusten. Zelf ga ik naar een informatiebord waarop ik lees dat we ons op de Prozessionsweg bevinden die het dorp Riesenbeck verbindt met het voormalige Cisterciënzerklooster Grafenhorst aan de andere kant van de heuvelrug. Elke goede vrijdag wordt hier nog een traditionele kruisweg gelopen en gebeden.
Wij laten ons weg lokken  door een steen die zur schönen Aussicht wijst. Nou dat willen wij nu wel eens zien. Even wat verder kijken dan al deze bomen.
Een paar honderd meter is het naar dit keurig aangelegde platform waar je een uitzicht hebt tot diep in het Münsterland. Prachtig. Op een oriëntatietafel zie ik de richting naar de verschillende steden en dorpen. Naar Münster 33 km. Dat valt mee. Naar Rheine slechts 13. Dat valt tegen. Hebben we pas zo weinig gelopen? Het is natuurlijk hemelsbreed monter ik onszelf op. Alles is hier zo keurig aangelegd in 1926 door de Heimatverein Riesenbeck. Door de oorlog mochten ze het later nog een keer opnieuw doen.
Als ik naar beneden kijk zie ik ook de trap die vanuit Riesenbeck omhoog voert. Hij ziet er al vermoeiend uit als ik naar kijk. Naslag leert dat hij 256 treden heeft, 200 meter lang is en een hoogteverschil overwint van 40 meter. Lijkt me zeker geschikt voor een processie. Daar moet toch enig lijden in zitten veronderstel ik. Zeker bij een kruisweg. Ik lees bij de beschrijving van de trap ook een typisch Duitse toevoeging ...sie ist ganzjährig zu jeder Zeit zugänglich – es gibt jedoch im Winter keinen Streudienst. Dus niet zeuren als je uitglijdt, ik heb je gewaarschuwd. Voor Nederlanders geen probleem. Wij ruimen de sneeuw toch al nooit op. Dat is hier anders.

Laatste ronde
Duitsland is goed bezig met groene energie. Op verschillende plekken zie je clusters van windmolens. In zulke aantallen zie je ze in Nederland eigenlijk alleen in Flevoland. Al starend eten we ons lunchpakket. We koelen af. Judith staat op. We moeten door. Ik volg.

Bomenzeeën begeleiden ons aan weerszijden van het pad afgewisseld met een enkele kleine open plek, een schuilhut of een alternatieve hangplek op hoogte. Welke jongeren gaan hier rondhangen? We gokken maar wat en wandelen aangenaam verder. 
Om toch zeker te weten wat er achter dat rechtopstaande muurtje zit verlaten we kort het pad. Een soort kapelletje schatten we in. Inderdaad. Maria met kind. Waarom staat die hier midden in het bos? Je moet jezelf blijven uitdagen anders wordt het hier groen voor je ogen.
De Lagerberg wordt zonder problemen omtrokken, maar na de Birgterberg gaat het ineens flink naar beneden. Meer dan 40 meter in een paar honderd meter. Judith doet terecht rustig aan.
We hangen wat aan een boomtak voor de broodnodige bovenlichaam-spiertraining, passeren met gepaste rust een oorlogsbegraafplaats en maken ons op voor de laatste kilometer. 
Erebegraafplaats


We hebben nog energie genoeg. 
Alles zit mee, het weer, de omgeving, de wandeling met zijn tweeën. Net voor de B-209 brengen geschilderde markeringen ons nog in de war. We klimmen weer parallel aan deze drukke weg. Gelukkig dat ik thuis op Google maps gezocht had naar de locatie van de bushalte. Dwars door het bos dalen we af naar de weg en komen exact uit bij het bushok.
Geluk of oriëntatiegevoel. Het laatste natuurlijk. Ons jeugdig gedrag en uiterlijk wordt twintig minuten later nadrukkelijk bevestigd in de overvolle schoolbus. Staand in het middenpad tussen de andere volwassenen kijken wij trots om ons heen. Ons maken ze niks meer lauw vandaag.



Bezwete tunnelvisie

Maandag 26 augustus 2019
11 kilometer van de B-209 ten zuiden van Ibbenbüren naar Tecklenburg
deze appelboom vond het ook te warm
Groene tunnel
Een tunnel is een constructie om iets te passeren. Je kunt ze indelen naar bouwwijze, gebruik of barrière. Wij liepen deze maandag door een natuurlijke tunnel van voornamelijk beukenbomen. In deze ecologische tunnel troffen we weinig reeën en vossen, maar des te meer wandelaars, fietsers en hardlopers. De barrière werd vandaag gevormd door de temperatuur: tweeëndertig graden in deze verlengde zomermaand augustus. In de groene tunnel was het nog net beneden de dertig graden, maar toch vertragend warm.
Door een tunnel lopen is even leuk, maar niet kilometers lang. Ook al is die tunnel groen. Onze visie leed eveneens onder die tunnel. Kort na het begin zouden we volgens foto's bij onze kaart kunnen genieten van de zogenaamde Dörenther Klippen. Nauwelijks gezien. Het was dat er een wegwijzer stond naar het "Hockendes Weib" anders hadden we die hurkende vrouw ook gemist. Zeker als je fantasie je in steek laat en je niet verder komt dan de onderkenning van een stuk rots. 
Hockendes Weib vanaf de zijkant
Montag Ruhetag
Onze verwachtingen waren door de mooie foto's op de kaart waarschijnlijk te hoog gespannen. Zo ook voor de horecaonderbreking-en. "Montag Ruhetag" is een begrijpelijke keuze als je het beperkte aantal klanten om ons heen zag. Zeker met zo'n warmte.
Zelfs de appelbomen in het fruitmuseum kozen er voor zich vroegtijdig van hun nakomelingen te ontdoen. Het voordeel is wel dat je in alle rust verder kuiert en regelmatig op een van de vele banken even bij kunt komen. Dat is hier supergoed geregeld. 
Pas bij het vier sterren "Ringhotel Teutoburger Wald" konden we het vochtniveau op andere manier dan met water verhogen. Van daar werd het pad iets afwisselender met kleine boskampen, rotspartijen en verschillende doorkijken naar de omgeving.
Tecklenburg
Echte afwisseling werd geboden bij het bereiken van Tecklenburg. We passeerden de zogenaamde Bismarckturm, liepen langs de muren van de burcht om tot slot via een mooie poort de oude stadskern te bereiken. 
Judith was ineens weer vol in haar element, hoewel het gehoopte shoppen zich beperkte tot het bezoeken van drie winkels. Gelukkig waren er niet veel open.
Het terras van Konditorei-Café Rabbel daarentegen was op deze maandag wel open en is de aangewezen plek aan de Markt om te rusten. Niet alleen op een warme dag. Het aanbod aan taarten dat wij voorbij zagen komen was indrukwekkend. Afgevallen grammen gewicht worden hier met plezier weer aangevuld. Een prima punt om de dagtocht te beëindigen.




Kalksteinbruch

Dinsdag 27 augustus 2019
18 kilometer van Tecklenburg naar Lienen
Wonderbaarlijke verlenging
Op een mij bekend blog staat dat wij vandaag twintig kilometer hebben gelopen. Als ik het na terugkeer op mijn kaart nog een keer kritisch nameet kom ik toch echt niet verder dan ongeveer achttien kilometer. Navraag leert dat de twintig kilometer geteld zijn met een stappenteller.
Stappentellers zijn mooie apps. Ze geven inzicht in je bewegingspatroon en de hoeveelheid lichaamsbeweging. Zo hoorde ik onderweg al dat we tientallen etages had beklommen. En dat terwijl we maar één trap waren tegengekomen en ik dacht dat die app alleen stappen telde. Als je je telefoon met die tellerapp 's morgens meteen na het opstaan in je broekzak stopt dan telt het leuk op. Zelfs als je naar het toilet gaat ben je volgens die app al goed bezig.
Ik had vooraf gezegd dat we zestien kilometer gingen wandelen. Oké, tel je de wandeling van de auto naar het startpunt en van het eindpunt naar de bushalte erbij dan kom je aan meer. Maar de rest zijn alleen 'opvulstappen'. Die reken ik niet bij wandelen. Wandelen is echt op pad zijn, om je heen kijken, ontspannen, genieten. 
Het wederzijds vertrouwen heeft er niet echt onder geleden. De stemming werd meer beproefd door de aanhoudende warmte: drieëndertig graden. Judith moest zich goed inspannen om de aaneenschakeling van korte klimmetjes en afdalingen te verwerken. Maar van een afkorting wilde ze niet weten. That 's the spirit.
Bleke ochtendzon
Vanwege de verwachte warmte verlaten we Tecklenburg al voor achten via verschillende braamstruiksebinnenpaden. In de nog bleke ochtendzon passeren we de mooie visvijvers bij Haus Marck. Het pad voert naar de langgerekte Strubberg waarover het Teutoburger Wald zich verder naar het zuidoosten voortzet. Een mooie start met een ruime terugblik op de zuidhellingen van Tecklenburg. 
Landschapsamputaties
Om het uitzichtpunt bij de Kleeberg te bereiken boren we ons met tegenzin eerst door de kabaalzone van de brede snelweg A-1. We bereiken daarmee een gebied met kalkafgravingen. 
Kalkwinning is in de omgeving van Lengerich al eeuwen een activiteit voor broodwinning. In eerste instantie voor lokale toepassing, maar met de aanleg van verschillende spoorlijnen in de laatste decennia van de negentiende eeuw werd grootschalige afvoer mogelijk. De huidige Dykerhoff cementfabriek, die nog steeds nadrukkelijk aanwezig is, startte al in 1872. 
Al dat gegraaf laat zijn sporen na. Vanaf de Kleeberg zien we onder ons het azuur blauwe water in een oude langgerekte schacht, die nu als "canyon" aan de passanten wordt aangeprezen. In dit Naturschutzgebiet 'Steinbruch im Kleefeld' vormt de nieuw ontstane natuur het leefgebied van kalkminnende orchideeën en andere planten. Ook de Oehoes vinden hier bescherming. Je schijnt er mooi doorheen te kunnen wandelen, maar baden of kamperen levert je een boete van minstens 35 euro op lees ik in de Westfälische Nachrichten.
Wij moeten verder, want de warmte stijgt in rap tempo en Judith past haar tempo omgekeerd evenredig aan. Gelukkig volgt er een lang stuk door het bos voordat we bij de Finkenberg in de volle zon op de bodem van een oude groeve lopen. Ook in deze voormalige groeve komt de natuur weer tot leven met jonge berken en ander loofbomen. In een wandelbrochure van de cementfabriek heet dat Renaturierung:
Mit dem Abbau von Kalkstein im Steinbruch verändern wir das Landschaftsbild. Aber wir geben der Natur zurück, was wir ihr nehmen, denn unsere Verantwortung für den Steinbruch endet nicht mit dessen Erschöpfung.

Niet iedereen uit de omgeving is net zo blij met dit gegraaf en het mooie voornemen van 'Renaturierung'. 
Daar krijgen we even verderop gevoel en beeld bij als we ruim drie kwartier langs de actieve groeve lopen en zicht hebben op de enorme weggevreten bak met aan de rand de kolossale Dykerhoff-cementfabriek.
Het lijkt mij een uitdaging om hier een goede balans te vinden tussen een eeuwenoude economische activiteit en de massaliteit waarin een landschap verdwijnt. Meer naar het oosten zien we de terrassen waar nu een complete heuvel verdwijnt terwijl wij zelf langs de steile wanden van een half weg gegraven heuvelrug verder wandelen. Natuurlijk is alles keurig met hekken omgeven om 'Absturz' te voorkomen. 
Cultuurbotsingen
De honger naar meer kalk dwingt de Hermannsweg ten noordwesten van Lienen zelfs tot een nieuwe route. Midden in het bos forceren hekken ons het oude pad te verlaten en via een ruime omtrekking de wandeling voort te zetten. De fiere beuken zullen hier waarschijnlijk met angst en beven kijken naar de nieuwe hekken waarbinnen zij nu nog mogen leven. Hoe lang nog?
Wij pauzeren in hun schaduw en gaan hun Absturz niet meemaken Langzaam naderen we het punt waar we het pad vandaag gaan verlaten. Ook daar worden beuken 'verarbeitet'.
 
De motorkettingzagen janken door het schemerige woud. Mannen met rode helmen en topkwaliteit gehoorbescherm-ing ontdoen de gevelde bomen van hun armen en benen. Moderne bosbouw met imponerend grote machines.
Al kilometers hopen we dat het aangekondigde restaurant Malepartus gisteren zijn Ruhetag had. Gelukkig, er staan auto's op de parkeerplaats en het terras is bevolkt. Wij hebben genoeg buiten gelopen en betreden de minder warme binnenruimte.
Het is even wennen om in deze Beierse inrichting te pauzeren. Onze traditiebeleving en Duitsland-kennis wordt nog meer verward met de bediening door een jongeman met een Aziatische achtergrond in Lederhose. Alsof je in Zuid-Limburg poffertjes gaat eten in Zaanse Schanshuisjes. De Amerikaanse cola en de lokale Apfelschorle trekken zich echter van deze Babylonische visuele verwarring niets aan en doen hun verkoelende werk. De Lederhose ziet ons een halfuur later aangesterkt weer vertrekken voor onze laatste anderhalve kilometer heuvelafwaarts naar het dorp Lienen.

Feierabend
Duitsland kent geen nationale OV-site. Het zoeken van een busverbinding is een moeizame aangelegenheid. Ook op Google maps zie je niet automatisch alle bushaltes zoals in Nederland. Via digitale omwegen was ik er achter gekomen dat er in de hoofdstraat van Lienen bij het Rathaus een halte met de juiste busverbinding richting Lengerich zou zijn. In Lengerich zou er overgestapt moeten worden voor eindbestemming Tecklenburg waar de auto was achtergelaten. 
Lienen
De binnenkomst van Lienen was aangenaam qua aanzien en qua rust. In de vermeende hoofdstraat was het zelfs heel rustig. Slechts twee mensen, geen Rathaus, geen bushalte. Bij een van de dames kwam ik te weten dat we ons voor het voormalige Rathaus bevonden en de bushalte bij die Schule stond. Daarna volgden er armbewegingen met de vermeende route naar die Schule. Maar ik moest mij beeilen want de bus zou zo vertrekken en hij komt maar één keer per uur langs. Vielen Dank roep ik nog, draai mij om, Judith weg. Wel ver..ampt. 
Na wat gezoek zie ik haar op een bankje in de schaduw. Van verre gebaar ik snel te komen terwijl ik uit mijn ooghoeken de bus in de gaten hou. Wanneer die zijn motoren start snel ik vooruit om tijd te rekken bij de chauffeur. Net als ik hem uitleg dat meine Frau gleich kommt, verschijnt Judith op het pleintje en is de man vriendelijk bereid te wachten. En hij biedt zelfs aan ons in een keer mee te nemen naar Tecklenburg. Van Lengerich, het eindpunt van zijn rit, mogen wij mee als verstekelingen. Hij heeft daarna Feierabend, woont in Tecklenburg en biedt aan ons vlakbij het centrum af te zetten.
foto van een andere RVM-bus
Met super, fabelhaft en meer van dat soort kreten nemen we een halfuur later afscheid. Hoe je met een vriendelijke chauffeur kunt genieten van het Duitse openbaar vervoer. 
Thuis komen we erachter dat er voor de volgende wandeling hele omwegen moeten worden gemaakt om überhaupt met openbaar vervoer naar begin- en eindpunt te komen. We gaan dat Nederlands oplossen door een Fahrrad mee te nemen. Er zijn in Duitsland veel vriendelijke buschauffeurs, maar de kans dat ze  allemaal Feierabend zullen hebben net als wij mee willen zal zijn grenzen kennen.


Malepartus

Maandag 9 september 2019
15,5 kilometer van Lienen naar Hilter am T.W.


Sprookjesbos
Nicht wechseln bitte
Na een kort stuk door de velden direct omhoog om 'warm' te lopen en dan meteen weer stoppen bij restaurant Malepartus voor de eerste rust. Uitstekend. Een heerlijke cappuccino om twaalf uur, anderhalve kilometer na het begin van de wandeling vanuit Lienen. Naast ons zat er nog een tweetal op het verder lege terras. Dat waren Duitse mensen. Voor de rest ontmoetten we alleen maar Nederlanders in dit woud op maandagochtend. 
Malepartus, een vreemde naam voor een restaurant. Letterlijk vertaald: slecht-stuk. In sommige Duitse sprookjes schijnt het de aanduiding te zijn voor een vossenhol. Desondanks zaten we argeloos op het terras.
"Nach Aufnahme der Bestellung bitte nicht mehr die Plätze
wechselnstond er achter ons op de muur. Er stond geruststellend wel 'bitte' bij, maar wij zijn niet meer van plaats veranderd na de bestelling van onze cappuccino. Je weet het maar nooit in Duitsland. Wij hielden ons aan de huisregels. We waren al blij dat restaurant Malepartus op deze maandagochtend midden in het Teutoburger Wald open was.
Wat zou er gebeurt zijn als we wel gauw aan een andere tafel waren gaan zitten? We hebben het niet uitgeprobeerd, maar een kilometer verder waren we blij met onze gehoorzaamheid. Midden in het bos stonden langs het pad demonstratief op boomstronken verschillende afgehakte voeten ten toon gesteld. Bij welk sprookje die horen werd ons niet duidelijk. We zijn het niet meer gaan vragen. Snel doorlopen in dit sprookjesbos. Nu kan het nog.
Judith langs grote balsemienen
Bad Iburg
Na vijf kilometer bospad waren we toe aan een volgende cappuccino en een toilet, of omgekeerd. Waldhotel Felsenkeller bood beide. Bij de passage van het stadje hebben we na de pauze te rechtlijnig de route gevolgd waardoor we alleen de buitenkant van Schloss Iburg, de Schlossstrasse en de kortste route naar het volgende bospark hebben gezien. Dat gaan we de volgende keer anders doen.
Schloss Iburg vanaf hotel Felsenkeller
Schloss Iburg, Amtsgericht
Laatste stuk
Binnen een kwartier stonden we in bospark Freeden voor de klim terug naar de kam. Dat kostte weer de nodige inspanning waar Judith minder enthousiast van werd. Over de bomen valt niet zo veel te vertellen. Het is mooi om doorheen te lopen, maar als het er veel worden, en dat is vaak het geval bij een bos, dan lijken die bomen erg op elkaar.
De afwisseling kwam weer terug na de rust bij de Freedenhütte. Vandaar ging het door de bosrand met zicht op de vallei. Voorbij het dorpje Sentrup verlieten we het bos en slalomden over weidepaden en boerenasfaltweggetjes naar ons hotel.
oude boerderij
Forellenautomaat
's Avonds zijn we met de auto teruggereden naar Bad Iburg voor een diner in het sfeervolle Gasthof zum Freden. Het regionale menu smaakte uitstekend hoewel de combinatie van forel met Bentheimer Schweinebraten voor mij nieuw was. Je wordt er wel volledig door gevuld. Op de terugweg zagen we vijfhonderd meter verder de herkomst van de forel. Niet alleen de combinatie van vis met varkensvlees was nieuw. Je kunt in Bad Iburg bij de lokale forellenvijvers je forel in allerlei soorten en maten uit een automaat trekken. Dat is weer eens wat anders dan een Nederlandse kroket.



Tief im Wald

Dinsdag 10 september 2019
13,5 kilometer van Hilter am T.W. naar Dissen am T.W.



Tiefer kan man nicht sinken
„Haben Sie viel Sturmschäden gesehen im Wald?“ 
Vroeg hij vanuit zijn four-wheel-drive. 
„Ja, es gibt viel Schäden“ antwoordden wij. We hadden net verbaasd langs tientallen afgebroken sparren en beuken gewandeld. 
„Ach, Sie kommen aus den Niederlanden. Ich kann im Moment keine Deutschen Waldarbeiter finden. Ihre Landsleute arbeiten jetzt für mich.“ En hij wees naar de bosrand aan de overkant waar zaaggeluiden te horen waren. 
„Tiefer kann man nicht sinken“ riep hij lachend en plagend. 
„Und dann haben wir letzte Woche mit Fußball auch noch mit zwei zu vier von Holland verloren. Alles geht slecht.“ Hij had er duidelijk schik in. 
„Wir werden einander im EK-Finale treffen“ kaatste ik terug. Je moet elkaar in het leven een beetje opbeuren. Ook als je in een Duits bos loopt. Die EK-finale is natuurlijk wensdenken. Alleen de vraag is voor welk van de beide landen. Ik denk dat ik het al weet.
Wacker
Vanochtend ben ik op tijd opgestaan in Hotel Wacker. Judith liet zich minder inspireren door de naam. Daarom bracht ik voor het ontbijt de auto naar het geplande eindpunt ten noorden van Dissen. Daarna met de fiets terug.
Mijn vroege vertrek had in het hotel toch voor enige consternatie gezorgd. Judith werd kort na mijn vertrek gewekt door een van de eigenaressen van het hotel. Of ze wel wist dat de auto weg was. Misschien was het kloppen op de deur ook wel een controle geweest of er überhaupt nog iemand was. Vriendelijk werd Judith er aan herinnerd dat er inclusief ontbijt gereserveerd was. De gedekte tafel stond al een tijdje op ons te wachten. We waren de enige gasten. Een prima, keurig hotel, waar men niet meer streeft naar een volle bezetting. De aardige dames zijn ruim over de zeventig schat ik en doen het wat rustiger aan. Heel verstandig.
Natrup
De eerste kilometers gingen door het open veld en het dorpje Natrup. Daar zouden wij zo willen wonen. Lekker rustig, mooie huizen, aantrekkelijke omgeving. Bij het zien van een beschilderd luik in een oude gevel raakte Judith geboeid door het motief. Volgens haar moeten ze hier ook aan quilten doen, waarmee dit dorp hoger op de sociale rangorde stijgt. Voor mij bleef het een decoratief beschilderd gevelluik. Niemand te zien voor een uitleg, het is hier slaperig vredig. Hoewel, een paar honderd meter verder worden wij indringend in de gaten gehouden door een kleine alien op een muur.
Deze foto is een vergroting van de gevel. Moest erbij voor de quilters zei Judith. 
het is een luik en geen quilt riep ik nog. Kansloos.
Afwisselend bos
Vijfhonderd meter voorbij het dorp bereiken we de bosrand en mogen om te wennen deze nog even volgen. Om toch weer op de officiële Hermannsweg te komen moeten we ten slotte weer veertig meter omhoog het bos in. Eenmaal boven loopt het kort ontspannen op gelijke hoogte tot we weer afdalen naar de brug over de autobaan A33. Dit brengt weer afwisseling met open plekken in het bos en stukken weiland.
Ten oosten van de snelweg gaat het opnieuw flink omhoog. Allengs versmalt het pad tot een echt wandelpad waar je achter elkaar moet lopen. Hele stukken gaat het letterlijk over de kam waar je aan beide zijden naar beneden kunt kijken. Zonder dat we het echt merken passeren we de Hülsberg, raken kort de weg kwijt en komen met de hulp van Google maps weer op het goede spoor.
Bij de Wehdeberg fotografeert Judith een mededeling op een informatiebord dat haar gehijg bevestigt. Nu weet ze het zeker, het is hier behoorlijk klimmen en dalen en zij is dus niet de enige die dat vindt. Dat ik het maar weet.
Een na laatste pauze
Na de Wehdeberg gaat het flink naar beneden over een smal pad op een kalkbodem. Langzaam wordt het bos opener. De zon dringt op de open plekken prachtig door de bomen. 
Open plekken die ook zijn ontstaan door afgebroken bomen. Het moet hier enorm gestormd hebben waarbij hele rijtjes bomen elkaar hebben meegetrokken. Hier en daar houden half ontwortelde beuken zich nog overeind met de hulp van een soortgenoot. Een volgende storm zal de genadeklap worden. Voorlopig bieden afgezaagde stammen ons een geïmproviseerde
lunchtafel.

Noller Schlucht
Bij de Noller Schlucht controleert Judith nog een verkoophutje van een wolfabriek. Op maandag gesloten. Wat jammer nou.
De Schlucht ligt aan een van de doorgaande wegen door het Teutoburger Wald. Die wegen zijn prettig voor de afwisseling en voor de oriëntatie om zeker te weten waar je zit. Maar die wegen liggen niet voor niets daar. Het zijn van oudsher de laagste plekken om gemakkelijk aan de andere kant van het woud te komen. De meeste mensen willen ook niet in het woud zijn, maar er zo snel en gemakkelijk mogelijk doorheen. Dat was vroeger al. 
En nu nog raast het verkeer er snel doorheen. Voor plezierwandelaars, figuren die zo lang mogelijk het woud in de lengterichting willen volgen, betekent het daarentegen steevast inspannend dalen en daarna weer adembenemend omhoog. Sommige plezierwandelaars worden dan tijdelijk gewoon wandelaar.
Laatste pauze
Na de Noller Schlucht werken we ons voor de laatste keer naar grote hoogte en volgen een tijdje de Schollegge-kam. Driehonderd meter voor uitkijktoren Steinegge vinden we het niet erg om op aanwijzing van een van de vele richtingwijzers steil af te dalen naar het Waldhotel waar ik de auto vanochtend heb geparkeerd. Tevoren heeft Judith al op haar telefoon uitgedokterd dat er bij het Rathaus in Dissen een Eiscafé is. Dat wordt het einddoel. Niet langer te voet, maar angstwekkend snel mit dem PKWPersonenkraftwagen. Allemaal minder gezond, maar wel lekker.



