Woesdag 9 augustus, wandeldag 7
Van Drivstoggosætra (6 km noord van Kongsvold)
naar Smegarden Camping
naar Smegarden Camping
Hoogvlakte overwonnen
Terug in de bewoonde wereld
Hoogvlakte overwonnen en terug in de bewoonde wereld. Hoe kan dat? Als je meer dan dertig kilometer loopt lukt dat. Het was helemaal niet de bedoeling. Gepland einddoel voor vandaag was de onbemande hut Ryphusan op ongeveer vijftien kilometer afstand. Om de regen voor te blijven had ik gisteren tot halfacht doorgelopen en zo al ruim zes kilometer van de tweeëntwintig tussen Kongsvold en Ryphusan afgeknabbeld. Tussen de berken had ik wildgekampeerd. Maar berken zijn redelijk zwijgzaam. Met een nachtrust beginnend om negen uur ben je ondanks je vermoeidheid echt om zeven uur wakker.
Fris en winderig
Om acht uur startte de dagmars. Er vielen slechts enkele druppels en na een fikse aanloopklim was het op dit laatste hoogvlaktetraject opnieuw aangenaam lopen en voortdurend genieten van het landschap. Links en rechts foto's makend van beken, meertjes en eenzame hutjes, waarin zowaar ook nog een mens rond rommelt. Het is een desolaat mooie vlakte, ideaal om in alle stilte op je gemak overheen te stappen. Voor de eerste keer moet ik mijn kompas controleren om zeker te weten dat ik het karrenspoor moet volgen. Vijfhonderd meter verder bevestigt een markeringspaal mijn keuze.
Rond twaalf uur passeerde ik het hoogste punt van het hele Olavspad: 1314 meter. Niet spectaculair hoog, maar in Noorwegen voldoende om slechts kort te rusten. Met een toenemende wind was het qua gevoelstemperatuur niet ver boven nul. Ook niet gek; op de tegenoverliggende berg lagen vlakken met sneeuw op gelijk hoogte. Blijven lopen en niet te veel rusten houdt je warm. Gelukkig was de wind achter.
Ryphusan
Na het hoogste punt ging het prettig gelijkmatig naar beneden op een breed spoor. Zo voorspoedig ging het dat ik al om halftwee voor de deur van de onbemande hut stond.
Deze keurig hut bood meer dan gedacht. Naast acht schone bedden en een stevige tafel, een keuken met voorraad. Allerlei lekkers. Daar had ik niet op gerekend: Wasa knäckebröd, honing, jam, leverpastei, chocoladepasta, soep, koffie, thee en nog veel meer. Alles wat je niet vindt in het bos. Uitgebreid heb ik er vijf crackers met zoetigheid gegeten en mezelf opgewarmd met koppen thee. Met plezier heb ik voor alles betaald en het geld in de stalen bus gedeponeerd. 50 NOK voor het gebruik van de hut overdag plus de gevraagde NOKs op de prijslijst voor alles wat ik had gegeten. Complimenten voor de organisatie!
Let's go for a hut
Wat te doen? Andere wandelaars zouden waarschijnlijk uren later arriveren. Jammer van deze mooie hut, maar ik ga door. We zien wel waar we overnachten. De draagbare hut zit op mijn rug.
Van de hooggelegen Ryphusan hut loopt een gravelweg geleidelijk naar beneden waardoor het tempo zonder enorme inspanning rond vijf kilometer per uur lag. In een heerlijk landelijke omgeving met beken, watervallen en hier en daar weer oude boerderijtjes schoot het goed op.
Onderbroken door enkele pauzes kwam de verleiding van de camping op de kaart in Smegarden steeds dichterbij. Dit keer wilde ik mijzelf verblijden met een echte hut. Een keer op een matras slapen, geen tent opzetten, geen luchtbedje oppompen en douchen om alle stank af te spoelen. Fantastisch idee. Dus dan stop je niet bij vijfentwintig kilometer. Dan druk je door ondanks de moeie voeten en tegenstribbelende rug.
Net voor zeven uur kon ik mij bij de receptie inschrijven en werd ik voor NOK 560 vannacht bewoner van nummer 2. Omdat ik mij op zulke momenten herinner dat ik een pelgrim ben trok de eigenaar van die 560 een ter plekke verzonnen korting af van 60 NOK. Als spontaan overtuigd pelgrim tel je dan je zegeningen. Je hoeft er niet voor naar de kerk en zonder te bidden is het toch weer mooi meegenomen.
Stan heb ik sinds gisterenmiddag niet meer gezien. In het gastenboek van Ryphusan las ik dat Australische Steve en Chelsey daar afgelopen nacht zeer naar tevredenheid hebben geslapen. Onderweg naar Smegarden passeerde ik een Frans stel dat nog veel langzamer liep dan ik. Het valt niet mee om dit jaar contacten te leggen. Misschien heeft die kokkin van Budsjord echt gelijk en loopt pelgrimsseizoen werkelijk op zijn eind?
Terug in de bewoonde wereld
Fris en winderig
Om acht uur startte de dagmars. Er vielen slechts enkele druppels en na een fikse aanloopklim was het op dit laatste hoogvlaktetraject opnieuw aangenaam lopen en voortdurend genieten van het landschap. Links en rechts foto's makend van beken, meertjes en eenzame hutjes, waarin zowaar ook nog een mens rond rommelt. Het is een desolaat mooie vlakte, ideaal om in alle stilte op je gemak overheen te stappen. Voor de eerste keer moet ik mijn kompas controleren om zeker te weten dat ik het karrenspoor moet volgen. Vijfhonderd meter verder bevestigt een markeringspaal mijn keuze.
Rond twaalf uur passeerde ik het hoogste punt van het hele Olavspad: 1314 meter. Niet spectaculair hoog, maar in Noorwegen voldoende om slechts kort te rusten. Met een toenemende wind was het qua gevoelstemperatuur niet ver boven nul. Ook niet gek; op de tegenoverliggende berg lagen vlakken met sneeuw op gelijk hoogte. Blijven lopen en niet te veel rusten houdt je warm. Gelukkig was de wind achter.
voor het eerst doe ik mijn buff op |
Na het hoogste punt ging het prettig gelijkmatig naar beneden op een breed spoor. Zo voorspoedig ging het dat ik al om halftwee voor de deur van de onbemande hut stond.
Deze keurig hut bood meer dan gedacht. Naast acht schone bedden en een stevige tafel, een keuken met voorraad. Allerlei lekkers. Daar had ik niet op gerekend: Wasa knäckebröd, honing, jam, leverpastei, chocoladepasta, soep, koffie, thee en nog veel meer. Alles wat je niet vindt in het bos. Uitgebreid heb ik er vijf crackers met zoetigheid gegeten en mezelf opgewarmd met koppen thee. Met plezier heb ik voor alles betaald en het geld in de stalen bus gedeponeerd. 50 NOK voor het gebruik van de hut overdag plus de gevraagde NOKs op de prijslijst voor alles wat ik had gegeten. Complimenten voor de organisatie!
Let's go for a hut
Wat te doen? Andere wandelaars zouden waarschijnlijk uren later arriveren. Jammer van deze mooie hut, maar ik ga door. We zien wel waar we overnachten. De draagbare hut zit op mijn rug.
Van de hooggelegen Ryphusan hut loopt een gravelweg geleidelijk naar beneden waardoor het tempo zonder enorme inspanning rond vijf kilometer per uur lag. In een heerlijk landelijke omgeving met beken, watervallen en hier en daar weer oude boerderijtjes schoot het goed op.
Net voor zeven uur kon ik mij bij de receptie inschrijven en werd ik voor NOK 560 vannacht bewoner van nummer 2. Omdat ik mij op zulke momenten herinner dat ik een pelgrim ben trok de eigenaar van die 560 een ter plekke verzonnen korting af van 60 NOK. Als spontaan overtuigd pelgrim tel je dan je zegeningen. Je hoeft er niet voor naar de kerk en zonder te bidden is het toch weer mooi meegenomen.
Stan heb ik sinds gisterenmiddag niet meer gezien. In het gastenboek van Ryphusan las ik dat Australische Steve en Chelsey daar afgelopen nacht zeer naar tevredenheid hebben geslapen. Onderweg naar Smegarden passeerde ik een Frans stel dat nog veel langzamer liep dan ik. Het valt niet mee om dit jaar contacten te leggen. Misschien heeft die kokkin van Budsjord echt gelijk en loopt pelgrimsseizoen werkelijk op zijn eind?
Alle dagverslagen van 2017 zijn aaneengeregen in het totaalverslag van 2017
De wandeling van Oslo tot Kvam is te lezen in het verslag van 2016
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review
Goede onderkomens dit keer. Een lange tocht hoor deze dag maar ik kan begrijpen dat je verder bent gegaan omdat je op de eerste plek al zo vroeg was.
BeantwoordenVerwijderen