Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

vrijdag 23 februari 2024

Romeinse Limespad: wandelen van Bodegraven via Zwammerdam naar Alphen aan de Rijn

 Wandelen onder water

Maandag 19 februari 2024
16 kilometer
Frank staat bijna onder water, vlak voor gemaal Bulaeus
Wandelen onder water
Vanaf Papekop naar Bodegraven en verder via Zwammerdam naar Alphen aan de Rijn loop je hele stukken virtueel onder water. Niet als een zombie. Nee, als een Nederlander die niet beter weet en met kinderlijk vertrouwen langs smalle dijkjes voortkuiert. Vandaag langs De Vliet bij Bodegraven was het tastbaar hoe tegennatuurlijk ons land vooral in het westen is opgebouwd. En vervolgens is weggezakt. 

Alsof het de gewoonste zaak is passeren we eerst een klein elektrisch gemaal. Pas als je er op let zie je aan de instroom op De Vliet dat er water vanuit de Polder Reeuwijk omhoog gepompt wordt op de weg naar de Oude Rijn en uiteindelijk terug naar zee. Met Frank naast de smalle kade zie je op de foto dat hij nog net zonder watertrappelen zijn hoofd boven het niveau van De Vliet houdt. Knap. 
gemaal Bulaeus van binnen
Even verder loeren we naar binnen door de ramen van gemaalgebouw Bulaeus. Dit oorspronkelijk door stoom aangedreven gemaal is gebouwd in 1892 op de plaats waar daarvoor al twee molens stonden. Tegenwoordig drijven dieselmotoren het schoepenrad aan dat het water 1.80 m omhoog maalt vanuit de polder naar De Vliet. Bij veel wateraanbod wordt het gemaal nog steeds gebruikt. Er komt geen mens meer aan te pas. De bemaling is geheel automatisch lees ik. Als het digitaal gebeurt hoop ik dat het wel cyberproof is. Maar wat is echt cyberproof?