Hollandskopf

Donderdag 25 mei 2023

11,5 kilometer wandelen van de Clever Schlucht bij Borgholzhausen naar Dissen am Teutoburger Wald.
10 km fietsen in omgekeerde richting.

Toeval
Sinds twee weken help ik een ouder echtpaar met de tuin. Hij Nederlands, zij van Duitse origine. Trouw helpt hij mee met het aanpakken van het onkruid. Al pratend onder het wieden hoorde ik dat hij zijn vrouw had ontmoet tijdens zijn dienstplichttijd lang geleden. Hij zat bij een Nike-raketeenheid in het Teutoburger Wald. Nederland droeg in die tijd van de Koude Oorlog bij aan een NAVO luchtverdedigingsgordel in Duitsland ten westen van de Weser. Hij vertelde nog dat zijn vrouw uit Oldendorf komt.
Nike-raket: bron Wikipedia
Bij naspeuring 's avonds op internet kan ik wel een klein dorp Oldendorf vinden maar verder geen geschiedenis over een Nederlandse raketopstelling. Toeval of niet, maar vandaag tijdens de wandeling op de Hermannshöhen stuit ik bij een informatiebord midden in het bos bovenop de Hollandskopf op de ontbrekende gegevens.
Op het bord lees ik dat hier van 1963 tot 1983 een vuurleidingscentrale met radars stond en dat de bijbehorende raketten tweeënhalve kilometer oostelijk waren opgesteld in het dal bij Borgholzhausen aan de Sundernstrasse. Op Google Maps zie ik dat daar nu een US/NL Nike-museum is. Dat heb ik daarstraks in Borgholzhausen gemist. Dus toch niet alles in het echt gezien. Maar dit informatiebord midden in het bos geeft ineens beeld bij het verhaal van mijn dorpsgenoot. Apart.
drie voormalige raketlanceerlocaties bij Borgholzhausen vanuit de lucht
Autorijden, wandelen, fietsen
Om dit alles mee te maken gaan vandaag uren vooraf. Vanochtend om zeven uur heb ik eerst Judith en Maxime naar Schiphol gebracht. Moeder en dochter een paar dagen samen op stap. Mooie herinneringen voor later. Zelf heb ik al besloten niet alleen thuis te blijven zitten. Dit is een uitstekende gelegenheid om verder te gaan met de Hermannshöhen. Door Corona is er de afgelopen jaren niets van gekomen en Judith heeft al laten weten dat ze er niet mee door wil, teveel steile hellingen. Een verstandige beslissing, maar toch jammer, want ik vind het een mooie omgeving in een andere culturele sfeer, andere taal, andere bouwstijl. Nou dan maak ik het wel af als Judith er niet is. Een nadeel is dat je de ervaringen niet meer zo kunt delen.
Waldgasthof Röwekamp ten noorden van Dissen am TW
Om niet moeilijk uit te vinden hoe laat en waar er een bus of trein rijdt heb ik besloten van openbaar vervoer af te zien. Ik heb mijn fiets meegenomen om voor of na de wandeling naar het begin of eindpunt te rijden. Wel wat meer inspanning, maar meer onafhankelijkheid en waarschijnlijk een stuk sneller.

Na de rit naar Dissen parkeer ik om twaalf uur de auto bij Waldgasthof Röwekamp ten noorden van Dissen am Teutoburger Wald. Dit is het plek waar Judith en ik in 2019 onze laatste ervaringen op de Hermannshöhen achterlieten. Nu laat ik daar de auto achter en fiets 10 km naar de Clever Schlucht, 3 km ten zuiden van Borgholzhausen. Onderweg passeer ik zonder inhouden het dorpje Oldendorf, de voormalige woonplaats van mijn Duitse dorpsgenote. 
Clever Schlucht - Ravensberg - Borgholzhausen
Nadat de fiets op Nederlandse wijze stevig vastgekabeld is achtergelaten op de kleine stille parkeerplaats, kann es los gehen. Dat klinkt wat aanmatigend, want zo hard ging es nicht los omhoog naar de Ravensberg. Even wennen aan de eerste stijgingen van dit jaar.
Clever Schlucht
op de Hermannshöhen kun je de weg niet kwijtraken,
volg de H.
De Burg Ravensberg is eigenlijk een replica. Ooit stond hier in de elfde eeuw een echte verdedigingstoren van de Graaf van Ravensberg. Die toren is allang ter ziele gegaan, maar om historisch-nostalgische redenen is rond 1833 een nieuwe als uitkijkplatform herbouwd. Ook die verviel en slechts door inzet van vrijwilligers staat er nu weer een stevig exemplaar met een soort verenigingsgebouw ernaast. 
Helaas is de Gaststätte alleen in het weekend open. Ik mag dus direct na mijn ronde weer afdalen richting Borgholzhausen. Na het steilere deel in het bos slingert het pad tussen boerderijen en akkers naar de randen van het kleine stadje.
De route op mijn kaart loopt anders maar ik volg gedwee de H-tekens en kom via een aardig wandelpad langs de Violenbach bij de Evangelische kerk in het centrum. Even een haltemoment bij het monument ter nagedachtenis aan de oorlog. De Frans-Duitse oorlog van 1870 wel te verstaan.
Mijn aandacht wordt echter afgeleid door een ijs etende man. Dan moet er ergens een Eisdiehle zijn. Even later zit ik met drei Kugel mintijs binnen op de bank van het lege 
Eiscafé Ferreira. Meteen een eerste rust. Heerlijk. Toch een soort verlate lunch, want die is er bij ingeschoten en ik zie nog geen terras. Voor een terras is het trouwens te kil en te winderig vandaag.
Eiscafé Ferreira
Naar boven
De route hoekt zich Borgholzhausen uit langs verschillende vakwerkhuizen. Nu verschijnen er ineens wel terrassen. Ook bakkerij Brinkhege komt te laat. Ik wil verder.
Vanaf de westelijke stadsrand gaat het echt omhoog in de richting van de Luisenturm. Deze uitkijktoren staat op de berg Johannisegge van 291 meter hoogte. Het tempo daalt behoorlijk om mijzelf een kleine 150 meter naar boven te dragen.
Het rustige begin van de beklimming met een terugblik op Borgholzhausen
in het bos gaat het steiler omhoog
De Luisenturm mag vrij beklommen worden. Boven heb je een prachtige blik op de valleien rondom. Omhoog is geen probleem, naar beneden geven de gerasterde doorkijk traptreden een aparte beleving.
Op de kam
De volgende twee doelen vormen de Hollandskopf en de Steinegge, twee hogere punten op de kam van dit deel van het Teutoburger Wald. Op de Steinegge staat alweer een uitkijktoren op de kaart getekend. Maar belangrijker is dat het daarmee een goed herkenningspunt is om aan de afdaling naar Dissen te beginnen en zo uit te komen bij Waldgasthof Röwekamp waar de auto staat. Ruim vijf kilometer mooi wandelen op deze beboste kam.
Op de Hollandskopf zie ik geen Nederlandse radars meer die hier volgens de tekening op het informatiebord tussen 1963 en 1983 stonden. Nu staat er een windmolen, een nuttig gebruik van al het asfalt dat hier destijds in het bos is uitgerold.
Op de Hollandskopf staat tegenwoordig een windmolen
De Duitsers noemen het niet voor niets een Kammwanderung. Op verschillende plekken gaat aan beide de zijden van het pad de helling direct naar beneden. Ondanks het frisse weer is het heerlijk ontspannen lopen door een soort groene tunnel. Hier en daar is er door boskap prachtig zicht naar het dal.
zou deze steen echt uit 1837 zijn?
In bos wandelen is aangenaam, maar niet voortdurend opwindend. In een keer loop ik de laatste zes kilometer. Bij Steinegge heb je de uitzichttoren niet nodig om je pad naar beneden te vinden. Overal staan duidelijke richtingaanwijzers om je te begeleiden. Kaartlezen is hier niet echt nodig. Een toerist kan hier zonder angst het donkere bos in. Er staan ook bomen zonder wandelpadstickers.
Beneden bij 
Röwekamp is de parkeerplaats nog net zo rustig als vanochtend. Het terras is ook hier verlaten. Donderdag is blijkbaar geen wandeldag.
uitzicht vanaf  de parkeerplaats bij Waldgasthof Röwekamp
Nog een laatste foto van het uitzicht richting Dissen en dan inpakken om de fiets op te pikken en door te reizen naar Peter auf 'm Berge. Dat is geen oude kennis maar mijn hotel voor vannacht. Kijken of ik daar even wat kan drinken en kan terugkijken naar mijn foto's van deze geslaagde hernieuwde kennismaking met de Hermannshöhen. Lekker morgen weer en als ik er nog een nacht bij kan boeken ook nog Pinksterzaterdag.
Peter auf 'm Berge. We blijven op hoogte vandaag.



Boshut speciaal

Vrijdag 25 mei 2023

17 kilometer wandelen van de Clever Schlucht bij Borgholzhausen 
naar hotel Peter auf 'm Berge west van Bielefeld.
14 km fietsen in omgekeerde richting.

Stichtelijke Boshut 1
Wat je in de paar bossen van Nederland niet echt tegenkomt zijn schuilhutten of boshutten. Op de Hermannshöhen zie je ze om de paar kilometer. Sommige zijn echt nog splinternieuw en andere staan er al ettelijke jaren. Ook afwijkend van Nederland is dat deze vrij toegankelijke gebouwtjes vrijwel ongeschonden zijn. Ik heb er pas één gezien met een beetje graffiti. En dat wordt weer gecompenseerd door een beeld dat mijn Nederlandse verwachtingspatroon ver overstijgt. In die hut staat bij mijn passeren om 10 uur 's morgens een tafel met een tafelzeil en daarop een met water gevulde wekfles met echte pioenrozen, omlijst met waxinelichtjes. Twee brochures over het 'Offene Gartenpforten in der Ravensberger Landschaft'-project maken het compleet. Hier moet een zeer gedreven aanhanger achter zitten van dit project tot natuurherstel via private tuinen. Bewonderenswaardig.
Stichtelijk zijn ze ook die hutten. Bij deze hut op een balk de geschreven tegeltjestekst: Die Zeit nimmt mit und geht vorbei, Herzen heilen und gehen entzwei. Welk liefdesverdriet hier achter zit mogen we zelf invullen. Hoeveel tranen zitten er verborgen in deze hut?
Ik lees net op internet dat pioenrozen symbool zijn voor liefde en romantiek. Wie wil mij hier naar binnen lokken? Aparte hut, toch maar doorlopen.

