Donderdag 9 augustus, wandeldag 4
van het Pfitscher-Joch-Haus (2276m) via de Europahütte (2693m) naar de Brennerpass (1370m)
Pfitschertal en Venntal, Tirol, Oostenrijk en een beetje Italië
± 8,5 uur inclusief pauzes,
± 14 km, ± 440 m klimmen en ± 1320 m dalen
Pfitschertal en Venntal, Tirol, Oostenrijk en een beetje Italië
± 8,5 uur inclusief pauzes,
± 14 km, ± 440 m klimmen en ± 1320 m dalen
In het Venntal op weg naar de Brennerpass |
Ein kleines Gewitter
Gründlich
Het is zes uur. Met het gordijn gesloten is het binnen nog half donker. Sinds een half uur verlaten mensen stilletjes de kamer. Ze nemen gelijk hun rugzak mee om de anderen niet te storen met het inpakken. Alleen onder mij blijft het stil. Tot ik op het idee kom om te kijken of de jonge vrouw er nog wel ligt. Het bed is leeg. Die is wel heel stil uit bed gekropen. Laat ik met mijn hoofdlamp eens rond schijnen. Er is helemaal niemand meer in de kamer. Dan kan ik er ook wel uit komen en gewoon het licht aan doen. Waarom ze zo vroeg opstaan in het Pfitscher-Joch-Haus weet ik niet. Het ontbijt is pas vanaf zeven uur.
Als ik het gordijn open schuif zie ik een blauwe lucht en staat de zon op het punt over de bergtoppen te klimmen. Dat is weer een stuk beter dan gisterenavond tijdens het eten. Toen prees ik mij gelukkig dat het gebruikelijke middagonweer verlaat was. Aan de goede kant van het raam goot het behoorlijk.
Om vijf voor zeven ga ik naar de hal en tref daar enkele kamergenoten wachtend voor de gesloten restaurantdeur. Vreemde tijdsindeling. Je zou eens te laat komen tijdens je vakantie. Het zijn vriendelijke inwoners van een land waar alles gründlich gedaan wordt.
Na het ontbijt laat ik mijzelf om halfacht uit. Wat is het heerlijk om zo 's morgens vroeg weer naar buiten te gaan. Vrij, weg uit de hut, frisse lucht, nieuwe energie. De zon schijnt alweer volop. Slechts twee wolkjes. Dit keer heb ik zelfs mijn armen en benen ingesmeerd.
Laatste bekenden
De Tiroler Höhenweg is tot nu toe echt anders dan de Berliner Höhenweg. Het pad gaat veel rustiger omhoog, zowel qua stijging als qua drukte. Met de zon in de rug loop ik in een ochtend-niemandsland. Helemaal alleen kuier ik voort en word niet ingehaald. Eindelijk ben ik de snelste in mijn eentje. Die idylle duurt ongeveer anderhalf uur tot de vader met de twee tienerdochters mij zonder enige moeite inhalen. Ik ken hen nu al twee dagen, van het Friesenberghaus en van gisterenavond. In wandelland zijn dat intussen oude bekenden. Ze zijn zelfs de laatste bekenden.
Ik loop dit keer wel erg veel langzamer dan de tijden op de borden. Maar een uur later wordt deze observatie bevredigend afgezwakt door de waard van de Europahütte. De bordjes zijn computergestuurd gemaakt en er waren verkeerde tijden ingevoerd. Dus toch. Desondanks kwam ik met drieënhalf uur ruim buiten de tijd hijgend, maar zeer tevreden aan.
Vlakbij het Pfitscher-Joch-Haus sta ik nog pal aan de grens tussen Italië en Oostenrijk. De kilometers daarna tot aan de Europahütte, ook wel Landeshuter-hütte genoemd, loopt de grens met Oostenrijk over de hoge toppen aan mijn rechterhand. De Europahütte, vandaar de naam, ligt gedeeltelijk in beide landen. De grens gaat volgens mijn informatieboekje dwars door de barruimte. Maar verwacht hier geen Europese vlag. Hoog boven de hut wappert fier de Tiroler vlag. Welke kant van de grens je ook staat, je bent altijd in Tirol. Binnenin kan je op de deuren lezen in welk land je bent.
De route ging over de Italiaanse noordflank van het Pfitschertal over kort gras, keien en rotsblokkenvelden. Het hoogteverschil tussen het Pfitscher-Joch-Haus en de Europahütte van bijna 450 meter wordt vooral in de laatste kilometer gepresenteerd, zodat je redelijk timide de barruimte binnentreedt.
De vader en zijn twee tienerdochters gaan vandaag niet verder. Morgen gaan ze via een andere route terug naar het Friesenberghaus. Nadat ik afscheid heb genomen van deze laatste bekenden spreek ik de waard aan voor raad. Op de kaart gaat de Tiroler Höhenweg vier kilometer door boven over de berggraat direct ten westen van Europahütte en daalt daarna pas af naar de Brennerpass. Dit is het eerste stuk op de route dat op de kaart gemarkeerd wordt als steil en smal.
"Is het gevaarlijk?"
"Neuh". Hij nam me mee naar het raam en wees me het pad. De eerste honderden meters zagen er niet gevaarlijk uit.
"En hoe is de weersverwachting?"
"Mooi zonnig weer en later vanmiddag misschien ein kleines Gewitter en daarna wordt het weer mooi."
"Dus ik kan daar beter niet zijn tijdens dat kleines Gewitter?"
"Nee, je kunt beter de eenvoudigere wandeling nummer 531 nemen. Die gaat vanuit de hut direct door het Venntal naar beneden tot aan de Brennerpass. Die duurt ook geen vijf uur, maar drie uur. Dan heb je nog genoeg tijd om de door te lopen naar de Sattelbergalmhütte." Hij wees met veel gemak op iets heel ver op een berg aan de andere kant van de Brennerpass. Of de tijden klopten wist ik niet. Aan zijn buikomvang te zien had hij die afstand zelf al decennia niet meer gelopen. Ik knikte en deed alsof ik het zag. Wel volgde ik zijn raad op, want een onweer op een berggraat in mijn eentje met al mijn alpiene ervaring leek me niet verstandig.
Brenner
De autobaan bij de Brenner werd langzaam groter, van een streepje halverwege de afdaling naar een dikke lijn lager in het dal. Gelukkig was het geluid nog lang niet te horen. Na drie uur afdaling over mooie rotspartijen en glibberige bospaden bereikte ik de eerste weides. Precies bij een afgesloten herdershut begon das kleine Gewitter. Vanonder de overkapping zag ik de regenvlagen voorbij komen en was ik blij dat ik hier zat en niet op de berggraat. De waard had gelijk gekregen. Na een kwartier stond ik geheel in regenpak en zat de hoes om mijn rugzak. Meestal wordt het daarna snel droog.
Drie kwartier later stond ik een kilometer buiten het dorp pal naast de lokale weg parallel aan de autobaan. In het dorp Brenner heb je geen hut, maar er stonden verschillende hotelsymbolen op mijn kaart aangegeven. Om niet als een landloper al mijn kansen te verspelen trok ik eerst mijn regenpak uit voordat ik naar het Oostenrijkse deel van het dorp liep. Dat bleek verloren moeite. Ik kon helemaal geen hotel vinden. Allemaal opgedoekt. Inmiddels trok ik door naar het Italiaanse Brennero. Behalve wat oude grensposten en een antieke grenspaal merk je niets van de overgaan naar dat deel van het dorp.
Het is zes uur. Met het gordijn gesloten is het binnen nog half donker. Sinds een half uur verlaten mensen stilletjes de kamer. Ze nemen gelijk hun rugzak mee om de anderen niet te storen met het inpakken. Alleen onder mij blijft het stil. Tot ik op het idee kom om te kijken of de jonge vrouw er nog wel ligt. Het bed is leeg. Die is wel heel stil uit bed gekropen. Laat ik met mijn hoofdlamp eens rond schijnen. Er is helemaal niemand meer in de kamer. Dan kan ik er ook wel uit komen en gewoon het licht aan doen. Waarom ze zo vroeg opstaan in het Pfitscher-Joch-Haus weet ik niet. Het ontbijt is pas vanaf zeven uur.
Als ik het gordijn open schuif zie ik een blauwe lucht en staat de zon op het punt over de bergtoppen te klimmen. Dat is weer een stuk beter dan gisterenavond tijdens het eten. Toen prees ik mij gelukkig dat het gebruikelijke middagonweer verlaat was. Aan de goede kant van het raam goot het behoorlijk.
Om vijf voor zeven ga ik naar de hal en tref daar enkele kamergenoten wachtend voor de gesloten restaurantdeur. Vreemde tijdsindeling. Je zou eens te laat komen tijdens je vakantie. Het zijn vriendelijke inwoners van een land waar alles gründlich gedaan wordt.
Na het ontbijt laat ik mijzelf om halfacht uit. Wat is het heerlijk om zo 's morgens vroeg weer naar buiten te gaan. Vrij, weg uit de hut, frisse lucht, nieuwe energie. De zon schijnt alweer volop. Slechts twee wolkjes. Dit keer heb ik zelfs mijn armen en benen ingesmeerd.
Laatste bekenden
De Tiroler Höhenweg is tot nu toe echt anders dan de Berliner Höhenweg. Het pad gaat veel rustiger omhoog, zowel qua stijging als qua drukte. Met de zon in de rug loop ik in een ochtend-niemandsland. Helemaal alleen kuier ik voort en word niet ingehaald. Eindelijk ben ik de snelste in mijn eentje. Die idylle duurt ongeveer anderhalf uur tot de vader met de twee tienerdochters mij zonder enige moeite inhalen. Ik ken hen nu al twee dagen, van het Friesenberghaus en van gisterenavond. In wandelland zijn dat intussen oude bekenden. Ze zijn zelfs de laatste bekenden.
Ik loop dit keer wel erg veel langzamer dan de tijden op de borden. Maar een uur later wordt deze observatie bevredigend afgezwakt door de waard van de Europahütte. De bordjes zijn computergestuurd gemaakt en er waren verkeerde tijden ingevoerd. Dus toch. Desondanks kwam ik met drieënhalf uur ruim buiten de tijd hijgend, maar zeer tevreden aan.
grenspaal valkbij het Pfitscher Joch Haus |
De route ging over de Italiaanse noordflank van het Pfitschertal over kort gras, keien en rotsblokkenvelden. Het hoogteverschil tussen het Pfitscher-Joch-Haus en de Europahütte van bijna 450 meter wordt vooral in de laatste kilometer gepresenteerd, zodat je redelijk timide de barruimte binnentreedt.
ergens bij die punt moet de Europahutte staan |
De vader en zijn twee tienerdochters gaan vandaag niet verder. Morgen gaan ze via een andere route terug naar het Friesenberghaus. Nadat ik afscheid heb genomen van deze laatste bekenden spreek ik de waard aan voor raad. Op de kaart gaat de Tiroler Höhenweg vier kilometer door boven over de berggraat direct ten westen van Europahütte en daalt daarna pas af naar de Brennerpass. Dit is het eerste stuk op de route dat op de kaart gemarkeerd wordt als steil en smal.
"Is het gevaarlijk?"
"Neuh". Hij nam me mee naar het raam en wees me het pad. De eerste honderden meters zagen er niet gevaarlijk uit.
"En hoe is de weersverwachting?"
"Mooi zonnig weer en later vanmiddag misschien ein kleines Gewitter en daarna wordt het weer mooi."
"Dus ik kan daar beter niet zijn tijdens dat kleines Gewitter?"
