Zondag 14 juli, wandeldag 3
van Álftavatn (540m) naar Emstrur (465m),
± 6 uur inclusief pauzes,
± 16,2 km, ± 250 m klimmen en ± 285 m dalen
± 6 uur inclusief pauzes,
± 16,2 km, ± 250 m klimmen en ± 285 m dalen
Aswoestijnen
Aanpassing rantsoen
Niets maakt zo’n definitief einde aan de nacht, ook al is hij licht, als het laten leeg lopen van het luchtmatras. Om het oprollen te vergemakkelijken blijf ik er zo lang mogelijk op liggen om er zo veel mogelijk lucht uit te drukken. Tien seconden later lig je op de harde ondergrond en moet de dag wel beginnen.
Bij het ontbijt kom ik er achter dat mijn etensvoorraad sneller slinkt dan gedacht. Ik moet mij thuis vergist hebben door maar zes in plaats van acht zakjes met muesli in te pakken. Kijken of er morgen in Thorsmörk iets te koop is. Er schijnt daar een klein winkeltje op de camping te zijn. Ook de lunch loopt vandaag op zijn laatste benen. Er resteert nog 1 plak roggebrood, een paar kleine worstje van de Jumbo en tien mueslirepen. Morgen desnoods onderweg soep maken. Dat pakje zit al een paar jaar in mijn voorraad, dus opmaken zal geen kwaad kunnen. Dit wordt weer een goeie dag. Ik voel het.
Mosgroen
De eerste kilometers gaat de route tot de tussengelegen Hvann-gilhut te midden van goddelijk groen bemoste bergen. Dit egale groen wordt hier en daar op natte plekken opgesmukt met een andere soort, oplichtend groen mos. Schitterend. De eerste drie fotomomenten zitten alweer in de tas voor ik amper op weg ben. Jammer dat je ook verder moet wandelen, anders blijf je hier steken. Onder het lopen maar zoveel mogelijk opzuigen en genieten.
Om die Hvanngilhut te bereiken moet na dertig minuten de Bratthalskvisl gekruist worden. Tijdens mijn voorbereiding op de doorwading arriveert ook de Engelse damesgroep. Na enkele begroetingen en typisch Engelse beleefdheidsvragen hoe het mij gaat, was ik als eerste aan de overkant en heb ik ze daarna pas op het eindpunt bij de Emstrur-hutten teruggezien.
Terugblik op de Bratthalskvisl waar de meeste Engelse dames inmiddels de overkant hebben bereikt en weer hun schoenen aantrekken |
Vanaf hier is het een uur lopen naar de hut in Hvanngil. Het pad gaat na de doorwading omhoog en op de achterliggende groene hoogte regelmatig over een jeepspoor. Een Amerikaanse man uit Texas passeert mij halverwege. In weinig woorden wisselen we onze bewondering voor het landschap uit en vervolgen onze weg.
Met op de verre achtergrond uitlopers van de Myrdals-gletsjer loop ik hier in deze moswereld voor het eerst echt alleen. Heerlijk. Vlak voor de Hvanngilhut nog door de ondiepe Hvanngilbeek. Tijd voor een rust uit de wind vlakbij de hut.
Hvanngilbeek |
Links de Hvanngilhutten |
Na de Hvangilhut bestaat de rest van de route uit grote zwarte asvlaktes onderbroken door twee beken, een rivier en een niet al te hoge pas. Als eerste een klein stukje over het Hvanngilshraun lavaveld.
Het groene mos heeft zich hier teruggetrokken op de omliggende heuvels. Alles om me heen en vooral onder me is zwart met uitzondering van de verspreide planteneilandjes die prachtig wit-lila in bloei staan. Ik loop hier op het juiste moment, blijkbaar is juli de bloeimaand in IJsland. Het traject is vlak en gaat over in jeepspoor F210. Dat schiet goed op.
Een zestal Tsjechische jongeren haalt mij in, maar bij het foto's maken bij de brug over de wilde gletsjerbeek Kaldaklofskvísl sluit ik weer aan zodat ik de groepsfoto kan maken. Als tegenprestatie mag ik ook op de foto.
Veel kruispunten zullen er in het binnenland van IJsland niet zijn. Ik ben er tot nu toe nog niet een tegen-gekomen. Een paar honderd meter na de brug over de Kaldaklofskvísl beleef ik mijn eerste. Over bewijzering valt niets te klagen op dit verkeersplein. Zowel aan de jeeps als de wandelaars is gedacht.
Wij vervolgen over jeepspoor F261 en zien even later dat dit spoor de gletscherbeek Bláfjallakvísl in duikt. Daar stroomt het zo te zien veel te hard voor ons. Met de Tsjechen wijk ik uit naar een breder, maar rustiger en ondieper stuk. De doorwading verloopt zonder problemen. Gaandeweg is zo'n gletsjerrivier wel redelijk verfrissend en krijgt de bloedsomloop in je kuiten ademnood. Het schijnt heel gezond te zijn. Daar heb je verder geen aandacht voor, want je bent veel te geconcentreerd met je stokken en je voeten in de weer om je balans te bewaren. De overkant is even het enige doel op aarde.
Mijn Tsjechische kompanen tijdens de oversteek van de Bláfjallakvísl |
Hoewel mijn tuniek vanochtend nog stoer uit een shirt met korte mouwen bestond, dwong de wind al snel tot de aanvulling met mijn regenjack als windbreker. Dat kwam op de eerste grote asvlakte goed uit tijdens een verfrissende regenbui. De temperatuur zal daarbij wel onder de tien graden zijn gezakt.
Op die zwarte vlakte haal ik na de doorwading het verliefde Franse stel in dat ik gisteren en eergisteren ook al tegenkwam. Net als toen loopt hij voortdurend met muziek aan die tot op tien meter te horen is. Waar de benodigde stroom vandaan komt is mij niet duidelijk. Bij de hutten heb ik geen oplaadpunten gezien. Hij draagt slechts een dagrugzak en zij is maagdelijk voor wat betreft draaglast. De rest van hun bagage wordt vervoerd.
Als ik ze passeer kom ik bovenwinds te lopen en kan dan nog meer meegenieten van de muziek. Ongetwijfeld zijn het aardige mensen, maar waarom je constant met voor iedereen hoorbare muziek moet rondlopen ontgaat me. Zeker in dit prachtige landschap. Doe dan headphones op. Misschien is het angst voor de stilte?
Omdat ongestoord wandelen met natuurlijke geluiden mijn voorkeur heeft laat ik ze passeren en vraag of het goed gaat met de disco. Ik blijf vanaf dat moment een ruime vijftig meter achter ze. Iedere keer als zij stoppen moet ik ook net even een bloemetje fotograferen of mij oriënteren in het terrein. Later op de dag was de muziek uit. Of de batterij was eindelijk leeg of mijn intonatie is uitschakelend geweest. Daarna bleven we elkaar weer vriendelijk en van dichtbij groeten.
Halverwege de zwarte Emstrur-woestijn deelt de Innri-Emstruá rivier het gebied in tweeën. Gelukkig mogen we via de F261 over een brug. De wild kolkende rivier stort zich net na de brug in een kloof die in het basalt is uitgesleten. De Tsjechen waaieren uit om zich in alle standen bij en naast de waterval te vereeuwigen.
Ondanks, of misschien juist door de zwarte wereld blijven er genoeg fotomomenten. Zoals voor de plukjes bloeiende bloemen waarmee de vlakte is bestrooid of de roze lage bloemen vlak bij de brug.
Gestaag ga ik verder in mijn rustige tempo en begin aan de zuidelijke helft van de Emstrur-woestijn. Normaal zou zo’n leegte, zo’n eindeloos niets, demotiveren, maar in deze omgeving met groen oplichtende heuvel- en bergruggen op de flanken is het zeker geen straf. Mooi man.
Na het passeren van de lage pas tussen enkele groenzwarte heuvels rust ik wat tegen een steen en zie hoe andere wandelaars langzaam kleiner worden in de volgende uitgestrektheid. Ook deze laatste vlakte blijft boeien hoewel het lopen over stukken mul lavazand aardig begint door te wegen. Dat is als sloffen over een mul zwart strand zonder zee.
De Tsjechen hebben me weer gepasseerd en worden snel kleiner |
Om de hoek zullen de Emstrur-hutten opduiken. op de achtergrond gletsjeruitlopers van de Myrdalijskap |
Hoewel ik in de verte al zicht krijg op de gletsjeruitlopers van de Myrdalijskap weigeren de Emstrur-hutten in beeld te komen. Pas na het ronden van een berg en het passeren van een verhoging in het terrein komen ze rond drie uur in de middag in een kom te voorschijn. De bivakplaats bestaat uit verschillende niveaus. Boven aan zwarte as-terrassen en verder naar beneden, onderaan een lange trap, een groene etage direct langs een beek.
Ik ben niet de eerste maar heb ruime keus voor mijn tentplek. De Texaanse twintiger die elke dag minstens een uur na mij start en met zijn hogere tempo mij rond twaalf uur weer inhaalt, ligt al kant en klaar in zijn tent een boek te lezen. Hij heeft gekozen voor de uiterste hoek van het bovenste terras. “Als ik mijn tent er naast zet dan hebben wij beiden geen last van de gebruikelijke vloed aan wandelaars later op de dag” bedenk ik mij. Hij heeft geen bezwaar tegen mijn nabuurschap. Ik hou uit beleefdheid een gepaste afstand. Dom, want later op de avond als de woningnood stijgt wurmt een Oekraïner zich er nog tussen. Als ik vanuit mijn tent mijn arm strek kan ik zijn tent aanraken. Wat ik dan nog niet weet is dat deze Oekrainer snurkt. Dat schijn ikzelf ook te doen, maar daar heb ik doorgaans geen last van.
De volgende ochtend geeft deze foto een idee van de bezetting. Er is dan al een aantal tentjes weg. Rechts het groene halve cluster van de Vlamingen. |
De Franse padvinders hebben hun rode tenten deze middag aan de andere kant van de hutten achter een heuvel verstopt wordt mij later op de avond duidelijk. Ik sprak er een aan, die mij tevens informeerde dat ze uit Denemarken komen. Dat feit kan ik billijken, maar er gaat de laatste dagen iets mis met mijn taalherkenning. Het kan ook zijn dat mijn gehoor achteruitgaat. Ook dat hoor ik liever niet.
De volgende ochtend geeft een terugblik op de Emstrur-hutten en bivakplaats een goed overzicht. Er zijn dan al een aantal tentjes weg |
In tegenstelling tot andere trektochten heb ik dit jaar geen enkele keer naar de weersverwachting gekeken. Normaal niet zo slim. Of het de normaalste zaak van de wereld is loop ik al drie dagen met redelijk droog weer rond. Voornamelijk zwaarbewolkt was de lucht met een temperatuur van rond de tien graden. Vandaag twee kleine buitjes en voor de rest een paar keer wat regen gedurende de nacht. De Vlamingen hadden de weerberichten keurig elke dag gecontroleerd en hebben de eerste twee dagen vrezend en op regen voorbereid rondgelopen. Soms is naïeve slordigheid een voordeel.
De dagverslagen zijn aaneengeregen tot een totaalverslag.
Klik voor het totaalverslag op deze link verslag trektocht of ga naar TREKTOCHT- en WANDELVERSLAGEN in de rechter marge van deze pagina
Klik voor het totaalverslag op deze link verslag trektocht of ga naar TREKTOCHT- en WANDELVERSLAGEN in de rechter marge van deze pagina
Wat een drukte daar op IJsland met al die wandelaars! Maar gelukkig ook nog af en toe het 'alleen op de wereld ' gevoel. Inderdaad heel hinderlijk, wandelaars in de mooiste natuur die zo nodig anderen moeten lastig vallen met hun herrie. Het is ons ook al een aantal keer overkomen.
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij heb je weer erg genoten op dit traject. Prachtige belden laat je ook weer zien. Wat voeding betreft ben je wel Spartaans hoor!🤗
BeantwoordenVerwijderen