Onderbroken kam
Vanochtend moest ik zelf ook huilen. Maar dan van de kou. Om acht uur zit ik met blauwe handen en tranende ogen op de fiets. Ik ben dan al uren op. Gisterenavond ben ik vroeg gaan slapen en wordt daarom al om halfzes wakker. Wat ga je dan doen? Ik heb maar een beetje gelezen op mijn e-reader over een fietstocht langs de rivier de Ems in het noordwesten van Duitsland. Veel nieuwe informatie over de geschiedenis van Noordoost-Groningen en Ost Friesland rondom de Emsmonding. Je zou er zo gaan fietsen. Dat komt goed uit. Eerst mag ik hier 14 km fietsen naar de Clever Schlucht van gisteren en dan 17 km te voet terug naar Peter auf 'm Berge.
Wat is het hier mooi wandelen over de Hermannshöhen, want het blijft bijzonder om rond tien uur 's ochtends door een stil bos te lopen. Pas twee mensen tegengekomen. Mooi wandelen in deze ochtendrust. Als ik de pioenrozen-hut gepasseerd ben daalt het pad weer flink om een asfaltstraat over te steken en aan de andere kant weer omhoog te gaan. De smalle heuvelrug van het Teutoburger Wald wekt zonder nauwkeurige bestudering de indruk van een ononderbroken kam. Niets is wat het lijkt. Om de paar kilometer is er een slenk of een breder uitgesneden onderbreking van de kam. Al vanuit de oudheid zijn dit de plekken waar de paden en wegen zijn gevormd om zo het noorden en het zuiden te verbinden. Dat is ook nodig, want het Teutoburger Wald vormt net zo'n scheiding als bij ons een rivier. Voor de wandelaar betekent het om de paar kilometer flink dalen en aan de andere kant weer leuk omhoog. Honderd daal- en klimmeters per keer zijn geen uitzondering.
bijna weer terug op de kam
Het duurt even voordat je weer terug bent boven op de kam, maar dan kun je opnieuw ver om je heen kijken door de openingen tussen de bomen en bij net gekapt bos.
Kaffeemühle
Op de wandelwegwijzers wordt de afstand naar de "Kaffeemühle" steeds korter. Geen idee wat ik daar kan verwachten. Toch laat het woord Kaffee mij hopen op een eerste echte rust met een cappuccino. Na zeven kilometer met twee keer klimmen en dalen laat ik daarom het stille hotel-restaurant Grünwalde voor wat het is. Ik ben te lui om uit te zoeken of ze stiekem toch open zijn. Over twee kilometer zal de Kaffeemühle op mijn pad verschijnen. Dat doet hij ook in de vorm van een uitzichtspaviljoen uit het begin van de 19e eeuw aangeboden door de rijke koopmansfamilie Hagedorn.
"Kaffeemühle" vanaf de zijkant
Op een informatiebord lees ik dat die familie in de Keizertijd hier een landschapspark liet aanleggen met een ponybaan, een wandelallee en zelfs een rodelbaan. Erg geliefd bij de burgerij uit die tijd. Echt een zondagskraker. In de volksmond werd het paviljoen vanwege de gelijkenis Kaffeemühle genoemd. De bevolking was er Hermann Hagedorn zo dankbaar voor dat ze voor zijn 68ste verjaardag een monument hebben aangeboden. Zonder koffie heb je wat meer tijd om je in de geschiedenis te verdiepen. Anders had ik dit misschien allemaal niet geweten.
dit is het monument voor Hermann Hagedorn
Vanaf het paviljoen boven heb je een mooie zichtlijn op het stadje Halle.
Beneden is het Hagedorn Denkmal te zien.
Dan maar verder naar het volgende doel op de richtingsborden: de Werther Schanze. Onderweg passeer ik een verborgen HansenGrietjehuisje en een openluchtpodium voor zingen in het bos waar Walther von der Vogelweide wordt geëerd. Die leefde in de 12e eeuw. Het wordt steeds heftiger in dit bos. Tenslotte daal ik in alle openheid door mooie akkers naar de derde asfaltweg zonder koffie.
Lerne leiden ohne zu klagen
Stichtelijke Boshut 2 
De zon schijnt inmiddels zo weldadig dat ik onder het klimmen naar de Hengeberg de Werther Schanze volledig mis. Op die Hengeberg laat het hoogste punt van 316 meter nog ruim anderhalve kilometer op zich wachten. Het loopt mooi op deze kam, maar toch even een break met een horecaloze rust met mijn laatste bidonwater.
Het missen van de Werther Schanze kom ik te boven, want na de Hengeberg wordt nu op de borden 
de zogenaamde Schwedenschanze boven op de 306 meter hoge Bussberg aangekondigd. Vlak bij deze Schanze, een verdedigingswal, staat de Kaiser-Friedrich-Gedächtnishütte.
Kaiser-Friedrich-Gedächtnishütte
Het verhaal van deze geliefde Keizer is echter een tranentrekker. Hij werd pas op latere leeftijd kroonprins toen zijn kinderloze oom, koning Frederik Willem IV, in 1861 overleed en de vader van Friedrich, Wilhelm I, koning van Pruisen werd. Deze Wilhelm I werd na de Frans-Pruisische oorlog in 1871 door de Duitse Bond zelfs tot keizer benoemd. Friedrich had zich inmiddels verdienstelijk gemaakt als militair en was geliefd om zijn liberale ideeën. In 1887 werd bij Friedrich keelkanker geconstateerd. Toen keizer Wilhelm I in 1888 overleed en Friedrich op 8 maart de troon besteeg was hij al terminaal ziek. Negenennegentig dagen heeft zijn keizerschap geduurd. Op zijn sterfbed zou hij tegen zijn zoon Wilhelm II gezegd hebben Lerne leiden ohne zu klagen. 
Dit is de inscriptie op de zijkant van de huidige 
Kaiser-Friedrich-Gedächtnishütte boven op de Bussberg. Deze uitspraak sluit aan bij een rij van Pruisische 'deugden'. Oorspronkelijk bij de opening in 1912 zat er op die plek een bronzen plaquette met de beeltenis van keizer Friedrich. Kort na de Eerste Wereldoorlog, en daarmee het einde van het Duitse Keizerrijk, werd die plaquette gestolen. Ik neem aan dat Lerne leiden ohne zu klagen toen op alle gebieden van pas kwamOok voor Keizer Wilhelm II die naar Doorn in Nederland vluchtte.
Peter auf 'm Berge
Op weg naar het eindpunt negeer ik een klein reclamebord dat mij wenkt naar restaurant Bergfrieden. Het is maar 500 meter van het pad verwijderd staat er. Dat is dus 1 km extra, maar aan de hoogtelijnen op mijn kaart zie ik ook honderd meter extra dalen en dus ook weer honderd meter extra klimmen om terug te komen. Dan drink en eet ik wel wat bij het eindpunt van vandaag op het terras van hotel Peter auf 'm Berge waar ik afgelopen nacht sliep.
Zonder veel rusten schiet het lekker op. Al om twee uur zit ik bij Peter op z'n berg met een flinke cola en Apfelstrudel als lunch. Wel met slagroom anders val ik teveel af.
Bij Peter auf 'm Berge kan ik mijn boeking niet met 1 nacht verlengen. De eigenaar wijst mij als mogelijk alternatief op hotel Rehkitz even ten noorden van Halle. De boeking lukt en zo kan ik er nog een wandeldag aan vastplakken. Maar voordat ik naar Rehkitz ga eerst de fiets ophalen bij de Clever Schlucht waar ik hem vanochtend achterliet. 
Toetje
Als ik bij Rehkitz aankom is het nog te vroeg om in te checken. Daarom maar een bewegingstoetje; met de fiets naar het nabijgelegen stadje Halle (Westfalen). Gisteren en vandaag ben ik er al twee keer over de doorgaande weg doorheen gereden en zag flitsen van vakwerkhuizen. Hoe het er echt uitziet wil ik nu wel eens weten. Het centrum, en speciaal het kerkplein, is de fietsmoeite meer dan waard. Daar kan menig Nederlands dorp jaloers op worden. 
Ik loop nog wat rond, koop twee lunchpakketten voor morgen en besluit om halfvijf terug te fietsen naar Rehkitz. Wel omhoog natuurlijk. 24 km fietsen en 17 km wandelen, het is genoeg beweging geweest voor vandaag. Ook nog zonder lunch. Dat maken ze in Rehkits meer dan goed met een megaportie asperges, Spargel mit 
Rührei, Schinken und Salzkartoffeln.
Eerst nog even naar Berlijn bellen en horen hoe Judith en Maxime het hebben. Nog even wat internetten en vroeg naar bed. Tot morgen.




Mooie stadsparken

Zaterdag 27 mei 2023

15 kilometer wandelen van Gasthof Deppe 
bij Lämershagen oost van Bielefeld
naar Hotel Peter auf 'm Berge west van Bielefeld.
14 km fietsen in omgekeerde richting.

Stadsexoten
De twee tegemoetkomende vrouwen zien hem niet en vinden mijn gewijs in eerste instantie storend. Totdat ze hem ook zien. Je staat toch verbaasd te kijken als je in het plantsoen een ooievaar ziet. Of hij de weg kwijt is of heel bewust gekozen heeft voor deze groene buitenrand van Bielefeld weet ik niet. Of is dit een nieuwe vliegende wolf of zwevende bever. Die hebben we ook zelf uitgezet en nu maken we ruzie of we ze nog wel willen. In Amsterdam is in de zeventiger jaren de halsbandparkiet rond het Vondelpark losgelaten en die zitten nu in heel 020. Sterker, ik lees dat sinds 2013 de veel grotere Alexanderparkiet ook begonnen is aan een inburgeringscursus. Die kunnen nog harder schreeuwen. Het geklepper van een ooievaar lijkt mij geen echt probleem. Als ze maar niet op je schoorsteen gaan broeden. Het is in ieder geval weer eens wat anders dan een merel of mus in je tuin. Het telt ook een stuk makkelijker bij de jaarlijkse vogeltelling.

De Ebbergkam
Zo, de eerste bezwete inspanning vandaag zit er op. Op aanwijzingen van een pratende Google Maps in mijn binnenzak 14 km fietsen van de parkeerplaats bij Peter auf 'm Berge dwars door de binnenstad van Bielefeld, vervolgens over een eindeloze Lipper Hellweg de stad weer uit en tenslotte een aardige klim naar Gasthof Deppe ten zuiden van Lämershagen. Wel zonder batterij-ondersteuning.
Eerst even een gecamoufleerde plek voor mijn fiets vinden en dan kunnen we zonder stress op pad. Dat ik van Gasthaus Deppe  omhoog moet om op de Teutoburger Wald kam te komen is geen verrassing. Dit keer zelfs over trappen, de Lämershagener Treppen.
Aansluitend gaat het verder over de Ebberg-kam met het hoogste punt van 309 meter. Daar moet volgens de richtingsaanwijzers ook de 'Eiserner Anton' staan. Geen idee hoe Anton eruit ziet, ben benieuwd. Het uitzicht is mooi. Links en rechts een foto.
Eiserner Anton
Ik had het kunnen weten. Op mijn kaart staat een toren getekend. De Eiserner Anton is een uitkijktoren. Hij heet eigenlijk Bismarckturm. De toren is namelijk in 1895 gebouwd ter ere van Kanzelier Otto von Bismarck. Waarom die toren dan nu Eiserner Anton wordt genoemd is mij niet duidelijk. Als ik het aan ChatGPT vraag luidt een mogelijke verklaring: IJzeren Kanselier (Der Eiserne Kanzler) is een van de meest bekende bijnamen van Bismarck. Het verwijst naar zijn vastberadenheid, krachtige politieke stijl en zijn rol in het verenigen van Duitsland. Maar in de naam Anton trapt GPT niet in. Doorlopen maar en niet omhoog. Het uitzicht over Bielefeld heb ik een paar honderd meter terug al gezien op het boomloze deel van de kam.
Toch flink hoge bomen (beuken?) in het Teutoburger Wald.
Vergelijk de twee wandelaars op het pad met de stamlengte
Stadspark Brands Busch
Bielefeld is omgeven door bossen. Voor mijn wandeling van vandaag betekent dat kilometers bomen in het gebied voor en na Bielefeld. Dat is wel mooi, maar vandaag was de stadrand en Bielefeld zelf het meest afwisselend. Zo loop ik naar mijn idee nog midden in de natuur over een promenade terwijl er noord en zuid van deze mooie vergraste velden op mijn kaart stadswijken staan getekend. Het is een enorm hondenuitlaatgebied met zelfs een kleine zwemvijver voor de viervoeters. Bij de nadering van de oude burcht Sparrenberg is het centrum van Bielefeld goed te overzien.
Bij de Sparrenburg kijk ik op de binnenplaats rond. De kiosk is tijdelijk gesloten en na wat foto's begin ik aan de afdaling naar de stad. Een wandelaar moet door. De route slingert langs de rand van de oude binnenstad en laat de mooie façade van het natuurkundemuseum zien en de omgeving van het statige Ratsgymnasium. Na een korte terrasrust verwissel ik dit verkeersdrukkere deel voor de rust aan de andere kant van de spoorlijn en vierbaans B61. Direct daarna begint het groene gebied van de Johannisberg.
natuurkundemuseum
Ratsgymnasium
Johannisberg
De Johannisberg is blijkbaar een historische groene trekpleister. Het pad zigzagt met elegante bochten langs mooie villa's en de recente jaren in ere herstelde Winzerscher Garten. Daar groeien tegenwoordig zelfs wijnranken. Halverwege en eenmaal boven bij hotel Mercure heb je een prachtig uitzicht over de stad.
uitzicht over Bielefeld vanaf de Johannisberg
Je passeert hotel Mercure over een statige allee in een prachtig parklandschap met vandaag overal bloeiende wilde bloemen. Bij de uitgang van het park houdt de gemigreerde ooievaar de wacht. Misschien is hij wel ontsnapt uit het verderop gelegen Heimat Tierpark Olderdissen. Daar kom ik pas na een kilometer op wanneer de Hermannsweg eenvoudig dit park binnendringt.
Heimat Tierpark Olderdissen
Het schiet niet op in het Tierpark. Net als de kinderen moet ik toch op veel plekken controleren wat er nu weer achter die omheining te zien is. Waar zijn de bevers bij de beverdam? Met mij controleren veel papa's en mama's mee. Een paar honderd meter verder zie ik pas enkele bevers in een kleine vijver. Zo zigzag ik van kleine reeën naar oehoes, langs wolven die zich schuilhouden, kippen, konijn en hazen in allerlei uitdossingen tot ik weer met de Hermannsweg buiten het Tierpark sta. Leuk zo'n kort stuk door een drukke omgeving met allerlei enthousiaste mensen en vooral genietende kinderen.
En ineens loop je weer alleen in het bos, regelmatig voorbij geracet door mountainbikers. Dit glooiende gebied rondom de TV-toren van Bielefeld leent zich prima voor een gemiddelde biker. Geen extreme afdalingen met rotspartijen, maar prettige zandpaden hier in het Östlicher Teutoburger Wald. Althans boven op de kam.
een achtsprong zie je niet vaak
Vlak na de TV-toren opent zich het bos en voordat ik aan de geleidelijke afdaling naar Peter auf 'm Berge begin maak ik nog een laatste foto van een vergezicht in zuidelijke richting. Dat is ook de richting die ik met de auto terug naar huis zal volgen. Maar eerst nog even 30 km met een omweg naar het oosten om mijn fiets terug te vinden bij Gasthaus Deppe.
Eigenlijk heb ik vandaag alles gewandeld en gefietst binnen de gemeentegrenzen van Bielefeld. Volgende keer laat ik Bielefeld achter me. Oerlinghausen en militair oefenterrein Sennelager komen dan binnen bereik. Dat wordt ergens aan het eind van deze maand. Tot dan, want het wandelen over de Hermannshöhen bevalt mij goed.



Bronnen

Zondag 25 juni 2023

19
 kilometer fietsen 
van Gasthof Deppe bij Lämershagen oost van Bielefeld 
naar Hotel-Restaurant Forstfrieden bij Pivitsheide
en daarna 16 km terugwandelen.

Rethlager Quellen
Bronnen
Waar denk je aan bij bronnen? Of Quellen in het Duits? In één keer goed: plekken waar water uit de grond opborrelt. Dat heb ik vandaag drie keer gezien. Al bij mijn startpunt bij Hotel-restaurant Forstfrieden (Bosvrede) staan de Rethlager Quellen op de wandelwegwijzers. Dan nog drie kilometer te gaan.
Dichterbij zie ik zelfs ergens het woord Quellengraben. Een bronnensloot? Als ik er ben zie ik een soort blubberstroompje tussen weelderig groene waterplanten. Vreemd, want toen ik stroomopwaarts naderde was de Hasselbach een heldere beek. Hoe doen ze dat in Duitsland? Gewoon doorlopen, dan hebben ze nog een tweede, imposantere bron waar echt heerlijk helder ... water met bakken tegelijk uit de bodem opborrelt. Wat ziet zoiets er bij een temperatuur van dertig graden aantrekkelijk uit. Ongelofelijk, binnen tien meter een meters brede beek. Je kunt goed zien dat het hier afgelopen week flink geregend heeft. Later op de route zie ik een minder helder gat waar langzaam water uit wegstroomt.
Bekende omgeving
Om dit mogen aanschouwen moest ik op deze zondag eerst even naar het Teutoburgerwald verplaatsen. Het doel van de autorit is het verste wandelpunt tot nu toe op mijn Hermannshöhenwandeling. Na de 250 kilometer aanrijroute haal ik om tien uur vlakbij Gasthaus Deppe in Lämershagen (Oost-Bielefeld) de fiets uit de auto. Omdat ik niet na de wandeling nog negentien kilometer wil terugfietsen kies ik er voor om op aanwijzingen van Google maps eerst naar Pivitsheide te fietsen. Zo krijg ik al een eerste indruk van deze glooiende omgeving met het aardige stadje Oerlinghausen. Negentien kilometer is te overzien, maar ik ben bij aankomst bij restaurant Forstfrieden toch wel blij dat ze al open zijn. Eerst een colarust.
Vandaag loopt de 
Hermannshöhen door het Lippischer Wald ten noorden van de militaire oefenterreinen Stapel en Sennelager waar ik in een eerder leven met mijn tanks rond reed. Nu heerst er alleen maar heerlijke rust tussen de bomen op deze warme zondag. De rust wordt wel regelmatig onderbroken door sportieve mountainbikers die mij met hun elektrische ondersteuning hard voorbij sjezen. Het wandelpad loopt in het Lippischer Wald niet over de kam, maar stijgt langzaam naar een hoogte van rond de 250 meter op halverwege de heuvelrug. Eenmaal dat niveau bereikt gaat het redelijk gelijk verder over halfverharde bospaden.
dit mosgezicht deed mij denken aan de televisiepop ALF, de alien uit de jaren 80
Litarischer Wanderweg
Ten zuiden van het dorp Stapelage zijn er ook andere bronnen, culturele bronnen, op het literaire deel van het wandelpad. Jammer genoeg neem ik niet vanaf het begin de moeite om de tentoongestelde gedichten te lezen. Eindelijk even gestopt gaat het meteen over de dood. Eigenlijk meer de zelfvraag wat de dichteres zou doen als het vandaag de laatste dag van haar leven zou zijn. Niet een gedachte waar ik voortdurend mee rondwandel. Maar haar gedachten aan de natuur spreken mij wel aan.
Als je maar lang genoeg wandelt kom je meer van dit soort gedachten en uitroepen tegen. Eerder in 2013 werd ik in Leersum aangemoedigd om 'blijmoedig aan het graf te denken'. Het is de overdenking wel waard, maar ik wil er niet teveel tijd voor vrij maken. Net als toen besluit ik toch maar door te lopen.
De ijle lucht van Oerlinghausen
Met de grafgedachte net achter de kiezen passeer ik blijmoedig het bosrestaurant Bienenschmidt. De naam doet mij denken aan onze periode in Duitsland waar onze dochter Maxime haar fröbeltijd doorbracht en opgroeide met de Duitse tv-serie Biene Maja. Zelfs Hausarzt Maier werd Doktor Biene Maier.
een blik in zuidelijke richting met het zweefvliegveld van Oerlinghausen
Voorbij Bienenschmidt begint het pad richting Oerlinghausen langzaam te stijgen. Aangevuld met enkele korte venijnige tussensprints gaat het door tot je niet meer hoger kunt en echt letterlijk op de Kammweg loopt en mooi om je heen kunt kijken.
Niet lang na Bienenschmidt loop ik langs een bank met het opschrift Bergstadt Oerlinghausen. Het is natuurlijk een mooi gebaar al deze banken in het wild. Alleen dat Bergstadt? Met de top van deze heuvelkam van rond de driehonderd meter leef je wel erg in de wolken met je Bergstadt.
Maar eerlijk is eerlijk er is veel aan gedaan om je hier naar boven te lokken. Zo is er op drie kilometer oost van Oerlinghausen een ruïne van een oeroude kapel, de Hünenkapelle. Volgens de informatie dateert de kapel vanuit de middeleeuwen. Toch lees ik ergens in een flits dat de muren in de dertiger jaren van de afgelopen eeuw een flinke boost kregen.
De informatieborden vertellen ook dat al meer dan duizend jaar geleden hier reizigers op deze kamweg voorttrokken en hun heil in deze kapel op de St Antonisberg, de T
önsberg, zochten.
Vanaf de kapel loopt het redelijk horizontaal richting Oelinghausen. Op het hoogste punt tref je het omvangrijke gedenkteken ter nagedachtenis aan de gevallen. Het monument is in 1930 gebouwd voor de soldaten die zijn omgekomen in de oorlog tussen 1914 en 1918 en specifiek van het Regiment Königs-Infanterie-Regiments Nr.145.
Ter hoogte van het monument zie je zowel ten noorden als ten zuiden van de heuvelrug de bebouwing van Oerlinghausen. Het stadje omvat als het ware een uitloper van de kam. Ik laat dit even voor wat het is bij het bereiken van Berggasthof Tönsblick. Tijd voor een korte onderbreking want ik begin uit te drogen.
Na het passeren van een oude stomp van een molen, de zogenaamde Kumsttonne, daalt het pad langzaam naar de stadsrand. Vanochtend op de fiets heb ik enige indrukken gekregen van Oerlinghausen in toen nog zondagochtendrust. Te voet daalt het flink door enkele
 leuk draaiende straatjes naar de westelijke punt van Oerlinghausen bij de Alexanderkirche. Helaas laat het pad weinig van de rest van het stadje zien. Binnen vijfhonderd meter sta ik weer in het bos. Zo gaat dat met een 'Waldwanderweg'.
Kumsttonne
Alexanderkirche
Afronding in de volle zon
De laatste paar kilometer naar Gasthaus Deppe slingeren zich afwisselend door bos en over akkers. Twee kilometer na Oerlinghausen mis ik een afslag terug omhoog naar de beboste kam. Daardoor loop ik in de volle zon over een asfaltweggetje waarover ik vanochtend al fietste. Jammer.
terugblik richting Oerlinghausen
Verder dan een gedachte hoe het hier zou wonen langs dit rustige weggetje komt mijn intern gesprek niet meer in de warmte. Ik passeer Gasthaus Deppe dat nu wel open is, voel wat warme wind op het viaduct over de drukke Autobahn A2 en bereik mijn auto die staat te wachten om de fiets weer op te halen bij Forstfrieden in Pivitsheide. Einde eerste wandeldag. Mijn Hotel Zur Sportsbar in Horn-Bad Meinberg moet vanavond niet meer op een sportieve bijdrage rekenen. Es reicht für heute. Eerst iets drinken.



