Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

Verslag kennismaking Cape Wrath Trail Schotland 2024

Kennismaking 
Cape Wrath Trail

Schotland 2024

woensdag 1 mei 2024
Aankondiging

Cape Wrath Lighthouse (van website Cape Wrath Minibus)

Pad zonder pijlen


Cape Wrath Trail?
Cape Wat Trail? Nee, Cape Wrath Trail. Vier jaar geleden had ik er ook nog nooit van gehoord. Toen begon ik net aan de Alpe Adria Trail in Oostenrijk. Misschien heb ik toen gegoogeld op het woord 'trail' en kwam ik uit bij de Cape Wrath Trail. In ieder geval was mijn interesse direct gewekt, want dit is geen gewoon wandelpad. Het joeg wel enige vrees aan bij het lezen van de uitdagingen. Duidelijk anders en minder luxe dan de wandelingen in Oostenrijk met de regelmatige berghutten en een glas drank onderweg.
Eerste indrukken
Eén kwalificatie wordt in vrijwel elk blog dat ik lees gekopieerd uit de meest aangeprezen gids van Iain Harper: 'de Cape Wrath Trail is de zwaarste langeafstandswandeling van Groot-Brittannië'. In alle blogs en verhalen wordt zowel met ontzag als met bewondering over het afwisselende ruige landschap geschreven.

De trail loopt van Fort William naar de afgelegen vuurtoren van Cape Wrath. De afstand van de hele route varieert en lijkt soms afhankelijk van de verteltrant van de blogschrijvers. Harper spreekt over 230 miles (370 km) terwijl ik op een ander blog 280 miles lees. Beide zijn mogelijk, want de trail volgt geen officieel vastgestelde route en is niet bewijzerd. Je kunt hem dus net zo lang maken als je wilt. Zeker als je de weg kwijt raakt op een aantal plekken waar geen paden zijn.
Je trekt door het afgelegen noordwesten van Schotland in een bergachtig landschap met de bekende boomloze hellingen en glooiingen. De route is uitdagend omdat het veel door drassig terrein gaat. Ook moeten regelmatig beken worden doorwaad. Maar de grootste uitdaging wordt het weer genoemd. De vraag is niet of het gaat regenen, maar wanneer, hoe lang en hoe hard. Het drooghouden van schoenen wordt al bij voorbaat onbegonnen werk genoemd. Waterproof-sokken worden aanbevolen. Verder kan het ook aardig waaien. 

Om al deze eigenschappen raadt Harper de trail niet aan voor minder ervaren wandelaars. Je moet een goede conditie hebben, niet terneergeslagen raken van nattigheid en goed kunnen navigeren. Dat laatste vooral met kaart en kompas, omdat blijkbaar niet overal internetontvangst is gegarandeerd. Kortom het lijkt mij wel wat.

Achtergrondinformatie
Naar wat ik lees is David Paterson in 1996 de pionier, of een van de pioniers geweest, die deze route hebben uitgeprobeerd. Op basis van Paterson's schets hebben anderen in de jaren daarna meer bekendheid gegeven aan deze 'wandeling'. Tot op heden is er geen officieel erkende route, maar de meeste lopers gebruiken de route die afgedrukt is in Iain Harpers gids van de Cicerone Press. Maar op de Harvey-kaart zie ik dat de afgedrukte route alweer verschilt van die van Harper.

De vraag hoeveel dagen je nodig hebt is sowieso al persoonsgebonden, maar bij de Cape Wrath Trail wordt een ruime marge aangehouden van minimaal 10/12 dagen tot 22/28 dagen. De tiendagen lopers zien heel veel, vooral kilometers. Ze lopen zich suf en zijn meer met een prestatietocht bezig. Ze hebben nauwelijks bagage bij zich en zijn erg afhankelijk van zogenaamde bothies, een soort onbemande primitieve berghuisjes, soms voormalige herdershutten of boerderijtjes. Ik wil daar niet van afhankelijk zijn en neem mijn tent mee. Er mag vrij gekampeerd worden.
Cape Wrath Trail kaart uit de Cicerone gids van Iain Harper
Mijn route dit jaar
Ik zal niet bij de 'runners' horen. Echter, 22 dagen is een lange periode. Daarnaast moet ik nog afwachten of de route binnen mijn fysieke vermogens valt. Daarom heb ik voor een tweejaars-aanpak gekozen. Dit jaar wil ik zeven dagen over de meest gebruikelijke startroute lopen van Fort William via Glenfinnan naar Shielbridge. Van daar zal ik in ongeveer zes dagen de alternatieve startroute in omgekeerde richting aflopen via Cluanie, Invergarry en de Great Glen terug naar Fort William. Totaal ongeveer 220 kilometer.
Dit alles eind mei-begin juni, omdat daarna de beruchte midges, kleine agressieve steekmuggen, volop in de aanval gaan. Tijdens mijn West Highland Way in 2007 heb ik daar voldoende onder geleden om deze aanbeveling volledig ter harte te nemen. Bovendien zijn dit de maanden met verhoudingsgewijs de minste regen en het meeste daglicht. 
Nadeel kan zijn dat de enkele B&B's en hotels op de route in die periode geen kamers hebben. Nog een reden om een tent mee te nemen. Verder gaat er voor zeven dagen eten mee, in de verwachting dat ik de overige dagen ergens in een vorm van horeca kan eten en in een enkel winkeltje mijn voorraad kan aanvullen.
De all weather Harvey-kaart zal mijn houvast zijn om mijn etappeplanning te volgen. De ervaring leert dat deze planning niet altijd uitkomt. Slecht weer, een blessure, of positief, een hoger tempo dan gedacht, er gebeurt ongetwijfeld iets wat het een avontuur maakt. Het schema is slechts een richtlijn. De werkelijkheid zal anders zijn, dat is zeker. Een ingeplande reservedag en improviseren zullen dit indien nodig moeten opvangen. 
De waterproof-sokken zijn al toegevoegd aan de uitrusting. Dus na nog wat extra trainen in april en begin mei kunnen we er vanaf 21 mei tegen aan. In juni zal ik vertellen hoe de werkelijkheid er uit zag. Ik ben benieuwd!



Heenreis

21 mei 2024

Vertrekontwrichting
"Vannacht is de KLM-vlucht naar Glasgow uit voorzorg teruggekeerd naar Schiphol". Dit nieuwsbericht komt mijn hoofd binnen als ik na een toiletbezoek om kwart over twee 's nachts even mijn 'oortjes' in doe. Waarom moet ik dit nu weer net horen? Snel uit die oortjes. Hopelijk levert het geen problemen op voor mijn vlucht die om 08.00 vertrekt naar Glasgow. Of is het nu al 'zou vertrekken'?

Afscheid
Als 'calculated risk' heb ik ervan afgezien om nog vroeger te vertrekken om te voldoen aan de geadviseerde twee uur voor vertrek op Schiphol te zijn. Dan zou ik al om 04.49 uur in de trein moeten zitten. Het moet toch ook mogelijk zijn om binnen anderhalf uur mijn rugzak af te geven en de security check te passeren. Maar ook met de keuze voor een trein later sta ik om 04.15 uur op. Verder dan een kop thee kom ik niet. Judith blijft nog even liggen tot ik haar weer wakker maak. Snel nog de laatste spullen in de rugzak. Laat deze reis beginnen. Een reisdag is voor mij altijd een dag met spanning. Kloppen alle tevoren zo makkelijk bedachte stappen naar het eindpunt?
station Amersfoort, 's morgens vroeg
Amersfoort is op dit vroege uur zo verlaten dat we vijftien minuten voor vertrek al bij het station zijn. Een beetje dom wachten in de auto en daarna dom op het perron. Judith gaat gelukkig mee naar het perron en blijft wachten tot de trein echt vertrekt. 05.28 uur, nog één minuut, vier afscheidskussen, een zwaai door het raam en de trein rijdt. Horde één genomen.
Overstappen in Weesp geen probleem, inchecken rugzak conform plan, voor zeven uur door de veiligheidscontrole. Op naar de gate, tijd voor mijn lunchpakket. Rust.
Wachten
De Koreaan naast me in het vliegtuig vraagt via Google translate of ik op een 'whisky trip' ga. Daar had ik nog niet aan gedacht in mijn wandelbroek. Zo denkt ieder vanuit zijn eigen achtergrond, hij als barman uit Seoul en ik als wandelaar uit Hoevelaken.
Wachten op de bus is ook een hobby tijdens een reisdag. Nadat ik mijn rugzak terug heb op Glasgow Airport en vierhonderd Engelse ponden na twee pogingen uit de ATM, de geldautomaat, weet te ontfutselen begint mijn uur wachten op de bus die om 10.22 uur lokale tijd zou moeten verschijnen. Eerst maar even mijn horloge een uur vroeger zetten. 
Mijn medewachtenden denken dat het druk is in de stad als we om 10.42 uur nog steeds verwachtingsvol naar de ingang van het busstation kijken. Vijfentwintig minuten te laat verschijnt er een super-de-lux bus van Scottish Citylink waarin ik mee mag. Bijna drie uur voor honderdzestig kilometer. Ik zit, rijden maar.
Voor de rest mag ik niet klagen. Tijdens het wachten op de bus zat ik naast een mevrouw die vanochtend met het vliegtuig uit Canada was aangekomen. Ze zat er al vanaf zeven uur te wachten op de bus naar Oban, ongeveer honderd kilometer ten noordwesten van Glasgow. Om zeven uur vanochtend zat ik nog in Nederland. Haar bus gaat even over elf. Meer dan vier uur wachten! Ze moet die bus ook niet missen, want volgens haar gaat er maar één per dag. Het vliegen vanuit Canada gaat bijna sneller dan die laatste honderd kilometer met de bus.
Loch Linnhe bij Fort William
Fort William
Genietend van het landschap laat ik mij tussen de groene heuvels naar het noorden rijden. Laat Fort William maar komen. Geheel in stijl komen we ook bijna een half uur te laat in Fort William aan bij het busstation. Dat kan ook niet anders want tijd goed maken tijdens de busrit zit er niet in. De doorgaande tweebaans A82 is hier en daar zo smal dat de bus bij een naderende vrachtauto flink af moet remmen en de berm een klein beetje platter maakt. Mij maakt het niet uit dat we te laat zijn. Ik ben nog steeds te vroeg om in te checken bij mijn one-night hotel Ossians in de Highstreet.
Ossians Hotel op de tweede en derde etage.
De ingang zit ingeklemd tussen de lichtblauwe en gele winkel
De zestigjarige receptioniste is echter soepel en laat mij al om twee uur toe. Net als andere gevels in de Highstreet zie je ook aan de voorzijde van hotel Ossians dat de tijd alles slijt. Laten we zeggen dat het waardig gedateerd is. Ondanks enkelglas ramen en de museale uitrusting van mijn kamer heeft het sfeer. Ik ben er blij mee. Rugzak uitpakken, wandelstokken eruit en inhoud herschikken.
gang naar mijn kamer
Middagopdrachten
Een aanreisdag eindigt niet zonder aanvullende aankopen voor de trektocht. Zaken die niet mee mogen in het vliegtuig. Een gastankje voor mijn brandertje is snel gevonden bij een outdoorshop die ik thuis al op Google maps heb verkend. Daarna naar supermarkt Tesco voor cheddar kaas in apart verpakte plakken waardoor ze langer goed blijven. Die kaas gaat de komende dagen als lunch op de plakken Fries roggebrood van Bolletje. Dat bakje zit al in de rugzak. Roggebrood geeft veel energie en neemt minder ruimte in dan gewoon brood.
Hier bij Tesco ga ik door met een impulsaankoop chocolate cookies en een blik cola voor nu en een verpakt lunchpakket voor morgen. Alles binnen een halfuur geregeld. Tijd om Judith te bellen, een update te geven en te horen hoe schoon het huis is gemaakt sinds mijn vertrek. Aansluitend verken ik de route van het hotel naar de vertrekpier van de ferry naar de andere kant van Loch Linnhe bij het gehucht Camusnagaul. Daar begint het morgen.
de hele CWT-route loopt van Fort William via Glenfinnan en Morvich naar
eindpunt Cape Wrath Lighthouse
er is een alternatieve startroute vanuit Fort William via Invergarry naar Morvich
Mijn trektochtplan
Zoals al beschreven in mijn blog van 1 mei met de uitleg en karakter van de hele Cape Wrath Trail (CWT) loopt deze niet bewijzerde trail van Fort William naar de vuurtoren bij Cape Wrath over ongeveer 370 km door het afgelegen noordwesten van Schotland. Omdat ik nog geen goede inschatting heb of deze onderneming binnen mijn fysieke vermogens valt heb ik gekozen voor een bescheiden benadering: over de westelijke startroute van de Cape Wrath Trail (CWT) naar mijn keerpunt Morvich en over de alternatieve startroute van de CWT via Invergarry terug naar Fort William. Plusminus 220 kilometer.
mijn plan: over de westelijke startroute van de Cape Wrath Trail (CWT)
naar Morvich en terug over de alternatieve startroute van de CWT via Invergarry naar Fort William
Zo wil ik morgen naar het alleenstaande huisje Corrlarach, ongeveer zeventien kilometer zuidwest van Fort William. Corrlarach is een bothy, spreek uit bottie. Dat zijn onbemande huisjes met houten slaaprekken zonder matras. In de hoop dat ik de komende tijd ook kom op locaties met een telefoonnetwerk heb ik Judith een schets van de route gegeven zodat ze mijn vorderingen langs al die plaatsnamen kan volgen. Het is de schets van mijn planning. Hoe het echt zal worden zie ik wel.
het plantsoen The Parade met enkele oude gebouwen, gedenktekens en standbeelden
Hernieuwde kennismaking
Na wat diep nadenken op mijn bed besluit ik tegen vijven een rondwandeling door het centrum van Fort William te maken. Ogenschijnlijk lijkt het dorp niet veel veranderd na mijn laatste bezoek in 2007 na de beëindiging van de West Highland WayHoewel het net zo veel inwoners telt als mijn eigen dorp heeft Fort William een meer stadse uitstraling. In Highstreet is het druk met toeristen. Het is dan ook een van de meest populaire vakantiebestemmingen in Schotland vanwege de vele actieve mogelijkheden. Vooral is Fort William bekend door de ligging naast de Ben Nevis, de hoogste berg van Groot-Brittannië. Volgens de advertenties vind je hier veel kilometers aan wandelpaden en ook mountainbikers kunnen hier hun hart ophalen.
Saint Andrew Church aan Highstreet
Fort William heeft een uitgestrekte bebouwde kom met in het centrum veel ouderwetse gebouwen. Het heeft een eigen treinstation en biedt tientallen overnachtingsmogelijkheden, restaurants en winkels. Na een uur besluit ik een van die restaurants te proberen. Niet de overvolle in Highstreet, maar net een straat verder in de bar van het Imperial Hotel.
Met een draaiende tv vijftig centimeter boven mijn hoofd weet ik toch te genieten van mijn pizza Roma, typisch Schots. Als ik straks hier weg ga ben ik echt klaar voor morgen. Alleen nog wat lezen en twaalf uur slapen, want de ferry gaat om halfelf. Mijn tevredenheid over deze reisdag wordt boven mijn hoofd getemperd als uitputtende beelden worden getoond van een groot vliegtuig dat onderweg vanuit het Verenigd Koninkrijk boven Thailand in een enorme turbulentie is geraakt. E
én dode en vele gewonden. Wat een misère. Met zo'n scherm vijftig centimeter boven je hoofd komt het wel heel dichtbij. Tijd om af te rekenen. Terug naar mijn kamer.
Vanuit mijn kamer tuur ik nog wat over het Loch Linnhe naar de overkant waar het morgen gaat beginnen.
Loch Linnhe bij Fort William (eerder op de dag)




Rododendrons Scottish Style

  Woensdag 22 mei 2024, wandeldag 1

van Fort William naar bothy Corrlarach, 
(hemelsbreed 10 km zuidwest van Fort William en
 10 km zuidoost van Glenfinnan)
6 uur inclusief pauzes, ± 17,5 km,
± 150 m klimmen en ± 50 m dalen
temperatuur 's middags 17 graden

Aanloopoverdenkingen
Twaalf uur slapen is wel heel lang. Zeker als je om tien uur naar bed gaat. Vannacht om halfdrie heb ik nog op mijn e-reader gelezen over de jeugd van een Amerikaanse ultraloopster. Het vult de tijd maar leidt af van mijn doel hier, het lopen van een deel van de Cape Wrath Trail (CWT). Om kwart over vijf maak ik deze aantekening, anders gaan deze overdenkingen verloren in de komende indrukken van de eerste wandeldag. Hoe zal het gaan? Hoe zal mijn rechter hiel zich houden na het gezeur van de afgelopen weken? Zal het niet teveel regenen? Kan ik het aan? Ik kan het me niet voorstellen dat het niet lukt.
het spiegelgladde Loch Linnhe gezien vanuit mijn hotelkamer om 05.15 uur
Vandaag staat er niet een echt zwaar parcours op het programma. Slechts 150 meter klimmen over een afstand van 17,5 kilometer over begaanbare paden zegt de gids. Moet toch kunnen. Ook met een zware rugzak van rond de 18 kilo. Dat extra gewicht komt onder andere door zeven dagen ontbijt-, lunch- en avondmaaltijden om het stuk tot Shiel Bridge te overleven.
Buiten op het Loch Linnhe is het water spiegelglad. Op de A82 achter het hotel is het spiegelstil. Alles slaapt nog. Laat ik maar de twee laatste chocolate cookies nemen en nog wat slapen.
vanuit mijn kamer zie ik het veerbootje om acht uur naar de overkant varen
Vanuit mijn hotelkamer zie ik om acht uur het kleine veerbootje voor de eerste keer vandaag naar de overkant varen. De volgende keer zal ik er in zitten.

