Kijk, dat zijn nog eens berichten. Je loopt al twintig kilometer in de winterzon en dan vindt je deze hartenkreet in de bosrand. Helaas kan ik niks betekenen. Deze poëtische mijmeringen zijn van Belle van Zuylen die in 1805 overleed. Bovendien heb ik al een Belle. Net nog contact gehad met Australië, niet
par lettre, per brief, maar zittend op een boomstronk via een
videocall. Andere tijden.
Deze Belle van Zuylen (1740-1805) had duidelijk nog meer noten op haar zang wat de liefde betreft. Mannen scoren niet bij voorbaat:
Hoewel ik een kwartier geleden ook onder bomen zat was het videogesprek niet poëtisch van aard. In de omgeving van Adelaide geeft Judith samen met Petra quilt- en borduurlessen. Alle cursisten zijn meer dan tevreden wordt mij voldaan verteld. Net voordat zij gaan slapen hoor ik dat het daar vandaag 36 graden was en morgen 40 wordt verwacht.
Judith ziet vanuit Australië dat ik een kleppet draag. Op weg naar Maarssen heb ik heb mijn wollen muts afgedaan. Met de ruime Nederlandse winterzon van vandaag is dat nu aan het begin van de middag wel uit te houden. Zo kan ik ook beter tegen de laaghangende zon in kijken. Welke temperatuur te prefereren valt zal ik morgen wel horen. Voorlopig bevalt de Nederlandse winterzon mij prima, maar voor buiten-quilten lijkt mij dit niet gezond. Overigens doen ze dat in Australië ook niet. Dat doen ze daar ook binnen, rondom de airco.
|
langs het Tienhovense Kanaal bij Einde Gooi |
Hollandse Rading - TienhovenRading is afgeleid van het oude woord raaiing, dat lijn of grens betekent. Dat is bij dit pad heel toepasselijk want de eerste zeven kilometer ga ik op grens tussen Utrecht en Noord-Holland langs het Tienhovense Kanaal wandelen. Gelet op de naam van het pad wel keurig aan de Utrechtse kant. Net als Hollandse Rading zelf.
Het vriest nog steeds twee graden als ik om kwart voor negen de parkeerplaats bij station Hollandse Rading verlaat en mijn grenstocht begin. De eerste kilometer nog over het smalle asfalt van de Graaf Floris V weg die helemaal voor mij alleen is. Als ik achterom kijk wurmt de zon zich boven de bosrand uit. Nu nog zonder veel kracht. De plassen in het onverharde pad aan de Utrechtse kant van het kanaaltje zijn stijf bevroren.
Wat ik mij niet realiseer op deze prachtige tocht over de Kanaaldijk is dat ik al 4,5 kilometer na vertrek uit Hollandse Rading de gemeente Stichtse Vecht binnen ben gedrongen, een uitgestrekte gemeente van Nigtevecht in het noorden tot Oud-Zuylen in het zuiden, hemelsbreed 18 km. Los van de drie hoofdkernen Maarssen, Breukelen en Loenen aan de Vecht bestaat de gemeente uit veel polderland, hier en daar doorsneden door plassen, ooit ontstaan door turfwinning. En natuurlijk de alles verbindende Vecht. Totaal zal ik vandaag van de 25 km er 18 binnen de gemeente Stichtse Vecht ronddwalen.
Bethune Polder
Met de zon tegen stamp ik door Tienhoven. Niemand wordt er wakker van. Een Post.nl bestelbus gaat met regelmatige stops voor bezorging in dit lintdorp gelijk met mij op. Ieder doet zijn ding, we worden geen kennissen. Achter de linker/oostelijke lintbebouwing met de twee protestantse kerken zie ik doorgangen naar de Tienhovensche Plassen.
|
Tienhoven Tot Ziens |
Wat er rechts achter de huizenrij schuilt toont zich pas bij de afslag naar rechts. Een uitgestrekte polder opent zich, waarvan ik na drieënhalve kilometer bij het verlaten lees dat ik in de Bethune Polder liep. De zon wordt krachtiger en ontdooit het land. De witte glinstering gaat langzaam over in vertrouwd groen.
|
In de Bethune Polder ontdooit het land en wordt langzaam weer groen |
Toch is dit geen gewone polder vertelt mij een informatiebord van de Historische Kring Maarssen bij het Oude Gemaal. De gemeente Amsterdam haalt hier een flink deel van haar drinkwater vandaan. Wat moeten die Amsterdammers nu weer hier?
Dit veengebied heeft er in de loop der eeuwen totaal anders uit gezien ontdek ik op de website van Geopark 'Heuvelrug - Gooi en Vechtstreek'. In de middeleeuwen hebben de bewoners het veen ontgonnen. Het werd ontwaterd en geschikt gemaakt voor landbouw. Maar door de ontwatering zakte het veen in elkaar, het klonk in. Er moest zelfs toen al met windmolens water weggepompt worden.
|
het Oude Gemaal met de afvoer |
"Tegelijk waren er steeds meer mensen in het toenmalige Nederland die brandstof nodig hadden voor hun kachels en fornuizen. Een nieuwe bron voor verwarming werd gevonden door het grootschalig afgraven en wegbaggeren van veen. Dat startte al in de late middeleeuwen, maar kwam in de nieuwe tijd pas écht goed op gang. Soms bleef het bij individueel uitgeveende percelen, waarbij daarlangs nog stukjes land bleven bestaan waarop de turf kon drogen. Zulke strookjes noemen we legakkers. Afhankelijk van de plek zorgde de wind er soms ook voor, dat die legakkers door golfwerking werden weggeslagen en aaneengesloten plassen werden gevormd. Zoiets gebeurde bij Tienhoven en Oud Maarsseveen: daar ontstonden grote plassen, op de plek van de huidige Bethunepolder"
In 1858 kreeg de Maarssense burgemeester toestemming om het meer droog te malen. Hij richtte daarvoor een vereniging op. De Brusselse markies De Béthune en zijn schoonzoon pakten het voortvarend aan. Echter liep iedereen tegen een groot probleem aan: het continue water dat ondergronds vanuit de Utrechtse Heuvelrug in de polder naar boven kwam: kwelwater. Het bleef een gevecht om dat kwelwater afgevoerd te krijgen. Voor de beeldvorming; 1000 liter per seconde (Wikipedia).
|
nieuwsgierig naar de binnenkant van het Oude Gemaal even een foto door de ramen |
Pas decennia later, toen het Gemeentelijk Waterleidingbedrijf van Amsterdam in 1930 het kwelwater voor de drinkwatervoorziening ging winnen, zakte de kweldruk zodanig dat normaal landbouwkundig gebruik mogelijk werd. De polder voorziet zo in een derde van het Amsterdams drinkwater. Bij het Oude Gemaal uit 1930 behoorden ook een dubbele dienstwoning met een vergaderzaal. Daar zag ik nu de Bethune Bibliotheek, geheel in stijl met de kleine bevolking.
MaarssenAl meer dan 11 kilometer gelopen zonder een rustpauze. In Maarssen maar een horecatent zoeken. De achthonderd meter van de Bethunepolder naar de Vecht gaan simpel in de zon over de Machinekade langs de uitwateringsvaart die uitmondt in de rivier de Vecht. Daar betreed ik niet alleen de bebouwde kom van Maarssen maar ook het land van de herenhuizen en buitenplaatsen. Ook hier ben ik weer welkom.
De route gaat mooi direct langs de oever. Op dit jaagpad zal ik de rest van de wandeling regelmatig terugkeren. Hier in Maarssen heet hij Zandpad. De komende kilometers zal de naam regelmatig wisselen, zoals Oostwaard en Vechtdijk, maar in Utrecht zal ik ook weer een stuk over het jaagpad lopen met de naam Zandpad.
|
Landgoed Vechtoever |
Al voor de eerste brug in Maarssen-Dorp passeer ik zo wandelend over het rustige Zandpad verschillende landhuizen met bijbehorende theekoepel. De ene tuin is nog groter dan de andere. En als er even geen monumentaal pand aan deze zijde van de rivier ligt dan kan ik wel een foto maken van een gevel aan de overkant. Namen als Vechtoever, Goudenstein, Doornburgh trekken voorbij. De burgemeester van de Vechtstreek zit goed want hij is neergestreken in Goudenstein.
|
Landgoed Goudenstein
|
|
Buitenplaats Doornburgh |
Als het Zandpad overgaat in de Herengracht lees ik van dichtbij op de gevels huisnamen als De Boomgaard en De Vecht. De bebouwing langs de Vechtoever gaat dichter bij het centrum aaneengesloten verder.
|
De Boomgaard |
Ook mijn rustplek langs de Kaatsbaan heeft een naam: De Dorpsgek. Dat café ligt net voorbij fastfood De Patatkoning. Het is duidelijk dat je dan niet meer aan de Vechtoever zit. Maar na 13 kilometer een prima onderkomen.
Met het onderdoor passeren van de verkeersbrug Hoekbrug verlaat de route tijdelijk de Vecht en duikt voor de rust de Polder Buitenweg in. Meteen herken ik de twee molens in de verte. Hier was ik samen met Frank tijdens de wandeletappe over het
Waterliniepad van Weesp-Uitermeer naar Oud-Zuylen in 2012. Een veel gelezen blog.
Maar mijn aandacht wordt deze keer afgeleid door een trotse paardeneigenaar die zijn dieren nauwelijks verzorgt. Geen mens die er iets van zegt. Prachtig. Blinde paarden op blinde muren en nauwelijks schade.
Bij slot Zuylen moet ik mijn foto beperken tot de toegangspoort en bijgebouwen. Het slot zelf staat helemaal ingepakt in folie voor een restauratie. Na het gesprek met Judith bekijk ik nog wat mooie huizen van Oud-Zuylen pal aan de Vecht.
Maar de routeplanners willen dat ik kennis maak met Belle van Zuylen en daarom wordt de rivier opnieuw verlaten om tussen bomen te lopen die nazaten zijn van de bossages die Belle in haar smacht aanriep.
Met wat slingers kom ik toch weer op bekend terrein waar ik wekelijks kom. Nu zie ik van een veel mooiere kant de IJsbaan Overvecht. Veel mooier dan de ingang via het rommelige bedrijventerrein Overvecht. Maandag weer schaatsen, nu doorlopen en niet zo zeuren.
|
als je in deze ovaal schaatst heb je jammer genoeg geen idee in welke mooie omgeving |
Rondom Fort aan de Klop brengt het pad je weer terug bij de Vecht. Daar krijg je de vreemde illusie dat je nog in een oud boerengebied loopt terwijl je op honderd meter afstand de hoogbouw van de wijk Overvecht niet over het hoofd kunt zien. Met recht een 'groene long' de stad in.
Maar hoe verder je de stad binnentrekt hoe minder 'long'. Hoewel het water naast mij nog steeds Vecht heet lijkt het steeds meer op een kanaal met hoge kades. Voor de broodnodige versiering hangen er dikke trossen aan de kademuren. In de buurt Lauwerecht merk je dat je de oude stad nadert. Smalle straatjes met kleinere huizen.
|
omleidingsstraatje in de buurt Lauwerecht. |
Het begin van de Vecht bereik ik bij de Weerdsluis, ooit een belangrijke schakel voor de scheepvaart op De Vecht onderweg tussen Amsterdam en de rivier de Rijn. Tegenwoordig is hij meer bekend van de visdeurbel waar mensen via een onderwaterwebcam kunnen meekijken of vissen willen passeren. Ze kunnen dan de via een meldknop op de website aan de sluiswachter vragen om de sluis te openen.
|
voor mij het laatste stukje Vecht, dus eigenlijk het begin van de rivier |
|
bij de Weerdsluis |
Ik bereik nu de bekendste gracht van Utrecht; de Oudegracht. Een twee kilometer lange gracht die het water van de Kromme Rijn door de stad brengt naar de Vecht. Een mooie gracht met aan weerszijden schitterende gevels. Maar het meest kenmerkend zijn de werven en werfkelders op grachthoogte. Tegenwoordig vrijwel allemaal bestemd voor het uitgaansleven.
Langzaam neemt het aantal mensen op de kades toe. Hoe dieper ik Utrecht binnendring hoe meer. Heel de provincie lijkt hier te winkelen en ondanks de kou buiten in de winterzon te willen zitten. Dat krijg je als je op zaterdagmiddag door Utrechtstad gaat wandelen. De eerste stappen van vandaag tussen de berijpte velden richting Tienhoven lijken inmiddels dagen geleden.
|
op de Bakkerbrug |
Bij de Bakkerbrug verlaat ik de route en begin ik aan mijn laatste stuk naar het Centraal Station. De Hamsteeg negeer ik, dan maar de Bakkerstraat. Begeleid door een alles overstemmend orgel bereik ik de Steenstraat.
Het is hier een eeuwigdurende lunchtijd. Tussen de automatieken, ijssalons, grillrooms, smulpaleizen en shoarmazaken zoek ik mijn pad. Voor mijn gevoel, en hier en daar letterlijk, wring ik mij een weg tussen patat-etende en ijslikkende mensen. Alles zit en loopt te schranzen. De verbruikte winkelenergie wordt ter plekke gecompenseerd.
In Hoog Catharijne ploeter ik door en langs de mensenstroom. Tegen de tijd dat ik daaruit kan ontsnappen neemt de herrie nog meer toe door de dreunende muziek waarop Chinese draken op het Stationsplein publiek vermaken. Even een foto en dan de bevrijdende doorsteek dwars door een gospelgroep naar de ingang van de enorme stationshal.
|
de tientallen kijkers kon ik van deze foto afknippen |
Rust. Rust, ondanks de vele reizigers die hun weg zoeken in de stationshal. Sinds tijden kom ik weer een keer op perron 1 voor de lokale trein richting Hilversum. Tijd genoeg om tot bedaren te komen, want ik ontdek daar dat er wel regelmatig treinen richting Hilversum gaan, maar slechts enkele die stoppen in Hollandse Rading. Niet zo erg, eerst even bijkomen in de zon. De volgende wandeling op tijd hier beginnen en 's morgens al vroeg langs de Oudegracht de stad uit. Ik ben geen mens voor deze drukte.
Zie al mijn wandelingen in Nederland
Ik heb heerlijk bij je gelezen, weer fantastisch geschreven. Ben zielsgelukkig dat ik jouw Belle mag zijn! Groetjes uit een wel zeer afgekoeld Australië!
BeantwoordenVerwijderen