Heermann

Maandag 26 juni 2023

19
 kilometer fietsen 
van Waldhotel Silbermühle bij Leopoldstal 
naar Hotel-Restaurant Forstfrieden bij Pivitsheide
en daarna 17 km terugwandelen.
Hermann op ruim 50 meter hoogte
Heermann
Ik weet nu waarom Hermann Hermann heet. Deze naamgever van de wandeltocht mag ik vandaag als martiale legeraanvoerder bewonderen. Niet eens op de Hermannsberg, want die passeerde ik gisteren al in het Lippischer Wald. Nee hij staat ter hoogte van Detmold afschrikwekkend met zijn zwaard omhoog in de richting van de Romeinen die hij in het jaar 4 voor Christus versloeg.
Op een informatiebord lees ik dat zijn naam is afgeleid van zijn functie: legerman. Leger is in het Duits Heer, Heermann. Hermann in de tijd van de Germaanse stammen. Hij behoorde tot de stam der Cherusker. Hij wordt ook wel Arminius genoemd naar de Latijnse versie van Hermann en leefde van ongeveer 18 voor Christus tot circa 19 na Christus. Hij stond aan het hoofd van een verbond van Germaanse stammen, dat erin slaagde de Romeinen een vernietigende slag toe te brengen in de Slag bij het Teutoburgerwoud, en weet de Romeinen van de Elbe naar de Rijn terug te dringen.
Het 53,5 meter hoge Hermannsdenkmal werd tussen 1838 en 1875 in het Teutoburger Wald gebouwd. Hermann sprak al in zijn tijd tot de verbeelding en werd geëerd in liederen. Nog meer was dat het geval in de Pruisische tijd en later in de negentiende eeuw ten tijde van Bismarck. Toen zochten trotse Duitse nationale gevoelens naar mooie voorbeelden om die met monumenten te eren. Begrijpelijk in een periode waarin kleine Duitse staten samensmolten in een groot Duits rijk. Helaas zijn de nationale gevoelens later met Duitsland op de loop gegaan. Teveel nationalisme blijft wereldwijd een punt van zorg.
Het 53,5 meter hoge Hermannsdenkmal
werd tussen 1838 en 1875
in het Teutoburger Wald gebouwd.
Windstil wandelend uitrusten
Voordat ik Hermann op zijn immense sokkel kan bewonderen moest ik vanmorgen eerst even fietsen van Horn-Bad Meinberg naar Pivitsheide. Na negentien kilometer op de fiets is er eindelijk de rust van het bos. Niet langer lettend op het verkeer door het drukke Detmold. Geen gehijg meer. Bedaard, stap voor stap van de ene markering naar de andere. Wandelend uitrusten. Rustig even kijken naar de Donoperteich en langzaam stroomopwaarts op gang komen langs het beekje dat deze waterplas vult. Een heerlijk begin van de wandeling ten zuiden van Pivitsheide.
Donoperteich ten zuiden van Pivitsheide
Later vandaag liep ik hele stukken op de kam over doodstille bospaden. Nauwelijks wandelaars, geen blad beweegt, echt stil, windstil. Windstil wandelend uitrusten.
Externsteine
Afwisselend over bospaden en door slapende heuveldorpjes gaan de tien kilometer tussen het Hermansdenkmal bij Detmold naar de Externsteine bij Horn-Bad Meinberg. De enige afknapper is het lauwe biertje op een terras in Holzhausen. Opvallend zijn de vele dode sparrenbomen. Hele bospercelen zijn al weggekapt. Waarschijnlijk is dit het werk van de schorskever die in grote delen van Duitsland verwoestend om zich heen vreet.
het mooie huis Hangstein, met helaas gesloten horeca op maandag
een beek direct langs de weg in Berlebeck
genoeg dode bomen om te kappen
terugblik op Berlebeck
kraaien of raven?
herinnering aan de tijd dat hier boven schapen werden geweid
Dat het pad naar de Externsteine gaat lees ik op elk bordje, maar wat ik daar zal aantreffen geen idee. De werkelijkheid overtreft mijn verwachtingen. Het beeld van de kale veertig meter hoge rotsformaties is indrukwekkend. Vanuit het niets in deze bosomgeving gedeeltelijk omgeven door een waterplas duiken ze op. Eerst bekijk ik ze vanaf de zijkant om daarna langzaam verder te verkennen.
Een onverwacht decor. De getraliede gaten in een van de rotspunten maken een obscure indruk. Vanuit het stille bos komend nog meer verbazing als ik voor de rotsformatie ineens een soort parkachtig gazon betreed waar verschillende groepjes mensen wandelen of in zon liggen te rusten. Ook zie ik nu mensen die via trappen de rotspunten beklimmen. Mooi om hier even rustig rond te lopen en alles te bekijken.
Het is echt een lokale trekpleister. Ook wanneer het pad mij naar de andere kant van de rotsformatie voert tref ik een tiental mensen die in allerlei poses vereeuwigd worden voor een acrobatisch selfie. De markeringen met de H leiden naar boven aan de zijkant van de rotsformatie voor een laatste fotomoment.
Nazorg
Op de laatste kilometers van de Hermannsweg verliest het pad iets van zijn charme door de passage van drukke wegen en een eentonig gravelpad. Dat geeft niet want na ruim vijftien kilometer is de blik gericht op het eindpunt voor vandaag bij Parkplatz Silberbachtal waar de auto staat. 
hotel-restaurant Silermühle
Bij hotel-restaurant Silermühle zijn alleen hotelgasten welkom op het terras. Uitstekend, want dan blijft de gang er in. Met alle fotomomenten, rusten en bewondermomenten hebben de zeventien kilometer lang genoeg geduurd, bijna zeven uur. Genoeg. Snel het station van Leopoldstal verkennen waar ik morgen de auto wil parkeren. Daarna eerst de fiets nog ophalen die zich gecamoufleerd verscholen houdt in Pivitsheide bij de parkeerplaats van restaurant Forstfrieden. Je zou het bijna vergeten. De douche in mijn antiquarische jaren 70 kamer van hotel Zur Sportsbar moet nog even wachten.




 Einde Hermannsweg, begin Eggeweg

Dinsdag 27 juni 2023

22 km kilometer wandelen
van Waldhotel Silbermühle bij Leopoldstal 
naar station Bad Driburg
zicht vanaf de Eggetrum op het hoogste punt van de Hermannshöhen op 468 meter
Hermannsweg wordt Eggeweg
Wat gisterenmiddag nog niet goed tot mij doordrong is de extra aanduiding op de aanwijsborden. Naast de H verschijnt er ook een X. Na honderdvijftig kilometer houdt ik mij gewoontegetrouw vast aan de H op de borden en bomen. Op mijn kaart negeer ik de tweede,  paars gekleurde lijn die er vanaf de Externsteine naast getekend is. Pas gisterenavond bij het nauwkeuriger bestuderen van de kaart zie ik dat de rode lijn, de Hermannsweg, definitief stopt op de berg Lippischer Velmerstot ter hoogte van het dorp Leopoldstal. De paarse lijn gaat dan alleen verder. Helemaal vergeten dat de naam 'Die Hermannshöhen' meervoud is en bestaat uit een aaneenschakeling van de Hermannsweg en de Eggeweg. De Eggeweg loopt over de heuvelrug van het Eggegebirge, is ongeveer 73 km lang en verbindt het Teutoburgerwoud met het Sauerland. Oké, dan pakken we die Eggeweg er ook bij. We waren toch al van plan door te lopen.
Velmerstot(en) 
Het eerste doel vandaag is de Lippischer Velmerstot. Velmerstot is een samenvoeging van de woorden 'Velmer' en 'stot' lees ik op de website hermannshoehen.teutoburgerwals.de. 'Velmer' is afgeleid van het nabijgelegen dorp Feldrom en 'stot' staat blijkbaar voor een heuveltop. 
Lippischer Velmerstot op 441 meter hoogte
Normaal denk ik niet direct aan een heuveltop bij een stoot, maar je past je aan aan de lokale taal. Ze hebben hier zelfs twee stoten, zeshonderd meter verder klim je naar de hoogste heuveltop van de Hermannshöhen, de Preussische Velmerstot, 468 meter hoog. Vroeger liep hier tussen de twee heuveltoppen de grens van Lippe met Pruisen.
het 1-perron grote station Leopoldstal
Om aan de beklimming van de Lippischer Velmerstot te beginnen heb ik vanochtend eerst de auto geparkeerd bij het overzichtelijke station van Leopoldstal. Daarna op de fiets naar de rijwiel-verstop-plek bij de Silberbachtal-parkeerplaats om vervolgens bij het nog immer afwerende boshotel Silbermühle de Eggeweg weer op te pakken. Vandaag geen lange fietstocht, want ik wil met de trein vanuit het eindpunt bij Bad Driburg terug naar Leopoldstal. Met de wandeling naar het station in Driburg erbij komt de loopafstand op 22 kilometer.
De eerste drie kilometer gaan slechts geleidelijk omhoog met zelfs een beekdoorwading wanneer ik de bordjes niet goed volg. Pas in de laatste vijfhonderd meter stijgt het nog even gauw honderd meter. Boven op de Lippischer Velmerstot eerst maar een korte rust en niet genieten van het uitzicht door de vele struiken rondom de keienformatie op de top.
Lippischer Velmerstot 
De zeshonderd meter naar de Eggeturm bovenop de Preussischer Velmerstot gaan zonder problemen. Op de top en rond de toren groeien de vergeelde grashalmen meer dan knie hoog en graast zelfs een groep geiten in een afgezet gebied. Later lees ik op Wikipedia dat dit in de Koude Oorlog Nederlands NAVO-terrein was met radar- en raketopstellingen. Nu is alles weer terug in natuurlijke toestand en kun je vanaf de toren prachtig om je heen kijken.
eerste blik op de Eggeturm vanuit het noorden
alles is in Duitsland 'auf eigene Gefahr'. 
de Eggeturm ligt weer achter me
Natuurwandeling
Van schuilhut naar schuilhut en van kruisbeeld naar crucifix, niet onderbroken door restaurants of terrassen. Het hele woud voor mijzelf. Glimlachend loop ik rond, het wandelen gaat weer ouderwets.
Vanaf het hoogste punt bij de Preussische Velmerstot gaat het kilometers lang boven op de kam in een rechte lijn langzaam naar beneden tot aan de Rehberg ter hoogte van het stadje Altenbeken. Eerst nog over een ongelijk pad direct naast een oude asfaltweg van  de voormalige raketbasis. Het is verleidelijk om op het asfalt verder te gaan. Als ik het tenslotte doe gaat het wandelpad prompt een andere kant op en moet ik terug om niet het spoor kwijt te raken.
Mijn controlepunten zijn de wegwijzers en de daarop genoemde herkenbare punten. Eerst naar de Hakehütte met zijn massieve tafel en zitbomen, een mooie plek voor de lunch.
Hakehütte
Na de lunch kan ik het flinke tempo vasthouden. Kennelijk begint de wandelconditie zich aan te passen aan de wensen. Bij het Schwarzes Kreuz een kort geschiedkundig oponthoud. Volgens de legende werd hier tijdens de Dertigjarige Oorlog een houtskoolbrander geplunderd door een groep plunderaars, gespietst op boomstammen in de vorm van een kruis en in een rokende oven geplaatst, waar de arme man de volgende dag verkoold werd gevonden als een "Schwarzes Kreuz". In 1921 werd hier in opdracht van de Paderbornse koopman Gustav Ullner het huidige gietijzeren kruis neergezet op de plaats van een vervallen kruis.
Zo dat weten we weer. Niet te lang hier blijven want je doet in Duitsland alles 'auf eigene Gefahr' en kolenbrander wilde ik toch al niet worden. Nu lekker verder in één ruk door naar de Knochenhütte (knekelhut?). De hut op de tussenliggende Rehberg laat ik links liggen. Daar loop ik zonder het te merken over een spoortunnel waar ik later vandaag doorheen rij. Daar daalt het pad aanzienlijk om de asfaltweg naar Altenbeken over te steken. Daarna mag je natuurlijk weer omhoog.
Altenbeken is een knooppunt van spoorlijnen
Aan de westkant  tekent zich een lang spoorviaduct af, maar nog opvallender is het bos boven Altenbeken. In dit geval een bos windmolens. Het zijn er gauw meer dan dertig op een ogenschijnlijk klein gebied.
Mijn vizier blijft gericht op de Knochen-hütte, tweeënhalve kilometer verder. Het gaat prima, maar toch even een rust om te drinken. 
Bad Driburg
Op de laatste vijf kilometer naar station Bad Driburg slingert het pad nog door een gebied van gekapte bossen en enkele weides. Ik verlaat het pad en daal flink af naar het welvarende stadje.
Onderweg verken ik mijn parkeerplaats voor de auto wanneer ik hier weer terug kom. Die bij het oorlogsmonument ziet er betrouwbaar uit. Het tempo blijft hoog. Nu om de trein te halen die maar één keer per uur gaat.
Bahnhof Bad Driburg
Bahnhof Bad Driburg is zo'n weggeautomatiseerd station. Op het perron ga ik op zoek naar een earplugloze reiziger om te vragen waar je een kaartje kunt kopen. In de trein. Dat blijkt toch weer anders dan ik denk. Niet bij de conducteur, maar bij een meerijdende  kaartjesautomaat, die bovendien mijn bankkaart of mijn instructies niet begrijpt. Ik geef voorrang aan een medereiziger en tegen de tijd dat ik weer een poging kan wagen zijn we uit de donkere tunnel en naderen we overstapstation Altenbeken. Laat maar zitten, dan heb ik maar schwarz gefahren.
station Altenbeken
In Altenbeken is op het verder totaal afgesloten station nog net een kleine kiosk open waar de mevrouw naast cola en koeken ook kaartjes verkoopt. Doe er van alles maar 
één. Stations met vroegere grandeur maken in dit soort uithoeken een trieste indruk. Het is altijd weer een overgang van het groen van de bossen en de stilte van de heuvels naar de rust van een te groot station.
het Kriegerdenkmal in Bad Driburg waar ik de volgende keer ga parkeren
Niets opvallends beleeft en toch heerlijk gelopen vandaag. Of zijn dat juist de betere wandelingen? Je loopt steeds verder van huis weg. Verbazend wat je er in een paar dagen aan rijafstand bijloopt. Nu moet ik de volgende keer al 300 kilometer rijden om de wandeling voort te zetten. Thuis eerst weer een plan maken voor de laatste vijftig kilometer. Misschien neem ik wel een tent mee en laat mijn fiets thuis. Altijd leuk zo'n puzzel om alvast in de stemming te komen. Als deze blog gepubliceerd wordt ben ik met die wandeling bezig. Kort daarna zal ik mijn indrukken weer publiceren. Tot dan.




 Subtropisch Duitsland

Zondag 9 juli 2023

21 km kilometer wandelen van station Bad Driburg 
naar hotel en 'Zeminarzentrum' Velcrea in Willebadessen
Subtropisch Duitsland
Met een beslagen bril van het verdampend zweet rust ik uit aan een picknicktafel in de schaduw van groene loofbomen. Het is de beste oplossing na het passeren van het niet meer bestaande restaurant Tannenhof in Herbram-Wald. Net als in Nederland is het hier op de Eggeweg tussen Bad Driburg en Willebadessen 33 graden. Een warme wandeling kun je wel zeggen, maar wel een goede voorbereiding voor mijn wandeling volgende maand in de tropen. Tegenwoordig beginnen de tropen al zuid van de Alpen, dus dat wordt wat in Noord-Italië op het laatste stuk van de Alpe-Adria-Trail.
voormalig restaurant Tannenhof in Herbram-Wald
Slijtagemaaltijd, Ein Abendessen auf Zimmer
Normaal maak ik de dagaantekeningen 's avonds in een restaurant terwijl ik wacht op mijn diner. Zo niet in Willebadessen. In dit dorp zie ik alleen maar opgeheven en gesloten restaurants met een oude Duitse uitstraling van weleer. Of ik zou weer tweeënhalve kilometer moeten teruglopen naar hotel Jägerhof bij het station. Vijf kilometer extra lopen om te eten, daar heb ik geen zin meer in.
Hotel Velcrea in herfsttooi op de website
Ik volg de raad van de instant-receptionist van mijn hotel Velcrea midden in het dorp op en ga maar naar pizzeria Piccolo. Als ik daar aankom staat de rest van het dorp te wachten op telefonisch bestelde meeneemmenu's. De tweede of derde generatie immigranten achter de toonbank heeft het er druk mee. Zonder die immigranteneettenten zou Duitsland verhongeren. Overal wel geopende pizzeria's en veelal gesloten Duitse kroegen die soms alleen in het weekend nog bewegen of al ter ziele zijn zoals in Herbram-Wald. De Italianen zijn blijkbaar ook schaars. De pizzeria's zijn vaak in Turkse handen die de pizzakaart hebben uitgebreid met allerlei dönergerechten. In kleinere gemeenschappen is het net als in Nederland moeilijk om nog een winkel of café-restaurant lucratief draaiende te houden. Er gaat hier langs de Eggeweg ook enige sleet van de dorpen uit met al die gesloten winkels en horeca.
hotelkamerpizza met een restant lunchpakket als dessert
Tegen de tijd dat ik aan de beurt ben om mijn pizza te bestellen heb ik al een blik cola uit de koelkast geleegd. Daarna nog een tweede blik om na een hele dag autorijden en wandelen in de hitte het vochttekort te bestrijden. Natuurlijk allemaal staande, want stoelen zijn er niet. Waarschijnlijk mag dat niet, er wordt hier binnen niets gegeten of gedronken. Gelukkig snijden ze de kleine pizza in vieren anders wordt het zo'n geknoei op mijn eenpersoons hotelkamer zonder bestek. Ein Abendessen auf Zimmer. Geheel in stijl met de rest van de dag. Net voordat om halfacht het onweer losbarst bereik ik het hotel. Geluk moet je hebben.
Van een kleine kermis thuis
Vanochtend kwam ik na 300 kilometer aan op mijn twee weken geleden verkende parkeerplaats bij het Kriegerdenkmal in Bad Driburg. Naar mijn inschatting zag die plek er toen betrouwbaar genoeg uit om mijn auto drie dagen achter te laten. Die overtuiging heb ik vandaag bij aankomst nog steeds, maar het is wat onhandig parkeren tussen de mini-kermis die er inmiddels is opgebouwd.
Even Googlen brengt mij op verschillende plekken binnen en buiten Bad Driburg. Zelfs een keer op een doodlopend bospad. De stemming stijgt nog meer als bijna alle parkeerplaatsen in de stad een maximale tijd van twee parkeeruren hebben. Tenslotte parkeer ik de auto vlakbij het station op een plek waarvoor de Burgermeister bepaald heeft dat die alleen bezet mag worden als met Openbaar Vervoer gereisd wordt. Ik kom na drie dagen wandelen met de trein terug, dus dat moet goed zijn.

Aanlooproute
Om halftwaalf hang ik eindelijk mijn wat zwaardere rugzak om. Alle kleding voor drie dagen gaat mee net zoals de toiletspullen. De drie kilometer route terug naar de Eggeweg ten westen van Bad Driburg en ongeveer 200 meter hoger dan het station gaat slingerend door het stadje. Eerst naar de St Peter en Paul kerk. Op de verschillende terrassen die de kerk omringen zitten leden van het Bürgerschützengilde ondanks de warmte nog redelijk keurig gekleed. De jasjes zijn aan en de stropdassen om. Ze zitten midden in het drie dagen durende Schützenfest. Misschien zijn ze nog moe van gisterenavond of houden ze zich in voor vanmiddag en vanavond. Alles ziet er rustig uit.

Voor de tweede keer vandaag bereik ik het Kriegerdenkmal met zijn tijdelijke vreemde omlijsting van een botsautootjestent. Vanaf daar begint het te stijgen. Na de onderdoorgang van de B64 gaat het echt omhoog naar de Iburg, een middeleeuwse burcht boven de stad. Die burcht is niet mijn doel, maar het terras van café-restaurant Sachsenklause waar ik aan de achterzijde in de schaduw van de Kaiser Karl Turm nog net een tafeltje weet te bemachtigen. Het is mijn eerste en laatste terras van vandaag. Maar dat weet ik dan nog niet, dus lekker genieten van een cappuccino en een stuk Duitse taart.
Kaiser Karl Turm, foto van internet
Schöne Aussicht vanaf de Eggenweg over Bad Driburg
Varensgevecht
Een kleine kilometer na het terras maak ik weer contact met de Eggeweg. Het oponthoud op de aangeprezen plek met eine  Schöne Aussicht over Bad Driburg kan mij niet echt opwinden. Snel eindelijk echt op pad. Hiervoor ben ik gekomen. Voor de simpele rust op een bospad, met duidelijk een ander beeld dan in Nederland. Aardige klimmetjes om boven te komen, lichte glooiing boven op de kam, op koers gehouden door de overduidelijke markeringen. Ik zit zelfs op het Europese wandelpad Nr. 1 dat van Noorwegen naar de Middellandse Zee loopt.
De warmte valt nu nog mee en het schiet goed op. Mijn rust stel ik uit naar het gehucht Herbram-Wald met het verleidelijke restaurant-teken op de kaart. De laatste twee kilometer naar deze pauzeplek gaan langs een spaarzaam bereden asfaltweg. Alles wordt op de Eggeweg gedaan om asfalt te vermijden. 
Of om het natuurlijke gevoel te behouden of ter bescherming tegen de enkele auto's die passeren. Het wandelpad loopt tien meter naast deze weg en wurgt zich naar voren onder bomen en door menshoge varens.
Alles is hier 'auf eigene Gefahr'. Al slaand met mijn stokken trotseer ik de Duitse jungle. Gelukkig kom ik geen boomslangen tegen, hoewel een alligator mij goed in de gaten houdt. Als ik dit overleef dan vanavond in ieder geval goed controleren op teken.
Groeiende TV-toren
Herbram-Wald is wel mijn langverwachte rustplek geworden, maar niet bij het opgeheven en totaal verwaarloosde restaurant Tannenhof. het wordt een lange pauze aan een picknicktafel. De tweede helft van de wandeling is aantrekkelijker door de afwisseling tussen bos en open stukken over veelal eenpersoons brede paden. De hoogtepunten vormen de elkaar opvolgende schuilhutten waar ik ook steeds vaker ga zitten.
Toch dwing ik mijzelf door te lopen: de dorst neemt toe, mijn bidon raakt steeds leger, ik moet voor zes uur vanavond inchecken volgens Booking.com en onweerswolken trekken zich langzaam samen. Als richtpunt geven de wegwijzers de TV-toren ter hoogte van Willebadessen aan. Wanneer ik hem voor het eerst onwaar op ongeveer zeven kilometer afstand staat hij als een lucifer aan de horizon. Bij ieder open stuk stijgt de voldoening dat hij groeit. Net zo lang tot ik er pal aan voorbij ga en de afdaling naar Willebadessen inzet om mij drie kilometer later te melden bij hotel Velcrea.
De aanmelding loopt gesmeerd tot aan de buitenkant van de voordeur. Er wordt bij Velcrea niet fanatiek op mij gerekend. Ik moet een telefoonnummer bellen voor de receptionist van dienst, die na tien minuten de voordeur ontsluit. Morgen wordt het koeler zegt de opgetrommelde receptionist voordat hij mij duidelijk maakt dat het niet zoveel zin heeft om in het dorp naar een restaurant te zoeken. Ach ik heb de tijd en ben tevreden met een pizza op mijn subtropische kamer. Laat ik maar vroeg gaan slapen. Maar eerst nog wat lezen op mijn e-reader; de tragedie van de Nevelkinderen van Valerie Riedesel. Als je dat leest hou je meteen op met klagen.
savannes in het Duitsland van 2023



Ontboste Bossen

Maandag 10 juli 2023

21 km kilometer wandelen 
van centrum Willebadessen naar Blankenrode
7 uur inclusief rusten
Kaalslag
In het stille gebied van de Eggeweg tussen Willebadessen en Blankenrode wandelt het afwisselender dan gisteren. Je kunt hier regelmatig ver om je heen kijken door de kaalslag onder de zieke sparrenbomen. Overal enorme houtstapels. Ontschorst liggen de stammen meters hoog. Daarvoor in de plaats de geelrode gloed van vlaktes met verdroogd gras onderbroken met groene eilanden van loofbomen, varens en bramen. Jammer genoeg geen heide. Alleen op de aanlooproute en de laatste vijf kilometer gaat het nog door echte bossen met vooral beuken. 
Aanlooproute
De dag begint bewolkt en op de aanlooproute spettert het licht. Na een flink ontbijt in het hotel nog even een lunchpakket en een flesje water kopen bij de REWE supermarkt. Die ligt toch op de route. Bij het treinstation verlaat ik Willebadessen zonder heimwee. Daar begint ook het echte werk. Flink gaat het over bospaden omhoog.
Onderweg kom ik een oudere man tegen die wil weten waar ik vandaan kom, waar ik naar toe ga en uit welk land ik kom. Hij is redelijk doof dus de conversatie verloopt luid. We storen verder toch niemand. Hij vindt de wandeling naar Blankenrode eine sch
öne Strecke. Wat hij zo alleen op maandagochtend in het bos doet vraag ik niet. Zijn leeftijd inschattend zou het mij niet verbazen als hij een stop heeft gemaakt bij het verscholen gedenkteken voor de gevallenen in de beide wereldoorlogen.
Een kilometer voordat de aanlooproute de Eggeweg bereikt opent zich het terrein. Over de eerste open stukken gaat het nog verder omhoog tot de kam is bereikt.
Klippenweg
Eenmaal op de Eggeweg slingert het smalle pad over de ontboste vlaktes onderbroken door kleine boomgroepen die genade hebben gekregen of niet ziek waren. De routeplanners vinden dat er ook langs de zogenaamde klippenweg gewandeld moet worden, langs een iets steilere rand van de vlakte.
Dat hebben ze ongetwijfeld in de winter bedacht. Nu maak ik slaand met mijn stokken het pad vrij van overhangende varens. Nog nat van het onweer van gisteren en de lichte regen van vanochtend bezorgen ze me een doorweekte broek. Dit zou niks voor Judith of Frank zijn geweest.
Van vlaktes naar bos
Kilometer na kilometer, hut na hut streep ik af. Na de vlakte ter hoogte van het dorp Kleinenberg bereik ik de Borlinghauserhut. Daar maakt de route een scherpe bocht naar het westen, steekt de Bundestrasse 68 over en begint aan een nieuw traject langs de rand van de vlakte.
Smalle en brede bospaden wisselen elkaar af tot ik het uitkijkpunt Nadel bereik. Na een korte rust begin ik daar aan een flinke afdaling die ik met aangepast tempo neem. Beneden begint het echte bos met voornamelijk loofbomen.
Onzichtbaar bosmuseum
Op het hele traject ben ik drie wandelaars tegengekomen. Je bent meer met jezelf in gesprek. De schrik is dan des te heftiger als je na achttien kilometer midden in de stilte van dichtbij klaroenstoten hoort en wordt toegesproken. Er praat iemand tegen je vanuit het niets. Een snelle verschrikte controle leert dat de stem op vier meter hoogte uit een speaker in een boom komt. Welke gein-goochem verzint dit nu weer?
Een boom verder lees ik dat ik op een Kinder entdeckertour zit. Maar dat is niet de enige reden. Op een informatiebord is te lezen dat er hier in de middeleeuwen een omwalde nederzetting met een burcht lag, de Stadtwüstung Blankenrode. Daar is niets meer van te zien, maar er is een 'hoormuseum' van gemaakt. Regelmatig vertelt een boom je wat daar vroeger gebeurde.
Kinder Entdeckertour, geinig, grrr
Ik let nu op elke boom. Mij verras je niet meer. Dat gaat drie speakers goed totdat ik bij een nog daadwerkelijk aanwezige diepe waterput opnieuw schrik als ik weer door een verborgen boom wordt aangesproken. Mijn welluidende 'Scheisse' midden in het bos is niet ingestudeerd en komt er gemeend uit. Dit museum houdt je wel bij de les. Even later hoor ik klokkengelui waar ooit de kerk zou hebben gestaan en zo sluip ik voortdurend naar boven kijkend en naar de uitleg luisterend de onzichtbare wallen uit. 
Aan de bosrand van de Stadtwüstung komt het huidige dorpje Blankenrode inzicht. Snel het hotel opzoeken waar ik er 's avonds achter kom dat het terras en de keuken gerund worden door een Nederlandse kok. Met de toepasselijke naam 'Der Vagebond' serveert hij Nederlandse en internationale gerechten met toepasselijke namen. Maar ik ben hier niet naar toe gewandeld voor Barneveldse kip, Zeeuwse vis of Brabantse pot. Ik sluit de dag af met een heerlijk Provençaalse kipgerecht gemarineerd in Nduja. Dat is een soort smeerbare worst uit Italië. Trots presenteert de kok zijn frieten als Nederlands. Ik vind ze heerlijk Vlaams zacht smaken, maar maak daar geen punt van. Een goede afsluiting van deze dag.



Hollen en stil staan

Dinsdag 11 juli 2023

14 km kilometer wandelen 
van Blankenrode naar eindpunt Marsberg
3,5 uur inclusief rusten
4,5 uur met en zonder trein
van 25 tot 33 graden
Geschiedenisles in vijf minuten
Essentho is het tweede dorp dat ik vandaag doorkruis. Een dorp van ongeveer drieduizend inwoners hoor ik even later van een gepensioneerde man, ein Rentner zegt hij zelf. Binnen vijf minuten krijg ik een historische samenvatting wat er in Essentho zoal gebeurd is. Hoe Karel de grote, den kennst du doch?, via Essentho op weg toog om Germania te kerstenen. Hoe het hier veranderd is sinds de Tweede Wereldoorlog. Toen, in de vijftiger jaren, was Duitsland arm met gezinnen van zeven, acht of meer kinderen. Alle huizen hier, terwijl hij om zich heen wijst, hadden nog minstens een koe en op elk huiserf stond nog een mestvaalt. En hoewel de huizen er nu welvarend uitzien, beweert hij dat velen zijn vertrokken om in de stad te werken of dagelijks heen en weer rijden. Daarom zijn de dorpen overdag zo stil. 
kerk van Essentho
Als hij hoort dat ik Holländer ben krijg ik een overzicht van al zijn vakanties op Texel. Hoe je klompen maakt hoef je hem niet meer uit te leggen. Hij heeft er duidelijk schik in. Ik ook, maar zijn inschatting dat ik station Marsberg ga halen voor het vertrek van de trein van 11.00 uur komt met elk verhaal meer in gevaar. Bij de derde keer dat ik afscheid neem en hem noch einen schönen Tag wens klopt hij mij bemoedigend op de schouder. Hij heeft er zichtbaar van genoten. Toch weer mooi even een gesprek vandaag. Dat geldt voor ons beiden. Hoewel ik op station Marsberg nog gesprekken genoeg krijg.
Ochtendlicht
Vanochtend was ik al om vijf uur wakker. Dat krijg je in een hotel in een klein gehucht en een niet werkende tv. Om halfzeven zit ik al aan het ontbijt, laat mijn sleutel om zeven uur bij het gesloten receptieraam achter en stap naar buiten.
een laatste blik richting het hotel
Heerlijk op weg. Helaas onder het toenemend geruis van autobaan 44. Wanneer ik die ben gepasseerd doorkruis ik een donker bos waar de stilte langzaam terugkeert. Hoger op de helling houden drie reeën mij angstvallig in de gaten.
In het bos staat een apparaat om hout te koven bij een kleinschalige opslag. Voor de zekerheid is dit pad met een stevige slagboom afgesloten. Na enkele bosweides bereik ik de bosrand met het panorama richting Oesdorf.
De twee kilometer naar het dorp is een aaneenschakeling van brede en smalle bosrandpaden en een weidedoorkruising. Prachtig afwisselend met regelmatig een doorkijk naar het dal en het dichterbij komende dorp.
Het lager gelegen dorp is om half negen nog stil als ik er doorheen loop. Wanneer ik bij de kerk even op de kaart kijk stopt een toevallig passerende auto. De man wijst hoe ik verder moet. Vielen dank en terug is de stilte. Op de doorgaande weg passeren enkele auto's en aan de andere kant van het dorp wagen gepensioneerden zich behoedzaam in hun auto naar buiten. In dit soort dorpen zijn geen Konditoreien of winkels om voor te stoppen.
Rustdoorbrekend
Aan de zuidkant van Oesdorf klim ik het dorp weer uit via een asfaltweggetje dat lijkt op Engeland met zijn hagen. Boven opent zich het landschap met vele kilometers uitzicht. Ook een kerk boven op een berg wordt duidelijker zichtbaar. Dat moet bij Marsberg zijn.
De echte Eggeweg met zijn bossen en verlatenheid ligt nu achter me. In deze rustige agrarische omgeving met enkele dorpen kom nu ook enkele lokale wandelaars tegen die werken aan hun gewicht of aan de conditie van hun hond. 
Mijn eerste en enige rust neem ik vandaag na acht kilometer zittend tegen een routepaal. Een passerende vrouw lijnt snel haar hond aan. Misschien voor mijn veiligheid. Of vanwege die figuur zittend tegen paal om halftien 's morgens. Laten we maar weer opstappen.
Voor de rest is het rustig totdat ik mijzelf midden in een bos laat schrikken met een luide knal van mijn bidon. Die heb ik vanochtend op de hotelkamer gevuld uit een fles bruisend bronwater. Even vergeten dat de koolzuur door het geschud in de rugzak zich een uitweg zoekt. De dop is er met kracht afgeslagen, maar gelukkig wel te repareren. Het water zit er ook nog in. Belangrijk op deze warme dag waarop weer 33 graden wordt verwacht.
de kerk boven Marsberg komt dichterbij
Na de gepensioneerde historische bijles in het dorp Essentho daalt het anderhalve kilometer door het bos naar Marsberg. Bij de rand van het stadje brengt een wandelpad langs het riviertje de Diemel mij naar de brug ter hoogte van het centrum. Ik maak geen omwegen en ga linea recta naar het station.
Marsberg laat niet los
10.45, ik heb het gehaald. Jammer dat ik niet even heb kunnen rondkijken in het stadje Marsberg aan het einde van deze wandeldag en überhaupt het einde van de Eggeweg. Daarmee ook het einde van de Hermannshöhen die Judith en ik voor Corona in 2019 in Rheine begonnen. Maar om hier nog een extra uur rond te hangen en te wachten op de volgende trein trekt mij niet.

11.00 uur. Eindelijk, de automaat gunt mij een kaartje. Net als mijn vorige ervaring met de Duitse kaartjesautomaat binnen in de trein lukken mijn eerste twee pogingen met verschillende bankkaarten niet. Daarna is een Duitse jongen zo behulpzaam om mijn 50 eurobiljet te wisselen, want het apparaat accepteert maximaal 20 euro. Voor de reis maakt het niet uit want de trein staat nog steeds stil en dat zal ook zo blijven.

11.30 Meine Damen und Herren, deze trein gaat niet verder wegens een defect. Je mag mee terug naar het vorige station waar hij gerepareerd zal worden of hier wachten tot hij weer terug komt. Ik vraag de conducteur wat ik nu met mijn kaartje moet. Zowaar krijg ik een Taxi-Gutschein. De Duitse jongen krijgt niks, want de trein vertrekt en de conducteur moet mee. Dus over een half uur gaat de volgende trein. Dan heb ik net genoeg tijd om iets van Marsberg te zien en een kop koffie met taart te scoren op een warm terras.
een mooie gevel die ik toch nog even leuk meepik
11.55. Verschillende bekende gezichten tref ik weer aan bij terugkeer op het station. Op dit onbemande station moet je het hebben van digitale communicatie via monitoren. Nieuwe informatie: de trein komt wel, maar gaat niet verder. Als de trein verschijnt stappen nog meer bekende en teleurgestelde gezichten uit van de mensen die mee waren gereden naar het vorige station. 
Tegen de Duitse jongen zeg ik dat ik met een taxi verder ga. Ik heb die taxi bij terugkeer voor het station zien staan. Gelukkig, hij staat er nog. "Rijdt u voor een Deutsche Bahn taxi-tegoedbon naar Warburg?" vraag ik aan de chauffeuse. Ze informeert bij haar centrale. Ondertussen roep ik de Duitse jongen. Als hij er is heeft de taxichauffeuse antwoord: Nein. Weliswaar vriendelijk uitgesproken, maar daar schieten we niets mee op. Voor de zekerheid rijdt ze meteen weg. De Duitse jongen belt naar de taxicentrale. Ze hebben ineens geen vrije taxi meer. We moeten bellen naar een collega uit een dorp 10 km verder. Die komt over 40 minuten. De andere reizigers wachten op de Deutsche Bahn-bus. Wanneer die komt weet niemand. We wachten afwisselend in de zon en de warme schaduw.
het voormalige stationsgebouw Marsberg
van de zijde die ik het meest gezien heb
Tot ieders verbazing verschijnt er vlak voor 13.00 uur een al geannuleerde trein. Iedereen snelt toe. Aan boord gaan we op zoek naar de conducteur. Die heeft zich veilig ingesloten bij de bestuurder. Hij heeft goed nieuws; ja deze trein gaat echt verder. Alleen over 20 minuten. In onze ooghoek zien wij de bestelde taxi aanrijden. De Duitse jongen snelt naar buiten en komt terug met het bericht dat de chauffeur ons met mijn Deutsche Bahn-taxitegoedbon naar Warburg wil brengen. Als we bij de taxi zijn maakt de chauffeur een foto van de tegoedbon. Dan kan hij die declareren. Op dat moment worden we vanuit de trein gewaarschuwd dat deze toch nu onmiddellijk gaat vertrekken. We rennen terug naar de trein, laten de taxichauffeur achter met de foto van mijn tegoedbon en even later om 13.10 verlaten we echt station Marsberg.
Tweede taart
Rond 13.45 uur wens ik de Duitse jongen op station Warburg veel succes met de rest van zijn reis. Op het andere perron arriveert een trein richting Paderborn, die ook langs Willebadessen gaat. Ik besluit in te stappen. Elke stap dichterbij naar de auto bij station Bad Driburg is meegenomen. In Willebadessen stap ik uit. Bekend terrein van gisteren. De dienstregeling leert dat ik nog vijftig minuten moet wachten voor een vervolg van mijn avontuur met de Deutsche Bahn.
Ik maak al deze aantekeningen op het terras van het luxe hotel Der Jägerhof, honderd meter van het station. Het is een Wohlfühlhotel lees ik. Dat kan ik wel gebruiken. Ook de tweede koude cola kost geen moeite net als het tweede stuk taart van vandaag. Als je maar lang genoeg in Duitsland blijft komt alles goed. Nog twintig minuten dan loop ik weer terug naar het station, een groot woord voor een onbemand perron. Ook hier is het voormalige stationsgebouw voor ander doeleinden in gebruik.

Om 15.00 komt ook echt de trein waarop ik wacht. Passend bij deze enerverende treinreis van slechts 70 kilometer kom ik er in de trein achter dat ook deze trein niet naar Bad Driburg gaat, maar via Altenbeken en Paderborn naar Münster. Ik had dus vijftig minuten geleden al naar Altenbeken kunnen rijden. Gedane keuzes met de Deutsche Bahn nemen geen keer. Gelukkig hoef ik dit keer maar kort te wachten op de aansluiting naar Bad Driburg. Geen verrassingen meer op dit stuk. Om halfvier leg ik mijn rugzak in de hete auto. De autorit van 310 km naar huis gaan ruim sneller dan de vierenhalf uur die ik nodig had voor 72 km met de trein. Niet zo gek dat Duitsland een autoland is.
Hermannsdenkmal bij Detmold
Terugkijkend op de afgelopen drie dagen op de Eggeweg was het plezierig lopen, hoewel ik de Hermannsweg van de Hermannshöhen afwisselender vind. Maar ondanks dat en ondanks de treinreis heb ik toch weer lekker gewandeld. Gewandeld in de warmte. Een warmte die duidelijk meer energie kost dan met normale temperaturen. Maar wat is tegenwoordig een normale temperatuur? Hopelijk is Italië een beetje afgekoeld als ik in augustus de Alpe Adria Trail wil afronden. Tot dan.

Dit totaalverslag is afgerond


Geen opmerkingen:

Een reactie posten