Drassige veenweides
Om bij gemaal Bulaeus te komen hebben we al een kilometer meer gewandeld dan berekend. Vijfhonderd meter na het verlaten van het station gaat Frank abrupt terug in zijn korte termijngeheugen en ziet in die beelden dat we niet hebben uitgecheckt. Met zo'n talent moet je oppassen dat je geen minister-president wordt. In ieder geval mooi dat hij het nog op tijd beseft en ons behoedt voor extra kosten. Om automatische afboekingen en verder administratief geklungel te voorkomen lopen wij dus weer terug naar het station. Fantastisch, de eerste kilometer op de teller en nog steeds op het beginpunt.
Nederlands voetpad drijvend op het water
Buiten Bodegraven leidt de route ons naar de Vlietkade. Daar staat een rijtje huizen aan De Vliet met voor het huis een wandelpad en ruimte voor een picknickbank aan het water. Voor auto's is geen ruimte. Als bewoner moet je van wandelen en fietsen houden. Aan het einde van de huizenrij duikt het pad letterlijk onder de spoorlijn Utrecht-Leiden. Door een kunststoffen badkuip drijvend op het water loop je onder de rails naar de andere kant. Mooi bedacht.
Die truc is honderd meter verder bij de drukke N-11 niet meer mogelijk omdat het betonnen viaduct maar een kleine meter boven de De Vliet is gelegd. Wij mogen via een aparte binnendijkse doorgang en lopen gescheiden door een smalle dijk duidelijk lager dan het wateroppervlak onder de weg door.
even bij gemaal Bulaeus naar binnen loeren
Na gemaal Bulaeus worden we aan alle kanten door de weides van Polder Reeuwijk omgeven. Het verkeer op de Hoogdoornlaan laat je niet alleen aan de linkerkant van het asfalt lopen, maar soms ook in de linker berm. Wij houden de Wonnewetering aan onze linkerhand en bereiken via de Warmoeskade de Dammekade, allemaal grenzen van oude veenontginningen. Groen tot aan de horizon.
Dammekade
Op de Dammekade loopt het vandaag soepel over een asfaltfietspad zonder fietsers. Om het vervolg van de kade te bereiken worden we via een onduidelijk stukje natuurgebied om een paar boerderijen heen geleid. Dat klinkt eenvoudig, maar over deze weides doordrenkt met vocht is dat aardig inspannend. Al wegzakkend en wegglijdend rommelen we in de richting van een loopplank. Dat is slechts een tijdelijke opluchting. Het tweede weiland is steviger, maar de kleiige bovenlaag dwingt tot behoedzaam stappen. Frank's lichte zomerwandelbroek is iets te optimistisch gekozen. Langzaam verandert de onderkant in een camouflagebroek. Leuk zo'n stukje onverhard. Vooral in de zomer.
Zwammerdam
De binnenkomst langs een afbraakbuitenwijk van Zwammerdam is weinig glorieus en wordt alleen opgeschrikt door een toeterende dame die de kracht van haar claxon onderschat. Dat krijg je als vanuit de vrijheid van een weiland gewoon midden op de weg blijft lopen. Pas bij de buitenrand van de oude kern valt er weer te genieten van karakteristieke panden zoals van bakker Blom. Mooi brood uit een mooi pand.
Frank wijst op een bank voor een broodnodige rust. Ik weet hem te overtuigen nog even door te lopen. Had ik beter niet kunnen doen. Het horecateken op mijn kaart geeft een onzeker vooruitzicht op een comfortabele rust. Zal zo'n tent in februari op maandag open zijn? Tijdens onze zoektocht zien we daardoor wel enige aardige straten rondom de kerk maar geen geopend café. Je bent zo wel snel zonder cultuurschok door Zwammerdam. 
Oude Rijn
Hoe het in de tijd van de Romeinen is geweest weten we uit de gids. Er lag hier toen het fort Nigrum Pullum. Met boomstamkano's en platbodems deden ze in die tijd het fort aan. Verschillende van de scheepjes zijn rond Zwammerdam opgegraven. Daar zijn ze trots op.
Oude Rijn vanaf de Zwammerdamse brug
Ons vizier staat op doorlopen. We vergeten dat we op het Romeinse grenspad lopen, steken de Zwammerdamsebrug over, negeren de oefentoestellen in het Calisthenics park en omtrekken een negentiende-eeuws bedrijvenstraatje om Zwammerdam achter ons te laten. Buiten de bebouwde kom herstellen we het contact met de Oude Rijn. 
Het oriënteren langs deze Romeinse grensrivier is nog steeds makkelijk: hou de rivier aan je linkerhand tot het volgende viaduct. Daar een korte omtrekking en via een ander viaduct de passage van het Aarkanaal en weer verder langs de Oude Rijn tot de volgende brug midden in Alpen aan de Rijn. En hup je bent zes kilometer verder.
Nog opvallende zaken tussen Zwammerdam en het eerste viaduct? Euh, jawel. Na ruim tien kilometer onze enige korte openluchtrust op een vlonder, verder de schaatser bij de Zwammerdamse IJsbaan en de opvallende oude boerderijen met hun kleine neven-kopieën voor opa en oma.
Tussendoor loop ik nog even terug voor een foto van een oer-Hollandse molengang met op de achtergrond Aarlanderveen Molen nr. 3 waar je ook weer goed ziet hoe groot het niveauverschil tussen de polder en de afvoerwetering is. 
Na het Aarkanaal met aan de overkant de opvallende hefbrug over de Gouwe gaat het verder over het jaagpad. Aan de overkant houdt korenmolen de Eendracht ons in de gaten.
Langzaam trekken we Alphen aan de Rijn binnen en neemt de kunstzinnigheid toe met self-made versieringen die je een moment laten inhouden en glimlachen.
Op commando van een oude Germaan verlaten we het Romeinse Limespad en verleggen onze koers naar het station voor een finale  koffierust bij de 'Stations Huiskamer' in afwachting van de sprinter naar huis. In allebei kunnen we zitten. Niet verkeerd na 16 kilometer.
Al met al geen schokkende wandeling. Misschien beter geschikt voor de lente en de zomer met meer gelegenheden en tijd voor een rust en voor een bezoek aan de oudheidkundige vondsten bij Zwammerdam. Wij komen zeker terug in Alphen, maar dan om verder te lopen naar Leiden. Kijken wat die Romeinen daar hebben achtergelaten.

Zie al mijn wandelingen in Nederland 

woensdag 14 februari 2024

Pionierspad: wandelen van bushalte Sloefweg Ens via Schokland naar Rivierduinweg Swifterbant

 Schok

Zaterdag 10 februari 2024
23 + 3 + 1 = 27 kilometer

Schok
Vol schok zit deze wandeling. Land, haven, bos, de terugreis, alles met een schok. De heenreis met openbaar vervoer klopt nog tot op de minuut. Met een slingerbeweging via Amersfoort, Zwolle en Kampen naar de gemeente Ens in de Noordoostpolder om na anderhalf uur uit te stappen bij de bushalte Ens-Sloefweg. En ineens sta je buiten in de vlakte van de polder. Of toch niet? Na anderhalve kilometer zie ik vaag aan de horizon een lichte heuvel met in de ochtendzon het silhouet van twee huizen.
Oude Haven
Duizend stappen verder bereik ik de toegang naar de bult. Daar toont een informatiebord mij dat ik de noordelijkste rand van het voormalige eiland Schokland heb bereikt en dat bij die verhoging in het landschap de Oude Haven moet liggen. We gaan het bekijken.
Apart om tien minuten later naar een grote kuil met afmeerpalen te kijken, ooit de haven van Schokland. Een zielige ondiepe plas met water doet nog een poging om de fantasie te helpen.
In 1839 is de oorspronkelijke haven aangelegd. Er was toen blijkbaar nog vertrouwen in het eiland Schokland, maar twintig jaar later wordt het eiland op gezag van Koning Willem III ontruimd. De armoede en het overstromingsgevaar waren te groot en het onderhoud van het eiland kostte teveel.
Dat de haven na de ontruiming wel werd onderhouden is te danken aan ene Willem Jan Schuttevaer die succesvol pleitte voor het behoud van de haven voor de Zuiderzeevaart. Zo konden de schippers hier bij slecht weer beschutting tegen de harde westenwind zoeken. Verder werd er vis verhandeld. Tussen 1915 en 1932 stond hier bij de haven zelfs nog een visafslag.
de oude haven van Schokland met links de lichtwachterswoning en rechts het misthoornhuisje
Na die ontruiming van Schokland in 1859 bleven er een paar mensen op het eiland achter om te zorgen voor de haven en de vuurtorens. In 1901 werd bij de haven door Rijkswaterstaat een woning voor de lichtwachter gebouwd.
lichtwachterswoning met replica vuurtoren
In 1921 werd nabij deze woning een tweede gebouwtje neergezet. Hierin werd de misthoorn bediend, het misthoornhuisje.
Na de drooglegging van de Noordoostpolder werd de misthoorn overbodig en ontmanteld. Dat waren andere tijden als je leest dat in de beginjaren van de Noordoostpolder dit kleine gebouwtje werd bewoont door een compleet gezin. Of is dat inmiddels met de huidige 'woningnood' ook weer een optie? Uiteindelijk kijk je nu ook niet meer naar de oorspronkelijke haven maar naar een replica. In 2004 is de haven namelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht.
voor de belangstellende toerist zijn er op de verschillende terpen
  beeldjes met audio-uitleg neergezet
Schokkerbos
Via een oud klinkerpaadje laat ik de haven achter me en begin aan de verdere verkenning van het eiland. De route brengt me even later bij het Schokkerbos waar borden koffie aankondigen bij het bezoekerscentrum De Gesteentetuin. Stenen uit de gletsjertijd liggen er genoeg, maar voor koffie ben ik te vroeg. Doorlopen maar.
Bezoekerscentrum De Gesteentetuin
Van de stenen uit de gletsjertijd ben ik niet echt verbouwereerd. Na de nieuwe kennis over de Swifterbantcultuur tijdens mijn vorige wandeling sta ik er niet meer verbaasd van dat Schokland al lang voor de eilandwording een bewoonde keileemstuw- en duinwal was in het oude uitstroomgebied van de IJssel en de Vecht. Verder vertelt Wikipedia dat er in de prehistorie in dat gebied een groot dik veengebied is ontstaan dat pas in de vroege Middeleeuwen door ontveening en zeespiegelstijging is weggeslagen, de latere Zuiderzee.