Eindelijk
09.00 uur. Na het cereal-ontbijt in de barruimte van het hotel ga ik proberen wat extra contant geld te pinnen. Gisteren kreeg ik op mijn normale bankpas nog 400 pond uit de geldautomaat op Glasgow Airport. Maar meer niet. Ook de pogingen daarna in Fort William waren vruchteloos; "It seems you reached your limit. Contact your bank". Gelukkig werkte de bankkaart wel bij supermarkt Tesco. Vandaag nog maar een keer proberen. Wat extra geld kan handig zijn als je in de afgelegen valleien niet met een bankpas kan betalen.
Ook vanochtend weigert de geldautomaat mijn contanten aan te vullen op mijn bankkaart. Totdat ik op het idee kom mijn creditcard te gebruiken. Net voor vertrek heb ik thuis de pincode nog even in mijn hoofd geprent. Het werkt!
nog maar een kop thee op mijn hotelkamer om de tijd door te komen
09.40. Eindelijk kan ik stoppen met wat verveeld kijken naar het Engelse nieuws. Gaat het niet over het tragische vliegtuig-incident boven Thailand, dan gaat het wel over een schandaal bij British Post, gevolgd door regenverwachtingen voor vanmiddag en heftige regen vannacht. Ik moet dus een afwaterend plekje voor mijn tent zoeken of in de bothy gaan slapen.
Veerbootje naar Camusnagaul
09.55. Eindelijk, ik ga mijn kamersleutel inleveren en met de rugzak omgehangen naar de aanlegsteiger van de kleine veerboot naar Camusnagaul. Het gaat om 10.30 beginnen met de overtocht. Onderweg kan ik oefenen op de naam van het dorp. Bij aankomst blijkt het geen dorp, maar een gehucht van een paar huizen.
Camusnagaul
De overtocht gaat voor 2 pond in de beloofde vijftien minuten. Ik ben de enige passagier. Onderweg heb ik alle ruimte in het iele passagiersvertrek om links en rechts foto's te maken van de nieuwe en de oude kant. De Ben Nevis achter Fort William houdt zich met zijn top zoals vaak verborgen in de wolken.
Afvaart van Fort William
Blik over Loch Linnhe richting zee
Aanlegsteiger bij Camusnagaul. Het veerbootje gaat alweer retour
Ben Nevis achter Fort William laat zijn top niet zien
Eindelijk lopen
Traag gaat het lopen met de 18 kilo op mijn rug. Dat kost duidelijk meer energie dan normaal. De eerste tien kilometer gaan over een smal asfaltweggetje. Hoewel ik regelmatig in de berm ga om auto's en een enkele vrachtwagen te laten passeren is het rustig lopen.
Je zit wel meteen in de natuur. Hier een weide met zwarte schapen, daar een grasland met herten. Verder valt de drooggevallen oever van Loch Linnhe op, het is eb. Halverwege een zalmkwekerij.
Loch Linnhe
Droog gevallen oevers van Loch Linnhe
Zalmkwekerij in Loch Linnhe
Imposant wordt het ter hoogte van Conaglen House, een landgoed net voordat ik het binnenland in trek. Machtig hoge rododendronstruiken in volle bloei omzomen de slingerende weg. Prachtig. Dat is een duidelijk voordeel van een wandeling in mei, veel bloemen en struiken staan te schitteren.
Cona River in Cona Glen
Cona Glen, vallei van het Cona-riviertje. 
Ter hoogte van Inverscaddle Bay zal ik Loch Linnhe verlaten en in westelijke richting het binnenland intrekken en Cona River stroomopwaarts gaan volgen.
een groot deel van Inverscaddle Bay is droog gevallen
Bij de afslag waar de CWT de Cona Glen inslaat probeer ik Judith te bellen en te Whatsappen. Het is altijd prettig om elkaar geïnformeerd te houden. Beide mislukken echter. Hier vlakbij de waterkant en direct grenzend aan Landgoed Conaglen House is er al geen mobielnetwerk en geen internet meer. Jammer, welkom in een stille wereld.
Conaglen House
De eerste krappe kilometer in de Cona Glen is nog geasfalteerd en hoort bij het landgoed van Conaglen House. Bij de laatste cottage van het landgoed opent zich een schitterend decor. Een kleine vijverpartij omringd door weides waarin kleine heuveltjes met bloeiende rododendrons. De weides zijn niet afgezet met prikkeldraad maar omzoomd door hoogoprijzende rododendrons in allerlei lila en paarse kleuren. Fenomenaal mooi.
Conaglen Cottage
Terwijl ik geniet negeer ik de eerste regendruppels. Na de rododendrons worden de druppels ter hoogte van Cona River steeds echter. Ik besluit resoluut al mijn regenkleding aan te trekken, want er is meer voorspeld.
Cona River
De Cona Glen is een prachtige vallei met mooie groene hellingen. Echt regengroen. De laatste zeven kilometer gaat de rugzak steeds meer doorwegen. Voor mijn oriëntatie hou ik mij vast aan de houten bruggetjes over beekjes die afwateren op Cona River. Die bruggetjes staan ook op mijn kaart. Met een zucht van verlichting verschijnt rond vijf uur het Corrlarach huisje achter een licht heuveltje.
eindelijk Corrlarach
Corrlarach avondprogramma
Ondanks een beperkt aantal hoogtemeters was ook deze eerste wandeldag zoals gewoonlijk zwaar. Het lichaam moet nog op gang komen. Terwijl ik dit schrijf zit ik niet echt gemakkelijk op een stuk boomstam in een klein vies stalletje naast het huisje.
Corrlarach met links het stalletje met het nieuwe dak
Het huisje zelf laat door de ramen verschillende kamers met houten stapelbedden zien. Tot mijn verbazing heeft dit afgelegen huisje dubbel glas. Moeten ze in de Highstreet van Fort William ook gaan doen. Tot mijn teleurstelling is het huisje afgesloten.
Ik heb het rijk alleen. Na het Conaglen House ben ik niemand meer tegengekomen. Omdat er vannacht flink regen wordt verwacht kies ik als overnachtingsplek toch voor het vieze stalletje met het spiksplinternieuwe dak. Hier kan ik, inmiddels zittend op een droge steen, vochtvrij deze aantekeningen maken, straks droog eten en met wat beleid ook droog slapen. Mijn tentje zet ik niet op. Ik leg mijn lichtgewicht luchtbedje op een oude nooddeken zodat hij schoon en droog blijft. In de slaapzak zal het niet koud zijn. Aan het werk.
De uitrusting die ik voor het eten nodig heb kan mooi op de bovenkant van de muurtjes worden uitgestald. Zo voor het pakken en niet vies. Dadelijk nog wat extra water uit een betrouwbaar beekje halen, even opwarmen en dan ga ik vanavond voor het Cicken-Curry menu. Hopelijk laten de midges me even met rust als ik mijn hoofdnetje omhoog doe om te eten. Wat een feest.
Overeenkomstig mijn planning heb ik vandaag Corrlarach bereikt. Vanavond geen tv, dus geen slecht nieuws van elders. Het tentje is een stalletje geworden. Op het nieuwe metalen golfplaten dakje hoor ik dat het echt hard begint te regenen. Maar voorlopig zit ik wel droog.

De eerste wandeldag overeenkomstig de planning naar Corrlarach
halverwege Fort William en Glenfinnan
het tentje is een stalletje geworden




Rustig

Donderdag 23 mei 2024, wandeldag 2

van bothy Corrlarach via Glenfinnan naar bothy Corryhully, 
8,5 uur inclusief pauzes, ± 21 km,
± 450 m klimmen en ± 425 m dalen
temperatuur: van 8 graden s' morgens tot 15 graden 's middags
de hele dag droog

Glenfinnan Viaduct met een passerende stoomtrein

Rustig is een eufemisme deze eerste twee dagen. Sinds gisterenmiddag ben ik geen levende wezens meer tegengekomen. Pas vandaag heb ik weer mensen gezien. En dan ook meteen in drommen rond het Vistor Centre bij het Glenfinnan Monument en het Glenfinnan Viaduct. Ik heb zelfs vier mensen gesproken; de caissière van het mobiele café, een toerist die ik vroeg om een foto van mij te maken, de estate manager van Glenfinnan Lodge die hout kwam brengen voor de open haard en natuurlijk Judith die ik kon vertellen dat ik na twee dagen nog in leven ben. Of het feit dat ik me aan het eind van de dag kan herinneren met wie ik gesproken heb verontrustend is weet ik niet, het is wel veelzeggend. Hoe zal dat de komende dagen gaan?
Afscheid van Cona Glen
In Corrlarach bleef het afgelopen nacht ook rustig. Niemand verder gezien. Zelfs de regen hield zich gedeisd. De verwachte 'heavy rains' vielen mee. De nacht duurde ook niet zo lang. Noord-Schotland ligt ter hoogte van Zuid-Zweden. Op die noordelijke breedtegraad is het in de zomer lang licht. Ik was zo vroeg gaan slapen dat ik al een keer wakker werd voordat de duisternis was ingevallen. Dat is een aparte gewaarwording.
alles heeft min of meer een vaste plek in de rugzak
Om zes uur ben ik opgestaan. Het is fris en dat zou het de hele dag blijven, van circa acht graden naar veertien met een lichte koude westenwind. Snel mijn muts op bij het opruimen van mijn slaapspullen en het inpakken van de rugzak.
Terugblik op de bomengroep waarin het huisje Corrlarach staat
Mijn kaart met een schaal van 1 op 40.000 leer ik steeds beter lezen. Na het vertrek om halfacht herken ik de verschillende uitlopers van de heuvels en een opvallend heuveltje midden in de vallei. Het blijft machtig mooi om in deze groenomzoomde wereld het kronkelende Cona riviertje te volgen. 
Ook aan de verschillende kronkels kan ik aflezen waar ik ben. Dat is dit keer belangrijk, want ongeveer vijfenhalve kilometer na Crosslarach moet ik een aftakking vinden die naar een lage col stijgt. Daarmee verlaat ik de Cona Glen en ga over naar een noordelijke vallei.
Regelmatig controleer ik mijn positie op de kaart door de heuveluitlopers die ik om mij heen zie te tellen. Dat kan niet fout gaan. Als ik ten slotte in de buurt van de afslag kom hoef ik niks meer te controleren. Zelfs een blind paard had dit pad kunnen vinden. De 4x4-track gaat automatisch over in een smal wandelpad omhoog. Vergissen is niet mogelijk. Daarmee is meteen mijn vraag beantwoord of het traject van de CWT in het terrein is te herkennen. Weer een vraagteken minder.
Omdat ik nog niet zo lang geleden heb gerust loop ik meteen maar door omhoog. Het is zeker geen alpine stijging. In een rustig tempo neemt de afstand naar de dalbodem toe en wordt Cona River steeds kleiner. Van boven af zie je goed hoe het riviertje kronkelt.
op de dalbodem kan je van bovenaf de Cona River mooi zien kronkelen
Callop Glen
Dertig minuten duurt het voordat ik boven ben en de toegang tot de kleine col passeer. Boven op de col is het relatief vlak. Je ziet het aan de drassige ondergrond waar het water lang blijft staan voordat het naar beneden stroomt. De col zelf is circa vijfhonderd meter lang met een glooiend keienpad. Ten slotte wordt de afdaling ingezet naar de nieuwe wereld, Callop Glen. 
De afdaling is veel vermoeiender dan de klim van zoeven. Vol met keien en blubber kronkelt het pad naar beneden waarbij regelmatig kleine stroompjes over stapstenen mogen worden gekruist. De  snelheid en en de puf gaat er helemaal uit.
Een rust neem ik pas na tweeënhalve kilometer bij het bereiken van een beter beloopbaar four-wheel-drive-weggetje. Ondanks de midges maak ik hier mijn eerste roggebroodje met cheddar kaas en een met nutella. Blijven eten is belangrijk met dit energieverbruik.
Glenfinnan Monument
De rest van de afdaling loopt gemakkelijk en eindigt bij de brug over de Callop. Helaas is het pad langs dit riviertje naar het Glenfinnan Monument gebarricadeerd vanwege een beschadigd bruggetje. 'Find an alternative' staat er op het bordje. Dat is een verhullende omschrijving voor 'succes'. Volgens mij kan je alleen via de drukke tweebaans A830 (verbinding tussen Fort William en de kustplaats Mallaig) naar het Monument komen. Eerst maar even zitten en kijken of hier alweer telefoonverbinding is. Ja! Meteen Judith informeren dat alles goed gaat. Ze hoort aan mijn stem dat niet echt vanzelf gaat vandaag. "Je kunt ook gewoon terug komen". Dat is nou weer net te snel door de bocht. We gaan gewoon door.
levend aangekomen bij Glenfinnan Monument
Met regelmatig achterom kijken loop ik twee kilometer strak door de berm om heelhuids bij het Glenfinnan Visitor Centre aan te komen. Ook al is het pas halfvier, daar wil ik flink gaan eten om een avondmaaltijd uit te sparen van mijn Adventure Food zakken. Op internet zag dat plan er goed uit, maar het 'Café' wordt gerenoveerd. Dan maar een grote tosti ham/kaas en een blik cola bij de kiosk op het parkeerterrein.
foto van internet. het was er druk toen ik er was
Voorlopig zitten die calorieën er in ieder geval in. Nu eerst even rondkijken bij het monument. Ik lees dat het monument de plaats markeert waar Charles Edward Stuart, alias Bonnie Prince Charlie, op 19 augustus 1745 zijn koninklijke vaandel hees waarmee de 2e Jacobite opstand tegen het zittende koningshuis begon. Het monument bestaat uit een toren met hierop een standbeeld van "de onbekende Highlander in kilt".
Glenfinnan Viaduct
Na de foto bij het monument verlaat ik de drukte en begin aan de laatste vier kilometer naar bothy Corryhully. Kijken of ik daar kan slapen of dat er een goede plek voor mijn tent is. Met mij lopen ook veel toeristen die kant op. Niet om naar Corryhully te gaan maar voor het treinviaduct met de eenentwintig betonnen pijlers.
veel mensen klimmen omhoog naar het viaduct
De aantrekkingskracht van dit viaduct komt waarschijnlijk niet zozeer door interesse voor de betonnen constructie. Veel mensen kennen het viaduct uit de film Harry Potter en de Geheime Kamer en willen zelf zien hoe die trein voorbij komt. Tot mijn verbazing klimmen er ook veel mensen naar de twee uiteinden van het viaduct. Toch maar even kijken waarom. Ze doen het niet zonder reden. Na tien minuten verschijnt de zwaar rokende stoomlocomotief. Luid toeterend wordt het publiek begroet en het viaduct gepasseerd.
Corryhully
Ik draai mij om en trek verder langs het riviertje Finnan. Onderweg maak ik nog een foto van drogende turfblokken. Ze zijn eenvoudig uit de wei gestoken. Zo kun je goed zien dat de ondergrond van deze groene drassige weides uit een dikke laag plantenresten bestaat. Net zoals bij ons in de veengebieden. Ik neem aan dat ze als brandstof zullen dienen in het nabij gelegen huis.
drogende turfblokken gewoon langs de weg
gestoken uit het gat erachter
Langzaam slingert het asfaltweggetje omhoog richting Glenfinnan Lodge, het landhuis dat de bothy ter beschikking stelt aan trekkers om te overnachten. Van veraf te zien zijn alle luiken voor de ramen van de lodge gesloten. Later hoor ik van de estate-manager dat de eigenaar in Aberdeen woont en regelmatig voor een 'fortnight' langs komt. Een lodge gewoon voor je plezier, luxe kent veel verschijningsvormen. Mij hoor je niet klagen want na de afslag bij een T-splitsing, links privé naar de lodge, rechts voor eenvoudige lieden zoals ik, zie ik bothy Corryhully.
Glenfinnan Lodge
Bothy Corryhully
Na aankomst eerst maar eens voelen aan de deurklink of de bothy open is. Na de gesloten bothy Corrlarach ben ik voorzichtiger in mijn verwachtingen geworden. 
Mooi! De deur gaat open. In het half duister word ik verrast. Er is zelfs elektriciteit. Aan een middenpaneel hangt een elektriciteitsmeter, verschillende lichtknoppen, een stopcontact, wat gereedschap en een bakje voor vrijwillige bijdragen. Op het werkblad eronder een elektrische waterkoker. Hier kan ik lekker makkelijk mijn water voor de avondmaaltijd warm maken en mijn telefoon opladen. Wat een luxe. 
Bij verder rondkijken zie ik acht grote houten slaapplekken op balken en schotten. Op sommige plekken kunnen makkelijk twee mensen liggen. En aan de kopse kant een grote schouw met de open haard. Daar ga ik straks een mooi vuurtje maken.
Even later hoor ik het motorgeronk van een oude landrover. Een zestiger in knickerbocker broek stelt zich voor als de estate-manager. Hij komt hout brengen voor de openhaard. Meteen weet ik waar de  verlichtingsschakelaars zitten. Prachtige service. Hij leegt ook de bijdragenbox, omdat die al een keer is geplunderd. Ik overhandig direct mijn contributie. 
Er verschijnt een jonge vrouw die het gesprek met de manager overneemt en uiteindelijk niet in de bothy blijft. Daarna heb ik het rijk alleen. Na het uitpakken van mijn rugzak kies ik eerst voor een verlate was- en scheerbeurt. Er is namelijk ook stromend water. Dat is het riviertje Finnan dat voor de bothy langs stroomt.
Sinds ik om kwart over vier bij de bothy aankwam ben ik in de weer met wassen, scheren, een toiletgang met schep, bellen met Judith, telefoon opladen, deze aantekeningen maken en vooral fikkie steken.
Alles is oké. Mijn vraagteken-hiel werkt tot nu toe goed mee en wil deze trektocht gelukkig niet bederven. Een mooi einde van deze pittige, maar afwisselende dag. Nog wat lezen op mijn e-reader dan haal ik halfnegen nog wel. En nu eerst weer wat hout in de open haard.

Bothy Corryhully ten noorden van Glenfinnan is de 
overnachtingsplek aan het eind van wandeldag 2




Bagger

Vrijdag 24 mei 2024, wandeldag 3

van Corryhully naar Glen Dessarry Wood,  1 km west van bothy A'Chuil
8 uur inclusief pauzes, ± 15 km,
± 525 m klimmen en ± 425 m dalen
temperatuur: van 8 graden s' morgens tot 15 graden 's middags
de hele dag droog

Bealach (lage col) tussen de heuveltoppen Streap en Thuilm
Woekeren met eten
Na de dikke tosti op de parkeerplaats bij het Visitor Centre van Glenfinnan kies ik gisteren in bothy Corryhully 's avonds voor een zakje met chocolade mousse om zo een complete avondmaaltijd uit te sparen voor latere dagen. 300 kilocalorieën staat er op de buitenkant van de zak. Dat blijkt vandaag niet echt genoeg. Na het ontbijt met honderd gram mueslipap heb ik onderweg de lunch verdeeld over verschillende rusten. De ene keer proteïnerepen en de andere keer roggebrood met cheddarkaas. Net genoeg om de vijftien kilometer van vandaag rond te krijgen.
Maar nu om halfzes heeft de Chili con Carne uitstekend gesmaakt. Als je er net iets teveel water bij doet kun je het laatste beetje zelfs drinken. Vloeibare Chili con Carne heb ik nog niet eerder gegeten. Het gaat er echt in als pap. Zo is deze zak Adventure Food nog voor de houdbaarheidsdatum op een prima moment gebruikt. Heerlijk.

Afgelopen nacht
De eerste twee dagen van deze tocht heb ik in deze verlaten gebieden geen enkele andere trekker ontmoet. Ook gisterenmiddag was bothy Corryhully helemaal voor mij alleen. 
Maar misschien heb ik een ander ritme. Als ik mij om negen uur omkleed om te gaan slapen komt er alsnog een trekker binnen. Een dialect sprekende jongeman van het eiland Skye met net zo lang haar als Braveheart. Alleen was die beter te verstaan. Pas als hij bewust langzaam spreekt kan ik hem volgen. Daarna heb ik mijn interesse laten varen en ben gaan slapen. 
Maar die eerste slaap duurt niet lang. Tegen invallen duisternis vallen nog twee trekkers uitgeput binnen. Ze gaan eerst languit op een van slaapplanken liggen. Eenmaal uitgepuft flitsten de hoofdlampen door het vertrek, gaan rugzakken open en worden luchtbedjes opgeblazen. Verder heb ik het niet gevolgd, omdat bij mij letterlijk het licht uitgaat. Waarom je zo laat doorloopt weet ik niet. Vanochtend om kwart voor zeven ben ik de eerste die opstaat. Buiten heb ik mijn rugzak ingepakt en zo iedereen verder laten slapen. Tot ziens aan alle onbekenden.
terugblik op Corryhully tien minuten na vertrek
Bagger
Deze dag was geen bagger, maar de ondergrond voor een deel wel. Nog min of meer gelijkmatig gaat het de eerste vijf kilometer omhoog naar de col op 470 meter hoogte. Slechts hier en daar een uitgetrapt blubberstrookje. Hier moet ik wel al verschillende beekjes over stappen. 
De klim naar deze 'bealach' is wel vermoeiend maar dat komt meer door de stijging dan door de drassige ondergrond.
Maar de inspanning is voldoende verwarmend om ondanks de temperatuur van 15 graden mijn broekspijpen in te korten. Vlak voor de col neem ik nog een rust voordat ik naar de nieuwe vallei doortrek. Eenmaal boven opent zich een prachtig groen gootvormig dal. Schitterend.
Gleann Cuirnean
Eigenlijk had ik boven moeten blijven om deze overweldigende indruk vast te houden. Jammer dat ik al uit de gids weet dat het lopen door deze schoonheid een uitdaging wordt. "The first kilometre is distinctly tricky, particularly in wet conditions: care should be taken, particularly with a heavy rucksack. Once you reach the base of the slope, follow the clear path to the west of the river: it disappears in places due to bank erosion."
Het eerste deel van de afdaling is inderdaad steil met veel keien. Maar met beleid kom ik ongeschonden op het meer vlakkere deel van de Gleann Cuirnean, Cuirnean vallei.
terugblik naar de col
beneden word ik in de gaten gehouden door herten
Ik moet op letten dat ik aan het eind van de vallei op tijd aan de oostzijde van de rivier kom, anders mis ik de brug. Daar wijst de gids op. In werkelijkheid volg ik een zichtbaar pad van platgetrapt gras en stap daardoor verschillende keren over keien naar de overkant van de rivier om kronkels af te snijden.
Het wordt pas echt moeizaam in de laatste kilometer. Daar is het vlakker, maar moerassiger. Ik volg het pad van voorgangers dat al flink is uitgetrapt. Regelmatig moet ik op zoek naar een omtrekking om voorbij te diepe modder te komen. Zo bagger ik langs een afrastering naar mijn doel, de brug over de River Pean. 
Het loopt zwaar en je moet goed opletten om niet weg te zakken. De wandelstokken zijn onmisbaar. Aan de sporen zie ik dat verschillende mensen zijn uitgegleden. Terwijl ik mij verwonderd afvraag hoe dat kan lig ik ineens op mijn zij. Alleen een natte mouw van mijn trui is het resultaat. Dat valt nog mee.
Drieletter krachttermen begeleiden dit stuk. De aandacht voor de natuur om mij heen is even opzij gezet. Aan het eind gaat het steeds trager om zonder vallen en wegglijden mijn weg te vinden. Toch heb ik nog een keer geluk als ik onverwacht wegzak en mijn schoen, met toch wel een hoge schacht, net voordat de blubber naar binnen loopt uit de modder kan trekken. 
Behoorlijk moe bereik ik de brug. Eerst even languit liggen op mijn kleedje en dan een plak roggebrood. 
Vijf uur over een kleine tien kilometer! Dat schiet niet hard op. Ik ben blij dat het al twee dagen niet regent, anders moet het nog veel erger zijn.
eindelijk bij de brug over River Pean
als ik eenmaal zit bij de brug heb ik weer tijd om van de natuur te genieten
Glendessary Wood
Normaal wordt lang lopen in een bos vaak eentonig. Na het gebagger van de afgelopen uren is het dit keer een relaxte voortzetting van de tocht. Het binnenkomen van Dessarry Wood is nog even een modderuitdaging met een korte klim, maar daarna gaat het rustig en comfortabel over four-wheel drive tracks.
nog even wat modder omzeilen en dan begint het bos
De rugzak gaat zoals altijd na een uur of zeven doorwegen. Daarom nog een vijfde rust van de dag in dit heerlijk rustige bos met prachtig mos in de mooiste kleuren groen.
prachtig geelgroen mos in de berm
de onderste takken van sparren overgroeid met dik groen mos
Tent
Bothy A'Chuil op een open tussenstuk in Glendessarry Wood is mijn einddoel voor vandaag. Maar na de ervaringen van afgelopen nacht in bothy Corryhully ben ik wat terughoudend geworden met bothies. Geef mij maar de rust en privacy van mijn tentje.
bothy A'Chuil
Als bothy A'Chuil direct aan het pad had gelegen was ik wellicht even binnen gaan kijken. Het ligt echter tweehonderd meter met een afdaling verwijderd van de route. Ik ga er niet voor omlopen. Meteen maar verder over het open stuk in het bos en daarna het bos weer in op zoek naar een plek voor mijn tent.
door naar het volgende deel van Glendessarry Wood
Desolaat?
Vlakbij een beek vind ik een mosheuvel die redelijk horizontaal is.  Hij ligt nog aan het pad ook en water is verzekerd. Om 17.00 uur staat mijn tent.
mijn tentje op een mosheuvel
Het is stil hier. Maar zeker niet desolaat. Wat is desolaat? Het kan 'verlaten' betekenen, maar ook 'ontredderd'. Feit is dat ik de hele dag niemand ben tegengekomen. Laten we zeggen dat het lekker rustig is en zeker niet ontredderd. Eenzaam lijkt ook een goede omschrijving. Net als je daar over nadenkt passeert er vanuit het niets een oudere wandelaar met een trekkersrugzak. Hij is op weg naar bothy Sourlies, mijn voorlopige doel voor morgen. Ik spreek mijn verwondering uit gezien het late tijdstip. Bij nader inzien gaat hij misschien ook ergens in dit bos staan. Lijkt mij een realistischer plan.
Tot mijn verbazing passeren een halfuur later nog twee trekkers. Ineens is het minder eenzaam dan de hele dag. Deze twee groet ik vanuit mijn tent vanachter het muggengaas. De midges trekken namelijk niet verder en houden mij voortdurend in de gaten. Ik wens ze succes. De Chili con Carne is al op en ik ga niet meer naar buiten. Nog even op mijn e-reader lezen en daarna zal het weer een vroege slaap bij daglicht worden. Jammer dat ik dit allemaal niet aan Judith kan vertellen. Helaas is er geen telefoonverbinding hier. Welterusten dan maar.
ik ben zeker niet het enige levende wezen hier

 
Glen Dessarry op het westelijk deel van de tocht
is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 3




Wadlopen

 Zaterdag 25 mei 2024, wandeldag 4

van Glen Dessarry Wood,  1 km west van bothy A'Chuil,
via bothy Sourlies naar een tentplek in het dal van de rivier Carnach,
1500 zuidwest van de berg Ben Aden 
9 uur inclusief pauzes en geknoei, ± 15 km,
± 390 m klimmen en ± 320 m dalen
temperatuur: van 10 graden s' morgens tot 17 graden 's middags
de hele dag droog

in de kwelders bij Loch Nevis
Markant
Naast de gebruikelijke vermoeidheid zijn er vandaag vier opvallende zaken: medisch, sociaal, (onnodig) geknoei, schitterende natuur.
mijn EHBO-doos
Medisch
Om meteen met het medische te beginnen; na het opzetten van de tent aan het eind van deze etappe, voel ik jeuk op mijn arm en zie een zwart plekje. Het kan van de midgesbeten komen tijdens het afbreken van de tent vanmorgen. Het kan ook gestold bloed zijn na het open krabben van zo'n jeukbult. Het zal toch geen teek zijn?
mijn kompas met vergrootglas
Toch maar even controleren met het vergrootglas in mijn Silva plaatkompas. Goed dat ik die heb, want nu zie ik echt een kleine teek. Nog nooit last van gehad! Mijn plastic tekenverwijderaar sleep ik al meer dan twintig jaar mee, niet eerder gebruikt.
Eerst maar eens de stapsgewijze instructie lezen. Daarna gaat 'dokter Bob' aan het werk: verdomd, weg teek. Meteen een verdere inspectie en nog drie op mijn benen verwijderd. Vanaf nu gaan we niet meer zomaar in het gras zitten of liggen. Slimbo.

Sociaal
De vrijheid en intimiteit van mijn eigen tentje zijn uitstekend bevallen. Geen laatkomers en geen geknoei bij het opstaan zoals in Corryhully. Prima. Eenmaal uit die cocon heb ik vandaag zelfs drie gesprekjes gevoerd. En dat in Knoydart, een van de meest geïsoleerde gebieden van Schotland tussen de zeearmen Loch Nevis en Loch Hourn. Grote delen zijn alleen per boot bereikbaar.
ruwe schets ligging Knoydart tussen Shielbridge en Glenfinnan
...because of its harsh terrain and remoteness, Knoydart is also referred to as "Britain's last wilderness". It is only accessible by boat, or by a 16-mile (26 km) walk through rough country, and the seven miles (11 km) of tarred road are not connected to the UK road system. (bron en.wikipedia).
terugblik richting Loch Nevis op het pad door het moerassig gebied
tussen Loch Nevis en Carnoch Bridge
Het eerste gesprek vindt al plaats om halfnegen, vijfhonderd meter na vertrek van de slaapplek in Glen Dessarry Wood. Een fitte zestiger die zichzelf dit lange weekend de bergen in jaagt. Het is overmorgen, maandag 27 mei, spring bank holiday. Na de gebruikelijke vragen waar je vandaan komt en waar je naar toegaat, geeft hij gas en is binnen minuten uit het zicht. Aardige man.
Lochan a Mhaim
Ik reken de begroeting van een zwartharige jonge vrouw rond halfelf bij Lochan (meertje) a Mhaim niet mee. Het tweede gesprekje is nog korter. Dit keer met een Waalse Belgische van rond de vijfentwintig. Indrukwekkend is haar afgelegde afstand vandaag. Het is pas 13.00 uur en ze heeft de ongeveer zestien kilometer vanaf Barisdale inclusief de beklimming en afdaling van de col bij de berg Mam Unndalainer (522 meter) er al op zitten. Ze wil naar bothy A Chuil, niet ver van waar ik vanochtend ben gestart. Knap. Ik heb over dat stuk tot nu toe met de nodige inspanning en geklungel vijf uur gedaan. Er staat haar dus wat te wachten. Respect.
bothy Sourlies
Bij bothy Sourlies aan de oevers van Loch Nevis spreek ik wel minstens tien minuten met een van de beide heren die naast beklimmen van munro's (Schotse bergen van duizend meter en hoger) ook onderhoud doen aan deze bothy. Verder krijg ik daar een update van de weersberichten: morgen droog tot de middag. Hij heeft liever minder weerberichten, dan weet je ook niet of het gaat regenen. 
Ondanks deze korte gesprekken mis ik nog het meest het dagelijkse contact met Judith. Dat geeft een onbevredigend einde van de dag. Zeker in deze stille vallei.
tijdens het ontbijt steeds op zoek naar een beetje wind.
daar houden de midges niet van
Schitterende natuur
Na een midgesontbijt gaat de eerste kilometer vanochtend in Glendessarry Wood prachtig langs het kronkelende riviertje Dessarry. Begeleid door mijn koekoek maak ik de ene na de andere foto. Die koekoek vliegt met mij mee, want overval hoor ik hem.
Waar ik niet op gerekend heb zijn de verschillende klimmetjes om het bos uit te komen. Echt hijgen. Ik controleer met mijn kompas of ik wel de goede kant op ga. Dat is het geval en nog geen tien mintuten later staat Jan Ongeduld bij de bosuitgang en kijkt het hogere deel van Glendessarry in, Upper Glendessarry, dat gedeeltelijk schuil gaat onder laaghangende wolken.
even leuk omhoog
Upper Glendessarry
Nog steeds droog
Wat heb ik een geluk dat het al een paar dagen droog is. Hier en daar kan ik gewoon over de veenbodem lopen zonder weg te zakken. Dat lukt zo nu en dan toch wel. Alle keren zonder natte voeten. Mijn schoenen houden zich tot nu toe uitstekend in alle blubber en beekoversteken. 
Onnodig geknoei
Een tweede rust, dit keer bij het Lochan a Mhaim, geeft weer energie. Verder langs de zuidelijke oevers blijf ik het ogenschijnlijke pad volgen.
Dit keer heb ik echter mijn kaart onvoldoende bestudeerd. Gemakzucht door de makkelijk te volgen sporen van voorgangers. In plaats van het riviertje Finiskaig over te steken naar de noordzijde zoals op mijn kaart staat, blijf ik het platgetrapte gras aan de zuidzijde van het riviertje volgen. Alleen wordt het daarmee steeds 'uitdagender' om de kleine rotsige hellinkjes te passeren.
Na een watervalletje weet ik niet zeker meer of dit het juiste spoor is, hoewel hier andere lopers duidelijk zijn voorgegaan. Waarschijnlijk net zo knoeiend als ik. Het wordt steeds moeilijker om over de rotsen in de inmiddels nauwe doorgang van het riviertje te lopen en te klauteren. Op het laatst heb ik mijn handen nodig om zittend en schuivend zonder brokken verder te komen. Ik heb even geen tijd om foto's te maken.
hier ergens ging ik het nauwe ravijntje in
Terugblik. Hier had ik het ergste achter me gelaten
Blij ben ik als ik net voor een grotere waterval een pad zie dat mij uit deze benauwdheid weg leidt. Op de achtergrond de eerste beelden van Loch Nevis, maar daar heb ik even geen aandacht voor. Zoveel natuur hoeft nou ook weer niet, wat een geknoei. 
net voor de waterval kan ik rechts omhoog uit dit nauwe ravijntje. 
Op de achtergrond het eerste zicht op Loch Nevis,
maar daar had ik even geen aandacht voor
net stond ik nog boven deze waterval en was blij uit de gorge te ontsnappen
lange afdaling naar Loch Nevis
Bothy Sourlies
Er volgt een twee kilometer vermoeiende steile afdaling om bij de oevers van Loch Nevis op zeehoogte te komen. Na het eerder vermelde gesprek met de Belgische volg ik het uitgelopen pad door de varens naar bothy Sourlies. 
Loch Nevis komt dichterbij
Bij de bothy hoor ik van de Brit welke berg hij gisteren beklommen heeft. Hij wijst mij de route over de flanken omhoog. Onderwijl eet ik zittend op een buitenbankje mijn lunch. 
bothy Sourlies
Terwijl ik met de Brit praat zie ik achter hem op de droog gevallen lochbodem een roedel herten. Met eb liggen ze daar volgens de Brit altijd lekker uit te rusten. Voor de voortzetting van mijn tocht geeft hij het advies om na de bocht bij de passage van het kweldergebied een ruïne als richtpunt te houden om bij de brug over de rivier Carnach te komen. Oké, ik zal het onthouden en zal het zien.
Wadlopen
Het vervolg van de route gaat langs de oevers van Loch Nevis. Mazzel moet je hebben. Het is eb en dan kun je over de drooggevallen bodem van Loch Nevis om een heuvelrug heen lopen om daarna echt het verlaten en geïsoleerde Knoydart binnen te trekken. Als het vloed is moet je over de heuvel heen. Na de bocht om de heuvel trek je een kweldergebied in.
op dit kaartje zie je hoe je vanuit bothy Sourlies langs de kust
loopt om na de heuvel het binnenland van Knoydart binnen te trekken.
Glimlachend loop ik over het drooggevallen strand of is het wad? Dit zijn de mooie momenten. Links het teruggetrokken zeewater van het Loch Nevis, rechts het kiezelstrand. Onder mijn voeten knappend kelbachtig zeewier. Zo loop je 's morgens te klungelen in een nauwe riviergorge en zo loop je een paar uur later te genieten op de bodem van een zeerarm. Briljant.
Als ik de heuvel omtrek en landinwaarts loop opent zich een kweldergebied doorsneden met geulen door de getijdewerking. Op de hogere delen groeit gras. Verschillende herten zijn aan het grazen. Ze zijn duidelijk gewend aan wandelaars. Ze houden me alleen een beetje in de gaten, maar eten rustig verder. Prachtig om te zien en langs te lopen in deze vreemde omgeving. Je kunt foto's blijven nemen, maar de weidsheid helaas niet vastleggen.
Het laatste stuk naar de brug verandert de ondergrond in een veenachtige moslaag. Het pad wordt minder duidelijk en je moet weer goed kijken waar je je weg vindt om niet weg te zakken. De brug is nu goed te zien. Verdwalen is met dit zicht niet aan de orde.

Carnoch Bridge met rechts de ruïne waar de Brit over sprak
Bij de brug over de Carnach eerst een rust, mijn zesde vandaag. Het is pas kwart voor drie en ik wil nog verder om morgen eerder op camping van Barisdale te zijn. Morgen moet er volgens de gids ook flink geklommen worden. Daarom ben ik niet bij mijn oorspronkelijke doel voor vandaag, bothy Sourlies, gestopt. Bovendien was het toen pas rond halftwee. Verder trekken bothies mij niet meer.
rust bij Carnach Bridge
Ik wil nog twee kilometer verder stroomopwaarts naar een plek waar op mijn kaart ruïnes staan van boerderijen. Daar zal wel een horizontale plek voor mijn tentje zijn. Maar ik heb weer niet geconcentreerd genoeg op mijn kaart gekeken. Bij nadering zie ik dat de lage muurtjes aan de andere kant van het riviertje staan en ik heb geen zin in een doorwading.
bij een van de afgekeurde plekken
wel mooi dicht bij het water
Vier keer probeer ik een plek uit voor mijn tent, maar steeds zijn ze niet voldoende naar mijn zin; of te drassig of te hobbelig. Op twee plekken ga ik ook even proefliggen in het gras. Dat kan de oorzaak zijn geweest van de teken? Gaan we niet meer doen.
Ten slotte neem ik een plek met uitzicht op de berg Aden, Ben Aden. Het moet vannacht wel droog blijven want ook op deze plek heeft eerder water gestaan.
Ben Aden in de avondzon. 
Vandaag zit het weer mee. Vanmiddag scheen regelmatig de zon. Ik wist niet dat dat kan in Schotland. Het is zelfs even warm in de tent. Wat een verwenning.
Snel wat schoon water halen uit een klein stroompje in het veen. Voor het eerst trakteer ik mijzelf op een kop koffie. Na het schrijven van deze aantekeningen begin ik aan de Pasta Bolognese. Het houdt niet op. Het muskieten net van de tent dicht en lekker eten. Ik hou het hier wel uit.

 
ter hoogte van Ben Aden tussen Sourlies en Barisdale
op het westelijk deel van de tocht
is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 4

Wie gefilmde beelden van deze etappe wil zien: onder deze link zijn prachtige opnames te zien, gemaakt door de schrijver van mijn gids Iain Harper, o.a. door een drone gemaakte opnames van de omgeving, prachtig. Veel kijkplezier.



 Vrije middag

 Zondag 26 mei 2024, wandeldag 5

van een tentplek in het dal van de rivier Carnach,
1500 meter zuidwest van de berg Ben Aden naar Barrisdale campsite
6,5 uur inclusief pauzes, ± 10 km,
± 540 m klimmen en ± 520 m dalen
temperatuur: van 10 graden s' morgens tot 15 graden 's middags
's ochtends droog, 's middags lichte regen

Bealach (col) at Mam Unndalain, het centrale punt van vandaag
Contact
"How much do I owe you?". "Oh, nothing".  
Ik verwachtte ook geen betaling met Whatsapp, maar had er direct voor gedokt als het gewenst was. "I am so grateful". Ze kan aan mijn gezicht zien dat ik het meen. Na drie dagen is het gelukt Judith met de telefoon van een medewerkster van Barisdale estate te bereiken. Die medewerkster heeft vanaf deze geïsoleerde locatie wel verbinding met de wifi van de estate. De estate-eigenaar geeft die niet vrij voor de campsite- en bothygebruikers.
mijn tentje op Barisdale campsite. 
in het voorste gebouwtje de bothy met wat slaapkamertjes
In ieder geval kan ik Judith in een kort gesprek vertellen dat ik oké ben. In Nederland is ook alles goed. De quilttentoonstelling in de Joriskerk van Amersfoort is goed verlopen. Verder laat ik doorschemeren dat ik het een zware tocht vind en dat het volgende contact pas over twee dagen in Shiel Bridge zal zijn, omdat er in het tussengelegen gebied geen telefoon- en internetverbinding is. Het gesprek blijft kort om de goedwillendheid niet te misbruiken. Het geeft in ieder geval een gerust gevoel dat thuis weer is geïnformeerd.
bothy Barisdale
Barrisdale
Barisdale is een combinatie van een bothy en een campsite. De campsite is een groen, glooiend veldje van honderd bij honderd meter waar verscheidene trekkerstentjes staan. De bothy is ondergebracht in een lang, laag gebouwtje dat vroeger waarschijnlijk een stal is geweest. Er achter een moderner, nieuw gebouw met dezelfde afmetingen voor het personeel en enkele mooiere kamers voor betalende gasten. 
Na het gesprek met een medewerker en zijn mislukte eerste poging om Judith te bereiken ga ik de bothy bekijken. Vergeleken met eerdere voorbeelden ziet deze er schoon uit. De luxe bestaat uit twee toiletten, twee koudwater kraantjes, de gemeenschappelijke ruimte van de bothy met één stopcontact en een wasbak. De bothy heeft enkele kamertjes met stapelbedden van hout zonder matras.
ingang van de gemeenschappelijke ruimte met wasbak en kraan
Er wordt een kleine vergoeding van vijf pond gevraagd. Die mag je in het halletje in een 'honesty box' achterlaten. Daar ga ik ook meteen maar het toilet uitproberen. Na vier dagen in het veld is dat weer iets anders. Aansluitend even echt wassen en scheren. Kan ook geen kwaad. Meer zit er niet in. Als ik mijn kleren zou wassen krijg ik ze met de regelmatige regendruppels nooit meer droog. Zo schiet de middag al aardig op. Het leven van een trekker heeft een lage versnelling. De meest eenvoudige zaken kosten veel meer tijd. Maar om van al deze luxe gebruik te kunnen maken heb ik vanochtend eerst wel even mogen wandelen.
mijn tent ter hoogte van Ben Aden waar ik de afgelopen nacht geslapen heb 
Ander ritme
Je leven krijgt in dit verlaten deel van Schotland een heel ander ritme. Er is geen tv om voor te gaan hangen, geen internet om van alles op te zoeken en te regelen, geen telefoon om nog wat te bespreken. Mijn e-reader geeft nog wat afleiding. Je gaat automatisch maar vroeg slapen. Het ritme wordt meer door het daglicht bepaald. Omdat ik ook gisterenavond door voldoende vermoeidheid en bij gebrek aan andere bezigheden in deze verlaten vallei al vroeg ben gaan slapen word ik al om vijf uur wakker. Ja, wat nu. Ach, laat ik maar opstaan dan ben ik ook wat vroeger op die beloofde campsite van Barisdale. Zo maak ik al om halfzeven mijn eerste selfie nadat ik gegeten heb, de tent is afgebroken en de rugzak vragend mijn kant op kijkt.
'Indistinct'
De eerste twee kilometer gaat het verder over het spoor van gisteren. Afwisselend over een gras- en grindpad onderbroken door drassige stukjes. Of ik bij het naderen van een zijbeek begroeid met bomen het juiste pad ben kwijt geraakt weet ik niet, maar het hoofdspoor volgend zit ik om kwart over zeven 's morgens in een nauw ravijn waar de River Carnach zich doorheen wringt. Dat doe ik ook. Met een klauterpartij over keien en boomwortels wurm ik mij naar het eind van deze nauwte.
Na dit eerste 'gevecht met de natuur' kijk ik uit over een klein weitje waar je prima zou kunnen kamperen. Mijn aandacht gaat na dat geklauter van daarnet uit naar de te volgen route. Moet ik nu weer de rivier volgen naar een rotswand of over een heuvel heen? In mijn gids lees ik iets dat het pad 'indistinct' wordt. Eerst maar een rust.
De kwalificatie 'indistinct' in mijn Engelstalige gids roept regelmatig net zoveel onduidelijkheid op als de betekenis van het woord. "... from a ruin the path becomes indistinct, disappearing around grid ...". Lekker vaag, is er nu wel iets te zien of moet je zelf je weg vinden? Na vier dagen weet ik dat het enorm meevalt. De sporen van voorgangers zijn doorgaans goed te volgen. Maar of die sporen altijd de beste keuze zijn moet je regelmatig controleren. Dit keer neem ik de juiste beslissing om het spoor over de heuvel te kiezen.
terugblik op de beboste rivierdoorgang waarin zich de nauwe doorgang bevindt
Uit mijn gids weet ik verder dat op de plek waar het riviertje Carnach een hoekse bocht maakt ik steil omhoog mag. Tot dat punt wordt het pad inderdaad 'indistinct' om daarna volgens de tekst geheel te verdwijnen. "From this point continue to follow the river...". 
"Don't underestimate the arduousness of this section, this is very rough country" roept Harper in de gids. Nee, dat ga ik zeker niet doen. En zo volg ik de vage sporen van voorgangers met rechts van mij de rivier. Kan niet fout gaan. En ondanks een aantal drassige plekken gaat het ook niet fout. De haakse bocht is prima te herkennen. De steile helling ook.
Bealach Mam Unndalain
Tweehonderd meter klimmen over een afstand van driehonderd meter. Dit wordt de eerste stevige aanzet tot het bereiken van de col Mam Unndalain. Mijn volgende doel. Op mijn kaart staan tekens van een onzichtbaar pad dat recht omhoog is ingetekend. Tijdens mijn voorbereiding thuis was dit een van de vraagtekens. Hoe onzichtbaar is dat pad. Op satellietbeelden kon ik het niet zien.
hier mag ik zo direct tegen op
Eerst maar een rust en kijken of voorgangers een spoor hebben achtergelaten om deze helling te beklimmen. Dat is het geval. Ik zie goed waar anderen al een zigzagpad hebben gemaakt. Een half uur ben ik aan het hijgen en zo nu dan aan het terugkijken en foto's maken voordat ik een rustiger en iets breder pad omhoog bereik.
terugblik op de hoek in het riviertje waar ik begon aan de klim
het riviertje Carnach wordt beneden over een grotere afstand zichtbaar 
het pad blijft stijgen
Nog een kilometer en een stijging van twee honderd meter heeft de route nodig om de col Mam Unndalain te bereiken. Daarnaar toe is de stijging 'moderate' zegt mijn gids. Toch neem ik weer een rust om tegelijkertijd mooi uit te kijken over de vallei van de Carnach. Daar beneden heb ik twee uur geleden gelopen. En om de hoek van de berguitloper stond vannacht mijn tent. Prachtige vergezichten.
terugblik in de Carnachvallei
Ik moet het maken van deze aantekeningen in mijn tent even onderbreken voor een foto van een groep herten, die de varens van de campsite erg lekker vinden.
Daarna de tent maar dicht, want het begint licht te regenen en de midges worden hinderlijk geïnteresseerd.
Vervolg Mam Unndalain en Gleann Unndalain
Net voor de col ontmoet ik rond halfelf de enige wandelaar vandaag, een van rond vijftig. Hij heeft tweeëneenhalf uur nodig gehad om vanuit Barisdale omhoog te komen. Mijn afdaling door Gleann Unndalain verloopt voorspoedig. Na het eerste steile gedeelte gaat het ontspannen een paar kilometer naar beneden. Hier en daar heb ik zicht op de noordelijke zeearm die Knoydart omsluit; Loch Hourn.
Vervolg Barrisdale
Na het passeren van een bruggetje gaat het vlak over een 4x4-track richting Barisdale campsite. Herten houden mij tussen de varens in de gaten, maar maken geen aanstalten te vluchten.
De laatste kilometer loop ik in mijn regenjack en ook de tent wordt even na enen nat opgezet. Dat is allemaal inbegrepen bij de vijf pond. De luxere vertrekken achter de bothy bieden mogelijkheden vanaf honderdtwintig pond. De medewerker die ik als eerste bij 'the office' ontmoet is vriendelijk, maar heeft even geen tijd. Hij moet de eigenaresse van de estate ophalen die per boot komt naar de eigen aanlegsteiger op anderhalve kilometer afstand. Dat stukje gaat met de landrover. Andere middelen van vervoer zijn er niet. 
Later vanmiddag zal het aantal trekkerstentjes langzaam aangroeien naar een stuk of tien. Ik tel twee jonge mensen. De rest is dertig jaar of ouder. Dit trekken door deze ruige natuur is blijkbaar een ouderensport. Ik ben hier niet de oudste. Zelf ga ik na de inspectie van de bothy en mijn verlate wasbeurt op deze vrije middag eerst even lekker op mijn luchtbedje liggen. Die rust kan ik na de afgelopen vijf zware dagen goed gebruiken. Misschien maak ik straks nog wel mijn eerste kop thee van deze vakantie. Relax.
Boven mijn hoofd vliegt een helikopter. Nog niet eerder gezien in dit afgelegen gebied. De bemanning vliegt verschillende rondjes over een bergrug en is duidelijk naar iets op zoek. Misschien is het een reddingshelikopter? Hij is in ieder geval niet voor mij. Ik draai mij nog een keer om. Tot morgen.

Barrisdale is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 5




Paradijs

 Maandag 27 mei 2024, wandeldag 6

van Barrisdale campsite via Kinloch Hourn
naar een doorwaadbare plaats
in het riviertje Allt a Choire Reidh
8 uur inclusief pauzes, ± 14 km,
± 750 m klimmen en ± 450 m dalen
temperatuur: van 10 graden s' morgens tot 14 graden 's middags
enkele lichte buitjes

Vlak voor Kinloch Hourn loop ik onder een compleet met rododendrons begroeide berg
Bye, Bye Barrisdale
Afgelopen nacht heb ik prima geslapen. Met de aanwezigheid van andere mensen rondom is er een ander veiligheidsgevoel. Toch een ander gevoel dan wanneer je in je eentje een enorme vallei voor jezelf hebt. In die situaties is het weer goed dat je overdag zoveel inspanning hebt gepleegd dat je daar in diepe slaap geen notitie heb van het isolement. Zoals de komende nacht. Althans dat denk ik tijdens het schrijven van deze aantekeningen.
Bye, bye Barisdale
Vanochtend sta ik met hoofdnet in beschermstand mijn tent af te breken. Gegeten heb ik al eerder liggend in de tent. Er is verder om halfzeven geen beweging op Barisdale campsite. Hoeft ook niet, want die anderen halen mij straks wel in. De eerste anderhalve kilometer gaan nog soepel over een four-wheel drive track. Prachtig loop ik langs de oevers van Barrisdale Bay waar op dit vroege tijdstip de bewolking nog laag rond de omringende heuvels en de baai hangt. Een windstille schoonheid.
Naar Kinloch Hourn
Gelukkig heb ik bij de afslag naar een stijgend smal pad de gids nog even gelezen, anders zou ik dit aangename wegdek niet hebben verlaten voor het vermoeiende pad naar Kinloch Hourn.
hier heb ik het aangename wegdek langs de kust verlaten en ben al flink
gestegen op het wandelpad en kijk nog een laatste keer over Barisdale Bay
De 4x4-track loopt vierhonderd meter verder dood bij een aanlegsteiger voor de eigenaar en gasten van de Barisdale estate, een totaal geïsoleerd landhuis op zeshonderd meter afstand van de campsite. Hoe kom je op het idee om hier zoiets te bouwen?
Loch Hourn met beneden de aanlegsteiger van Barisdale
Het pad loopt op de kaart parallel aan Loch Hourn. Het ene moment loop je bijna op zeeniveau en vervolgens mag je weer honderd meter omhoog en weer afdalen om een berguitloper te passeren. En dat achtenhalve kilometer lang. In de gids zegt schrijver Harper: "The path is clear, but there are lots of short, steep climbs and descents as you follow it east to Kinloch Hourn, taking most walkers 3-4 hours". Dan weet ik dat het voor mij waarschijnlijk vijf uur wordt. Maar het blijft mooi lopen.
En inderdaad onderweg word ik ingehaald door twee bekende gezichten van de campsite. Ter hoogte van het eenzame en zo te zien verlaten huisje of boerderijtje Runival neem ik een rust en inspecteer mijn broek. Ik ben niet zoals de twee andere wandelaars zo slim geweest om mijn regenbroek aan te trekken. Na de regen van vannacht had ik kunnen weten dat alle hei en varens druipnat zouden zijn. Gelukkig droogt mijn broek snel.
je zult daar maar zo eenzaam gewoond hebben
Naast de inspanning, zere schouders en rug, levert het anderhalve kilometer voor Kinloch Hourn wel de toegang op tot een waar paradijs. Al bij het maken van de bocht naar dat deel langs het Loch passeer ik de eerste rododendronstruiken in volle bloei.
Achter de bocht krijg ik zicht op een totaal met rododendrons begroeide helling met aan de voet tunnels door de prachtig bloeiende gigantische struiken. Wat een geluk dat ze nu in bloei staan. Een waar eldorado om doorheen te struinen. Hier ontmoet ik ook verscheidene tegenliggers op weg naar Barisdale die mijn enthousiasme delen.
"By the time you reach Kinloch Hourn you'll feel like you've done a good day's walk already". Het is goed om dat in de gids te lezen. Dan weet je tenminste dat je niet de enige bent die dit stuk een aardige inspanning vindt. Bij een moeilijk te passeren schuin rotsblok heb ik net het geluk dat er twee scouts in tegenovergestelde richting op pad zijn. Een trekt mij aan mijn stokken over de anderhalve meter heen. Geluk dwing je af denk ik nu hautain bij het schrijven van deze dagaantekeningen. Maar het zou wel een geknoei zijn geweest om het alleen te doen met die zak op je rug. Het wordt tijd voor de tearoom die in mijn gids is beloofd.
En weer heb ik geluk. Ze gaan om twaalf uur open en blijven dat tot vier uur 's middags. Ik heb langzaam genoeg gelopen om meteen klant te worden. Apart om hier aan het eind van de wereld een tearoom binnen te stappen. Apart ook om na dagen in de natuur in een schoon gebouw te verblijven. Op de binnenplaats van Kinloch Hourn Farm krijg ik al het briljante idee om niet zo met mijn rugzak om en vuile schoenen aan naar binnen te stappen. Als ik wil afhangen word ik naar binnen gewenkt en naar de droogkamer geleid. Daar mag ik mijn rugzak neerzetten en mijn schoenen verwisselen voor crocs.
Even later zit ik aan twee sandwiches bacon, eieren, kaas. Een heerlijke afwisseling met de roggebroodplakken en energierepen. En ook nog zittend op echte stoelen. Je kunt hier ook de wifi gebruiken, als je vijf pond betaalt. Om mij heen is bijna iedereen weer in zijn eigen internetbubbel. Laat maar. Ik eet lekker verder.
Ook dit genot kent een eind, na een half uur breek ik op. Een wandelaar wil door. Ik betaal contant. Het had ook met bankkaart gekund. Na alle moeite om zes dagen geleden in Fort William extra contant geld te pinnen is dit pas mijn derde contante betaling. 
terugblik op Kinlich Hourn Farm
Electricity Pylons
"Pass the stalkers cottage on your right and just before you reach the next building, bear right and climb through the pine woods to meet a larger track that climbs northwest beneath large electricity pylons". Ik moet dus door een bos naar elektriciteitsmasten. En ik zie twee keer het woord klimmen. Oké. Eerst maar eens vanuit Kinloch Hourn Farm op zoek naar de brug waar ik linksaf moet om rond de 'kin' van Loch Hourn te komen. Voorbij de brug zie ik in de verte het bedoelde bos en de eerste elektriciteitsmasten. Ik zie ook herten naast me die afwegen of ze voor die lopende rugzak nog wel moeten opstaan. Mooi.
de elektriciteitsmasten worden zichtbaar boven het naaldbos
de kin van Loch Hourn
Op de herten maak ik geen bedreigende indruk
De 'building' waar ik rechts moet is niet zo maar een gebouw, het is Kinloch Hourn Estate, een landgoed dat toestaat dat je over hun terrein loopt en de estate bijna kan aanraken. Daarna begint het 'climb through the pine woods'. Met kleine stappen kom ik traag omhoog en kijk smachtend uit naar het punt waar het vlakker wordt.
Kinloch Hourn Estate
climb through the pine woods
terugblik richting Kinloch Hourn Farm beneden
Op het tweede klimgedeelte na het bos hoef ik niet lang te wachten. Een kleine kilometer stijg ik flink over een four-wheel drive pad en steeds komt er een nieuwe, hogere pylon. Na anderhalf uur zwoegen is daar de hoogste pylon. Net voor de col neem ik uit de wind een rust om ook weer iets te eten. Hier kan wel een proteïnereep tegenaan.
Doorwaadbare plaats
De reden dat ik doorgelopen ben na Kinloch Hourn is mijn plan om de 31,5 kilometer tussen Barrisdale en Morvich wat beter te verdelen. Bovendien staan mij morgen de meeste aaneengesloten klimmeters te wachten. De doorwaadbare plaats in de Allt a Choire Reidh ligt ongeveer halverwege en in de gids lees ik dat daar goede tentplekken zijn. Ben benieuwd. Eerst maar weer omhangen, de col passeren en de nieuwe vlakte verkennen. Vanaf deze hoogte kan ik zelfs prachtig over Loch Hourn terugkijken in de richting van Barrisdale waar ik vanochtend startte.
terugblik op Loch Hourn richting Barisdale
De laatste anderhalve kilometer volgt het pad de contouren van de heuvels waardoor de stijging nauwelijks opvalt. 
Een uur later sta ik bij de doorwaadbare plaats. Deze omschrijving klopt dit keer. Hier staat het water door de regen van afgelopen nacht en de enkele lichte buitjes van vandaag net iets te hoog om droog over stenen naar de overkant te stappen. Als het morgen niet lager staat dan begint het met een doorwading, de eerste.
Ook nieuw is dat na zes dagen wandelen de waterdichtheid van mijn schoenen de uiterste datum heeft bereikt. Sinds elf uur vanochtend loop ik met vochtige voeten. Morgen voor het eerst mijn waterproof sokken proberen. Dan heb ik ze toch niet voor niets meegenomen. Het is fris hier. Eerst maar al mijn truien aantrekken en de tent opzetten. Daarna eten en deze aantekeningen maken.
Geestelijke snelheid
Als mijn tent op het eindpunt voor vandaag staat en mijn luchtbedje is opgeblazen ga ik even lekker languit liggen. Ik staar naar de grijze lucht boven me. Zo waan je je ineens in Nederland. Totdat je rondkijkt en alleen maar lichtgroen ziet. Even in Nederland en weer terug in Schotland. De geest reist snel.
mijn tijdcapsule
Trots op mijzelf. Mijn tent stond nog nooit zo goed deze tocht. Toch maar weer veertien kilometer afgelegd in het langzaamste tempo van de wereld. Maar wel mijn doel voor vandaag bereikt.

Morgen weer Judith bellen. In deze verlaten vallei is er natuurlijk weer geen telefoonnetwerk. Zo'n stille vallei is wel een geschikte plek om te beseffen hoe goed je het thuis hebt. Maar 
zo heel alleen zou ik dit keer niet blijven.