"Nee, je kunt beter de eenvoudigere wandeling nummer 531 nemen. Die gaat vanuit de hut direct door het Venntal naar beneden tot aan de Brennerpass. Die duurt ook geen vijf uur, maar drie uur. Dan heb je nog genoeg tijd om de door te lopen naar de Sattelbergalmhütte." Hij wees met veel gemak op iets heel ver op een berg aan de andere kant van de Brennerpass. Of de tijden klopten wist ik niet. Aan zijn buikomvang te zien had hij die afstand zelf al decennia niet meer gelopen. Ik knikte en deed alsof ik het zag. Wel volgde ik zijn raad op, want een onweer op een berggraat in mijn eentje met al mijn alpiene ervaring leek me niet verstandig.
over deze berggraat ben ik dus niet gegaan. |
beneden in het dal het witte streepje van de Brennerpas autobaan |
het witte streepje van de Brennerpas autobaan groeit |
Brenner
De autobaan bij de Brenner werd langzaam groter, van een streepje halverwege de afdaling naar een dikke lijn lager in het dal. Gelukkig was het geluid nog lang niet te horen. Na drie uur afdaling over mooie rotspartijen en glibberige bospaden bereikte ik de eerste weides. Precies bij een afgesloten herdershut begon das kleine Gewitter. Vanonder de overkapping zag ik de regenvlagen voorbij komen en was ik blij dat ik hier zat en niet op de berggraat. De waard had gelijk gekregen. Na een kwartier stond ik geheel in regenpak en zat de hoes om mijn rugzak. Meestal wordt het daarna snel droog.
Brennerpas met er achter de Brennersee |
Dan eerst maar eens vragen aan een lokale winkelier. Na lang nadenken moest er een hotel zijn iets voorbij het station. We stonden pal voor het station, dus een erg bekend hotel kan het niet zijn. Hotel Olympia was snel gevonden en stelde diep teleur: Donnerstag, Ruhetag. Krijg de rambam (gekuisde versie van mijn woorden). Ik had al halverwege naar de hut op de Sattelbergalm onderweg kunnen zijn.
Nog maar iets verder kijken. Maar er was niet veel Brenner meer over. Nog maar een keer vragen in een café. Weer kwam hotel Olympia uit de bus. "Maar die hebben Ruhetag". "Heb je aangebeld?". Goh, wat een briljant idee. Ik had het zelf kunnen bedenken. Terug en aanbellen. Achter me stond een familie een auto uit te laden. "Wir haben Ruhetag". "Im Café hat man gesagt, ich sollte für das Hotel anklingeln". "Ja, Zimmer haben wir". Na acht uur zwaar lopen ben je dan echt blij. Ze hadden ineens ook nog een koud glas bier voor me. Wat een dag. Ik lig voor op het wandelschema, heb een kamer en een bier. Wat is het leven van een wandelaar simpel en zijn hand snel gevuld.
Zo heb ik in vier dagen al overnacht in een ponchotent, twee hutten en nu een hotelkamer. Mooie afwisseling. Wat het morgen wordt weet ik dan nog niet, maar dat raadt je nooit.
Nog maar iets verder kijken. Maar er was niet veel Brenner meer over. Nog maar een keer vragen in een café. Weer kwam hotel Olympia uit de bus. "Maar die hebben Ruhetag". "Heb je aangebeld?". Goh, wat een briljant idee. Ik had het zelf kunnen bedenken. Terug en aanbellen. Achter me stond een familie een auto uit te laden. "Wir haben Ruhetag". "Im Café hat man gesagt, ich sollte für das Hotel anklingeln". "Ja, Zimmer haben wir". Na acht uur zwaar lopen ben je dan echt blij. Ze hadden ineens ook nog een koud glas bier voor me. Wat een dag. Ik lig voor op het wandelschema, heb een kamer en een bier. Wat is het leven van een wandelaar simpel en zijn hand snel gevuld.
Zo heb ik in vier dagen al overnacht in een ponchotent, twee hutten en nu een hotelkamer. Mooie afwisseling. Wat het morgen wordt weet ik dan nog niet, maar dat raadt je nooit.
De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review
Het was weer een feest om de mooie route te zien middels de foto's die je liep!
BeantwoordenVerwijderenZo mooi de foto's van bergen en dalen. Toch zou ik er niet willen wonen. Zelf houd ik meer van het vlakke land. Lekker ver weg kunnen kijken. Voor vakanties, zowel zomer als winter, een prima en gezellig land.🤗
BeantwoordenVerwijderenEen ware cliffhanger!
BeantwoordenVerwijderen