Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

woensdag 30 april 2025

Romeinse Limespad: wandelen van Leiden via Valkenburg naar Katwijk aan Zee

 Romeinse en Germaanse Sculpturen

Maandag 28 april 2025
14 kilometer
Hercules Rhijngeestus
Sculpturen
Elke wandeling dringt zijn eigen karakteristiek op. Op onze laatste wandeling op het Romeinse Limespad kan ik kiezen uit 'verkeerd lopen' en 'sculpturen'. Omdat ik de kaart lees kan er maar één als de schuldige aangewezen worden voor het verdwalen. Daarom vind ik sculpturen een betere keuze als kapstok voor dit blog. Daarbij gaat het dit keer niet alleen om herinneringsbeelden aan de Romeinse tijd, maar kies ik duidelijk de kant van de Germanen en hun nazaten. 

Als eerste Hercules Rhijngeestus. Je moet maar op de naam komen. Hercules trekt meteen mijn aandacht als wij na de onderdoorgang van snelweg A44 vanuit Leiden opnieuw de gemeente Oegstgeest betreden. Daar in park Landskroon kijken we zoekend om ons heen naar een rustbank direct langs het pad. Die bank zie ik niet, maar wel een vier meter hoog vreemd gekleurd beeld. Toch even kijken. 
Hercules Rhijngeestus van acheren gezien
Tot mijn verbazing ziet de voorkant er nog grotesker uit. Zeker als ik op zijn informatiebordje lees dat hier een Germaanse reus staat van kunstenaar Folkert de Jong, die het verzet tegen de Romeinse bezetter symboliseert. Hij staat ook niet voor niets net ten noorden van de Limes, de grens. Hercules Rhijngeestus verbeeldt de Limes, de Oude Rijn, noordgrens van het Romeinse Rijk. De Romeinen wilden niet langer tegen de opstandige Germanen blijven vechten en hielden het bij de Rijn voor gezien met hun gebiedsuitbreiding. Verzet tegen bezetters is blijkbaar van alle tijden. Goeie vent die Hercules.

Veranderde wereld
Vier maanden duurde het voordat Frank zich met permissie kon onttrekken aan zijn 'Finance & Consultancy werk' in zijn woonplaats. In december vorig jaar liepen we in Leiden voor het laatst over het Limespad. Sindsdien is er in de wereld veel veranderd. Net als Hercules Rhijngeestus tweeduizend jaar geleden niet enthousiast was over de Romeinen heeft onze vriendschap met de Amerikanen de afgelopen maanden een knauw gekregen.
Dan praat je slechts over maanden, laat staan als je over enkele jaren terugkijkt. De kaarten in mijn eerste druk wandelgids van het Limespad stammen van 2018 en eerder. In die ruim zes jaar is er veel veranderd, en vooral in Oegstgeest. Door mijn tekortschietende kaartstudie en het niet controleren op routewijzigingen kwamen wij daar zwalkend achter.
Kronenburg en Engelenburg gebouwd in 2021
 aan de boorden van de Oude Rijn in Oegstgeest
Aanloop
Bij de voorbereiding van deze wandeling kwam ik er achter dat je in Leiden overal moet betalen om te parkeren. Na twee uur betaal je in de buitenwijken € 3,10 per uur. Met onze wandelsnelheid kun je dan van dat parkeergeld bijna lunchen. Plan omgegooid en gekozen voor openbaar vervoer.
Na een aanloop vanaf Centraal Station Leiden pikken wij bij het landhuis en appartementencomplex Nieuweroord de draad weer op en laten ons door de markeringstickers leiden langs de vijvers en weides van het Bos van Bosman.
in het Bos van Bosman
Verlopen, ver lopen
Na het Bos van Bosman volgt een simpel stuk langs allerlei universiteitsgebouwen. De Bio Science Park Foundation en de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen drijven ons Leiden uit, recht in de armen van Hercules Rhijngeestus. Daar begint al mijn eerste extra kaartstudie waar we nu precies zitten. Ergens aan onze linkerhand moet de Oude Rijn lopen. We zien wel water, maar dat zijn meer brede weteringen tussen de prachtige nieuwe witte huizen. Langzaam dringt het door dat de weilanden langs de Oude Rijn op mijn kaart tegenwoordig volgebouwde eilanden zijn waar je zo te zien verplicht een sloep voor je deur moet hebben liggen. Verderop verandert de bebouwing in huizen en appartementen met retro entrepotdok-uitstraling. Hoewel retro ademt het toch sfeer en zeker kapitaalkracht uit. Het kapitaal ligt ook onder je huis waar je een inpandige sloepenstalling hebt. 
Wij volgen nog wel even de Valkenburgerweg maar zien nu overal nieuwbouw om ons heen. Terwijl wij zwalken door nieuwe straten worden de villa's steeds groter en ontnemen die het zicht op het houvast van de Oude Rijn. Als wij villa's van halve AZC-grootte voorbij trekken verlies ik mijn zicht op de werkelijkheid en krijgt kaartlezen een casino-invulling.
Op goed geluk stuiten wij bij een voetveerpontje op routebewijzeringsstickers. Ergens maakt mijn brein een virtuele sprong van twee kilometer en denk ik dat aan de overkant Katwijk aan de Rijn ligt. Wat wel echt blijkt is de overtocht voor twee euro, met fooi, want je bent blij dat je weer een sticker ziet.
Had ik de routewijzigingen voor de 1e druk uit 2018 vooraf gelezen dan zou ik weten dat we geacht werden vanuit de tegenovergestelde richting te komen, vanuit Valkenburg. Nu hou ik stug vol dat we in Katwijk aan de Rijn lopen. In dit tijdelijke Katwijk ligt een verhoging voor de kerk waar volgens de bordjes vroeger een castellum heeft gestaan. Zo'n castellum hebben ze volgens mijn gids ook in Valkenburg. Goh, wat een toeval. Kijk ook hier beelden.
moderne Germanen vermomd als paardenkooplui
Maar voorlopig kunnen we vervolgen alsof we in Katwijk aan de Rijn lopen. En maar volhouden. Oude mensen wijzen ons vriendelijk een goede kant op, half Katwijk (=Valkenburg) slingeren we door totdat we voor een vierbaansweg staan. Daar begint mijn werkelijkheid toch te stinken. Frank gelooft het nu echt niet meer en pakt zijn mobiel waar Google maps mij keihard in Valkenburg ter wereld laat komen.

Katwijken
Met een aangepaste route bereiken we het echte Katwijk aan de Rijn en pakken daadwerkelijk langs de Oude Rijn de officiële route weer op. Angstvallig hou ik met mijn duim de actuele locatie op de kaart bij. Geen verdere polonaise meer.
In het kader van het hoofdthema van dit blog meteen maar een ontmoeting met een bronzen sculptuur om de gedachte te verzetten. Dit keer ook iets uit het verleden; drie schaatsers op natuurijs. Dat laatste verzin ik er zelf bij. Zij rijden mooi in een trein, steken hun schaatsen uitstekend in en zwaaien goed door. Verder echt iets van vroeger, geen klapschaatsen en ze rijden nog met mutsen. Jammer genoeg gaan beelden vaak over iets dat voorbij is. Mijn laatste keer op natuurijs is al jaren geleden.
De verdere doortocht door Katwijk aan de Rijn gaat zonder problemen en brengt ons naar de Katwijkse Duinen. Niet direct langs de Limes, maar het loopt lekker in zo'n niet alledaags wandelgebied dat je meteen koppelt aan het beeld van de zee. Laat maar komen die Noordzee met zijn strandtenten waar je goed je dorst kunt lessen.
Fout. De routeplanners willen dat we eerst andere zaken in Katwijk gaan bekijken voor dat het Katwijk aan Zee wordt. Via een onaanzienlijke sluiproute vragen we ons voortdurend af wat het ons zal brengen. Het blijkt een soort kerkenroute. Als eerste maken wij kennis met de Nieuwe Kerk waar Frank poseert bij de bestelbus van een naamgenoot.
In de Voorstraat zijn er naast winkels ook het Katwijks Museum en een open terras. Helaas blokkeert een stoere visserman de toegang tot het museum. "Wegwezen, wij zijn gesloten op maandag. Ga maar naar een terras." Dat is nou jammer, want wij hadden natuurlijk graag de zogenaamde Peutingerkaart met weergave van de grens in de Romeinse tijd willen bekijken. Oké, dan maar naar een terras voor de eerste koffie na ruim 11 kilometer.
Stoere Visser gemaakt door Gerard Brouwer
Innerlijk versterkt missen wij vervolgens de Vredeskerk en de Gereformeerde kerk om via de wel aantrekkelijke Schippersbuurt op de Andreaskerk te stuiten waar de hervormde gelovigen van Katwijk de dienst volgen. Witte karkie volgens Frank, die hier lang geleden kind aan huis was.
op de Schippersdam
Veel is hier vernoemd naar Sint-Andreas, volgens Wikipedia is hij zelfs de beschermheilige van Katwijk. Dan heb je ook recht op een Andreaskerk aan het Andreasplein met je eigen Andreashof.
Andreaskerk aan Andreasplein
Andreashof naast Andreaskerk
Andreashof
Andreaskerk vanaf de zeezijde
Met steun van Andreas vinden wij de doorgang naar het strand. Hier neemt zijn invloed snel af en verliezen wij ons in het eerste het beste terras om ons te vergasten op een heerlijk biertje op deze zonnige voorjaarsdag. Geweldig. Dit zijn de betere rustpunten.
Finale
Wij lopen het Limespad van oost naar west en vandaag is het dus onze finale etappe. Dat is een juiste keuze geweest. Los van de jeugdherinneringen van Frank aan Katwijk is onze afsluiting van het pad aan dit mooie brede strand op deze heerlijk warme lentedag een prima belevenis.
monding van een ooit machtige rivier
Langzaam lopen wij langs de zeereep naar de monding van de voormalige Rijn. En ook al heet het nu wat armetierig Buitenwatering, ooit kwamen hier de Romeinse schepen met tarwe naar binnen om langs hun buitengrens de soldaten te bevoorraden. Ze hadden hier vlakbij de monding het fort de Brittenburg. Het fort zelf ligt in de zee en was het meest west gelegen fort van Lugdunum Batavorum (Katwijk) lees ik op een website over waterlinies.
reconstructie van Brittenburg
bron: waterlinies.jouwweb.nlromeinse-tijd47-limestoren-van-kalla
Wij sluiten ons Romeinse Limespad definitief af bij het veronderstelde beginpunt; de Toren van Kalla. Het bronzen kunstwerk uit 2011 is van kunstenaar Nicolas Dings. Het staat in Katwijk aan Zee bij de Buitensluis. Het toont het verhaal over de Romeinse keizer Caligula die zijn soldaten op het strand opstelt om schelpen te verzamelen als oorlogsbuit op de zeegoden.
Het blijven vreemde jongens die Romeinen, maar ze waren hun tijd ver vooruit. 

