UITGEKIEND WATERMANAGEMENT
Donderdag 23 augustus, wandeldag 8
Col Cerda – Las Illas
(7 uur incl rusten, ± 400m klimmen, ± 900m dalen, ± 14 km)
Om minder te dragen was het advies van Engelsman Adam 'je helemaal tot de nok toe vol te drinken. Dan hoef je minder in je waterzak te doen. Je kunt het ook doen om een gebied zonder aanvullingsmogelijkheid te doorkruisen. In dat geval moet je natuurlijk wel je watervoorraad optoppen.'
Ik vond het eergisteren wel een aardige, beetje Cruijffiaanse, benadering toen ik naar hem luisterde. Maar gisteren heb ik het voor de eerste keer toch toegepast. En vandaag ben ik niet ontevreden. Nu, om 10.40, na tweeënhalf uur lopen, heb ik nog steeds water en dat ondanks de bereiding van het eten van gisterenavond en de mueslipap van vanochtend.
Bijna nooit alleen
Mensen vragen wel eens of ik mij niet alleen voel op zo'n col. Soms is dat natuurlijk wel zo. Maar op de Col Cerda heb je daar geen last van. Afgelopen nacht had ik al voldoende afleiding met de passage van, waarschijnlijk, een paard, direct langs mijn tent. Vanochtend stond ik weer te kijken toen ik om 08.00 stemmen hoorde en even later de eerste drie wandelaars voorbij kwamen. Die moeten vroeg zijn gestart.
Beperkte blik
Even later ben ik zelf ook op pad gegaan. Het eerst uur ging het verder omhoog naar de Roc de Frausa (1450m). Aanvankelijk was het nog in open terrein maar spoedig ging het door een open beukenbos met hoge bomen en volle kruinen. Wat opviel was de verkleuring van de bladeren. Het is nog te vroeg voor de herfst dus ik neem aan dat het komt door de droogte.
Anderhalf uur bos verder had ik mijn eerste rust op een kruispunt van zes wandelpaden boven op de Col de Puits de la Neige. Hier komen, pal op de grens van Frankrijk en Spanje, naast gewone wandelpaden ook de GR10 en de HRP samen en is er een aansluitingsmogelijkheid met de GR11 in Spanje. Verder zit je niet ver van de Refuge des Salines, slechts een half uur Spanje in lopen. In mijn focus op de GR10 was mij deze overnachtingsmogelijkheid totaal niet opgevallen.
Eigenlijk was de route vandaag een beetje saai. In het begin waren de bossen nog mooi, maar tegen 14.00 uur was ik er op uitgekeken. Je ziet nauwelijks verder dan een paar honderd meter en er waren weinig uitzichtpunten. Een voordeel is wel dat het in het bos niet zo heet is.
Verder ben ik er gelukkig, net voordat mijn watervoorraad op raakte, in geslaagd de Fontaine des Trabucayres te vinden. Dat is een hele mond vol voor een mini-waterstraaltje midden tussen de bomen langs het pad naar de Coll dels Cirerès. Ik was er dan ook erg op gespitst het te vinden, enerzijds vanwege mijn platte waterzak en anderzijds door de aanwijzing van Ton Joosten in zijn gids om goed op te letten omdat het 'een stroompje van niks' is. Het stelde inderdaad niks voor, het straaltje had ook anders kunnen worden omschreven maar dan smaakt het niet meer.
Verder ben ik er gelukkig, net voordat mijn watervoorraad op raakte, in geslaagd de Fontaine des Trabucayres te vinden. Dat is een hele mond vol voor een mini-waterstraaltje midden tussen de bomen langs het pad naar de Coll dels Cirerès. Ik was er dan ook erg op gespitst het te vinden, enerzijds vanwege mijn platte waterzak en anderzijds door de aanwijzing van Ton Joosten in zijn gids om goed op te letten omdat het 'een stroompje van niks' is. Het stelde inderdaad niks voor, het straaltje had ook anders kunnen worden omschreven maar dan smaakt het niet meer.
Illas
De Coll dels Cirerès loop je zo voorbij als je niet oplet omdat het een breed pad in het bos is. Toen ik het zeker wist heb ik er meteen maar languit uitgerust op mijn grondzeiltje en de bomen weer eens vanaf de grond bekeken.
De laatste vier kilometer naar het dorp Illas gingen over een weinig inspirerend, warm asfaltweggetje. Eenmaal in Illas vond ik na enig zoeken de gite. Om drie uur kon ik nog geen beheerder vinden en ben ik maar naar binnen gegaan. Ik trof er een Fransman die zich op dit vroege tijdstip al had geïnstalleerd en languit op een van de bedden lag.
Het vooruitzicht van een volle slaapzaal trok mij niet en ik zag ook niet direct een kampeermogelijkheid hier midden in het kleine dorp. Daarom ben ik eerst maar naar het vlakbij gelegen hotel-restaurant gegaan om iets te drinken.
Terwijl de eerste cola ouderwets het suikerpeil herstelde zag ik dat het een oud, maar bijzonder aardig ingericht hotel was. Ik besloot mijzelf na ruim een week luchtbed/slaapzak-combimatie te verwennen met een bed. Mooi een eigen kamer, een lekkere douche na twee dagen zweten en weer een goede maaltijd.
De douche bleek zich even later wel op de gang te bevinden, maar het was toch 'mijn' douche omdat ik om 17.00 nog steeds de enige gast was. Het was overigens goed dat de eigenaresse meteen de raamdeuren naar het terras opende, want de kamer rook wel wat muf. Schijnbaar komen er niet zoveel slaapgasten.
Tegen 18.00 ben ik nog wat door het dorp gaan lopen in de hoop verbinding met mijn mobiel te krijgen. Tevergeefs. Er hangen zoveel kabels dat die waarschijnlijk een soort kooi van Faraday creëren. Niet dat ik daar verstand van heb, maar ook de anderen hadden geen verbinding en verder klinkt het wel goed. Wie ik wel in het vizier kreeg was Adam, de Engelsman. Hij had zijn tentje in het tuintje van de gite opgezet. En voor maar € 5. Dat had hij er nou niet bij hoeven zeggen nu ik net een muffe kamer heb voor het tienvoudige. Dat klinkt enigszins dramatisch, ik zeur ook maar wat voor het effect. € 50 voor een kamer met ontbijt is natuurlijk prima.
foto van de trotse eigenaars op de hotelwebsite |
's Avonds heb ik op het terras mijzelf aan tafel uitgenodigd bij de Fransman die ik eerder kort had ontmoet in de gite. In een combinatie van Frans en Engels hebben wij tijdens een heerlijke maaltijd tips uitgewisseld over wandelpaden. Zo leerde ik over de GR 20 (op Corsica) dat je vanwege de kans op sneeuw toch beter na half juli kunt gaan, dat het er erg duur is omdat de drank en het eten per heli aangevoerd worden en dat er verschillende steile stukken zijn. Positief klonk de ervaring dat het totaal van klimmen en dalen minder is dan de laatste zeven dagen van de Pyreneeën. Verder werd de Tour de Mont-Blanc aangeprezen als een mooie wandeling van 14 dagen. Kijk daar heb je wat aan, maar we zullen dat eerst op internet nog wat nauwkeuriger gaan bestuderen.
De dagberichten zijn in een verslag aaneengeregen in een aparte pagina GR10 2012 - Pyreneeën oost - eindpunt Bayuls sur Mer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten