Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

dinsdag 10 juni 2014

GR 128 Vlaanderenroute; Wandelen Eijsden - Gravenvoeren - St-Martens-Voeren -Teuven - Epen

Kruizenweg


'Ik ga hier weg, het is de waarheid en ik ben nog in leven'
Het zal wel niet helemaal netjes zijn, maar als je moe wordt kom je tot dit soort oprispingen bij een van de vele overdenkingen. Want goede aanwijzingen krijg je onderweg regelmatig. Er is filosofisch en lang over nagedacht en er is vaak een bank bij gezet om er verder over te peinzen. Ik heb het over de kruizen, die we onderweg tegenkwamen op het oostelijk deel van ons nieuwe wandelproject, de Vlaanderenroute. Eerste try-out werd het grensgebied tussen Maastricht en Aken.

Aanleiding daartoe vormde een wandelverslag door Nanda Raaphorst vorig jaar in het outdoormagazine OP Pad over haar wandeling door de Voerstreek, net over de grens in het noordoosten van België. 
Daardoor kwam ik terecht op de Belgische website 'Grote Routepaden' (www.groteroutepaden.be/). Een nog onverkende wereld aan wandelroutes, 'dagstappers' en 'stationstappers' opende zich. Uren later had ik alles bekeken en was de keuze gevallen op de Vlaanderenroute.
Op de website las ik de volgende beschrijving:
De GR 128 - Vlaanderenroute - is een bewegwijzerd wandelpad dwars door Vlaanderen. Van Wissant (Pas-de Calais) naar Aken.  Het pad heeft een totale lengte van ongeveer 700 km en staat beschreven in drie topogidsen. 
De 'GR 128 - Oost' loopt van Aalst tot Aken over 293 km. Als je de beeldende uitleg leest ben je verkocht;
'We vertrekken in de karnavalstad Aalst en door een golvend landschap trekken we Vlaams-Brabant binnen. Ten zuiden van Mechelen zien we de Zenne en de Dijle. In Leuven is een lus gemaakt op de GR 128, om zo de hele stad te kunnen bewonderen. Voorbij Leuven vinden we de grote akkers en de vierkantshoeven van Haspengouw. Hoegaarden laat ons van iets anders dromen en in Tienen smaakt alles veel zoeter. In Op- en Neerheylissem zijn we al over de taalgrens, maar in Landen en Zoutleeuw zitten we weer volop in Vlaanderen. Sint-Truiden en Borgloon doen ons aan fruit denken. Wat verder stappen we Tongeren en Voeren binnen, om tenslotte in Maastricht een tijdje de Maas te volgen en uiteindelijk te landen in Aken.'  
Aan de bak in God's land
Wel even wat anders, dat Limburgse land. Liep ik in mijn laatste blogbericht nog blij in de gereformeerde omgeving van de Noord-Veluwe, nu liepen Frank en ik op de vrijdag en zaterdag voor Pinksteren onder toezicht van vele Christusbeelden op de grens van Nederland en België.
Gelukkig werd het voor ons geen kruisweg, maar een kruizenweg. Het weer was schitterend, het landschap glooiend en het klimmende en dalende pad een prima aanlooptraining voor de Tour de Mont Blanc later dit jaar.
Lang was de reis naar Eijsden. Eerst met twee intercity treinen naar Maastricht en het laatste stukje met een Belgische stoptrein tot Eijsden. Half twaalf is het al als we eindelijk buiten staan. We besluiten direct aan de wandeling te beginnen, omdat er nog 23 warme kilometers wachten. Dit keer, voor het eerst dit jaar, met de grote rugzak. Alles gepakt om te kunnen overnachten. De keuze voor de overnachting is gevallen op een mini-camping vlakbij Epen.

Omdat de topogids is uitverkocht en de vereniging Grote Routepaden werkt aan een nieuwe uitgave, maken we gebruik van een routebeschrijving en een hele grove screenprint van de kaart.  Het is even wennen aan de denkstijl van de schrijvers, maar met behulp van de goede markering kunnen we al snel een horeca-stop houden in Mariadorp. Daarna maken we kennis met het landschap met zijn glooiingen, holle wegen en verscholen dorpen. 
Op de Ezelsweg (lees ik later thuis op Google satelliet) lopen we nog wat om, maar na een beetje analytisch zoeken vinden we toch grenspaal 29. 
Alleenstaande lindebomen worden wat later in de tekst gebruikt als bakens om ons naar Gravenvoeren te leiden. We blijven aan de noordzijde van het dorp en zien van het zogenaamde 'onderdorp' alleen de daken van de huizen. 
Ook al lopen we min of meer op de dorpsrand, toch maken we kennis met een aangename eigenschap van deze streek. Binnen een kilometer passeren we zeker vier mooie cafés en restaurants. Aan het eind van het dorp kunnen we er niet meer tegen en zitten even later in de achtertuin van zo'n gelegenheid bij te komen met cola en tosti's. Jammer dat we nog verder mogen.
Een Mariaverering en een holle weg brengen ons terug op het pad. Volgens de beschrijving moeten we daarna bij een merkwaardig huis links af. Voor een Nederlander in België is dat een uitdagende puzzel, we zien alleen maar merkwaardige huizen. Maar het huis met de gevelsteen 'Meulenberg' voldoet aan alle kwalificaties. De Voer is het volgende doel in de tekst. Ik had me bij deze naamgever van de streek iets wilders voorgesteld. Met een beetje moeite plas je zo over deze beek heen. Nou oké, dertig jaar terug was me dat gelukt, for sure!
Vlakbij het gehucht Schophem verzinnen de routeuitzetters iets waarmee ze ons daarna tot morgenmiddag regelmatig laten hijgen en zweten. We werken ons door het mooie bos van de Schophemerheide omhoog, slaan eenmaal boven in oostelijke richting af en twee kilometer verder mogen we weer over een smal pad door hetzelfde bos afdalen. 'Dit flikken ze met me niet meer', zou je normaal denken. Maar nu vindt je het mooi. Ze laten je toch lekker genieten. Genieten door inspanning, vonkt het nog door mijn rode hoofd. Genieten van een panorama naar het Nederlandse Noorbeek. Genieten van het afdalen in een uitgesleten spoor, totdat je beneden weer op een asfaltweggetje eindigt en even later St-Martens-Voeren binnenloopt.
In St Martens-Voeren bewonderen we vanaf een bank de geslaagde herstelwerkzaamheden aan de kerk en verbazen ons over de arbo-loze voegenreiniger. Geen mond- en neusbescherming, geen oogbescherming, geen beschermende handschoenen. Zijn wij Nederlanders nou van die beschermmutsen of worden Belgische bouwvakkers gewoon minder oud? Wat ik nou weer wel bewonderenswaardig vind, is dat deze mensen maar mooi op zaterdag doorwerken. Zouden het vrijwilligers zijn? Dan leveren ze goed vakwerk! Frank kijkt mij vragend aan en zegt 'het is vandaag vrijdag, gewoon een werkdag. De enige ongewonen, dat zijn wij'. Weer een illusie armer en een goed gevoel rijker kijk ik nog eens kritisch naar de werkers. Daarna lopen we luxe verder.
Het blijft afwisselen met weides en stukken door het bos. We lopen langs het gehucht Krindaal. Daar moeten we 'bij een vervallen huis rechts af'. Maar in werkelijkheid staat er inmiddels een knap gerestaureerd huis met Nederlandse auto's op het erf. Een beeld dat je hier wel meer ziet. 

De zon en de temperatuur stijgen en onze conversatie neemt af. In de beschrijving lezen we dat we op het punt staan de langste tunnel van de Montzenlijn te passeren. Wij zijn direct onder de indruk en leren het volgende;
De Montzenlijn is een spoorlijn die de haven van Antwerpen met Aken in Duitsland verbindt via Aarschot, Hasselt, de Voerstreek en Montzen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog behield Nederland zijn neutraliteit waardoor het treinverkeer tussen Duitsland en België via Nederland werd beperkt. Duitsland, dat België had bezet, bouwde een alternatieve verbinding ten zuiden van Limburg via de Voerstreek, die in februari 1917 werd geopend voor militair verkeer.
Het is dat er een trein passeerde anders waren we zonder opzien straal over deze tunnel gelopen. Na de tunnel ging het weer omhoog en konden we boven eindelijk weer terugkijken op een rustgevend panorama, ditmaal over het gebied de Veurs. Vroeger kon je dit zien vanaf het bankje boven bij het Konenbos. Nu staat er een nieuwe vierkante bungalow die het gat afsluit. Een jammerlijk, mooi gekozen plek.
verscholen in een valleitje ligt Teuven-Dorp, de kerk komt nog net boven het maaiveld uit
de kerk van Teuven dichtbij
Langs bossen en tussen weides slingert het traject verder naar Teuven-Dorp. Terrassen vormen daar verleidelijke rustlocaties. Stug en stoer lopen we echter door. Zes uur is het al geweest en we willen naar de camping. Daarom komen we onszelf even later tegen bij de bestijging van het Bovenste Bos. Het duurt even voordat we boven zijn. We komen ook weer terug op Nederlandse bodem. Slingeren en dalen laat het pad ons nog een kwartier door het bos, voordat we de mooie vallei van de gemeente Epen betreden. Betoverend mooi liggen de boerderijen en gehuchten er bij in de late middagzon.

We kunnen al verschillende campings zien liggen. Welke wordt de onze? Dat is eenvoudig; de eerste die we tegen komen. Na een flinke omtrekkende beweging is dat camping het Bovenste Bos. Bij nadere kennismaking blijkt dit zelfs de geplande mini-camping. Wel moeten we even ons verouderde idee van een mini-camping naar boven bijstellen. Het ziet er prima uit, met genoeg ruimte en super sanitair.  

De avond levert zoals vaak na dit soort tochten nog een extra 2 x 2 km op. Wel zonder bepakking, maar toch met tegenstribbelende voeten. Maar, allez hé, het heerlijke diner bij De Vier Jaargetijden in Epen compenseerde alles na de eerste 23 km rugzaklopen van dit jaar.


Elk jaar maken we enkele wandelingen over dit mooie pad. Alle dagverslagen verzamel ik in GR 128 Vlaanderenroute.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten