27 juni 2014
(dit is een vervolg op het verslag van Bilzen naar Vroenhoven)
Op het terras van brasserie Benelux aan de andere kant van het Albertkanaal voelde ik gisterenavond al de irritatie en inspecteerde onder tafel op discrete wijze mijn voet. Ik had een blaar! Jaren loop je zonder blaren en nu had ik er een. En nog deftig ook. Als Nederlander moet je bij 'deftig' niet denken dat ik er statig op liep. Dat sowieso niet. Maar we zijn in Vlaanderen en een Vlaming bedoelt er mee dat het 'ene flinke was'. Misschien zeggen Vlamingen zelfs niet blaar maar blein. Dat weet ik niet want zover gaat mijn pseudo-kennis van het Vlaams niet.
Dat krijg je er ook van. Omdat we vooraf op internet in het gebied ten westen van Maastricht geen camping konden vinden, hadden we een bed & breakfast geboekt. De tent en de slaapzak bleven daarom thuis. Om toch een beetje behoorlijk met de rugzak te trainen voor de bergtrektocht in augustus, kon hij met iets anders op gewicht worden gebracht. Ik kreeg het lumineuze idee om voor de avond een nette spijkerbroek en echte schoenen mee te nemen en eens een keer niet in een wandelbroek en op sandalen uit eten te gaan. Maar nette schoenen zijn meestal zo netjes omdat je er weinig op loopt. Slechts anderhalve kilometer hadden die schoenen er voor nodig om mijn hiel van een blaar te voorzien. Nou ja, ik heb er gisterenavond op die manier zo vlakbij de Belgisch-Nederlandse grens in ieder geval op verschillende manieren deftig bij gezeten.
Het ontbijt was vandaag voor ons vervroegd naar kwart over acht. Als ik mevrouw Im gisterenavond goed had begrepen was ze dan al naar de bakker geweest voor speciale broodjes. Prima en vriendelijk verzorgd allemaal, daar aan de Keelstraat nr. 3 in Vroenhoven.
Daarbij had België gisterenavond ook nog gewonnen met voetballen. Dus de wereld lachte iedereen toe toen wij om negen uur op pad gingen en in Vroenhoven met ontzag en verwondering keken naar de aankleding van de lokale begraafplaats.
We troffen er de opvallende combinatie van een martiaal monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog in front van een zelf geknutselde Mariagrot. Van beide namen we foto's. Of het door deze attentie aan Maria kwam weet ik niet, maar van mijn blaar heb ik geen last meer gehad.
Bij de brug over het Albertkanaal pikten we de GR 128 weer op.
Op verschillende plekken rondom deze moderne, licht ogende brug staan monumenten ter nagedachtenis aan de oorlogshandelingen in mei 1940. De Belgen achtten zich toen veilig achter het diep uitgesneden kanaal en de nabijheid van het sterke fort Eben-Emael. Ter verdediging van de brug was een drietal bunkers gebouwd en de kanonnen van het fort konden vuursteun verlenen. Maar de Duitsers veroverden in de nacht van 9 op 10 mei met een spectaculaire actie zowel het fort als de brug. Het werd de eerste echte luchtmobiele actie.
Met tien zwart geschilderde zweefvliegtuigen brachten zij speciale infanteristen aan Belgische zijde van het kanaal tot vlakbij de bunkers. De bemanningen van de bunkers werden uitgerookt en de deuren van de bunkers werden met speciale explosieven geopend. Ondanks Belgische tegenaanvallen over de grond en door de lucht om de brug weer in handen te krijgen of te vernietigen, behielden de Duitsers de brug en aan het eind van de dag hadden zij een gebied, een bruggenhoofd, van 1000 bij 600 meter in handen.
Met tien zwart geschilderde zweefvliegtuigen brachten zij speciale infanteristen aan Belgische zijde van het kanaal tot vlakbij de bunkers. De bemanningen van de bunkers werden uitgerookt en de deuren van de bunkers werden met speciale explosieven geopend. Ondanks Belgische tegenaanvallen over de grond en door de lucht om de brug weer in handen te krijgen of te vernietigen, behielden de Duitsers de brug en aan het eind van de dag hadden zij een gebied, een bruggenhoofd, van 1000 bij 600 meter in handen.