De doorwaadbare plek in de Allt a Choire Reidh
tussen Kinloch Hourn en Shiel Bridge
is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 6





Zwaarste dag

Dinsdag 28 mei 2024, wandeldag 7

van een doorwaadbare plaats in het riviertje Allt a Choire Reidh
via gehucht Shiel Bridge naar Morvich campsite
9 uur inclusief pauzes, ± 17 km + 6 km,
± 560 m klimmen en ± 750 m dalen
temperatuur: van 10 graden s' morgens tot 14 graden 's middags
vrijwel hele dag droog, één licht buitje

Zicht van bealach (col) Coire Mhalagain in noordoostelijke richting
Geluk
De wereld hangt van geluk aan elkaar. Meestal, vaak, soms, in ieder geval vandaag.
Geluk 1. Bij het vier bij tien meter grote Kintail Crafts winkeltje tussen Shiel Bridge en Morvich verkopen ze naast Schotse kleding ook levensmiddelen en 'on top' een plank met Adventure Food en Firepot gedroogde maaltijden.
Gedroogd eten bij Kintail Crafts. Wat was ik er blij mee.
Met drie extra maaltijden kan ik de rest van de trektocht zonder voedselzorgen voortzetten. Ontbijten in deze vorm had de oude man niet. Daarom maar overgaan op Quaker havermoutzakjes. Verder trakteer ik mijzelf op drie Snickers. Eentje haalt de uitgang niet.
Geluk 2. Ik sta op een echte camping en heb mij na een week gedoucht. Heerlijk heet en heerlijk lang. Een week niet douchen doet mij denken aan de vijftiger jaren van de vorige eeuw toen dat bij ons thuis en bij alle buren nog heel gewoon was. Sterker, we hadden geen echte douchecabine, maar een lavet, een soort granieten kuip. Eigenlijk zijn mijn kleren wel vuil, maar mijn lichaam niet echt. Alleen mijn benen zijn niet echt schoon en zitten onder de jeukende midgesbulten. Dat komt door de derde dag toen ik in korte broek liep.
Met de gematigde temperaturen hier zweet je nauwelijks. Ook de regen zorgt dat je gezicht en handen regelmatig 'opschonen'. Een nadeel van dit klimaat is wel dat je niet aan kleding wassen toekomt. Je krijgt het niet meer voor de volgende dag droog. Voor mijn sneldrogende, grotendeels polyester onderbroek is het sowieso te laat. Na jaren trektochtdiensten zit er na deze week een gat in. Die gaat samen met het afval van vier dagen Adventure Food zijn Waterloo in Morvich vinden. Hij rust en stinkt in vrede.
Pitstop at Kintail
Geluk 3. Al voor de tocht had ik voor de voedingsplanning de avond in Shiel Bridge/Morvich ingeroosterd als een restaurantmaaltijd. Toen ik vanmiddag Kintail Lodge Restaurant en het wegrestaurantje Pitstop at Kintail passeerde, zag ik dat dit een goed besluit was. Dus 's avonds begin ik om kwart over zeven in mijn schoonste shirt het twee kilometer terugwandelen naar de Pitstop. Even vanmiddag niet voldoende uitgezocht, de Pitstop is al sinds vijf uur vanmiddag dicht. Shit.
Het Kintail Lodge Hotel-Restaurant
Dan toch nog maar een kilometer verder naar Kintail Lodge Restaurant. Om de stemming te verhogen informeren terugkerende restaurantbezoekers mij dat je alleen binnenkomt met een reservering. Maar misschien dat ik, nu het wat later is geworden, een kans heb. Dat zijn opbeurende berichten om acht uur 's avonds met een rammelende maag. Het restaurant is in ieder geval open dus toch maar doorlopen. Bij aankomst worden excuses gemaakt, ze hebben nog slechts 
één klein eenpersoonstafeltje vrij. Nou geen probleem, excuses meteen geaccepteerd. Als ik dit geluk weer niet had zou ik zes kilometer voor niets extra hebben gelopen en als nog een poedermaaltijd moeten maken.
Nu gaan ze voor mij in de keuken aan het werk voor een heerlijke uiensoep en daarna een Puff Pastry Pie of the week with mixed vegetables. Maar eerst een flinke bier. Meteen weer praatjes nu ik binnen zit aan mijn vijftig bij vijftig centimeter tafeltje. Mooi tijd om deze aantekeningen te maken en mijn geluk te beschrijven. Heerlijk, laat maar komen die soep.
Buren
Er is vandaag ook nog gewandeld in de glens tussen de heuvel- en berghellingen. Toen ik gisteren aan het eind van de middag mijn tent opzette bij de doorwaadbare plaats in het riviertje Allt a Choire Reidh verwachtte ik weer een solitaire overnachting. Wat schetst mijn verbazing als ik om halfzeven een vrouwenstem hoor die het geruis van het riviertje overbrugt. Ik rits mijn tent open en zie aan de andere kant van de doorwaadbare plaats een jonge man en vrouw een tent opzetten.
de volgende ochtend om halfzeven eerst maar een foto
Na een eerste begroeting volgt al snel de vraag "Where are you from?". "We are from the Netherlands". "Oh, je bedoelt uit Nederland". Een korte stilte, gelach en de vraag "Waar kom jij vandaan"? "Vandaag vanuit Barisdale". "Nee, in Nederland". "Vlakbij Amersfoort". Dat reken ik voor deze gelegenheid goed. "Wij uit Deventer". Na deze plaatsbepaling en de verbazing dat je in the middle of nowhere naast Nederlanders slaapt, blijft ieder aan zijn kant van de rivier, waarna ik nog wat aanvullende verkenningen doe naar alternatieve oversteekplaatsen. Als de rivier morgenochtend niet lager staat wordt dit de eerste echte doorwading.

Doorwading
Om halfacht trek ik mijn speciaal hiervoor meegenomen sandalen aan, rol mijn pijpen op tot kniehoogte, hang mijn met de veters aan elkaar geknoopte schoenen om mijn nek en loop met steun van de stokken naar de overkant. Wel de heupriem van de rugzak los voor het geval je valt. Allemaal geleerd boven de poolcirkel in Noord-Zweden op de Kungsleden in 2015 en herhaald in IJsland op de Laugavegur in 2019. Veel voorbereiding om binnen een halve minuut aan de overkant te staan. 
klaar voor de doorwading, maar mijn fototoestel vindt het te eng
Na de doorwading zijn de buren ook op en hoor ik dat gisteren hun eerste wandeldag was. Ik begrijp dat ze na de landing van het vliegtuig in Inverness aansluitend met de bus doorgereisd zijn naar Shiel Bridge en meteen zijn begonnen met wandelen. Of dat echt in de tijd mogelijk is weet ik niet, maar het lijkt mij een flinke overgang in één dag. De vrouw vraagt waarom mijn echtgenote niet meeloopt. Ze zou het best willen, maar trekt de inspanning niet. Waarschijnlijk zou Judith dit gebagger sowieso niet boven aan haar lijst zetten. Dan liever een quiltreis naar Zuid-Engeland over twee weken. Ook mooi.
terugblik richting de doorwaadbare plaats
rustig omhoog op de zuid flank van de Sgurr na Sgine berg
Glen van Allt Coire Mhalagain
De eerste kilometer om de vallei Coire Reidh uit te komen gaat het op de zuid flank van de berg Sgurr na Sgine rustig omhoog. Het pad volgt de contouren van de berg en zo rondt je de uitloper van de Sgurr na Sgine en kom je langzaam maar zeker in de vallei ten noorden van deze berg, de vallei van het beekje Allt a Coire Mhalagain.
route van de doorwaadbare plaats in de Allt a Coire Reidh naar
Bealach Coire Mhalagain. Van bovenaf ziet het er gemakkelijk uit
Volgens de adviezen in de gids zou ik rechts (oost) van de beek op hoogte moeten blijven. Ik volg echter het meest belopen spoor en dat steekt de beek over. Na wat rondturen besluit ik dit pad te blijven volgen. Helaas glij ik bij het stappen over de stenen uit en loopt mijn rechter schoen vol. Ondanks de waterproof sokken voelt dat koud aan. Langzaam stijgt het over de 'boggy', drassige, ondergrond naar het eind van de vallei waar het pad steeds onduidelijker wordt. De echte laatste klim naar de col komt nu uitdagend dichtbij.
Zoekhelling
De helling waar ik tegen aan kijk moet ik op een of andere manier overwinnen. Boven is de Bealach (col) Coire Mhagalain, maar daar kan ik hier vandaan nog niets van zien. Hoe ik daar kom is niet duidelijk. Hoe hoger ik kom hoe vager het pad wordt. En hoe hoger ik kom hoe meer helling er te voorschijn komt.
Voorgangers hebben net als ik naar een oplossing gezocht. Blijkbaar zijn er meerdere oplossingen en is het ieder voor zich. Ik ploeter mij met veel stops naar boven. Stops om het vervolg te bepalen en gewoon om uit te rusten. Na ruim een uur sta ik boven op de col. Nog even langs een paar oude afrasteringijzers verder omhoog en ik vind het begin van de afdaling. Eerst een echte rust en het nieuwe landschap in mij opnemen.
Bealach Coire Mhalagain met op de achtergrond Forcan Ridge
Tijdens mijn rust kan ik een compliment geven aan een jonge Française. Toen ik al op driekwart van de helling stond zag ik beneden haar oranje shirt. Net als ik boven zit uit te blazen staat ze naast me. Ik spreek mijn bewondering uit. Uren later spreek ik haar al keurig gedoucht op de camping in Morvich. Zij heeft slechts vijf dagen nodig gehad om hier te komen tegenover mijn zeven. Ze gaat voor de hele Cape Wrath Trail. Ik geef haar een goede kans en blijf bij mijn bescheiden aanpak.

Afdaling
De afdaling naar Shiel Bridge is achtenhalve kilometer lang, maar valt qua karakter in vier stukken uiteen. Ook al worden de zevenhonderd daalmeters naar zeeniveau geleidelijk afgebouwd toch is het tot aan Gleann Undalain (Undalain Vallei) weer moeizaam lopen. De eerste kilometer gaat benenbrekend tussen en over rotsblokken in een soort keienstort in de schaduw van de berggraat Forcan Ridge. Voor het houvast loopt het pad ongeveer langs iets dat op een muurtje lijkt. Hoog boven mij hoor ik bergbeklimmers met elkaar praten.  Letterlijk baas boven baas.

Daarna een aangename voortzetting naar de bovenkant van de berg Mellean Odhar en het passeren van een tweede mooie open col. Om het niet te verleren mag ik aansluitend afdalen over drassige grond in Coire Caol.
de tweede col van de dag: Bealach na Craoibhe
Even koekeloeren is het bij de oversteekplaats van het riviertje Allt Undalain. Maar na wat puzzelen weet ik op het breedste punt toch een aansluitende stapstenenrij te vinden om droog naar de overkant te komen. H
è, hè, eindelijk een beetje normaal track.
Bewoonde wereld
Om in de bewoonde wereld te komen maakt het pad bij Shiel Bridge nog een korte scherpe afdaling met zicht op Glenshiel Campsite. Deze camping ziet er van ver niet echt aantrekkelijk uit. Bovendien wil ik sowieso naar de vier kilometer verder gelegen Morvich campsite. Daarmee wordt de afstand morgen aantrekkelijker. En uit voorafgaande studie op internet lijkt mij die campsite ook luxer.
Shiel Bridge met recht vooruit de campsite en links Glenshiel Lodge
Shiel Bridge draait letterlijk om de brug over de Shiel. Het is in onze ogen geen dorp maar een paar huizen die verspreid langs de drukke A87 staan. Na Glenshiel Lodge trek ik verder langs de boorden van Loch Duich richting het veel geprezen Kintail Lodge. Of dit hotel-restaurant ook nog bij Shiel Bridge hoort heb ik mij niet meer afgevraagd. Mijn aandacht gaat uit naar een kleine kudde geiten die voor aardige files en gevaarlijke situaties zorgt.
langs Loch naar Kintail Lodge midden op de foto
Mijn laatste kilometers naar de campsite worden vreugdevol onderbroken door de Firepot-aankopen bij Kintail Crafts. Mijn dag kan niet meer stuk. Door naar Morvich. Dat is een smallere straat met meer huizen. Misschien wel meer dan twintig. Maar ze hebben wel een eigen postbus.
Het aanmelden op de campsite is nog niet zo eenvoudig. Er is een heel strikt echtpaar dat de receptie beheert. Als mijn mobiel de QR-code niet kan verwerken is er kleine ontsteltenis. Wat nu? Het wordt nog uitdagender als ik begin met betalen. Dat is natuurlijk wel een goed teken. Ten slotte mag ik in HOOFDLETTERS mijn naam, straat, huisnummer, woonplaats en telefoonnummer opschrijven die daarna verdwijnen in 'het systeem'. Naar een ID wordt helemaal niet gevraagd. Ik word eigenaar van een plattegrond en een code om de deur naar het sanitair te openen. Daarna mag ik precies tussen de paaltjes mijn tent opzetten. Later heb ik ze mijn complimenten gemaakt over die heerlijke douche. Aardige man, die Ebbelaar.
receptie van de goed uitgeruste Morvich campsite
netjes tussen de gele paaltjes
Halfway
In Morvich heb ik mijn keerpunt voor deze trektocht bereikt. En nog volgens plan ook. Dat wist ik zeven dagen geleden zonder echte kennis van dit terrein nog niet zo zeker. De dagen hebben zich aaneengeregen. Meegevallen is het zeker niet, maar voorlopig zit dit in de pocket. Morgen begint de terugweg naar Fort William door de alternatieve startroute van de CWT in tegengestelde richting te lopen. Ogenschijnlijk gaat het over een minder zware route, maar ik hou toch maar twee slagen om de  arm. Het ontzag voor deze omgeving is alleen maar gestegen.
Cheers
Het is nu bij het schrijven van deze aantekeningen tijdens het diner in Kintail Lodge Restaurant halfnegen. Judith is al eerder gebeld en alle voortgang is in Nederland bekend. Pas over drieënhalve dag zal er in Invergarry naar mijn inschatting weer contact mogelijk zijn. Betalen maar, want ik mag nog drie kilometer terug sloffen naar mijn tentje. Wat zal ik slapen.

Morvich campsite in het noorden van dit kaartje
is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 7



Take care

Woensdag 29 mei 2024, wandeldag 8

van Morvich campsite naar Youth Hostel Glen Affric in het gebied Alltbeithe
7 uur inclusief pauzes, ± 18,5 km,
± 400 m klimmen en ± 80 m dalen
temperatuur: van 8 graden s' morgens tot 15-17 graden 's middags
vrijwel de hele dag droog, enkele lichte buitjes

Allt Grannda Waterfalls

"Take care" zei de campingbeheerder toen ik vanochtend om acht uur de camping verliet. Om drie uur vannacht was de mist of de bewolking tot op 1 meter boven de grond gezakt, vertelt hij. Oppassen dus als je de bergen ingaat. Of hij dat geweten heeft van de gaande reddingsoperatie weet ik niet. Als ik vanmiddag op weg ben naar Youth Hostel Glen Affric komt er rond twee uur een reddingshelikopter overvliegen die duidelijk op zoek is. Bij het bereiken van de YH een uur later staan daar twee all terrain ambulancewagens en een terreinwagen van de Scottish Mountain Rescue. 
Een vrouw met munro's (Schotse bergen van 1000 meter en hoger) beklimmen als hobby is gisterenmiddag of avond door de neerdalende bewolking haar oriëntatie kwijtgeraakt. Zij of haar man hebben een sos-alert uitgezonden. Wat ik begrijp moet er dan een communicatieketen op gang komen: van alert naar politie, van politie naar de reddingsdienst en als die mensen er niet uitkomen naar de reddingshelikopter. 
afbeelding van de home page van de Scottish Mountain Rescue
Om wat voor verdere redenen dan ook, is zij dus pas vanmiddag uit haar benarde positie opgehaald en door de heli naar een hospitaal afgevoerd. Lijkt me dat je dan aardig onderkoeld zult zijn. Kort nadat ik bij de YH aankom gaan de vrijwilligersteams weer elk naar hun plaats van herkomst. Sommigen met de ambulances. Maar de groep uit Morvich begint te voet aan de terugweg via het pad waarover ik net ben aangekomen. Meteen maar een training nu ze toch gealarmeerd zijn? Fitte lui. Ik lees op de site van de Scottish Moutain Rescue dat ze in 2023 677 mensen hebben geholpen. Goed om te beseffen dat lopen in de bergen niet zonder gevaar is. 
Youth Hostel Glen Affric in the middle of nowhere
De vrouwelijke warden (beheerder) van de YH informeert mij over de achtergrond van de reddingsploegen. Direct aangevuld met "Officially I am not working yet". Ze opent normaal pas om vijf uur. Zelf heb ik in de Youth Hostel door deze toestand al om drie uur bij haar inkopen kunnen doen, want mijn roggebrood raakt op: twee Marsen, twee Snickers, een TentMeal, waarvan ik nog moet uitzoeken of het voor het ontbijt of de avondmaaltijd is, en een blik Cola. Allemaal hier in de middle of nowhere. Natuurlijk wel voor middle of nowhere prijzen. Niemand hoort mij klagen.
TentMeals, 800 kcal in the middle of nowhere
Na mijn besluit om graag van de faciliteiten van de YH gebruik te maken mag ik nog eens 13 Pond betalen. Daarmee mag ik in de buurt van de YH mijn tent opzetten, van de keuken gebruik maken en, zeer geriefelijk, het toilet bezoeken. Neem je dit besluit niet, dat mag ook, maar dan wel gewoon doorlopen. Ik begrijp het. 
"Officially I am not working yet". Begrijp ik inmiddels ook. Ze zegt het overigens vriendelijk, maar ik weet nu dat ik gematst ben. Daarna gaat ze nog wat slapen. Zou ik ook doen na de hectiek van een reddingsoperatie.

Andere richting
Om al deze hectiek mee te mogen maken stond ik vanmorgen kort na zessen op. Op zo'n camping gaat alles wat langzamer. Voor toilet,  wassen en scheren moet je een stuk lopen naar een sanitairgebouw. Dat was ik na de dagen in het veld bijna verleerd. Ook voor mijn ontbijt laat ik mij verleiden tot het gebruik van een overkapping. Ook weer heen en weer lopen. Luxe is omslachtig.
de tent staat ook niet meer zo jofel omdat een fiber stokdeel is gespleten.
die stok heb ik provisorisch met Duck tape versterkt.
Om kwart over zeven heb ik mijn rugzak bijna ingepakt, als ik het Britse en het Franse meisje samen het toegangshek zie uitlopen. Ze hebben elkaar blijkbaar gevonden en gaan samen verder. Ze zwaaien en ik zwaai terug. We kennen elkaar al twee dagen en na de ontmoeting onderweg op de CWT schept dat een band. Oké, bandje. Want zij gaan door naar het noorden en ik buig vandaag af naar het oosten. Terug naar Fort William via de alternatieve startroute van de CWT.
Opvallend soepel loopt het weggetje dat mijn route inslaat. Het zou moeten stijgen. Argwanend na de inspanningen van de afgelopen dagen ga ik bij de rivier controleren of ik wel stroomopwaarts loop. River Croe stroomt traag, maar wel de goede kant op. Dan gewoon verder. Zes kilometer loopt het zo ontspannen naar het eind van de vallei waar het Glenlicht House mijn baken is. Mijn koekoek is ook van de partij en vliegt dapper mee.
Glenlicht House
Watervallen
Het Glenlicht House ligt in de bocht van de vallei, waardoor je het lang kunt blijven zien. Via een tweetal bruggetjes kom ik aan de andere kant van de rivier en dan is het gedaan met de langzaam stromende rivier. Dus mag ik ook mee omhoog. Een verschil met voorgaande dagen is dat dit pad onderhouden is. Hier en daar zelfs met duidelijk neergelegde steenblokken.
Regelmatig kijk ik achterom. Om nog een keer te genieten van de omgeving, maar vooral voor de bevredigende vaststelling dat je alweer een stuk verder bent. Vaak meer en sneller dan je denkt. 
prachtig vergezicht in een andere vallei
Dit pad vormt niet alleen de route voor de CWT, maar maakt ook deel uit van de Affric Kintail Way: 76 km van Drumnadrochit naar Morvich. Nu ik tegen de stroom in loop ontmoet ik duidelijk meer wandelaars. Bijna allemaal bezig met de Affric Kintail Way en vanochtend vertrokken van YH Glen Affric in het gebied Alltbeithe. Opvallend is het aantal vrouwen, regelmatig alleen lopend. 
Een tweetal dat ik kort aanspreek bij het Glenlicht House beloofd mij mooie watervallen. Ze weten niet dat ik er inmiddels al ruim honderd kilometer op heb zitten en al verschillende watervallen heb gezien. 
Maar ik ben te terughoudend met mijn gedachte. Ze hebben gelijk. Wanneer ik verder stijg en een bocht doorloop stuit ik op een aantal prachtige watervallen. Een paar smalle van grotere hoogte, die via het wandelpad verder in de diepte storten en aan de andere kant van de versmalde vallei een flinke waterval in de hoofdstroom, de Allt Grannda. Even later sta ik als het ware in de waterval. Dat is ook te merken want de lucht is hier vochtig van opspattend water. Toch maar even mijn regenjack aan.
Groen
Na de watervallen stijgt het tot een steenstapel, cairn, die het hoogste punt in deze vallei aangeeft. Lekker even achterom kijken en verbaasd vaststellen dat je toch weer meer gestegen bent dan je dacht. Tijd voor een plak roggebrood met Nutella en voor een selfie. Dat is ongeveer hetzelfde. Genieten van deze prachtig groene vallei. Hoe leg je uit dat je het, lopend in je eentje in een regenjack met een fikse zak op je rug, prima naar je zin hebt. Het is waar, groen maakt gelukkig. 
terugblik naar beneden, het pad loopt naar de watervallen
bothy Camban duikt op
Bothy Camban
Na anderhalve kilometer hang ik alweer af. Nu uit pure nieuwsgierigheid om bothy Camban binnen te gaan. Voor de beeldvorming hieronder een foto van een van de twee slaapvertrekken met de Spartaanse stapelbedden. Het ziet er redelijk opgeruimd uit, geheel stofvrij lijkt het me niet en ik zou mijn boterhammen niet zo op tafel leggen. Maar je kunt er wel droog slapen en zitten.
Moet je voorstellen als je al een dag gelopen hebt in de regen en je komt eindelijk bij zo'n hut. Dan is je mentale bril zo beslagen dat je alleen maar die plank ziet waarop je moeie botten en spieren kunnen liggen en ontspannen. Dan verandert zo'n hok in een welkom toevluchtsoord. Mocht je het dan in je enthousiasme warm willen maken met de open haard, in de hal wordt je dringend gevraagd niet de afrasteringspalen als brandhout te gebruiken. Je mag ook niks.
In je eentje of alleen
Onderweg over de laatste vier kilometer naar de Youth Hostel Glen Affric kom ik eerst twee Nederlandse mannen tegen die mij vertellen wat er daar allemaal loos is met de reddingsoperatie. Zonder internet toch al het nieuws voordat je er bent. Ze lopen de Affric Kintail Way en luisteren naar mijn ervaringen van de afgelopen week tot ik hun kritische tijdpijngrens benader en ze toch echt verder moeten. 
Geheel anders is de passage van een alleen lopende jonge vrouw. De wijze waarop ze mijn groet beantwoord is opvallend. Het komt er met moeite uit. Ze houdt geen stap in en kijkt mij niet echt aan. Ze sjokt niet, maar op een of andere manier toont het niet gelukkig. Sommige mensen lijken echt alleen te lopen. Psychologie van de koude grond, van gevoel. Ik ga de brug over en kijk vooruit naar de Youth Hostel in de verte en vervolg mijn weg.
Ouderen hostel
Als ik mij heb aangemeld ga ik eerst op de aangewezen plek mijn tent opzetten, want "Officially I am not working yet". Het toilet inclusief wasbak zit aan de buitenkant van het gebouwtje dus dat gebruik ik al wel voor openingstijd.
Maar klokslag vijf uur ga ik op verkenning in het gebouwtje. Naast het gedeelte voor de beheerster met iets dat op een kleine receptie lijkt is er een keuken met eettafels en een 'zitkamer'. Er moet ook nog ergens een douche zijn, maar in douchen heb ik geen zin. De slaapvertrekken in een aparte loods heb ik niet bezocht nu een damesgroep is teruggekeerd van een bergtocht. Wel even gelopen van 7 tot 17 uur! Youth Hostel is in deze tijd van het jaar een achterhaalde naam. Alle aanwezigen, waarvan zeventig procent vrouw, is ruim boven de veertig en sommigen halen de zeventig met gemak. Met de terugkeer van de dames zijn de verhalen niet meer van de lucht, wordt er thee gezet en kleding te drogen gehangen.
Self catering
Op mijn etappe-overzicht staat bij de opmerkingen voor deze dag geschreven: Hopelijk kan er worden meegegeten. Dat kan zeker als je zelf gaat bewegen en je eigen meegebrachte eten warm maakt. Voor mij lekker makkelijk, want er is ook een waterkoker. Dames even geen theewater, maar water voor mijn Firepot 'Barbecued Pulled Pork': Oak-smoked British pork slow-cooked overnight on the bone. Served with a traditional barbecue sauce, rice, and a zingy red onion relish.
Prima smaakt het en ik ga er vanuit dat de harde stukjes waarop ik kauw uit elkaar getrokken varkensvlees is. Ik kan het goed gebruiken na een matig Quaker Oat-ontbijt, een proteïnereep en een plak roggebrood als lunch. 
Met twee Engelse dames van rond de vijfenveertig die niet bij de wat oudere groep horen wissel ik wandelervaringen uit. Zij hebben vandaag over de Kintail Way 19 mijl, 30,5 km gelopen. Ontzag, hoewel ik hun rugzak niet heb gezien. Aan de eettafel werk ik verder aan deze aantekeningen.
free food kast
De grotere groep begint nu ook te bewegen. En niet even heet water in een zak. Ik zie pizza's ontstaan die met allerlei prullaria als apart meegebrachte tomaat, ui en paprika als ware kunststukken de oven in gaan. Mogelijk kijk ik te verbaasd of te bewonderend. Ze denken dat ik geen eten heb en wijzen mij op de rijkelijk gevulde kast achter mij met left-overs van voorgangers. Willem Barentz zou er makkelijk de winter mee doorkomen. Even later krijg ik zelfs stukjes kaas. Het wordt steeds gezelliger.
Gelukkig zie ik een andere man die ook uit een zak eet. Dan ben je niet de enige indiaan. Om zeven uur verlaat ik het tienkoppige gezelschap en ga naar de privacy van mijn tent. Nog wat lezen en dan een heerlijk lange nacht. Morgenochtend vroeg op om het toilet als laatste service te bezoeken en te beginnen aan twintig nieuwe kilometers.
Even later komt de gids van het damesclubje nog even een blikje tonijn uit de free food kast brengen. Ik moet er echt uitgehongerd uitzien! Ik bedank hem twee keer en stel hem hopelijk gerust dat ik genoeg eten heb. Meteen maar opeten anders moet ik het morgen weer meesjouwen. Waar is nou weer mijn lepel?

YH Glen Affric in het gebied Alltbeithe in het noordoosten van dit schetsje
is de overnachtingsplek aan het eind van deze wandeldag 8



Doe het selfie

Donderdag 30 mei 2024, wandeldag 9

van Youth Hostel Glen Affric via Bakehouse bij
Cluanie Inn naar de omgeving van Greag Liathtais
9,5  uur inclusief pauzes en kort verkeerd lopen, ± 18 km,
± 520 m klimmen en ± 140 m dalen
temperatuur: van 8 graden s' morgens tot 15 graden 's middags
hele dag droog

Loch Cluanie

Fluitend
Vanmiddag betrap ik mij er op dat ik loop te fluiten. Het moet niet gekker worden. Het gaat ook prima, goed wegdek, slechts lichte stijging, wind in de rug, zon in het gezicht. Ik ga wel vier kilometer per uur. Dat is deze tocht nog niet eerder vertoond.
Nu heb ik dit ook wel nodig, want vanochtend deed ik twee uur over de eerste drie kilometer. Niet zo zeer door het klimmen, maar de combinatie van stijging en blubber over een niet erg herkenbaar pad. Het staat in de gids beschreven als 'rough' en 'boggy' (moerassig).

Gekl..,klungel
Om dat te mogen doen sta ik vanochtend om vijf uur op. Het toilet was niet bezet. Ik heb mij zelfs gewassen. Het eten met de midges is een crime, hoofdnet op, even omhoog, een hap of twee en dan weer dicht. Toch wordt je nog gebeten. Om halfzeven een zwaai naar de twee dames uit Newcastle waarmee ik gisterenavond sprak. Zij gaan de Youth Hostel in om te eten. Daarna gaan ze verder met hun Affric Kintail Way. Ik ga op pad in zuidelijke richting en vervolg met mijn kennismakingsversie van de Cape Wrath Trail.
hangbrug over de River Affric
vijf minuten na de hangbrug ben ik ongemerkt toch al weer wat gestegen.
op de achtergrond de Youth Hostel
Via een hangbrug over het riviertje Affric betreed ik een vaag pad dat moet leiden naar de vallei waar het riviertje An Caorann Mor moet stromen. Die moeilijk uitspreekbare namen zoek ik later wel op, nu zie ik op mijn kaart alleen de rood gestippelde route, een blauwe kronkellijn van de beek die door de vallei stroomt en de hoogtelijnen die heuvels om mij heen verbeelden. De rode lijn passeert op de kaart niet eens zoveel hoogtelijnen. Op de kaart ziet het er redelijk duidelijk uit maar regelmatig ben ik op zoek naar het pad, wat een gekloot.
waar is het pad?
een dwarsbeek om over te stappen
Na twee uur neem ik een rust en gaan al mijn goudgerande Snickers op. Het lichaam vraagt voortdurend brandstof. Het pad wordt iets beter, maar mijn schoenen duiken regelmatig onder water. Hier wreekt zich mijn keuze van vanochtend om in plaats van de waterproof sokken, al gebruikte, enigszins stinkende, maar droge sokken aan te trekken. 
mijn water proof sokken, drie lagen dik
Vier kilometer na dit besluit beginnen mijn natte voetzolen voor het eerst deze tocht gevoelig te worden. Snel een pauze om te wisselen met het waterproof paar. Wat ben ik blij dat ik ze heb. Ook al zijn ze niet honderd procent waterdicht, ze lopen prima. Anders had ik vandaag een grote kans op blaren gehad. De rest van de drassige maar mooie vallei loopt dat meteen een stuk beter.
in de verte Loch Cluanie
Ook de drukke A87 komt in zicht
Stand alone horecabubbel
Als ik na vier uur de negen kilometer tussen de YH en Cluanie Loch heb afgrond wordt het anderhalve kilometer bermlopen langs de drukke A87. Dat soort stukjes is nog gevaarlijker dan door een moeras lopen. Maar je wilt wel. Sowieso om dat je anders niet op het vervolg van de route komt, maar ook niet bij het geïsoleerde restaurant Cluanie Inn. In de auto boeit zo'n restaurant minder; 'we komen er altijd nog wel één tegen'. Maar te voet is het echt een doel.
Loch Cluanie
de horecabubbel rondom Cluanie Inn van afstand
Het naast het restaurant gelegen pompstation is open, het restaurant Cluanie Inn zelf is gesloten, maar aan de overkant zie ik mensen bewegen bij een huis met het bord Landour Bakehouse.
Landour Bakehouse. foto van internet.
Meer dan Cluanie Inn doet dit denken aan mijn beeld van een klein wegrestaurant. Op hun website weten ze dat aardig op te pimpen; 'Landour Bakehouse is a bakery and patisserie housed in an old fashioned Bothy, situated across from the Cluanie Inn, on the road to Skye. We serve a delicious array of unique handmade cakes, pastries and sandwiches, some of which are from recipes dating back to the late 1890’s, in a traditional charming mountain style cafe. One can stop by for a quick pick up or enjoy stuffed croissants, scones, muffins, puddings and other tasty goodies as you gaze at dramatic views of the Highlands' wilderness.'
Ook al komt mijn cappuccino ook uit 1890, wat een genot om na al de inspanning van vanochtend zo'n drank te kunnen bestellen samen met een flink broodje tonijn met gesmolten kaas. Dat laatste gebeurt pas als ik na drie keer de vraag begrijp dat ze die kaas voor je willen smelten. Ze willen weten hoe 'hot'. Tonijn met gesmolten kaas, nog nooit gegeten. Die tonijn zal dit ook nooit bedacht hebben toen hij nog vrij rondzwom. Maar het smaakt prima, geeft weer energie en spaart een van de drie laatste plakken roggebrood uit.
En wat zie ik nog meer, er zit een man met zijn mobiel te bellen. Er is hier dus ontvangst van een netwerk. Snel bel ik Judith met een videocall via Whatsapp. Ze is op haar werk in Zutphen en is blij verrast mij te zien en te horen. Ondanks de inspanningen vindt ze me er nog goed uitzien. Kijk, dat zijn berichten. Wel zit mijn gezicht blijkbaar onder de midgesbeten. Dat is nog niks vergeleken met mijn benen, maar die laat ik niet zien.
Ik vertel dat ik iedere dag weer iets verbaasd en trots ben als ik weer een etappe uit mijn schema heb toegevoegd aan de trektocht. Niet zo zeer om het schema, maar om na alle voorstudie echt die plekken te bereiken waar je je in de maanden vooraf op georiënteerd hebt. Bijzonder bij deze zware tocht. We nemen afscheid en ik probeer dochter Maxime te bereiken, wat helaas niet lukt. Van de Whatsapps negeer ik de berichten van de leden van mijn werkgroep, die niet hebben opgelet dat ik met 'vakantie' ben en iemand anders tijdelijk als secretaris optreedt. 

Wel geef ik vriend Frank een update. Met hem liep ik jaren dit soort trektochten. Hij hield het in 2016 voor gezien, "dat geknoei met zo'n tentje". Ik moet hem deze keer toegeven dat deze tocht wel op de limiet zit en dat ik het waarschijnlijk niet nog een keer ga doen. "Misschien gaat leeftijd ook meespelen" schrijf ik terug. Misschien, want je moet Frank niet meteen gelijk geven. Bovendien ben ik er nog niet uit of dit over de limiet is? De Whatsapp is er al uit. Ik lees het antwoord van Frank wel over een paar dagen. De mobiel gaat weer uit. Buiten de directe cirkel van deze horeca is er toch geen bereik. Dat is maar goed ook want twee dagen later lees ik het antwoord van Frank: "Fijn om van je te horen. Ik denk de combinatie: én het is zwaar én je wordt ouder. Ik lees dat met het ouder worden het verstand ook groeit" Met zo'n vuil lachgezichtje erachter. 😂. Hij moedigt me wel aan om vol te houden. En dat ga ik doen ook. Omhangen en weer verder. 
Frank in 2010, geluk in de Pyreneeën. Toen nog zonder Whatsapp, dat helpt 
"Excuse me sir, do you know the temperature?" vraag ik net voor het oversteken aan een Pakistaans uitziende man, die voorraden brengt naar het Bakehouse. In deze internetbubbel tovert hij zo 12 graden op zijn mobiel te voorschijn met een dagrecord naar 13. Ik vond het vanochtend al wat fris. Voor de rest klaag ik totaal niet. Ook vandaag is het met uitzondering van enkele motregenspetters droog. Ik moet er niet aan denken om dit in de regen te doen. Al bijna negen dagen is het overwegend droog! En nu echt weer op pad verder naar het zuiden.
River Cluanie vult het gelijknamige Loch
Cluanie River stroomopwaarts in het brede groene dal
Cluanie Inn ligt alweer een kilometer in het verleden
het dal aan de overkant waar ik twee uur geleden liep
Loch Cluanie
Cluanie Lodge tussen de bomen
Tot hoe ver kan ik gaan
De volgende zes kilometer gaan over het eerder genoemde prettige wegdek. Tot mijn verbazing staat er een stevige zitbank met leuning bij de brug over een beek niet te ver van Cluanie Lodge. Dit is de eerste bank in het wild op deze tocht. Begrijpelijk, want wie gaat er in verlaten valleien zitbanken neerzetten. 
Maar los daarvan intrigeert de tekst op het koperen plaatje tegen de rugleuning mij het meest: jusqu'ou je peux aller trop loin. Het maakt verschil of je het als één of als twee aparte zinnen leest. 'Hoe ver kan ik te ver gaan' of 'hoe ver ik kan gaan om te ver te gaan'.
niet te lang nadenken
Waarom een Franse tekst in deze 'boggy' omgeving in Schotland bij Cluanie Lodge? Is deze bank een aandenken aan een Franse wandelaar die te ver is gegaan? Die hier zijn einde heeft gevonden? Of roept het juist op om ondanks de vermoeienissen verder te gaan? Ik hoop het tweede en ga ver-der.
Fatalistisch omhoog
Heerlijk loopt het licht stijgend over een halfverhard weggetje verder naar het zuiden in een uitgestrekt moerassig heidegebied links van het pad. Aan de zes soepele kilometers komt een eind wanneer de rood gestippelde streep op mijn kaart onverbiddelijk rechtsaf een bergcol over wil. En dus wil ik ineens ook omhoog, de laatste klim van de dag en in de omgeving van de col zoeken naar een tentplek. Oorspronkelijk wilde ik verder naar een doorwaadbare plaats in de River Loyne in het volgende dal, maar de gids geeft teleurstellende kwalificaties voor de mogelijkheden daar. 
zicht op Loch Loyne in het volgende dal
Voor ik er tegenaan ga rust ik uit op een rotsblok. Over de half verharde weg waar ik net liep komt een mountainbiker teruggefietst die ik tien minuten geleden nog voorbij zag komen. Tot mijn verbazing kiest ze, het is een mountainbikester, ook voor het smalle pad waarop ik inmiddels weer verder ga. Dan heb je letterlijk een pushbike. Gestadig klim ik door en kijk zo nu en dan achterom of de duwende fietster ook nog volgt. Ik ga steeds hoger en maak mij al zorgen om vanavond aan water te komen, want hoe hoger hoe minder. 
Als ik weer een keer achterom kijk zie ik in een flits dat de bikster een veel lager pad naar het westen heeft gevonden. Het duurt nog vijftig klimmeters voordat het tot mij doordringt dat ik een opslag gemist moet hebben. Op dit pad ben ik bezig naar de top van de berg te klimmen en mis ik de col. Dus weer vijftig hoogtemeters dalen om te kijken waar die fietster naar toe is gegaan. Bij een klein steenmannetje (kleine pyramide van op elkaar gelegde stenen) dat ik in mijn automatisme om te klimmen over het hoofd heb gezien, herken ik haar brede bandenspoor. Dat pad gaat min of meer vlak in de goede richting. Alleen neemt daarmee de moerassigheid toe en zie ik nergens de goede tentplekken waar mijn gids het over heeft. Tot twee keer toe ga ik zonder rugzak op verkenning, maar overal is het of te drassig of te oneffen.
Net voordat ik aan de afdaling naar de rivier Loyne begin zie ik honderd meter van het pad toch iets hoopgevends. Een uur later staat mijn tent. Het kostte extra tijd omdat ik eerst met doe-het-self Duck tape en een reparatiebuisje het al beschadigde tentstokdeel extra moet versterken.
De scheerlijnen moeten aangepast afgesteld worden en hopelijk gaat het niet te hard waaien. Goedkoop is toch duurkoop. Hij moet het nog vier nachten volhouden. Gelukkig schijnt hier zo nu en dan zelfs de zon en trekken de donkere wolken meer naar het oosten voorbij. Hou vol. Tot morgen.


Op dit schetsje staat mijn tentje aan het eind van deze wandeldag 9
tussen Cluanie en River Loyne



Minder puf

Vrijdag 31 mei 2024, wandeldag 10

van de omgeving van Greag Liathtais naar Garrygualach bij Loch Garry
9,5  uur inclusief pauzes, ± 17,5 km,
± 300 m klimmen en ± 680 m dalen
temperatuur: van 12 graden s' morgens tot 17 graden 's middags
hele dag droog


doorsteekplaats van de River Loyne
Tentplekken
Van afstand zag het er uit als een moderne 'bell-tent'. Wel een vreemde plaats zo alleen in een weiland aan de River Garry. Het weiland waar ik ook al dacht te gaan kamperen. Dichterbij gekomen blijkt het een aan één kant ingestort stalletje. Het bijbehorende huisje is ook een onbewoonbaar krot.
van veraf leek het een moderne tent
een geïsoleerd en ontredderd huisje vlakbij Allt Ghualach
Geen entourage om zelf naast te gaan staan. Als ik verder verken blijkt dit ook niet Garrygualach te zijn. Aan de andere kant van de beek Ghualach staat een modernere boerderij. Ik ben het zat en ga toch zoals de gids beschrijft op zoek naar die goede plek 'west of Garrygualach on the river side'. Zonder rugzak ben ik nog wel even wezen verkennen bij de oevers van River Garry, maar ik ben tevreden met honderd meter terug verscholen tussen het bomenscherm langs de Ghualach beek. Heb je er ook minder last van als het gaat waaien. 
Afgelopen nacht heb ik wat hoger in de heuvels prima geslapen. Omdat de gids niet enthousiast schrijft over kamperen op de drassige oevers van de River Loyne ben ik gisteren boven gebleven en heb de afdaling uitgesteld naar vandaag. Vanochtend echter zag ik dat er toch betere plekken zijn bij de oversteekplaats van de Loyne, mijn oorspronkelijke planning. Maar gedane nachten nemen geen keer. Nu moet ik eerst nog afdalen en dan in oostelijke richting anderhalve kilometer parallel aan de rivier teruglopen om de doorsteekplek te bereiken. 
de tent is weer verdwenen, je kunt de droge afdruk nog net zien
River Loyne
De tent is afgebroken, de rugzak ingepakt en omgehangen, een laatste controle of er niks achterblijft. De tentafdruk is nog net vaag te zien. Nog even en de natuur is weer as always. Deze tentplek is weer een fotografische herinnering. Let's go.
de afdaling gaat rustig op de flank van de helling naar beneden
Het afdalen gaat zonder problemen en langs de rivier kom ik ondanks moerassige stukjes en beekoverstappen redelijk vooruit. Als afleiding kijk ik regelmatig omhoog naar de plek waar het beekje waar ik vannacht naast stond over de helling naar beneden komt. Daar boven was ik kort geleden. Gek idee.
beneden de contouren van River Loyne die snel dichterbij komt
achter de eerste kam stond mijn tent vannacht
de stokken zijn handig om de draagkracht
van moerassige stukken te peilen voordat je er over stapt
Herhaald terugkijken vind ik sowieso mooi. Ondanks mijn slakkentempo ben ik iedere keer weer tevreden om te zien wat alweer is afgelegd. En terugkijken geeft ook een ander perspectief op dezelfde omgeving. Het geweldige is dat je hier vaak kilometers terug kunt kijken en dan steeds weer bedenkt dat je daar een paar uur geleden was. In een enkel geval was je er gisteren, bijvoorbeeld in de vallei naar Loch Cluanie waar ik in de verte bothy Camban zag.
Bij de doorwaadbare plek is het waterpeil en de stroomsnelheid voldoende laag om voor een doorsteek over de keien te gaan. Eerst even een goede route zoeken. Ik kies voor een diagonaal 'spoor'. Wel lang maar met enige behendigheid kom ik droog aan de overkant. Het scheelde overigens niet veel of ik had een keer misgestapt. Zonder geluk vaart niemand ...met droge voeten.

Mam na Selig
Mam na Selig wordt mijn volgende doel. Dat is een ruime col tussen twee heuveltoppen van tegen de vijfhonderd meter hoog. Ik zit nu op ongeveer tweehonderdvijftig meter toont mijn kaart. Dus weer een klim. Dat die col Mam na Selig heet zie ik thuis pas met een vergrootglas. Ter plekke kijk ik na de oversteek van River Loyne op mijn kaart en om mij heen. In welke richting gaat het pad, de rode lijn op mijn kaart, en welke herkenningstekens moet ik om mij heen zien. Zoals eerst een stukje langs een beek pal zuid en daarna op een of andere manier door een afrastering naar een bosaanplant. 
Dat beekje is snel gevonden, vooral als je let op sporen van voorgangers. Alleen verandert de wereld soms nadat de kaart is gemaakt. Het uitgetrapte pad loopt letterlijk dood tegen een nieuwe omheining. Even verder zie ik een nieuw toegangshek. Met je ogen ben je er zo. Nu nog dwars door heide die doorsneden is met natte geulen. Alles lukt als je maar lang genoeg heen en weer zigzagt en op en neer over die geulen heen stapt. Gelukkig zit het hek niet op slot.
Dat hek is bedoeld om de herten buiten te houden. Binnen de omheining doet de Scottish Forestery een poging een bos te laten groeien. Zo te zien valt dat nog niet mee. Naast enkele markante dode stammen hier en daar groepjes jonge boompjes die zich aan elkaar vasthouden om overeind te blijven.
Waarom zijn de heuvels hier zo markant boomloos? Op een website van NatureScot vind ik een korte uitleg, die ik met Google Translate heb vertaald. 
In deze bomenplantage met schuchter succes slinger ik mij al aardig omhoog. Aan het eind mag ik nog even apenkooien om uit te breken naar de boomloze natuur. 
even via een klimrek met een zak op je rug naar buiten
Nog honderd meter stijgen naar de col over een afstand van achthonderd meter over een keienpad door de heide. De col zelf is zoals wel vaak een drassige bende, waar ik zoekend naar het pad voorwaarts ga.
tussendoor een rust en een terreinstudie
nog even stijgen
Col Mam na Selig
Glen Garry
De afdaling naar de nieuwe wereld, Glen Garry, is lang. De puf gaat er een beetje uit. Ondanks een Mars, een proteïnereep en een plak roggebrood met kaas tijdens het toenemend aantal rustpauzes gaat het moeizaam. De vermoeidheid van dagen sjouwen laat zich gelden.
op weg naar Loch Poulary
een deel van de afdaling ging langs een boomplantage
Ook de tweeënhalve kilometer over een geasfalteerde landweg brengt geen versnelde tred op gang. Mijn tempo blijft net zo rustig als de omgeving. Vandaag ben ik niemand tegengekomen. Op de asfaltweg moet ik drie keer aan de kant om een auto te laten passeren.
Loch Poulary komt dichterbij
Bij de brug over de River Garry staat een prachtige zelf geknutselde picknickbank. Die is van mij. Even liggen zonder kans op teken. De zon gaat zelfs even schijnen. Op een bordje bij de brug wordt gewaarschuwd om niet op gps-navigatie te vertrouwen. Die gebruik ik toch niet, veel te omslachtig en je batterij raakt leeg. Mijn offline kaarten heb ik alleen een keer gebruikt om te kijken of het werkt. Dat was het geval. Just in case, je weet maar nooit.
River Garry vlakbij de brug
Om bij mijn gedachte eindpunt Garrygualach te komen via de zuidoever moet ik eerst anderhalve kilometer over een bosweg zonder een bos, alles is gekapt, naar het zuiden, over een brug en daarna het moeras in. Tot aan de brug is geen probleem.
Ik neem nog een foto van een bloeiende brem. Die heeft het hier goed bekeken, want hij houdt niet van moeras. Hij zwaait nog naar me als ik aan de overkant van de beek al zwalkend mijn weg probeer te vinden.
Een uur ben ik bezig om anderhalve kilometer te overbruggen. Na een afrastering is het spoor beter te volgen, hoewel het zwaar blijft lopen. Als je niet oplet zak je zo weg. Dat de pioniers van de CWT dit traject hebben uitgekozen snap ik.
Maar wat is de compensatie, de afleiding; ditzelfde rivierdal. Idyllisch mooi is dit stuk van de River Garry. Afwisselend breed is het water, met mooi begroeide eilandjes en een enkele stroomversnelling. Prachtig. Dat hier een landhuis is gebouwd begrijp ik. Tomdoun House of Lodge.
Tomdoun halverwege de heuvel aan de noordzijde van River Garry
Aan het eind van deze dag kost het de nodige wilskracht om verder te gaan naar het eindpunt. Maar een keuze is er niet, je wilde zelf zo nodig bij Garrygualach overnachten. Dus niet zeuren. Onderweg zijn er geen tentplekken, dat helpt ook.
18.30, de tent staat. De buitenkeuken is ingericht. Vandaag ga ik voor 'Spicey Pork Noodles'. Dat ga ik afsluiten met een beker koffie en daarna leuk deze aantekeningen maken en nog wat lezen. Het wordt geen latertje. Morgen wacht contact met meer bewoonde wereld. Hoe was dat ook alweer? Kan je dan nog steeds water uit een beek scheppen?


aan het eind van deze wandeldag 10 staat mijn tentje
bij Garrygualach aan het begin van Loch Garry



Heerlijk saai in de zon

Zaterdag 1 juni 2024, wandeldag 11

van Garrygualach bij Loch Garry via Invergarry naar Laggan Locks
8,5 uur inclusief pauzes, ± 17 km +2 km heen en weer naar Invergarry,
± 200 m klimmen en ± 260 m dalen
temperatuur: van 12 graden s' morgens tot 20+ 's middags
hele dag droog

opkomende zon rond zeven uur bij Garrygualach
Zon
Zon vanaf het opstaan om tien over zes bij Garrygualach tot nu, halfacht 's avonds, in de Eagle Barge, the inn on the water. Een restaurantje in een binnenvaartschip net binnen het Caledonian Canal bij de schutsluis Laggan Locks. Een bruine kop heb ik en gekleurde  armen alsof ik in Italië ben geweest.
Heerlijk saai
Om de dag goed te beginnen en toonbaar in de bewoonde wereld aan te komen schep ik vanochtend water uit de beek in mijn opvouwbare wasbak voor een opfrissende was- en scheerbeurt. Dan heb ik die wasbak niet voor niets meegenomen.
Vandaag was eigenlijk een beetje saaie dag. Met enkele onderbrekingen voortdurend door het bos. Bomen zijn mooi, bos ook, maar meer dan vijftien van de negentien kilometer is eentonig.  Toch ben ik er blij mee. Na tien dagen klimmen en dalen tussen heide en moerasstroken is het ontspannen voortstappen over een steeds beter wegdek.
Relaxt lopen over een goed aangestampt halfverhard four-wheel drive weggetje. Zo ontspannen dat mijn gedachten afdwalen; hoeveel contant geld heb ik de afgelopen tien dagen, waar uitgegeven. Je moet ergens aan denken. Wat moet ik als secretaris van de werkgroep na terugkomst doen? Snel verdringen en om mij heen kijken.

Rijkdomsverschillen
Bij het vertrek zie ik dat Garrygualach nog meer huizen bergt dan gisterenmiddag waargenomen. In totaal wel een stuk of vijf. Maar als je goed kijkt zie je dat een oud boerderijtje leeg staat en duidelijk een onderhoudsachterstand heeft. Ik zie slechts één modern huis. Je moet ook echt veel van rust en natuur houden om hier helemaal aan het eind van dit weggetje tussen verkommerende huizen je thuis te vinden. De dichtstbijzijnde winkel bevindt zich waarschijnlijk in Invergarry op twaalf kilometer afstand. Misschien nog wel verder.
van afstand ziet het er best aardig uit
Datzelfde idee of gevoel heb ik, maar dan anders, als ik bij het drie kilometer verder gelegen clustertje huizen van Greenfield naar het noorden kijk en tegen de horizon een enorm luxe lodge zie. De boerderijtjes hier zullen ooit zijn ontstaan om in dit dal een agrarisch bestaan op te bouwen. Een bestaan dat het zo te zien niet heeft overleefd. Zo'n lodge daarentegen is met veel al aanwezig geld tegen hoge kosten op een prachtige geïsoleerde plek neergezet. Een beetje als de landhuizen destijds in ons land langs de Vecht of in 's Gravenland. Wat moet je hier met je weelde? Zou het ook echt bewoond worden? Of is het al getransformeerd in een hotel? Ik neem een rust om alleen maar om mij heen te turen.
Bebouwde kom
Na ruim twaalf kilometer komt er een eind aan de bossen in de Glen Garry. Via een tussenstuk met loofbomen bereik ik de eerste huizen van het gehucht Wester Mandally. Deze huizen zijn echt bewoond en tonen een stuk luxer.
Wester Mandally
Ik heb trek in een echte lunch en laat mij de weg uitleggen naar Invergarry door een jongen. Dat eindigt met de opmerking dat het wel 'expensive' is. We zullen zien. Het is wel van de CWT-route af. Even verder zie ik echter een richtingaanwijzer van het wandelpad Great Glen Way.
Ik volg de pijl, want zo kom ik zeker in Invergarry. Prachtig gaat het dwars door een weiland. Ook de wicket gate vormt geen probleem. Bij de brug even een ongeruststellend moment, er mogen maar vijf mensen te gelijk op de brug, omdat hij onbetrouwbaar is. Voor een lunch moet je wat over hebben.
wicket gate
Het loopt toch anders na zo'n waarschuwingsbord
Ik passeer wat huizen, een post office, een kerk, een klein wijkje. Een echt centrum kan ik niet vinden. Gelukkig wel Invergarry Hotel. Het ziet er binnen mooi uit met tartanvloerbedekking. De jongen had gelijk, die tartans ga ik straks betalen. 18 Pond, meer dan 20 Euro voor mijn sandwiches bacon-cheddar cheese-tomato en grote cola op het terras in de gratis zon.
Invergarry Hotel
Maar dan heb je wel telefoon en internetbereik. Dus informeer ik Judith en Maxime over de voortgang. 
Van Judith hoor ik dat het in Nederland regent. Wat een geluk heb ik. Alleen de eerste wandeldagen heeft een beetje geregend en verder bleef het alle dagen droog met het hoogtepunt vandaag. Wat een zegen.
Invergarry Bridge
Great Glen
Rond halftwee ga ik weer op pad, terug naar de route. Dit keer bereik ik die via de Invergarry Bridge over River Garry en Easter Mandally waar ik voor het eerst een vermelding van de Cape Wrath Trail op een verwijzingsbord zie. Het pad gaat omhoog het bos in en rondt de bocht van River Garry om bij het Caledonisch Kanaal, (Caledonian Canal) te komen. 
door de bossen naar het Caledonisch Kanaal
Met de richtingspalen van de Great Glen Way langs de het pad wordt het nu makkelijk om de route te volgen. 
Na de brug over het kanaal loopt het de laatste twee kilometer heerlijk op een smal voetpad tussen hoge loof-en naaldbomen. Tot mijn verbazing komt er in dit smalle kanaal een drie verdiepingen hoog cruiseschip voorbij inclusief zonnende dekgasten. 
Vlak voor Laggan Locks zie ik etende mensen op een binnenvaartschip dat als restaurant is ingericht. Meteen even kijken tot hoe laat ze open zijn. Ik wil geen herhaling van het gesloten Pitstop wegrestaurantje bij Morvich. Tot vanavond tien uur. Ik kom hier terug.
Eagle Barge later op de avond
Thuis heb ik al enige tijd geleden via Google satellite een potentiële kampeerplek gevonden aan de zuidzijde van de Laggan schutsluis, de Laggan locks. De werkelijkheid is altijd afwachten, maar deze overtreft de verwachtingen. Aan het eind van de zuidelijke pier op vlak gras omgeven door struiken en met uitzicht op Ceann Loch sla ik mij tentje op. Echt een schitterende dag.
Laggan locks
Van een fietstrekker hoor ik waar drinkwater is te krijgen, want hier kan je dat niet meer veilig uit een beek of meer scheppen. Even aanpassen. Dan meteen maar mijn vieze broekspijpen wassen in het meer. Nu is de zon nog warm genoeg om ze snel te drogen. Straks zit ik er dan kek bij in het restaurant.
Om zeven uur ga ik naar de Eagle Barge, the inn on the water. Ik duik meteen het ruim in, want bovendeks zal het waarschijnlijk snel afkoelen. Beneden is het nog rustig en kan ik ongestoord wat foto's maken. In afwachting van mijn zalm pasta met bijgerechten maak ik de aantekeningen over vandaag.
 
Even deze aantekeningen onderbreken voor mijn pasta met heerlijke frieten. Ook zo'n luxe. Het wennen aan de bewoonde wereld gaat makkelijker dan andersom. Doe na dat Italiaanse bier nog maar een cola.
als ik om halfacht terug loop naar mijn tent schijnt de zon nog volop
Ook even naar mijn mail kijken. Het kan weer. Al bijna twee weken heb ik geen nieuwswebsite meer bekeken, dat wordt hier in de meer bevolkte Great Glen ook weer mogelijk. Welke verschrikkingen heb gemist? Heb ik ze wel gemist? Geen moment.


aan het eind van wandeldag 11 staat mijn tentje
bij de Laggan Locks in de Great Glen




Samen op Pad

Zondag 2 juni 2024, wandeldag 12

van Laggan Locks naar Gairlochy Locks
6 uur inclusief pauzes, ± 18 km,
± 150 m klimmen en ± 160 m dalen
temperatuur: van 12 graden s' morgens tot 17 's middags
hele dag droog

Koekoek
De afgelopen elf dagen leek het of een koekoek met mij mee vloog. Elke etappe was hij er weer. Het kan ook zijn dat er overal koekoeken zitten in de stille gebieden. Ik hoor het verschil niet. In Zwitserland zouden ze er jaloers op zijn. In de drukte van de Great Glen ben ik hem kwijt geraakt. Jammer, het markeert het naderend einde van dit trektochtavondtuur.
terugblik over Ceann Loch. aan de overkant stond mijn tent
schapenweide bij Kilfinnan
stijgende halfverharde weg west van Kilfinnan
een nieuw aangelegd wandelpad in verband met
de aanleg van een waterkrachtcentrale
Doorlopen
Vertrouwd Schots is het weer als ik op pad ga, zwaar bewolkt waarbij de wolken zo laag hangen dat je langzaam iets nat wordt. Vanaf elf uur verwissel ik mijn trui voor mijn regenjack. Mijn geplande einddoel voor vandaag is Clunes. Halverwege daar naar toe passeer ik een beer die de aandacht trekt voor een gratis campsite aan het meer voor wandelaars, fietsers en vooral kanoërs. Tien uur pas. 
de 'Campsite by beach' is niet te missen
Uit de gids had ik vooraf thuis afgelezen dat de afstand vanaf Laggan Locks naar dat gehucht negentien kilometer zou zijn. Daar zouden ook goede kampeerplekken zijn. 
De plekken voor de tent zijn er, alleen is het pas twaalf uur als ik daar aan kom.
baai bij Clunes
Hoe kan ik nu al hier zijn? Het pad is wel beter, maar ik ben niet in een keer zoveel harder gaan lopen. Nog steeds erg vroeg om een tent op te zetten. Doorlopen maar en weer verder met wandelgroep Samen Op Pad.
Samen Op Pad
Onderweg naar Clunes wordt ik omstreeks halfelf ingehaald door een lange sliert wandelaars. Zeker een stuk of vijftig. Een soort Samen op Pad zoals je in Nederland hebt. Met die wandelgroep heb ik in april en begin mei als training voor deze tocht een paar keer mee gelopen. Alleen bij deze Britse groep is het 'samen' wel heel langgerekt. In groepjes komen ze mij in een half uur tijd voorbij. Meer Samen aan de Start.

in Clunes halen de eerste wandelaars mij voor de tweede keer in
Met mijn trage tempo haal ik ze vlak voor Clunes allemaal weer in als ze een lunchpauze houden. Traag maar gestaag. Vervolgens begint het inhalen weer van voren af aan.
de baai waar de commando's in WO-2 hun boottraining kregen
Bij het vroegere Commando's trainingscentrum tijdens de Tweede Wereldoorlog bij Achnacarry zijn de meesten mij alweer voorbij. Nu zijn er ook begroetingen. De laatste vijf kilometer over een prachtig smal bospad langs de oever van Loch Lochy loop ik in de staart van de groep.
Ondanks een eigen rust kom ik met de laatsten aan in Gairlochy waar een bevoorradingsbus staat. Inmiddels hoor ik er al een beetje bij en mag ook kiezen uit de voorraad. Dan meteen maar een banaan, een brownie en een flesje water. Aardige mensen. De groep gaat door naar Fort William. Nog veertien kilomeer zeggen ze. Dat wordt mij te gek na de eerdere achttien. Hier scheiden onze wegen.
Gairlochy Locks
Gairlochy Locks
Ik hoor dat je bij de schutsluis met maximaal zes wandelaars mag kamperen. Het is pas twee uur en ik ben de eerste. Nadat de tent staat ben ik snel naar het nabijgelegen sanitairhuisje gegaan waar overstekende kanoërs de sleutel van hebben. Snel van meeprofiteren. Lekker even wassen en scheren.  Douchen wil ik niet, dan stort je zo in elkaar. Dat gaat morgen gebeuren op de beoogde camping bij Fort William, het eindpunt.
mijn tentje bij Gairlochy Locks. aan de overkant het sanitairhuisje
ik heb zelfs een eigen Dixie-wc
Waarom ging het zo snel?
Ook al is het voetpad op de Great Glen Way prima, dan nog kan dat geen verklaring zijn dat ik zo snel in Clunes was. Wel wordt mijn rugzak elke dag iets leger en lichter. Ik eet hem lichter. Het roggebroodbakje is leeg, Dat blijft bij de Laggan Locks in de afvalcontainer achter. En de sandalen vallen uit elkaar. De zool hoef ik al niet meer mee te dragen.
bijna geen eten meer om in te pakken
tot ziens
Het pad ging grote stukken door het bos, dus weinig afleiding om te stoppen. Misschien komt het door de wandelgroep waarin ik terecht ben gekomen? Als ik het thuis na terugkomst met Google nameet zijn het geen negentien, maar twaalf kilometers naar Clunes. Dat klopt beter. 
Dan klopt ook weer de opmerking van een jongeman die ik in Clunes Forest uit de tegenovergestelde richting ontmoette. Clunes was al dichtbij zei hij. Iets wat ik toen vreemd vond. Meer onder de indruk was ik van zijn wandeling. Hij was onderweg van Lands End naar John O' Groats, van de meest zuidwestelijke punt naar de meest noordoostelijke punt van Groot-Brittannië. De LEJOG, je wordt meteen kenner, is meer dan 1400 kilometer lang. Hij was bezig met dag 57! That 's different koek.
Maar waarschijnlijk ging het zo snel omdat het vandaag onze trouwdag is, de vijfentwintigste! Vanochtend tegen tienen belde ik Judith met een video-oproep om ons beiden te feliciteren met deze bijzondere trouwdag. Misschien wel juist omdat je onder het voortlopen alle tijd hebt om terug te denken aan al die mooie jaren, met een pracht dochter, Maxime, die alweer ruim de deur uit is en samenwoont met Tuur. Het enige nadeel is dat we vijfentwintig jaar ouder zijn. Woensdag bij terugkeer zijn we vijfentwintig jaar en drie dagen getrouwd. Dat vinden Judith en ik ook nog bijzonder genoeg om elkaar te omhelzen.

