Vrijdag 31 mei 2024, wandeldag 10
van de omgeving van Greag Liathtais naar Garrygualach bij Loch Garry
9,5 uur inclusief pauzes, ± 17,5 km,
± 300 m klimmen en ± 680 m dalen
temperatuur: van 12 graden s' morgens tot 17 graden 's middags
hele dag droog
Minder puf
|
doorsteekplaats van de River Loyne |
Tentplekken
Van afstand zag het er uit als een moderne 'bell-tent'. Wel een vreemde plaats zo alleen in een weiland aan de River Garry. Het weiland waar ik ook al dacht te gaan kamperen. Dichterbij gekomen blijkt het een aan één kant ingestort stalletje. Het bijbehorende huisje is ook een onbewoonbaar krot. |
van veraf leek het een moderne tent |
|
een geïsoleerd en ontredderd huisje vlakbij Allt Ghualach |
Geen entourage om zelf naast te gaan staan. Als ik verder verken blijkt dit ook niet Garrygualach te zijn. Aan de andere kant van de beek Ghualach staat een modernere boerderij. Ik ben het zat en ga toch zoals de gids beschrijft op zoek naar die goede plek 'west of Garrygualach on the river side'. Zonder rugzak ben ik nog wel even wezen verkennen bij de oevers van River Garry, maar ik ben tevreden met honderd meter terug verscholen tussen het bomenscherm langs de Ghualach beek. Heb je er ook minder last van als het gaat waaien. River Loyne
Afgelopen nacht heb ik wat hoger in de heuvels prima geslapen. Omdat de gids niet enthousiast schrijft over kamperen op de drassige oevers van de River Loyne ben ik gisteren boven gebleven en heb de afdaling uitgesteld naar vandaag. Vanochtend echter zie ik dat er toch betere plekken zijn bij de oversteekplaats van de Loyne, mijn oorspronkelijke planning. Maar gedane nachten nemen geen keer. Nu moet ik eerst nog afdalen en dan in oostelijke richting anderhalve kilometer parallel aan de rivier teruglopen om de doorsteekplek te bereiken. |
de tent is weer verdwenen, je kunt de droge afdruk nog net zien |
De tent is afgebroken, de rugzak ingepakt en omgehangen, een laatste controle of er niks achterblijft. De tentafdruk is nog net vaag te zien. Nog even en de natuur is weer as always. Deze tentplek is weer een fotografische herinnering. Let's go.
|
de afdaling gaat rustig op de flank van de helling naar beneden |
Het afdalen gaat zonder problemen en langs de rivier kom ik ondanks moerassige stukjes en beekoverstappen redelijk vooruit. Als afleiding kijk ik regelmatig omhoog naar de plek waar het beekje waar ik vannacht naast stond over de helling naar beneden komt. Daar boven was ik kort geleden. Gek idee.
|
beneden de contouren van River Loyne die snel dichterbij komt |
|
achter de eerste kam stond mijn tent vannacht |
|
de stokken zijn handig om de draagkracht van moerassige stukken te peilen voordat je er over stapt |
Herhaald terugkijken vind ik sowieso mooi. Ondanks mijn slakkentempo ben ik iedere keer weer tevreden om te zien wat alweer is afgelegd. En terugkijken geeft ook een ander perspectief op dezelfde omgeving. Het geweldige is dat je hier vaak kilometers terug kunt kijken en dan steeds weer bedenkt dat je daar een paar uur geleden was. In een enkel geval was je er gisteren, bijvoorbeeld in de vallei naar Loch Cluanie waar ik in de verte bothy Camban zag.Bij de doorwaadbare plek is het waterpeil en de stroomsnelheid voldoende laag om voor een doorsteek over de keien te gaan. Eerst even een goede route zoeken. Ik kies voor een diagonaal 'spoor'. Wel lang maar met enige behendigheid kom ik droog aan de overkant. Het scheelde overigens niet veel of ik had een keer misgestapt. Zonder geluk vaart niemand ...met droge voeten.
Mam na Selig
Mam na Selig wordt mijn volgende doel. Dat is een ruime col tussen twee heuveltoppen van tegen de vijfhonderd meter hoog. Ik zit nu op ongeveer tweehonderdvijftig meter toont mijn kaart. Dus weer een klim. Dat die col Mam na Selig heet zie ik thuis pas met een vergrootglas. Ter plekke kijk ik na de oversteek van River Loyne op mijn kaart en om mij heen. In welke richting gaat het pad, de rode lijn op mijn kaart, en welke herkenningstekens moet ik om mij heen zien. Zoals eerst een stukje langs een beek pal zuid en daarna op een of andere manier door een afrastering naar een bosaanplant.
