Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

zaterdag 26 augustus 2023

Trektocht Alpe Adria Trail 2023: van Gradisca d'Isonzo naar Jamiano

  Dinsdag 8 augustus 2023, wandeldag 1

van Gradisca d'Isonzo naar Jamiano
8 uur inclusief pauzes, rondkijken,  ± 20 km,
± 460 m klimmen en ± 440 m dalen

temperatuur 's middags 26 graden


Dan maar buiten

Het is halfnegen s' avonds. Op een kilometer ten zuiden van Jamiano maak ik achter een stenen muurtje in een laag open bos bij een temperatuur van twintig graden liggend in mijn bivakzak deze aantekeningen. Op mijn Neonair luchtbedje ligt het comfortabel en met deze aangename temperatuur en de verwachting dat het droog blijft is het geen straf. Mijn poncho heb ik daarom niet als halve tent boven mij opgebouwd. Ook in een bivakzak gaat de routine van aantekeningen maken door. Als ik het nu niet opschrijf ben ik morgen alweer het nodige kwijt van wat ik vandaag allemaal gezien en gedaan heb.

Monte San Michele
Het begin vandaag was uitstekend. Mijn kuit voelde een stuk beter dan gisterenavond. De Voltare en de rust hebben blijkbaar geholpen. Tijdens het ontbijt zie ik aan het tafeltje naast mij een vrouw met een pleister op haar hiel. Als ik haar vraag of ze een blaar heeft krijg ik bij de bevestiging te horen dat ze ook de Alpe Adria Trail loopt. Ze is dit jaar begonnen in Cormons en is dus  nu 1 dag bezig. Ik wens haar veel loopplezier en ga mijn rugzak halen. Het gaat beginnen.
Met de oversteek van de brede Isonzo verlaat ik Gradisca. Aan de overkant vind ik wel de eerste markeringen maar ben die een kilometer later ter hoogte van de kerk van Poggio Terzarmata net zo makkelijk weer kwijt. Ik wijt dat voorlopig aan de onlogische plaatsen voor de vervolgbordjes als ik na tien minuten heen en weer lopen eindelijk de juiste weg omhoog insla.
kerktoren van Terzarmata
overgroeide restanten van loopgraven
Omhoog gaat het met grote zigzagslagen over bospaden naar mijn eerste doel voor vandaag, Monte San Michele. Al op weg er naar toe zijn ook aan de noordoost kant van de heuvel restanten van voorgelegen loopgraven te herkennen.
Dit gebied behoorde bij het begin van de Eerste Wereld Oorlog tot het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk. Het is een dominerende heuveltop die diende om de stad Gorizia te beschermen tegen de Italianen. Vanuit dit natuurlijk fort bestookten de Oostenrijkers met hun artilleriekanonnen de Italiaanse troepen die vooral vanuit de zuidelijke Doberdo-vlakte aanvielen. Het lukt de Italianen ten slotte na een strijd van veertien maanden met zes offensieven om de heuvel in augustus 1916 in te nemen. Duizenden mensen aan beide zijden hebben dan het leven gelaten in de strijd om deze heuvel.
Op de heuvel zelf zijn er een soort groepsschuttersputten of mortieropstellingen en verbindende loopgraven te zien die herinneren aan de oorlogstijd. Maar het meest indrukwekkend zijn de natuurlijke kazematten die in de onderliggende rotsen zijn uitgehakt of met explosieven zijn gemaakt. Vanuit die dekking en bescherming werd met kanonnen met krombaanvuur de vijand bestreden en de eigen troepen ondersteund. Enkele informatieborden met foto's geven een idee hoe het er destijds uitzag.
Aan de noordzijde bevindt zich een herdenkingsplein met verschillende kanonnen en monumenten ter nagedachtenis aan gevallenen. Daar krijg je met het geweldige panorama ook meteen beeld bij de dominante ligging van deze heuveltop. Zelfs de Maagd Beate kerk boven Cormons waar ik vorig jaar liep is aan de andere kant van de enorme vallei te ontwaren. Vanaf de zuidzijde van de heuvel kijk je ver uit over de 'vijandelijke' Doberdo-vlakte en zie je zelfs de Adriatische Zee.
Karstlandschap
Mijn gids vertelt mij dat ik door een karstlandschap loop. Natuurlijk. Wikipedia leert me dat het bij de term karst gaat om ... alle verschijnselen die te maken hebben met de oplossing van kalksteen in water. Karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door chemische verwering ten gevolge van de zure eigenschappen van regenwater. Die zachte kalksteen in combinatie met erosie door water leidt onder andere tot uitgesleten kloven, grotten en allerlei keien en rotsen die van de berg en heuvelwanden afrollen. Ik zal er nog verschillende voorbeelden van zien. Voorlopig zie ik alleen maar witte keien en stenen die het lopen op de paden niet echt gladjes maakt.
aan de zuidkant van de Monte San Michele
 is in de verte de Adriatische Zee al te zien
Achtergebied
Afdalend van de Monte San Michele komen de eerste glimpen van de Adriatische Zee in beeld. Op de acht kilometers richting het Lago di Doberdo passeren de stille dorpjes San Martino del Carso en Marcottini. Mijn doortocht heeft niemand wakker gemaakt.
kerk van San Martino del Carso
Daartussen doorkruis ik een gebied begroeid met lage bomen en struiken. Later hoor ik dat dit kenmerkend is voor streken die vroeger beweid werden. De vele muurtjes duiden daar ook op. Het pad waarover ik vorder is omlijst door muurtjes en lijkt net als in Engeland op oude veepaden. Van de weides zijn er nog maar enkele intact. Voor mij ideale rustweides.
Je loopt van de frontlijn(en) van het oude Isonzofront weg en komt daarmee in het terrein dat militairen het achtergebied noemen, het terrein waar de ondersteuning wordt georganiseerd, veelal logistieke zaken. Overal langs de bospaden zijn nog restanten te zien van versterkte onderkomens waar destijds die werkzaamheden werden uitgevoerd en voorraden werden opgeslagen. Regelmatig geven informatieborden uitleg.
je ziet het nauwelijks maar overal onder de begroeiing langs het pad
 zijn er loopgraven. Hier zelfs een betonnen trap.
In deze nu zo rustige omgeving was er ruim honderd jaar geleden grote bedrijvigheid waarvoor ook allerlei nieuwe wegen werden aangelegd. De huidige rust heeft mijn sterke voorkeur, maar met mensen weet je het nooit als het op oorlog aankomt. De fronten in Oekraïne zijn hier vandaan nauwelijks duizend kilometer verder naar het oosten. Een afstand kleiner dan van Noord-Italië naar Nederland.
Lago di Doberdo
Snel terug naar het heden als ik aan het einde van het plateau bij de alpinistenhut Casa Cadorna al mijn attentie nodig heb bij de flinke afdaling naar Lago di Doberdo over een rulle ondergrond met hier en daar grote treden.
Lago di Doberdo gezien vanaf de Casa Cadorna
Beneden gaat het pad niet langs het water maar begint direct aan de omtrekking van het meer. Na enkele honderden meters loop ik tegen een ondergestroomd pad waar het meer door de overvloedige regen nog steeds buiten de gebruikelijke oevers is getreden. Mijn hoge wandelschoenen kunnen aardig diepe plassen aan, maar moeten hier schielijk terug om niet samen met de drager ten onder te gaan. Aan teruggaan heb ik een hekel en koppig begin ik aan een serie uitwijkmanoeuvres door ondergroei, brandnetels en andere prikplanten. Tot drie maal toe moet ik uitwijken voor water en wijken prikplanten niet uit voor mij. Mijn armen en kuiten kleuren rood van kleine wondjes en deze zelfgekozen jungletraining heeft met een litanie aan drieletterwoorden veel van zijn glans verloren.
Het bereiken van een asfaltweg klinkt niet als een overwinning maar lucht wel op. Meteen maar door om weer op hoogte te komen. Na een half uur ben ik het meer weer zoveel ontstegen dat ik bijna het niveau van het tegenoverliggende plateau bij de Casa Cadorna bereik. Tijd voor een rust tegen een niet prikkende boom.
van de wand aan de overkant kom ik vandaan, eerst maar een rust
Net als ik mijn rugzak weer omhang verschijnt op het pad de vrouw die ik vanochtend aan het ontbijt aansprak over haar blaar. Na een korte begroeting weet ik dat ze Sloveense is van geboorte maar met haar man al geruime tijd in Zwitserland woont. Ik schat haar een jaar of vijfenvijftig. Dit is haar eerste week van een sabbatical van tien weken. Deze eerste week besteedt ze aan de laatste honderd kilometer van de AAT. Daarna moet ze terug voor andere plannen. Ik dacht dat een sabbatical was om rust te nemen. Maar dat spreek ik niet uit. Ze maakt zeker geen gestreste indruk. 

Gezamenlijk lopen we richting Jamiano, mijn geplande einddoel voor vandaag. Samen lopen we ook fout, maar met mijn kaart en haar gedownloade etappe in combinatie met Google Maps brengen ons weer op het juiste pad. Als we al lopend over andere wandelondernemingen praten kom ik er achter dat ze een ruime ervaring heeft aan wandeltochten. Ook verschillende tochten die ik zelf in de loop der tijden heb gemaakt. IJsland, Mont Blanc, Noorwegen, ze heeft het gedaan. Ik loop hier met een kenner.
later op de dag
Wanneer we na vier gemeenschappelijke kilometers tegen halfvijf Jamiano bereiken en hotel Pahor gesloten blijkt scheiden onze wegen. Zij heeft vooraf in Duino via de AAT-organisatie onderdak geboekt. Ook haar overige bagage wordt daar naartoe gebracht. Ik heb geen zin om nog zeven kilometer aan de twintig toe te voegen en hoop dat Pahor om halfzes bij opening toch een plek heeft en in ieder geval de gelegenheid biedt om in het restaurant te eten. Navraag bij enkele huizen leert dat er in Jamiano geen B&B's meer zijn.

Uiteindelijk besluit ik toch niet te wachten tot Pahor open gaat en ga zonder overtuiging verder. Na een kilometer over een grindpad in een open, laag bos waar duidelijk de brandsporen van vorig jaar zijn te zien, rust ik uit op een plek die mij aanstaat. Ik bel nog naar een B&B op vijf kilometer afstand; vol. Na de rust besluit ik nog wat verder te lopen en hier een overnachtingsplek te zoeken. Dan kan ik vanavond nog teruglopen naar Jamiano om daar te eten.

Na wat wikken en wegen vind ik een geschikte plek en laat mijn rugzak uit het zicht achter. Met geld, paspoort en mijn waterzak keer ik terug naar Jamiano. Hotel Pahor is nu gelukkig wel open. Daarmee houdt het verder op, want er worden alleen maaltijden geserveerd aan gasten. Ook mijn poging If I would pretend to be a guest trekt de jongeman niet over de streep. Teleurgesteld loop ik om zes uur naar de twee andere restaurants op Google Maps. Na twee extra kilometers weet ik dat een van beide restaurants failliet is en de andere gewoon gesloten. Italiaanse horeca-mensen hebben natuurlijk ook recht op vakantie. Zeker in het hoogseizoen. 

In een ultieme poging loop ik terug naar hotel Pahor "I have two final questions; do you have a beer and could I fill my camelback?"
Of de jongeman over zijn hart strijkt kan ik niet zien, maar ik krijg een bier en kan buiten aan een kraan mijn waterzak met twee liter optoppen. Ruim na zevenen keer ik terug bij mijn rugzak. Als ik met de Sloveense was meegelopen was ik nu in Duino geweest. Met deze stimulerende gedachte wordt het nu te donker om verder te schrijven. Laat ik maar gaan slapen. Morgen weer vroeg op. Zin om te eten heb ik niet meer. Het was overall een mooie dag met op het eind een wat  schrale afloop.



De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:


Hieronder de verslagen van voorgaande jaren:

(van de Grossglockner naar Döbriach)
(van Döbriach naar Bovec Slovenie)
(van Bovec in Slovenie naar Gradisca d' Isonzo in Italie
en van
Gradisca d' Isonzo naar Muggia)

Mijn ervaringen en tips zijn beschreven in een aparte review

1 opmerking:

  1. Jammer van deze afloop. Het wordt schraal overal. Berghutten sluiten, geen gasten of geen personeel of zelfs wegens watergebrek!!! Restaurants sluiten, het wordt er niet beter op! Gelukkig...of niet...volop onkruid ...arme jij! Groet, Sylvia

    BeantwoordenVerwijderen