Watermanagement
22 kilometer
Wij willen het hele jaar de wandelconditie bijhouden en Nederland in alle jaargetijden beleven. Je hebt dan meteen een reden om erop uit te trekken in periodes waarin je veel binnen leeft. Uitwaaien, rode kop onder een wollen muts, handen diep in je zakken. Tot zover de stoere uitdaging, die zich vooral na afloop van zo een wandeling goed laat opschrijven. Op deze woensdag in januari was het weer zoals je dat verwacht; bewolkt, grauw, koude wind, zes graden boven nul.
Er zijn daarnaast ook nog doe-het-zelf uitdagingen. Op de kaart had ik thuis al gezien dat er tussen Oosterwolde en Kampen geen horeca is. Aan Frank had ik doorgegeven een goed lunchpakket en voldoende drinken mee te nemen. Dat had ik zelf ook nauwgezet voorbereid. De uitvoering liet echter te wensen over.
Halverwege de rit met de buurtbus 514 van station Wezep naar Oosterwolde viel mijn bidon uit het buitenvak van de rugzak. Normaal geen probleem, maar bij deze gelegenheid sprong spontaan de draaidop eraf. De bestuurder keek wat vreemd naar de natte bodem toen hij ons afzette. Geen goeie start voor een etappe zonder cafés.
Met wat zoeken heeft toch alles een voordeel. Mijn rugzak was in ieder geval een stuk lichter en kans op uitdroging is met dit type weer niet echt groot. Het watermanagement is minder kritisch.
De busrit had ons sowieso verrast. De route ging door een gebied waar je niet snel verzeild raakt. Buurtschappen als Het Loo en Mullegen en de dorpen Oldenbroek en Oosterwolde trokken aan ons voorbij. Als je op de A-28 van Amersfoort naar Zwolle rijdt zie je er niks van. Het is een voornamelijk agrarisch gebied waar de wisselde kwaliteit van de woningen ons opviel. Het loopt er sterk uiteen. Van mooi onderhouden voormalige boerderijen tot rommelige erven met vergane glorie. Naar onze inschatting zullen sommige lokale bewoners hun onderkomen graag ruilen voor de luxe vakantiebungalows op het prachtig gelegen recreatiepark Het Loo. Maar dat zijn wellicht verknipte waarnemingen door westerse ogen.
Met wat zoeken heeft toch alles een voordeel. Mijn rugzak was in ieder geval een stuk lichter en kans op uitdroging is met dit type weer niet echt groot. Het watermanagement is minder kritisch.
De busrit had ons sowieso verrast. De route ging door een gebied waar je niet snel verzeild raakt. Buurtschappen als Het Loo en Mullegen en de dorpen Oldenbroek en Oosterwolde trokken aan ons voorbij. Als je op de A-28 van Amersfoort naar Zwolle rijdt zie je er niks van. Het is een voornamelijk agrarisch gebied waar de wisselde kwaliteit van de woningen ons opviel. Het loopt er sterk uiteen. Van mooi onderhouden voormalige boerderijen tot rommelige erven met vergane glorie. Naar onze inschatting zullen sommige lokale bewoners hun onderkomen graag ruilen voor de luxe vakantiebungalows op het prachtig gelegen recreatiepark Het Loo. Maar dat zijn wellicht verknipte waarnemingen door westerse ogen.
Eindelijk wandelen
Deze lange inleiding bracht ons naar het startpunt bij de Begraafplaats van Oosterwolde. De eerste wandelkilometer gaf nog voldoende afleiding met het landhuis Morren. Een mooi huis omgeven door smalle met dubbele beukenrijen omzoomde paden. Prachtig, zelfs in januari.
Deze lange inleiding bracht ons naar het startpunt bij de Begraafplaats van Oosterwolde. De eerste wandelkilometer gaf nog voldoende afleiding met het landhuis Morren. Een mooi huis omgeven door smalle met dubbele beukenrijen omzoomde paden. Prachtig, zelfs in januari.
Morren is een landhuis zonder megalomane afmetingen, waarin het goed toeven moet zijn en je elkaar ook nog regelmatig tegen kunt komen. Na Morren volgden nog enkele oude boerderijen om ons aan te vergapen. Aan de kleuren van de raamluiken te zien behoren ze bij het landgoed.
Allengs verschraalde het aanbod aan kunstwerken om te becommentariëren. Er restte tot aan de Winterdijk nog slechts enige verbazing over achterstallig onderhoud links en rechts, enkele golvende nokken en teveel treurig weggezakte en gescheurde muren.
Eenmaal op de dijk hield de wereld op en bleef er niets meer over dan een groene vlakte met links de contouren van Elburg en voor ons in de verte, in het noordwesten, een bomenrand. Ergens bij die verre bruine lijn moest ook het randmeer zijn.