In de dagen erna rolden de eerste Duitse pantservoertuigen van in totaal twee pantserdivisies over deze kortste verbinding vanuit Duitsland naar Vlaanderen. Naast het psychologisch effect van dit verlies moesten de Belgische, Britse en Franse troepen zich snel terugtrekken in westelijke richting om niet afgesneden te raken. Daardoor was van een georganiseerde verdediging geen sprake meer. 27 mei stonden de Duitsers onder andere bij Duinkerken aan het Kanaal.
Op 27 juni in 2014 gingen wij na de brug direct in zuidelijk richting om ons via het mooie landelijke gebied op het uiterste puntje van Nederland naar de St Pietersberg te laten leiden. Onderwijl heb je daarbij voortdurend oogcontact met de stad Maastricht waar het pad de Maas zal oversteken. Aardig trouwens om in de Belgische routebeschrijving te lezen waarom de grens ten westen van Maastricht zo grillig verloopt en bestaat uit korte rechte lijnstukjes. 'Bij de Belgische revolutie van 1830 koos de stad voor België, maar bij het verdrag van 1838 werd ze toch samen met de rechteroever van de Maas definitief bij Nederland gevoegd. De Belgisch-Nederlandse grens werd hier in onderling overleg bepaald door vanop de vesting 50 kanonschoten over de Maas af te schieten. Op de plaats waar een kanonskogel viel, kwam een grenspaal...'
Na enkele akkers bereikte ons pad de buitenrand van deelgemeente Wolder. Daar ging het nogmaals scherp naar het zuiden en dit keer begon de eerste klim over 'De Dalingsweg' naar de Louwberg waar je bovenop eindigt bij een van de bekendste wijngaarden van Nederland: De Apostelhoeve.
Je kijkt er schitterend door een smal pad naar beneden het Jekerdal in. En even later zie je al terugkijkend de voor Nederlandse begrippen uitgestrektheid van deze wijngaard op de westkant van het dal. Ik lees in de routebeschrijving dat hier al in de middeleeuwen druiven werden geteeld. Na eeuwen van afwezigheid is wat je nu ziet vanaf 1970 letterlijk weer van de grond getrokken. Er worden alleen witte wijnen geproduceerd.
Dalend naar de bodem van het dal heb je een mooi zicht op de skyline van Maastricht met de vele kerktorens in allerlei kleuren en vormen. Het dal dankt zijn naam aan het riviertje de Jeker, dat met zijn 55 km door een groot gedeelte van Haspengouw stroomt en bij Maastricht in de Maas eindigt. Aan de andere kant van het dal gaat het nog even verder met de wijngaarden. Dit keer van het wijngoed Nemus, dat wat meer verspreid liggende percelen bestiert.
Fotogeniek is de overgang over de Jeker waar je vanaf het bruggetje de oude watermolen goed kunt bestuderen.
Omhoog gaat het weer. Niet even, maar zeker een minuut of tien. Tot mijn verbazing staan we aan het eind van de klim bovenop de St Pietersberg. Ik had die meer naar het zuiden ingeschat, maar het moet wel kloppen want er staat een uitgebreide wandelpadenwegwijzer. Die wijst voor de GR5 richting Nice. Voor het Pieterpad richting noord. En mocht je daar naar toe willen, naar het westen, naar het beginpunt van de GR 5 in Hoek van Holland. Als sluitend bewijs staan er twee hardstenen palen met opschriften die het eindpunt van het Pieterpad bevestigen en de loper op de GR 5 bemoedigen met de aankondiging dat er nog 2512 km te genieten zijn tot het eindpunt Nice.
Ik moet hier al zijn geweest in 2005 toen ik met Judith en Maxime het Pieterpad afrondde. Maar ik kan mij de beelden van deze palen en wegwijzer niet meer voor de geest halen. Even later bij een doorkijk naar de mergelgroeve van de ENCI, de open wond van de afgekloven Pieterberg, komt iets van de herinnering terug.
Ook het mooie plateau dat volgt en waar het pad langs de westkant terugblikt op het Jekerdal, geeft weer een herkenning van toen. Het nabij gelegen Fort Sint Pieter daarentegen kan ik niet meer opdiepen. Daar is alles veranderd. Alles is gerestaureerd en ook de toegangsweg, de Luikerweg is veel mooier geworden. Als ik achterom kijk zie ik eindelijk weer een bekend punt, het Chalet Bergrust, waar wij toen een prachtige oorkonde voor Maxime ontvingen.
Gesmeerd gaat het verder tussen de huizen van Maastricht, langs de Tapijnkazerne, het Jekerpark, recht-streeks naar de oude binnenstad. Tijd voor een rust. Al om half elf zaten we zo pontificaal op een van de terrassen van het Onze Lieve Vrouwenplein aan een koele cola. Heerlijk om er in de ochtendkoelte op je gemak in deze on-Nederlandse omgeving naar de mensen te kijken.
Voor we voorttrekken bezoek ik nog snel de Mariakapel aan de achterzijde van de Basiliek van Onze Lieve Vrouwe. Met zoveel Mariacontacten vandaag moet het toch een gezegende wandeling blijven.
In de bekende Stokstraat genieten we van de gevels en blikken we zo nu en dan ook in een etalage. Niet te lang natuurlijk, want daar komen we niet voor. We passen ons tempo wel iets aan op de Servaesbrug waar mensen in zware winkeltassen hun buit vervoeren.
Eenmaal aan de westkant van de Maas gaat het rechtsaf naar het zuiden. Daar is het lang niet zo mooi meer als in de oude binnenstad. Hier en daar nog een oude gevelsteen, maar snel worden de huizen moderner en niet altijd aantrekkelijker.
Op 27 juni in 2014 gingen wij na de brug direct in zuidelijk richting om ons via het mooie landelijke gebied op het uiterste puntje van Nederland naar de St Pietersberg te laten leiden. Onderwijl heb je daarbij voortdurend oogcontact met de stad Maastricht waar het pad de Maas zal oversteken. Aardig trouwens om in de Belgische routebeschrijving te lezen waarom de grens ten westen van Maastricht zo grillig verloopt en bestaat uit korte rechte lijnstukjes. 'Bij de Belgische revolutie van 1830 koos de stad voor België, maar bij het verdrag van 1838 werd ze toch samen met de rechteroever van de Maas definitief bij Nederland gevoegd. De Belgisch-Nederlandse grens werd hier in onderling overleg bepaald door vanop de vesting 50 kanonschoten over de Maas af te schieten. Op de plaats waar een kanonskogel viel, kwam een grenspaal...'
Na enkele akkers bereikte ons pad de buitenrand van deelgemeente Wolder. Daar ging het nogmaals scherp naar het zuiden en dit keer begon de eerste klim over 'De Dalingsweg' naar de Louwberg waar je bovenop eindigt bij een van de bekendste wijngaarden van Nederland: De Apostelhoeve.
Je kijkt er schitterend door een smal pad naar beneden het Jekerdal in. En even later zie je al terugkijkend de voor Nederlandse begrippen uitgestrektheid van deze wijngaard op de westkant van het dal. Ik lees in de routebeschrijving dat hier al in de middeleeuwen druiven werden geteeld. Na eeuwen van afwezigheid is wat je nu ziet vanaf 1970 letterlijk weer van de grond getrokken. Er worden alleen witte wijnen geproduceerd.
Dalend naar de bodem van het dal heb je een mooi zicht op de skyline van Maastricht met de vele kerktorens in allerlei kleuren en vormen. Het dal dankt zijn naam aan het riviertje de Jeker, dat met zijn 55 km door een groot gedeelte van Haspengouw stroomt en bij Maastricht in de Maas eindigt. Aan de andere kant van het dal gaat het nog even verder met de wijngaarden. Dit keer van het wijngoed Nemus, dat wat meer verspreid liggende percelen bestiert.
Fotogeniek is de overgang over de Jeker waar je vanaf het bruggetje de oude watermolen goed kunt bestuderen.
Omhoog gaat het weer. Niet even, maar zeker een minuut of tien. Tot mijn verbazing staan we aan het eind van de klim bovenop de St Pietersberg. Ik had die meer naar het zuiden ingeschat, maar het moet wel kloppen want er staat een uitgebreide wandelpadenwegwijzer. Die wijst voor de GR5 richting Nice. Voor het Pieterpad richting noord. En mocht je daar naar toe willen, naar het westen, naar het beginpunt van de GR 5 in Hoek van Holland. Als sluitend bewijs staan er twee hardstenen palen met opschriften die het eindpunt van het Pieterpad bevestigen en de loper op de GR 5 bemoedigen met de aankondiging dat er nog 2512 km te genieten zijn tot het eindpunt Nice.
Ik moet hier al zijn geweest in 2005 toen ik met Judith en Maxime het Pieterpad afrondde. Maar ik kan mij de beelden van deze palen en wegwijzer niet meer voor de geest halen. Even later bij een doorkijk naar de mergelgroeve van de ENCI, de open wond van de afgekloven Pieterberg, komt iets van de herinnering terug.
Gesmeerd gaat het verder tussen de huizen van Maastricht, langs de Tapijnkazerne, het Jekerpark, recht-streeks naar de oude binnenstad. Tijd voor een rust. Al om half elf zaten we zo pontificaal op een van de terrassen van het Onze Lieve Vrouwenplein aan een koele cola. Heerlijk om er in de ochtendkoelte op je gemak in deze on-Nederlandse omgeving naar de mensen te kijken.
Voor we voorttrekken bezoek ik nog snel de Mariakapel aan de achterzijde van de Basiliek van Onze Lieve Vrouwe. Met zoveel Mariacontacten vandaag moet het toch een gezegende wandeling blijven.
In de bekende Stokstraat genieten we van de gevels en blikken we zo nu en dan ook in een etalage. Niet te lang natuurlijk, want daar komen we niet voor. We passen ons tempo wel iets aan op de Servaesbrug waar mensen in zware winkeltassen hun buit vervoeren.
Eenmaal aan de westkant van de Maas gaat het rechtsaf naar het zuiden. Daar is het lang niet zo mooi meer als in de oude binnenstad. Hier en daar nog een oude gevelsteen, maar snel worden de huizen moderner en niet altijd aantrekkelijker.
We passeren het provinciehuis op het Maaseiland, met de onwelkome uitstraling van een lelijk fort Alcatraz. Het wordt minder en minder aantrekkelijk. De routeuitzetters hebben hier dikke problemen gehad om de aansluiting te vinden richting Eijsden. Lang gaat het langs de drukke tweebaansweg. Om het leed te verzachten worden we geleid over een bedrijventerrein in oprichting. Liever hadden we langs de Maasoever gelopen. Maar door verschillende grindgaten, campings, een evenementenpark en enkele jachthavens is daar geen ruimte voor. Pas na Oost-Maarland mogen we weer terug naar de Maas. Restaurant Portofino met het gemoedelijke terras vormt daar een uitstekende rustplaats in de stilte en warmte van de gelijknamige jachthaven.
Het laatste stuk gaat heerlijk door een natuurgebied met enkele plassen waar loslopende koeien verkoeling zoeken. Tenslotte is daar Eijsden. Een plaats die ik alleen maar ken van de borden op de A2 en uit verhalen van een jaargenoot die lang geleden verhaalde over dit voor mij destijds exotisch verre oord. Het blijkt echter een heel gezellig dorp met veel cafés en restaurants, oude mooi onderhouden huizen en sfeervolle straten met kinderkopjes. Jammer dat we onze trein niet wilden missen. Hij stopt hier maar 1 keer per uur.
Er moet toch nog wel een reden te verzinnen zijn om hier nog een keer naar toe te gaan, al is het maar om te zoeken naar een quiltwinkel.☺.
Elk jaar maken we enkele wandelingen over dit mooie pad. Alle dagverslagen verzamel ik in GR 128 Vlaanderenroute.
Het is weer leuk om je verhaal te lezen, op die deftige blaar na dan. En het is altijd goed toeven daar tussen het bronsgroen eikenhout. Succes met de verdere voorbereidingen voor de lange wandeling in augustus.
BeantwoordenVerwijderen