Dat beekje is snel gevonden, vooral als je let op sporen van voorgangers. Alleen verandert de wereld soms nadat de kaart is gemaakt. Het uitgetrapte pad loopt letterlijk dood tegen een nieuwe omheining. Even verder zie ik een nieuw toegangshek. Met je ogen ben je er zo. Nu nog dwars door heide die doorsneden is met natte geulen. Alles lukt als je maar lang genoeg heen en weer zigzagt en op en neer over die geulen heen stapt. Gelukkig zit het hek niet op slot.Dat hek is bedoeld om de herten buiten te houden. Binnen de omheining doet de Scottish Forestery een poging een bos te laten groeien. Zo te zien valt dat nog niet mee. Naast enkele markante dode stammen hier en daar groepjes jonge boompjes die zich aan elkaar vasthouden om overeind te blijven. Waarom zijn de heuvels hier zo markant boomloos? Op een website van NatureScot vind ik een korte uitleg, die ik met Google Translate heb vertaald. In deze bomenplantage met schuchter succes slinger ik mij al aardig omhoog. Aan het eind mag ik nog even apenkooien om uit te breken naar de boomloze natuur.
|
even via een klimrek met een zak op je rug naar buiten |
Nog honderd meter stijgen naar de col over een afstand van achthonderd meter over een keienpad door de heide. De col zelf is zoals wel vaak een drassige bende, waar ik zoekend naar het pad voorwaarts ga. |
tussendoor een rust en een terreinstudie |
|
nog even stijgen |
|
Col Mam na Selig |
Glen Garry De afdaling naar de nieuwe wereld, Glen Garry, is lang. De puf gaat er een beetje uit. Ondanks een Mars, een proteïnereep en een plak roggebrood met kaas tijdens het toenemend aantal rustpauzes gaat het moeizaam. De vermoeidheid van dagen sjouwen laat zich gelden. |
op weg naar Loch Poulary |
|
een deel van de afdaling ging langs een boomplantage |
Ook de tweeënhalve kilometer over een geasfalteerde landweg brengt geen versnelde tred op gang. Mijn tempo blijft net zo rustig als de omgeving. Vandaag ben ik niemand tegengekomen. Op de asfaltweg moet ik drie keer aan de kant om een auto te laten passeren. |
Loch Poulary komt dichterbij |
Bij de brug over de River Garry staat een prachtige zelf geknutselde picknickbank. Die is van mij. Even liggen zonder kans op teken. De zon gaat zelfs even schijnen. Op een bordje bij de brug wordt gewaarschuwd om niet op gps-navigatie te vertrouwen. Die gebruik ik toch niet, veel te omslachtig en je batterij raakt leeg. Mijn offline kaarten heb ik alleen een keer gebruikt om te kijken of het werkt. Dat was het geval. Just in case, je weet maar nooit. |
River Garry vlakbij de brug |
Om bij mijn gedachte eindpunt Garrygualach te komen via de zuidoever moet ik eerst anderhalve kilometer over een bosweg zonder een bos, alles is gekapt, naar het zuiden, over een brug en daarna het moeras in. Tot aan de brug is geen probleem. Ik neem nog een foto van een bloeiende brem. Die heeft het hier goed bekeken, want hij houdt niet van moeras. Hij zwaait nog naar me als ik aan de overkant van de beek al zwalkend mijn weg probeer te vinden.Een uur ben ik bezig om anderhalve kilometer te overbruggen. Na een afrastering is het spoor beter te volgen, hoewel het zwaar blijft lopen. Als je niet oplet zak je zo weg. Dat de pioniers van de CWT dit traject hebben uitgekozen snap ik. Maar wat is de compensatie, de afleiding; ditzelfde rivierdal. Idyllisch mooi is dit stuk van de River Garry. Afwisselend breed is het water, met mooi begroeide eilandjes en een enkele stroomversnelling. Prachtig. Dat hier een landhuis is gebouwd begrijp ik. Tomdoun House of Lodge. |
Tomdoun halverwege de heuvel aan de noordzijde van River Garry |
Aan het eind van deze dag kost het de nodige wilskracht om verder te gaan naar het eindpunt. Maar een keuze is er niet, je wilde zelf zo nodig bij Garrygualach overnachten. Dus niet zeuren. Onderweg zijn er geen tentplekken, dat helpt ook.18.30, de tent staat. De buitenkeuken is ingericht. Vandaag ga ik voor 'Spicey Pork Noodles'. Dat ga ik afsluiten met een beker koffie en daarna leuk deze aantekeningen maken en nog wat lezen. Het wordt geen latertje. Morgen wacht contact met meer bewoonde wereld. Hoe was dat ook alweer? Kan je dan nog steeds water uit een beek scheppen?
Knap dat je zo op je eentje daar rondtrekt! Ik zit in de bank… te lezen..,
BeantwoordenVerwijderenDat was een pittig dagje. Steeds extra goed kijken waar je loopt maakt het vermoeiend, vind ik. Maar natuurlijk wel kijken waar je loopt: dat heb ik al op hele jonge leeftijd van mijn vader geleerd. Kijken waar je je voeten neerzet en wil je van het uitzicht genieten dan sta je stil. Dit leren onze kleinzoontjes inmiddels ook weer als we in de Alpen lopen :-).
BeantwoordenVerwijderenHet eind is voor je in zicht, die vermoeidheid lijkt me onvermijdelijk.....je bent ook geen 18 meer. Heel wat 18-jarigen van de huidige achterbankgeneratie zullen je dit trouwens niet nadoen! Tot de volgende laatste loodjes, groet. Sylvia