Met de wind in de rug ging het met lange slagen over asfalt door de lege groene zee tussen de Winter- en de Zomerdijk. Hier en daar in de verte de koplichten van een auto. Midden op de wegen liepen we en slechts twee keer moesten we een passant tolereren.
Een klein oponthoud bij een herinneringsbord met de geschiedenis van jongemannen die in 1944 voor ons hun leven gaven toen hun Lancaster zich hier de grond in boorde. Zwijgend vervolgende wij door het groen, tranen van de wind in de ogen. Eindelijk de Zomerdijk. Wat zal er achter zitten? Zijn we nu eindelijk bij het randmeer?
Drontermeer
Het randmeer zit gelukkig echt achter de Zomerdijk, die we in oostelijke richting oplopen. Het Drontermeer is hier slechts een vaargeul omgeven door een paar honderd meter water en omzoomd met dunne rietkragen. Hier en daar is het water in tweeën gedeeld door een met riet en elzen begroeid eiland. Het eiland in de omgeving van het dorpje Noordeinde is omringd door een wirwar van nog kleinere rieteilandjes. Het moet er in de zomer mooi kanoën zijn. Zelfs nu ziet het er aantrekkelijk uit.
Merken
Het groene lege land waar we liepen heeft bij naslag meer geschiedenis dan gedacht. Al in de dertiende eeuw werd dit gebied door de Bisschop van Utrecht en de Hertog van Gelderland uitgegeven ter ontginning. Deze stroken werden 'merken' genoemd. Wij merkten er niets van toen we op de Driemerkenweg liepen. Thuis zie ik bij betere bestudering van de kaart dat we van de Eektermerk, via de Lummermerk en Bolsmerk naar de Noordermerk zijn verwaaid.
De wegen waarover de route gaat zijn vaak kades die een rol speelden in de opzet van de ontginning. Wat we ook veel zagen waren huizen op terpen. Door de inklinking van het veen zakte het land en moesten de huizen op verhoogde plaatsen worden gebouwd om bij de veelvuldige dijkdoorbraken de voeten droog te houden. Keer op keer moesten de mensen deze heuveltjes verder ophogen om de natuur voor te blijven.
De afwatering via sloten, kanalen en grachten speelde hierbij een belangrijke rol. Met de verdergaande inklink in de loop der eeuwen werden molens en gemalen noodzakelijk om het water naar de Zuiderzee te lozen. Op weg naar het buurtschap Noordeinde passeerden we een mooi verbouwde groep gebouwen rondom het voormalige Stoomgemaal bij de Bolswerksluis. Weliswaar een eenzame plek, maar zo te zien met voldoende luxe ruimte voor meer dan één familie.
Moderne afwatering
Halverwege Noordeinde verlaat de route voor het eerst het asfalt en volgt de oevers van een van de afwateringskanalen. Aan onze linkerhand, ten noorden van ons, zien we een hoge dijk. Daarnet liepen wij nog op een weg in Noordeinde die de Zomerdijk heette. Dan zal dit wel de hoge winterdijk zijn roep ik nog. Op mijn kaart staat deze dijk niet en ligt er helemaal geen water tussen Noordeinde en Kampen. Vreemd. Zeker een slapende dijk.
Als je niet alle tekst in de gids leest heb je nog wat te raden of gewoon wat te verzinnen om de werkelijkheid te laten kloppen met de kaart. Twee kilometer verder lijdt deze methode echter schipbreuk als we voor een brede watervlakte staan die met een splinternieuwe, honderden meters lange brug wordt gepasseerd.
Frank komt met een aannemelijke conclusie dat dit een waterbergingsproject moet zijn. Dan maar even googelen. Dat leert dat Rijkswaterstaat in de afgelopen jaren een immense afwateringsgeul ten zuiden van Kampen heeft laten graven. Die berichten hebben het midden van het land blijkbaar niet bereikt. Aan beide zijden van de geul is een breed gebied vrij gelaten om bij hoge waterstand van de IJssel extra water op te nemen. Het vormt een van de projecten van 'Ruimte voor de Rivier'. Met deze bypass om Kampen kan er water van de IJssel naar het Drontermeer worden afgevoerd. Het droog houden van de voeten gaat dus onverdroten voort, de eeuwige strijd tegen het water in een delta. Kampen komt nu echt op een eiland te liggen.
Gevoelig
Na het onverwachte water zitten we met behulp van de markeringstickers wel snel weer op de route, maar het duurt toch nog een kilometer voordat ik met zicht op het station Kampen-Zuid exact kan bepalen waar we op de kaart zitten. Het hele gebied is door de aanleg van het nieuwe Reevediep totaal op zijn kop gezet. Voor mensen die hier zijn geboren en getogen moet de wereld in een paar jaar tijd volledig veranderd zijn. We zien lege boerderijen langs de Zwartendijk met achter hen de nieuwe hoge dijken van het Reevediep en in het voorterrein de nog niet zo oude Hanzespoorlijn. Die twee zullen flinke happen uit het weidebezit van een aantal boeren hebben genomen.
De Zwartendijk heeft ook in het verleden veel indringende gebeurtenissen gekend. De dijk loopt niet recht. Hij slingert als een dronken zeeman. Om de paar honderd meter is er wel een kolk, een kom met water als overblijfsel van een dijkdoorbraak, waar de dijk later omheen gelegd is. Maar ik kan mij voorstellen dat de bewoners van de oude dijkhuizen en boerderijen met gemengde gevoelens naar de nieuwe hoge dijk van het Reevediep kijken. Nieuwe zekerheid ten koste van veel boerenland. Maar volgens Rijkswaterstaat gaat er een prachtig natuurgebied ontstaan in het ondiepe water buiten de vaargeul. Een nieuw recreatiegebied en zelfs ruimte om nieuwe wijken aan het water te bouwen. We gaan het zien in de komende jaren.
Na achttien kilometer zonder rust wordt het lopen op het asfalt van de Zwartendijk ook voor ons gevoelig. Op de kaart staat een horecateken aan de rand van Kampen. Dat wordt het doel. Van veraf zien we een grote M. Maakt niet uit. Na deze afstand zijn we niet kritisch. We willen zitten. En dat lukt beter dan gedacht. Als je al jaren niet meer in een Mac Donalds bent geweest wordt je verrast door het veranderde aanbod, het vergroende interieur en als klap op onze vuurpijl de bediening: de bestelling wordt naar onze tafel gebracht. Niet meer dat massale gehang voor de bestelbalie. En zo zitten we even later tussen scholieren die hun eerste schreden op het liefdespad maken en enkele die de Mac als een soort naschoolse opvang gebruiken en de ene hamburger na de andere milkshake naar binnen schuiven. Kortom we zaten op ons gemak in goed gezelschap uit te rusten.
Kampen
Wat ik van Kampen moest verwachten wist ik niet. Ooit ben ik er snel over de IJsselkade langs gefietst. De indruk van die buitenrand van het centrum was toen niet slecht. Vandaag maken de buitenwijken net als elders in Nederland weinig architectonische bewondering los.
Allengs verschraalde het aanbod aan kunstwerken om te becommentariëren. Er restte tot aan de Winterdijk nog slechts enige verbazing over achterstallig onderhoud links en rechts, enkele golvende nokken en teveel treurig weggezakte en gescheurde muren.
Eenmaal op de dijk hield de wereld op en bleef er niets meer over dan een groene vlakte met links de contouren van Elburg en voor ons in de verte, in het noordwesten, een bomenrand. Ergens bij die verre bruine lijn moest ook het randmeer zijn.
Met de wind in de rug ging het met lange slagen over asfalt door de lege groene zee tussen de Winter- en de Zomerdijk. Hier en daar in de verte de koplichten van een auto. Midden op de wegen liepen we en slechts twee keer moesten we een passant tolereren.
Een klein oponthoud bij een herinneringsbord met de geschiedenis van jongemannen die in 1944 voor ons hun leven gaven toen hun Lancaster zich hier de grond in boorde. Zwijgend vervolgende wij door het groen, tranen van de wind in de ogen. Eindelijk de Zomerdijk. Wat zal er achter zitten? Zijn we nu eindelijk bij het randmeer?
Het Drontermeer in de omgeving van het eiland Eekt |
Het randmeer zit gelukkig echt achter de Zomerdijk, die we in oostelijke richting oplopen. Het Drontermeer is hier slechts een vaargeul omgeven door een paar honderd meter water en omzoomd met dunne rietkragen. Hier en daar is het water in tweeën gedeeld door een met riet en elzen begroeid eiland. Het eiland in de omgeving van het dorpje Noordeinde is omringd door een wirwar van nog kleinere rieteilandjes. Het moet er in de zomer mooi kanoën zijn. Zelfs nu ziet het er aantrekkelijk uit.
Merken
Het groene lege land waar we liepen heeft bij naslag meer geschiedenis dan gedacht. Al in de dertiende eeuw werd dit gebied door de Bisschop van Utrecht en de Hertog van Gelderland uitgegeven ter ontginning. Deze stroken werden 'merken' genoemd. Wij merkten er niets van toen we op de Driemerkenweg liepen. Thuis zie ik bij betere bestudering van de kaart dat we van de Eektermerk, via de Lummermerk en Bolsmerk naar de Noordermerk zijn verwaaid.
De wegen waarover de route gaat zijn vaak kades die een rol speelden in de opzet van de ontginning. Wat we ook veel zagen waren huizen op terpen. Door de inklinking van het veen zakte het land en moesten de huizen op verhoogde plaatsen worden gebouwd om bij de veelvuldige dijkdoorbraken de voeten droog te houden. Keer op keer moesten de mensen deze heuveltjes verder ophogen om de natuur voor te blijven.
het stoomgemaal bij de Bolswerksluis |
Noordeinde veilig op de Zomerdijk |
Halverwege Noordeinde verlaat de route voor het eerst het asfalt en volgt de oevers van een van de afwateringskanalen. Aan onze linkerhand, ten noorden van ons, zien we een hoge dijk. Daarnet liepen wij nog op een weg in Noordeinde die de Zomerdijk heette. Dan zal dit wel de hoge winterdijk zijn roep ik nog. Op mijn kaart staat deze dijk niet en ligt er helemaal geen water tussen Noordeinde en Kampen. Vreemd. Zeker een slapende dijk.
Deze dijk stond niet op mijn kaart |
Frank komt met een aannemelijke conclusie dat dit een waterbergingsproject moet zijn. Dan maar even googelen. Dat leert dat Rijkswaterstaat in de afgelopen jaren een immense afwateringsgeul ten zuiden van Kampen heeft laten graven. Die berichten hebben het midden van het land blijkbaar niet bereikt. Aan beide zijden van de geul is een breed gebied vrij gelaten om bij hoge waterstand van de IJssel extra water op te nemen. Het vormt een van de projecten van 'Ruimte voor de Rivier'. Met deze bypass om Kampen kan er water van de IJssel naar het Drontermeer worden afgevoerd. Het droog houden van de voeten gaat dus onverdroten voort, de eeuwige strijd tegen het water in een delta. Kampen komt nu echt op een eiland te liggen.
Gevoelig
Na het onverwachte water zitten we met behulp van de markeringstickers wel snel weer op de route, maar het duurt toch nog een kilometer voordat ik met zicht op het station Kampen-Zuid exact kan bepalen waar we op de kaart zitten. Het hele gebied is door de aanleg van het nieuwe Reevediep totaal op zijn kop gezet. Voor mensen die hier zijn geboren en getogen moet de wereld in een paar jaar tijd volledig veranderd zijn. We zien lege boerderijen langs de Zwartendijk met achter hen de nieuwe hoge dijken van het Reevediep en in het voorterrein de nog niet zo oude Hanzespoorlijn. Die twee zullen flinke happen uit het weidebezit van een aantal boeren hebben genomen.
Na achttien kilometer zonder rust wordt het lopen op het asfalt van de Zwartendijk ook voor ons gevoelig. Op de kaart staat een horecateken aan de rand van Kampen. Dat wordt het doel. Van veraf zien we een grote M. Maakt niet uit. Na deze afstand zijn we niet kritisch. We willen zitten. En dat lukt beter dan gedacht. Als je al jaren niet meer in een Mac Donalds bent geweest wordt je verrast door het veranderde aanbod, het vergroende interieur en als klap op onze vuurpijl de bediening: de bestelling wordt naar onze tafel gebracht. Niet meer dat massale gehang voor de bestelbalie. En zo zitten we even later tussen scholieren die hun eerste schreden op het liefdespad maken en enkele die de Mac als een soort naschoolse opvang gebruiken en de ene hamburger na de andere milkshake naar binnen schuiven. Kortom we zaten op ons gemak in goed gezelschap uit te rusten.
De Koggewerf net buiten het centrum van Kampen |
Wat ik van Kampen moest verwachten wist ik niet. Ooit ben ik er snel over de IJsselkade langs gefietst. De indruk van die buitenrand van het centrum was toen niet slecht. Vandaag maken de buitenwijken net als elders in Nederland weinig architectonische bewondering los.
Via de St. Nikolaasdijk dringen we verder de stad binnen. Ook geen weg waar je direct van je geloof valt. Of is die uitdrukking in theologisch Kampen vloeken in de kerk? De dijk is zeker lang genoeg om er over na te denken. Pas bij de Koggewerf en de Buitenhaven laat Kampen haar eigen gezicht zien. Met de IJssel aan onze linkerhand lopen we over de Oudestraat richting de Stadsbrug over de rivier.
Stadskazerne |
verschillende bouwstijlen naast elkaar |
Kampen scoort. Het nodigt uit om nog een keer terug te komen en verder te verkennen. Na eenentwintig kilometer stellen we dat uit. We passeren de brug naar het direct aan de overkant gelegen station, wurmen ons door het verkeer en stappen honderd meter verder pardoes de wachtende trein binnen die dertig seconden later vertrekt. Een abrupt einde, maar wij komen hier terug, dat is zeker.
De dagverslagen worden verzameld in de pagina
Alle Hanzesteden hebben wel iets moois!🤗
BeantwoordenVerwijderen