Zo wordt Schokland steeds meer door water omringd. 
Vanaf de 12de eeuw wonen de bewoners van Schokland op door de mens gemaakte terpen: Zuidpunt, Zuidert, Middelbuurt en Emmeloord. Bij hoog water of een stormvloed zijn deze heuvels de enige veilige plekken op het eiland. Pas in de 15e eeuw wordt het schiereiland een eiland. Rond 1800 is Schokland nog maar vier kilometer lang en maximaal 500 meter breed. Op een informatiebord lees ik dat de boeren zich door de verder stijgende zeespiegel steeds meer moeten terugtrekken op de hogere terpen en ten slotte het boeren grotendeels moeten opgeven en zich gaan toeleggen op de visvangst. 
Na wat slingers door het drassige Schokkerbos bereik ik opnieuw de oostkant van het langwerpige bos. De route vervolgt langs de bosrand en in de verte zie ik vlaggen. Dat moet het restaurant zijn dat op mijn kaart met een koffiekopje wordt aangegeven. Het tempo blijft prima met dit vooruitzicht van een eerste pauze na zeven kilometer.
Terp Middelbuurt
Middelbuurt
Over een drassig weiland nader ik de Terp Middelbuurt. Vanuit de verte lijkt het op de huisjes van Marken, mooi in verschillende kleuren geschilderd. Dichterbij ziet er er wel bijna nieuw uit zo strak staat het erbij. Dat klopt ook want in de jaren tachtig zijn deze huizen geplaatst in Zuiderzeestijl waarin zich nu het Museum Schokland en een restaurant bevinden. Alleen de Enserkerk uit 1834 en een van de schuren zijn nog origineel. Toch geeft het een goed beeld hoe de 'Schokkers' net als op Marken opeengeklit hebben geleefd. 
In de betere tijden van Schokland woonden er ongeveer 650 mensen op het eiland. Wel verdeeld over twee helften, want zelfs op zo'n klein eiland was er religieuze scheiding. Op het noordelijk deel lag het katholieke Emmeloord. In de middeleeuwen eigendom van de roofridders van Kuinre, vanaf 1660 samen met Urk gekocht door Amsterdam en zo behorend tot Noord-Holland. Op het zuidelijke deel lag Ens met de woonterpen Middelbuurt en De Zuidert. Voornamelijk protestant en eigendom van Overijssel. Bij de ontruiming in 1859 'verhuizen' de toen 635 Schokkers naar naar de vaste wal: de protestanten in de omgeving van Kampen en de katholieken richting Vollenhove. 
Eerst maar even bijkomen van deze kennis met een cappuccino met appelgebak.
Naar de Zuidpunt
Met een laatste blik op de kerk achter het museumtourniquet verlaat ik de terp Middelbuurt en begin aan het tussenstuk naar de volgende terp, De Zuydert. Dat gaat 'buitendijks' op een iets verhoogd pad tussen wijde plassen. Sinds 1995 is de waterstand hier met opzet verhoogd om het verder verzakken van Schokland tegen te gaan. Na de drooglegging van de Noordoostpolder was al het water rond Schokland verdwenen en klinkte de veenbodem nog meer in. Sindsdien is het oppervlak op sommige plaatsen met anderhalve meter gezakt!
laatste blik terug richting de kerk van de Middelbuurt
omgeven door een hoge palissade
achter de bomen de volgende terp, De Zuydert
Op de terp De Zuydert geen nieuwe huisjes. Om het idee van eertijdse bewoning zichtbaar te maken wel een skelet van een huisje met ook weer een beeld met een waterpeil en audio-uitleg.
Onderweg naar De Zuidpunt passeer ik verschillende pogingen om het oude Schokland en de Schokkers beeld te geven. Onder andere enkele houten figuren met de beeltenis van een oude bewoner.
Bomenrijen bakenen de oude kustlijn en begeleiden mij naar de Zuidpunt. Hier liggen het fundament van de oude kerk van Ens en een vuurplaat. En natuurlijk ook weer een typerend beeld voor uitleg.
terp De Zuidpunt
fundament van de oude kerk van Ens
Lang blijf ik niet meer rondkijken op het eiland. Nog een foto met aan beide zijden de bomenrijen langs de voormalige kustlijn en ik daal enkele meters af om Schokland echt te verlaten. Mooi om zo al wandelend terug te duiken in een voor mij onbekende geschiedenis.
een laatste blik over het eiland in noordelijke richting
Ramsdijk
Het eiland voorbij gaan de kilometers strakker en sneller. Eerst nog een stukje om bij de hoge polderdijk te komen. De temperatuur stijgt door mijn snelheid beeld ik mij in. Het kan ook zijn dat het voorjaar wordt. De natuur voelt dat en narcissen geven fleur aan de nog kale bomenrij. Welke mensen plantten deze bloembollen? Lokale liefhebbers van kleur, van tekenen van een nieuw jaar? Omringend door de nog droge rietstengels zijn het mooie boeketjes. 
achter de dijk moet het Ketelmeer liggen
Achter de Ramsdijk ligt niet alleen het Ketelmeer. Kaarsrecht langs de dijk loopt ook een afgeschermde vaargeul om de binnenvaart te beschermen tegen hoge golfslag bij westenwind, het Ramsdiep.
op de voorgrond het Ramsdiep, erachter het Ketelmeer
Vandaag is het lekker windstil. En hoewel de zon zich niet meer laat zien is het helder genoeg om twee kilometer verder langs de dijk al de contouren van Schokkerhaven te ontwaren. Dat wordt mijn volgende horeca-rustplek, denk ik, hoop ik. Nog even doorlopen.
De Ramsdijk met in de verte de uitstulping van Schokkerhaven
Schokkerhaven
Schokkerhaven? Waar ligt dat nu weer? Ik weet het nu omdat ik het in de verte zie liggen. Maar gisteren wist ik het nog niet. Hieronder een grove schets van de wandeling met de verschillende plekken waar ik langs getoerd ben en de ligging van Schokkerhaven.
Een grove schets van de wandeling. Volg de rode lijn.
Ongeveer halverwege ligt Schokkerhaven aan het Ketelmeer
Schokkerhaven was ook al niet wat ik dacht. Niet alleen een jachthaven, maar zelfs een kleine wijk rond de jachthaven. Zelf noemen ze het een buurtschap met in totaal 49 woningen. Hoewel de naam is afgeleid van Schokland is deze haven ooit begonnen als een overslag- en werkhaven van Rijkswaterstaat. Na afstoting in de negentiger jaren is hier een mooi woonproject aan het water uitgevoerd. Voor mij is het beste gebouw restaurant Pier-16 waar ik voor een tweede rust overga op een broodje kroket. Het zit hier aangenamer dan op een harde bank zoals in de kou drie weken geleden.
twintig minuten later krijgt Schokkerhaven meer vorm
Strak en lang
Als ik het restaurant verlaat en over de Zuidermeerdijk in de richting van de Ketelbrug kijk zie ik veel rechte dijk en nog niet eens de aftekening van een brug. Dat is een flink stuk rechtuit. Op de kaart ruim zes kilometer. Met het oog gaat het sneller dan te voet.
aan het eind van de dijk moet de Ketelbrug liggen
Misschien hebben de routeplanners daarom een uitstap het binnenland in bedacht van totaal drie kilometer voordat je weer terugkomt op de Zuidermeerdijk. Meer reden heb ik niet kunnen ontdekken voor deze extra kilometers of ik heb iets gemist. Dan maar een selfie.
Terug op de Zuidermeerdijk resteert er nog vier kilometer naar de brug die nu langzaam in beeld komt. Het is vooral gewoon doorlopen. Daarom maar een paar sfeerbeelden. Sommige foto's zelfs met een toren van het einddoel Swifterbant al zichtbaar aan de overkant. Maar dat is nog zeker tien kilometer.
aan de overkant ligt Swifterbant
 in de verte vage contouren van de Ketelbrug
het volgende richtpunt is de hoogspanningslijn
Laatste kilometers op het Pionierspad
Even het water over is hier 1400 meter wandelen. Toch is er op de Ketelbrug meer afleiding dan langs de dijk. Het verkeer raast voorbij over de vierbaans A6 en op de parallelweg zonder specifieke wandelstrook is het opletten dat de auto's je zien. Dat is het geval en het valt op hoe keurig de auto's voor zo'n apart wandelwezen uitwijken en mij met ruime afstand passeren.
Op de brug valt nog meer op hoeveel windmolens er langs het water en tegenwoordig ook vooral in het water worden gebouwd. Hele rijen tekenen zich af in het IJsselmeer, parallel aan de dijk van Oost-Flevoland. Aan sommige wordt nog hard gewerkt.
de karakteristiek windmolens op de Zuidermeerdijk richting Urk 
molens voor de kust van Oost-Flevoland
Aan de zuidwest kant van de Ketelbrug duikt het Pionierspad het Kamperhoekbos in. Uit de informatie van de vorige wandeling had ik begrepen dat hier ook prehistorische graven zijn gevonden. Wellicht is dat in een ander deel van het bos, maar mijn route slingert zich springend over plassen naar de Visvijverweg zonder ancient encounters.
Laatste wandelkilometers naar, in en uit Swifterbant
Bij de Visvijverweg verlaat ik het Pionierspad op weg naar de dichtstbijzijnde bushalte in Swifterbant waar in het weekend ook bussen langs komen. Nog drie kilometer. Die gaan voornamelijk over de lange Beverweg die ik nog ken van drie weken geleden. Volgens Google Maps zal ik voor de eerstvolgende bus niet op tijd komen. Acht minuten kom ik tekort en die zal ik naar mijn inschatting niet goed maken met stukjes hardlopen na 23 km wandelen. Dus met een gewoon tempo doorwandelen. Om met het voorjaar in het hoofd deze wandeldag af te sluiten heeft iemand ooit sneeuwklokjes in de berm geplant. Als goed stinzenplant staat de hele berm er nu vol van. Prachtig.
Na het passeren van de ingang van Swifterbant bij de trots verbouwde Albert Heijn dring ik door richting de Lange Streek. Ik heb blijkbaar sneller gewandeld dan Google Maps toestaat, want 200 meter voor de bushalte zie ik de bus wegrijden. Had ik toch maar wat stukken hardgelopen. Maar geen probleem, nu een half uur lekker uitrusten op het metalen bankje van het bushokje. Zelfgekozen luxe kent geen tijd. Aan het schema verandert verder niets, want dit wordt mijn oorspronkelijk al geplande bus richting Station Dronten.

Geen probleem. Relax. Ach laat ik eens op mijn OV-planner kijken, ik heb toch niks te doen. He! Voor de eerstvolgende twee bussen is het reisadvies gecanceld. Nog even nadenken leidt toch tot de conclusie dat ik hier niet een half uur moet wachten, maar bijna anderhalf uur, van tien voor halfvijf tot kwart voor zes. Lekker dom hier wachten. Straks zit ik hier in het donker. Toch nog een afsluitende schok.

Het idee van liften ontspruit. Maar in deze dorpsstraat valt weinig te liften. Van mijn Google Maps verkenning weet ik dat er buiten Swifterbant een bushalte langs de drukke weg naar Dronten ligt. Rugzakje omhangen en weer ruim een kilometer wandelen. Nu is het nog licht en dan heb je nog kans op een lift. Gelukkig, na tien minuten liften stopt een aardige mevrouw die mij zelfs zeven kilometer verder naast het station van Dronten afzet. Ik ben er oprecht blij mee en herhaal dat enkele keren. 

Het blijft pionieren op dit pad, maar ruim tien uur na vertrek sta ik met 27 wandelkilometers in de benen en met een lading Schoklandkennis weer thuis voor de deur. Nu even uitrusten.


Zie al mijn wandelingen in Nederland