Zie al mijn wandelingen in Nederland 

zaterdag 19 april 2025

Veluwe Zwerfpad: wandelen van Warnsborn via Oosterbeek naar Station Wolfheze

 Sprengen, beken of sloten

Zondag 13 april 2025
± 15 kilometer
sprengbeek op het landgoed Warnsborn
Warnsborn
Vandaag de tweede dag van mijn test-wandeling met rugzak ter voorbereiding op de trektocht in Schotland. Gisterenavond heb ik na het diner al achter de camping het begin van de vervolgroute verkend. Verrast was ik door het heuvelachtige gebied waar zelfs een ielig beekje stroomt. Eigenlijk is het een sprengbeek want er is een uitgegraven bron niet ver ten zuiden van de camping en het verloop van dit beekje met bruggetjes en watervalletjes heeft toch een niet helemaal natuurlijk verloop. Geeft niet, mooi is het wel. Zeker om zo je wandeldag te beginnen. Wat ik dan nog niet weet is dat ik dit beekje van Warnsborn straks weer tegen zal komen.
Na 300 meter mag ik meteen weer omhoog. Ik neem aan dat dit dan de Bakenberg is waar hier veel naar vernoemd is. Dit is echt nieuw gebied voor me. En dat blijft dat de hele dag zo. Mooi.
Als ik boven ben leidt de route mij op ruime afstand om de gebouwen van het landgoed Warnsborn heen. Slechts bij vlagen kan ik door de beuken, taxussen en laurierstruiken zien dat ze in de Orangerie ook wakker zijn.
Maar het mooiste deel van Warnsborn komt nog als ik een kleine kilometer verder op een vijver stuit. Het is een van de kleine plassen waar de Warnsbornbeek doorheen stroom, dezelfde sprengbeek waar ik twintig minuten geleden bij de camping ook al tegenop liep. Ik lees dat de 
meeste sprengenbeken zijn gegraven om watermolens aan te drijven, maar dat deze is gegraven om landgoed Warnsborn op te leuken met een stroompje, watervalletjes en vijvers. En dat is geslaagd vind ik bij mijn loop stroomopwaarts naar hotel Groot Warnsborn.
Vijverberg en Lichtenbeek
Van de Vijverberg heb ik niet echt veel gezien. Hij staat op mijn kaart maar de route trekt mij er langs. Ik ga deze route over een paar dagen nog een keer lopen om deze gemiste stukken over te doen. Meteen weer met een flinke rugzak om mijn schouders en benen nog een keer te verrassen.
Groot Warnsborn
Om bij dat Vijverberggebied te komen liep ik na hotel Groot Warnsborn nog parallel aan het laatste stuk van de Bakenbergseweg. Met gisteren erbij heb ik die van bijna alle kanten gezien. Hier passeert de route via de achterkant de boerderijen met de laatste huisnummers 303 en 305. Dan hoor je er nog net bij.
Nu slinger ik over een onverhard pad langs kleine plassen en boshuizen naar de Amsterdamse weg waar ik Landgoed Warnsborn verlaat.
Na de oversteek wordt ik welkom geheten in Landgoed Lichtenbeek. In een bos met de naam Lichtenbeek verwacht je op zijn minst een smal stroompje. Niets ben ik tegengekomen. Dat wordt aanstaande zaterdag bij de herhaling ook een 'target'. Zeker als je op weg bent naar Oosterbeek. Daar moeten ze toch ook ergens hun water vandaan krijgen.
Welkom op Landgoed Lichtenbeek
Oosterbeek
Zoek je in Oosterbeek naar de naamgever van het dorp dan kom je bedrogen uit. Er zijn wel verschillende sprengbeken, en er is zelfs een Zuiderbeek, maar een Oosterbeek, ho maar. Wel lees ik bij de Bekenstichting dat er een Oorsprongbeek is. Dat komt in de richting en begint ook met een O. Deze Stichting streeft naar het in stand houden, herstellen en verbeteren van de Veluwse sprengen en beken. Op de aantrekkelijke website zijn ook allerlei wandelingen langs beken te vinden.
Waar je in Oosterbeek wel mee geconfronteerd wordt is het oorlogsverleden. Bij het verlaten van het Landgoed Lichtenbeek zie ik aan de overzijde van het weiland al de contouren van een oorlogsbegraafplaats. De route leidt je langs dit ereveld,  het Airborne War Cemetery. Strakke rijen grafstenen blijven indrukwekkend. Veel van deze gesneuvelde militairen, 1754 volgens de informatie, zijn gevallen tijdens de Slag om Arnhem, de niet gelukte landingsoperatie Market Garden in 1944. Een moment om te beseffen dat onze vrijheid met een hoge prijs is betaald. Buitenlanders gevallen voor ons.
Op weg naar de noodwestelijke uitgang van Oosterbeek sta ik kort stil bij een gedenkteken ter herinnering aan de zware gevechten die in en rond Oosterbeek hebben plaatsgevonden door 7th Battalion The Kings Own Scottisch Borderers en Pilots van het Glider Regiment die met zweefvliegtuigen, zogenaamde gliders, in Heelsum zijn geland. Het huidige witte gebouw erachter, Gastenhuis Dreyeroord, staat op de plek van het oorspronkelijke Hotel Dreyeroord. Dit hotel, bijgenaamd The White House, speelde een belangrijke rol als hoofdkwartier van de geallieerden tijdens Market Garden.
Heelsumsebeek
Tijdens de rust aan de rand van een heitje buiten Oosterbeek heb ik uitgedokterd dat een vertrek met de trein van 12.13 uur vanaf station Wolfheze er gelet op de resterende acht kilometer niet meer in zit. Omdat er maar één keer per uur een trein richting Ede-Wageningen stopt wil ik die van 13.13 zeker halen. Het tempo gaat omhoog en geen tweede rust.
begin van de Papiermolenbeek
Met 15 kilo op je rug krijg je niet direct windtranen in je ogen van de snelheid en is er nog voldoende tijd om te genieten van de beken waar het pad langs kronkelt. Mooi om te zien hoe hier in de Wolfhezerbossen ten oosten van de snelweg A50 in het verleden een spreng is gegraven. Volgens mijn gids is het de Papiermolenbeek. Door de verdroging van het landschap en waterwinning is hij in de bovenloop helemaal drooggevallen.
Twintig minuten later stuit ik op een opvallende dode boom aan de rand van een inmiddels met water gevulde beek. Ik neem tenminste aan dit een beek is, hoewel er weinig stroming te zien is en het hier en daar ook op een sloot lijkt. Een passant die mij de dode boom ziet fotograferen vult meteen een vraag in "Als je 500 jaar oud bent mag je ook wel een beetje vergaan." Dan moet dit blijkbaar een van de Wodaneiken zijn die volgens mijn gids aan die leeftijdseis voldoen.
Wodan?
Omdat ik in het beekdal loop zie ik nauwelijks iets van de duidelijk hoger gelegen Wolfhezerheide. Tussen de hardlopers door blijf ik stug mijn beek, de Heelsumerbeek volgen. Daarbij natuurlijk argwanend spiedend of mijn routekeuze bevestigd wordt door de geel-rode markeringen van het Zwerfpad.
Waar de beek echt breder wordt begint het Zwerfpad aan de retourtocht naar Wolfheze. Deze loopt over een noordelijk deel van de Wolfhezerheide. Bij een bruggetje is goed te zien hoe helder dit water is.
Nog een mooi stuk heide naar het ecoduct over de A50 leidt de aandacht af van toenemende bewolking. Zou het na weken van droogte eindelijk gaan regenen? De route en ik vluchten via de wildpassage over de snelweg en beginnen aan het laatste stuk rondom de bebouwing van Wolfheze naar het station. 
met de wildpassage over de A50
Al ruim voor aankomst op het station zie ik op mijn horloge dat ik het hogere tempo overdreven heb. Drie kwartier te vroeg. Tijd genoeg om van een slechtziende weduwe te horen hoe ze vroeger op de boerderij leefde en nu rondtrekt om mooie tuinen te bekijken. En dat binnenkort zelfs in Zuid-Engeland. Ze woont in Ede vertelt ze. Je hoort veel op een station als je tijd hebt.
Beiden rijden we in acht minuten naar station Ede-Wageningen. Hoe zij verder in Ede is gekomen weet ik niet. Ik heb Ede nooit bereikt. Mijn Valleilijn gaat helemaal nergens naartoe, want de verbinding met het veiligheidsnet doet het niet. Als ik na bijna een half uur afwachten in een langzaam leeglopende wagon besluit om dan maar met de NS via Utrecht richting Amersfoort te reizen ben ik niet de enige met dit briljante idee. Op het nieuwe perron weer tien minuten wachten voor de intercity uit Arnhem richting Utrecht. Echt tijd genoeg om te zien hoe de blauwe Valleitrein alsnog wegrijdt. Drie uur na aankomst op station Wolfheze sta ik met drie treinoverstappen en een aanvullende busrit alsnog thuis. Echt een test-tweedaagse.

Zie al mijn wandelingen in Nederland