aan het eind van wandeldag 12 staat mijn tentje
bij de Gairlochy Locks in de Great Glen



Laatste wandeldag

  Maandag 3 juni 2024, wandeldag 13

van Gairlochy Locks naar Ben Nevis Holiday Park bij Fort William
4 uur inclusief pauzes, ± 10 km,
nauwelijks klimmen of dalen
temperatuur: van 12 graden s' morgens tot 19 's middags
hele dag droog

Ben Nevis gezien vanaf de Gairlochy Locks

Great Glen Way 
Voor mij zijn deze laatste wandeldagen over de Great Glen Way terug naar Fort William een mooie rustige 'uitloop' van de etappes over de Cape Wrath Trail. Toch zou ik terugkijkend een opstart over Glenfinnan prefereren boven deze alternatieve aanloop naar Morvich. Het duurt via deze comfortabele stroken te lang voordat je in de CWT-sfeer komt van ruw en moerassig heuvellandschap.
verlaten Gairlochy Locks
Dagsluiting in Gairlochy
Gisterenavond heb ik mijn aantekeningen nog wat aangevuld met enkele afsluitende zinnen, die de opmaat zijn naar vandaag: Ik wil eigenlijk wat gaan slapen, maar doe het niet anders wordt ik vannacht uitgerust wakker. Laat ik nog wat gaan kijken bij de sluis. De verveling slaat nu al toe. Er is hier verder niemand. De sluiswachter is naar huis. Ik kan natuurlijk het nieuws gaan lezen op mijn mobiel, maar dat wil ik niet. Dan wordt de zalige onwetendheid van deze trektochtcocon verbroken. Ik wil nog één dag langer helemaal hier zijn. Overmorgen tijdens de reservedag ga ik de knop omzetten. Vanavond Cashew Nasi. Wist niet eens dat het bestaat. Daarna nog wat lezen op mijn e-reader.
Steeds meer luxe
Niks e-reader gisterenavond. Om halfacht ben ik gaan liggen en direct in slaap gevallen. Met enkele onderbrekingen ruim tien uur geslapen. Het is nu tien over zes, laat ik maar opstaan. Zo meteen eerst de luxe van een Dixie-wc. De beschaving komt steeds dichterbij. Kan ik dit nog wel aan?
deze foto van wc is nog gisteren genomen met bewolkt weer
Eerst een laatste papontbijt aan een ronde picknicktafel op de kop van Gairlocky Locks. Op dit open stuk voldoende wind om de midges in afwachtingsposities tussen de struiken te houden. Net als eergisteren is het weer tijd voor een zonnige dag. Het wordt hier steeds beter terwijl het in Nederland regent. Het past helemaal bij mijn geluk met het weer, stralende zon op de laatste dag. Wel met een koude tegenwind, maar je moet niet alles willen.
ontbijt met op de achtergrond de Ben Nevis in een stralende ochtendzon
Vanochtend bij het opstaan heb ik bij dit zonnige weer meteen foto's gemaakt van de zwarte rotsachtige Ben Nevis in de omlijsting van de omringende groene heuvels. Meestal ligt de top van de hoogste berg van Groot-Brittannië in de wolken. Nu kun je van hieruit aan de noordzijde hier en daar nog sneeuw zien liggen. In 2007 ben ik naar de top van de Nevis geklommen. Eenmaal de stoet toeristen op slippers, opa's en oma's met kleinkinderen voorbij ging het op het laatst in de sneeuw naar de top. De dagjesmensen hebben dan allang afgehaakt.
de commando's liepen hier in WO-2 al over de brug
Nog wat foto's van de entourage van het Caledonian Canal bij Gairlochy en dan gaan de laatste kilometers eraan. Net als gisteren gaat het wandelen een stuk sneller dan op de echte CWT. Dat kan ook niet anders met een mooi vlak jaagpad. Voor een Nederlander niet vreemd om langs een kanaal te lopen, maar dit kanaal ziet er in deze heuvels al 'meanderend' heel anders uit tegen de achtergrond van groene heuvels en in de verte de Ben Nevis.
rechts het kanaal met onder het jaagpad
een wateroverloop naar River Lochy links
Ze hebben hier zelfs aquaducten waarmee beken onder het kanaal door worden geleid naar de parallelle River Lochy. Mooi om te zien. Bij Moy Bridge nog even een blik op een schilderachtig huisje dat waarschijnlijk ooit van de brugwachter is geweest. Schilderachtig als je niet te scherp kijkt en de slijtage en leegte door de rododendrons laat camoufleren.
Moy Bridge
En zo banjer je maar door in de ochtendzon, zwaait naar de toeristen op de plecht van een binnenvaartschip, rust een paar keer, en vraagt je af van wie de bril is op een putdeksel. Fietsers passeren mij vanuit de tegenovergestelde richting. Misschien ook wel bezig met Lands End-John O' Groats. Met de wind mee hebben ze er vaart en zin in. Ik groet ze allemaal. Het is mijn laatste dag en wie kent ze niet deze avonturiers.
terugblik over het kanaal
terugblik over het kanaal
Eerder dan gedacht bereik ik de Neptunes Staircase, een achttraps schutsluizenrij, waar ik even kijk naar het schutten van enkele zeiljachten, waarvan er een uit Nederland. Zij hebben het gebracht tot hier. Ik ook.
Neptunes Staircase
Het bereiken van de Neptunes Staircase is gevoelsmatig het einde van mijn trektocht, mijn voorzichtige kennismaking met de Cape Wrath Trail. I did it. Pipes and Drums staan klaar om mij feestelijk naar Fort William te begeleiden. Totdat ik mijn ogen open doe en nog steeds naast schutsluis drie van de Neptunes Staircase sta. Laat ik maar op zoek gaan naar de camping op mijn kaart. Kijken of die echt bestaat, want dat ben ik thuis vergeten op internet te controleren. Goochem.
Met wat vragen aan bewoners sta ik al om halftwaalf in de receptie van Ben Nevis Holiday Park en staat om twaalf uur mijn tent op een veld langs de River Lochy. De rest van de middag gaat op aan een douche, een sandwich-lunch, slapen. Na een week was de douche meer dan welkom. Met zeep en tandenpoetsen. Dat het bestaat wist ik echt nog wel, maar het weer meemaken is een groot genoegen. En dan ook nog een schone onderbroek, de laatste. In mijn meest schone shirt loop ik terug naar de tent waar ik Judith informeer over al deze hoogtepunten.

De middag sluit ik af met een verkenning van de route naar het busstation; drie kilometer, krap een uur. Op gevoel vind ik de markeringspalen van de Great Glen Way weer terug. Ze leiden me door Inverlochy, met van die typisch Britse huizen. Na een uur sta ik bij het busstation en vind het perron voor overmorgen.
Direct door naar luilekkerland, supermarkt Morrisons: twee gevulde donuts met zoetzure cream, zes Marsen voor je weet maar nooit, vier kant-en-klaar boterhammen als ontbijt voor morgen, een cola en een zak gemengde noten als ik toch nog trek krijg. De donuts gaan buiten in een parkje meteen naar binnen. Alles staat in de compensatiestand, aanvullen van de uitgeputte energievoorraad.
's Avonds ga ik naar het parkrestaurantje. De pizza valt tegen, te hard. Het garlic bread smaakt nergens naar. Een paar uur in de bewoonde wereld en alweer klagen over het eten. Het went te snel. Misschien ga ik morgen weer douchen. Dat mag best denk ik. En misschien weer naar de supermarkt voor andere lekkernijen. Ik neem nog een bier, ik hoef morgen toch nergens heen. Morgen een terugblik schrijven, mijn trektocht zit erop! 

aan het eind van wandeldag 13 staat mijn tentje
op Ben Nevis Holiday Park 



Save and Sound

4 en 5 juni 2024

Back home
Met de omhelzing van Judith op Schiphol sloot ik gisterenavond mijn trektocht over een deel van de Cape Wrath Trail in goede gezondheid af. Dat wil ik jullie als eerste laten weten. Alleen al voor zo een thuiskomst zou je een trektocht willen maken.  

Tijd doden
Tijd doden is de centrale activiteit van mijn reservedag op dinsdag 4 en de terugreisdag op woensdag 5 juni geweest. Eigenlijk sloot ik de trektocht van dit jaar namelijk eergisteren op maandag 3 juni al af met het bereiken van de zogenaamde Neptunes Staircase, een imposante rij van acht schutsluizen in het Caledonisch Kanaal.
acht schutsluizen achter elkaar van de zgn. Neptunes Staircase.
er voor de bruggen van de spoorlijn en de autoweg.
Om in de stijl van de afgelopen twee weken te blijven werk ik eerst mijn aantekeningen van de afgelopen twee dagen uit anders ben ik die indrukken over een paar dagen kwijt. Daarna zal ik mijn aantekeningen van de andere dagen in blogs uitwerken en de komende weken publiceren.

Reservedag dinsdag 4 juni
Wie wat bewaart heeft wat. Alle wandeldagen hiervoor heb ik zonder onderbreking afgewerkt zodat de reservedag nog moet worden ingevuld. Ook op deze dag zonder programma word ik gewoontegetrouw rond vijf uur wakker. Buiten waait het aardig en ik hoor een lichte motregen op het tentdoek. De powerbank heeft zijn werk gedaan en daarmee is mijn mobiel weer 100% opgeladen. De motregen wordt vlagerig. Hoe kun je een reservedag zo uitkiezen. Ik maak deze aantekening en draai me weer om.
snel deze aantekening maken en dan draai ik mij op deze reservedag weer om
Als ik een uur later naar de wc ga trek ik toch snel mijn regenjack aan. Het miezert. De berghellingen gaan schuil in laaghangende regenwolken. Onderweg naar de wc verliest ook de andere sandaal zijn onderzool. Alles duidt op het eind van deze trektocht. Maar eerst binnen in mijn tentje een lekkere kant-en-klaar boterham die ik gisterenmiddag kocht bij de supermarkt in Fort William. Ik kan kiezen uit Cheese & Onion en Egg & Cress. Het wordt de laatste. Toch nog aangenaam met het regengetik op het tentdoek.
Om maar wat te doen ga ik om elf uur op pad om het laatste stuk van de Great Glen Way langs het Caledonisch Kanaal te lopen en vervolgens via een lange lus in Fort William te eindigen. Bij de Neptunes Staircase pak ik de draad weer op. 
Groot-Brittannië is een land van het verleden. Dit kanaal is gegraven en uitgehouwen tussen 1804 en 1820 met een in-/uitgang bij Inverness naar de Noordzee en bij Fort William via Loch Linnhe naar de Atlantische Oceaan. Met negenentwintig schutsluizen, voor die tijd een waar meesterwerk. Ik zie dat het tegenwoordig vooral voor de pleziervaart keurig in stand wordt gehouden. Als de bruggen bij de Neptunes Staircase van de tweebaans A830 en de spoorlijn opengedraaid worden om zeiljachten door te laten ligt het verkeer een kwartier stil.
Ik loop door tot de laatste schutsluis van het kanaal bij het dorpje Corpach waar het contact met Loch Linnhe wordt gemaakt. Met een grote boog kom ik terug in Fort William. Teruglopend maak ik een foto van Loch Linnhe en het gehucht Camusnagaul aan de overkant waar het dertien dagen geleden begon. Wow, wat is er veel gebeurd en ben ik blij gezond aan het eindpunt te staan. Totaal loop ik vandaag toch nog bijna vijftien kilometer.
de laatste schutsluis van het Caladonisch Kanaal aan de westzijde bij Corpach
Na een flauwe cappuccino bij supermarkt Morrisons stelt de Bank of Scotland in de Highstreet van Fort William mij teleur. Mijn teveel aan contante ponden kan ik niet omwisselen in euro's. Die hebben ze niet in voorraad! Ze verwijzen me naar de Post Office, ook zo'n relict uit het verleden. Het lijkt op onze huidige postloketten bij de Bruna maar dan met meer loketten achter echte glazen wanden. Ze wisselen wel geld maar ondanks de deftige loketten staan er al tien mensen in de rij voor de ene ambtenaar. Ik probeer het morgen wel op Glasgow Airport.
ponden pinnen ging twee weken geleden prima, maar omwisselen homaar
Bij een teveel aan tijd bezoek ik het West Highland Museum en bekijk onder andere hoe hier in de buurt tijdens de Tweede Wereldoorlog de grondslag werd gelegd voor de Commando's. Afgelopen zondag liep ik bij het dorpje Achnacarry al langs de plaats waar zij hun vaaropleiding deden. Nu zie ik oude films van de harde opleiding van toen. Sommige zaken komen me bekend voor van eigen herinneringen aan enkele oefeningen in Roosendaal waar het Nederlandse Korps Commandotroepen haar kazerne heeft. Dus dat hebben ze hier vandaan. Inderdaad het zijn speciale soldaten. 
Het was fris vandaag, rond de tien graden. Op de Ben Nevis top ligt een dun laagje sneeuw. Echt tijd om naar huis te gaan. Terug op de camping eet ik nog wat van de scones die ik bij supermarkt Tesco niet kon laten liggen. Traag maak ik de eerste voorbereidingen voor morgen. De wandelstokken ingekort in de rugzak, de reispapieren gereed leggen, Judith bijpraten en het vluchtnummer doorgeven. Kortom ik lummel en luier wat aan. Misschien ga ik nog douchen. Lamlendigheid heeft geen snelheid. Na het douchen neem ik een bier in het parkrestaurant. Totdat ze om acht uur gaan sluiten lees ik in 'De weg naar huis' van Katie Arnolds. 
teruglopend naar Fort William maak ik een foto van
Loch Linnhe en het gehucht Camusnagaul aan de overkant
waar het twee weken geleden begon
Terugreis
Vanochtend vroeg om halfzeven breek ik op de terugreisdag mijn tentje op het Holiday Park af. De hele nacht heb ik het regengetik op het tentdoek gehoord, maar net op tijd is het droog. Wel droog en flink fris. Op de toppen van de Ben Nevis en de omringende bergen ligt nu echt sneeuw. De terugreis begint met een uur lopen naar het busstation van Fort William. Om de tijd te doden drink ik eerst een cappuccino in het 'café' van supermarkt Morrissons naast het busstation.
besneeuwde bergtoppen in Glencoe
De rest van de reis gaat volgens plan. In de drie uur durende busrit naar Glasgow zie ik dat ook de bergtoppen in de mooie Glencoe vallei zijn bedekt met sneeuw. Glen betekent in Schotland vallei. In dit geval dus de vallei van het riviertje Coe. Op de busmonitor is de buitentemperatuur zeven graden. Daar heb ik nu dus mooi geen last meer van. Nog een snelle foto vanuit de bus van het hotel waar ik at met Jan en Herman tijdens mijn tocht over de West Highland Way in 2007.
ooit in 2007 at ik hier lekker binnen, nu snelt de bus verder
Bij de overstap in Glasgow is de temperatuur opgelopen naar vijftien graden. Op Glasgow Airport volgt vooral wachten waarbij de informatie over mijn vlucht achterblijft door een vertraging. Eindelijk om halfvijf boarden en Schotland definitief voor 2024 achter mij laten. Terug naar Judith. Back to normal.




Terugblik

eind juni 2024


in de omgeving van Greag Ghlas, onderweg naar Youth Hostel Glen Affric

Terugkeer
In 1992 maakte ik een fietstrektocht door Noord-Engeland en Schotland. Van Newcastle, via het Lake District en Fort William naar John O' Groats en terug over Edinburg. Toen genoot ik al van de vrijheid, van de groene heuvels, van de natuur.
John O'Groats 1992
Op de terugvaart naar IJmuiden ontmoette ik twee achttienjarige jongens met enorme rugzakken. Niet alleen daarvan was ik onder de indruk. Nog meer van wat ze gedaan hadden; de Coast to Coast Walk. Van de westkust van Engeland naar de oostkust, van de Ierse Zee naar de Noordzee, ongeveer driehonderd kilometer lang. Wow. Dat wilde ik ook, want tijdens het fietsen had ik mij al verschillende keren afgevraagd hoe het er boven in de heuvels en bergen uit zou zien. In 1995 besloot ik zelf de Coast to Coast Walk te lopen. Dat beviel uitstekend.
op de randen van de Yorkshire Moors, 1995
Na nog een aantal wandelingen in Groot-Brittannië, waaronder de Pennines Way in 2006 en de West Highland Way in 2007, maakte ik de overstap naar de Pyreneeën, gevolgd door de GR20 op Corsica, verschillende tochten in de Alpen, Lapland en IJsland. En nu ben ik weer terug geweest in een landschap dat herinnert aan die eerste wandelingen.
Kennismaking Cape Wrath Trail
Na de Alpe Adria Trail viel de keus op de Cape Wrath Trail. Niet voor beginners staat er in de gids. Met toenemend ontzag las ik de beschrijvingen. Ik koos ervoor niet de hele CWT in één keer te lopen, maar een verkorte versie over de twee startroutes van Fort William naar Morvich. Een soort voorzichtige kennismaking. 'Ik ben benieuwd' was de afsluitende zin in mijn aankondigingsblog van dit voornemen met de ruwe beschrijving van de trail. 
Dat ik dit blog schrijf toont dat ik weer heelhuids terug ben. De blogs met de belevenissen zijn inmiddels geschreven en door velen gelezen. Dat schrijven was weer een herbeleving van het genoegen, het plezier, en soms ook de mindere momenten. Voor mensen met soortgelijke plannen zal ik nog een samenvatting maken met mijn ervaringen en tips. Bijzonder om op onze vijfentwintigste trouwdag vanaf een pier van Laggan Locks met de mobiel net op tijd een netwerk te hebben en van veraf toch even dichtbij te zijn. Ik bedank Judith voor de vrijheid en ik dank iedereen voor de aanmoedigingen en de reacties op mijn blogs. Hartverwarmend.
Over een paar jaar zal ik deze aantekeningen weer een keer doorlezen en terugdenken aan het gesop over de moerassige stukken en de stille nachten in mijn tentje ergens in een verlaten vallei. Met vrees begon ik aan deze trektocht. Red ik dit wel? Elke dag kwam ik weer een etappe verder. Namen van bothies die ik in de maanden ervoor in de gids had gelezen en op de kaart opgezocht, kregen een gedaante. Met enige verwondering en trots keek ik na een paar dagen op mijn planning, ik kom steeds verder!
De CWT voldeed aan alle wensen die ik in 1992 al had en bood ruim dertig jaar later hier en daar zelfs teveel. De komende tijd zal ik eens rustig gaan nadenken of ik volgend jaar de rest van de CWT ga lopen. Stiekem weet ik het al.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten