Zondag 24 juni, wandeldag 4
van de Stettinerhütte, over de Touristensteig nr. 44
op weg naar de Zwickauerhütte, deze niet bereikt
en ten slotte geëindigd in Pfelders
in Zuid-Tirol, Italië
± 7 uur inclusief rusten,
± 10 km, ± 30 m klimmen en ± 1250 m dalen
op weg naar de Zwickauerhütte, deze niet bereikt
en ten slotte geëindigd in Pfelders
in Zuid-Tirol, Italië
± 7 uur inclusief rusten,
± 10 km, ± 30 m klimmen en ± 1250 m dalen
Don't push your luck too far
Toch WK-voetbal
Ik lig op bed en kijk voetbal. Veel spieren voelen stijf. Morgen blijf ik nog hier in hotel Phöhl om meer uit te rusten. Voor dinsdag staat de busrit terug naar Meran gepland en dan op woensdag met de Flixbus naar Innsbruck en direct door naar Schiphol.
Ik lig op bed en kijk voetbal. Veel spieren voelen stijf. Morgen blijf ik nog hier in hotel Phöhl om meer uit te rusten. Voor dinsdag staat de busrit terug naar Meran gepland en dan op woensdag met de Flixbus naar Innsbruck en direct door naar Schiphol.
Allemaal in een kwartier tijd lui liggend op bed met mijn smartphone op internet geregeld. De wandeling is daarmee veel eerder dan gedacht voorbij. Balen, maar wel in het besef dat ik mijn zegeningen mag tellen.
Vanochtend zag de dag er nog heel anders uit, hoewel ik nog flink moe was van de strapatsen van gisteren.
Nieuwe dag, nieuwe kansen, nieuwe sneeuwvelden
Na een warme, lange nachtrust op 2875 meter hoogte op het terras van de Stettinerhütte kruip ik om halfzeven uit mijn slaapzak. Echt koud is het niet maar de plassen op het platte dak naast het terras zijn bevroren. Eerst maar mijn handschoenen aan en mijn muts op en daarna met mijn lepel verijsde sneeuw krabben uit het gat dat ik gisteren in een sneeuwmuurtje heb gemaakt. Als het dan toch met sneeuwwater moet dan ga ik natuurlijk ook voor kwaliteitssneeuw. Tijdens het smelten van de sneeuw voor de mueslipap pak ik mijn slaapzak en tent in. Enigszins naar het voorbeeld van Frank tijdens vroegere wandelingen wordt alles tamelijk geordend op tafel verzameld.
Voortschrijdend inzicht
Vanochtend zag de dag er nog heel anders uit, hoewel ik nog flink moe was van de strapatsen van gisteren.
Nieuwe dag, nieuwe kansen, nieuwe sneeuwvelden
Na een warme, lange nachtrust op 2875 meter hoogte op het terras van de Stettinerhütte kruip ik om halfzeven uit mijn slaapzak. Echt koud is het niet maar de plassen op het platte dak naast het terras zijn bevroren. Eerst maar mijn handschoenen aan en mijn muts op en daarna met mijn lepel verijsde sneeuw krabben uit het gat dat ik gisteren in een sneeuwmuurtje heb gemaakt. Als het dan toch met sneeuwwater moet dan ga ik natuurlijk ook voor kwaliteitssneeuw. Tijdens het smelten van de sneeuw voor de mueslipap pak ik mijn slaapzak en tent in. Enigszins naar het voorbeeld van Frank tijdens vroegere wandelingen wordt alles tamelijk geordend op tafel verzameld.
Voortschrijdend inzicht
De wandeling gisteren naar de Stettinerhütte was eigenlijk een grote bocht in zuidelijke richting geweest. Min of meer tegengesteld aan de noordelijke richting van de Tiroler Höhenweg als je in het Italiaanse Meran start. Die noordelijke richting wordt vandaag hersteld. Daardoor zal ik in de loop van de dag de Lazinser Alm en het dorp Pfelders weer terug zien. Maar nu vanuit een andere ooghoek.
soortgelijke keienvelden als gisteren, nu gezien vanaf het meer gebruikte pad naar de Stettinerhütte |
De eerste vijfhonderd meter daalde het af over de normale route naar de hut. Dat loopt een stuk makkelijker dan klimmen door de keienvelden van gisteren.
Helaas zal ik elke gedaalde meter later vandaag moeten compenseren, omdat de Zwickauerhütte waar ik naar toe ga op 2979 meter hoogte ligt. Als het pad wat minder steil wordt zie ik ook een andere reden waarom de Stettinerhütte nog gesloten was. Niet alleen door de verbouwing, maar ook omdat het gebruikelijke pad op verschillende plaatsen nog onpasseerbaar met sneeuw is bedekt.
Gelukkig zie ik vijftig meter naast het pad een lang spoor door een sneeuwveld dat driehonderd meter verderop weer aansluit op het pad. Het loopt zwaar en ik merk dat de stramheid nog niet uit mijn benen is weggetrokken.
Na een uur bereik ik de splitsing waarnaar ik op zoek ben. Van wandelpad 8 gaat de THW over op pad 44, dat op mijn kaart de naam heeft van 'Touristensteig 44 Pfelderer Höhenweg'. De 44 loopt met een boog hoog boven het dal van Pfelders naar de Zwickauerhütte, die eigenlijk recht boven dorp aan de noordzijde van het dal ligt.
Enkele beekjes en korte, tien-meter-brede sneeuwveldjes vormen geen probleem totdat zich drie achter elkaar liggende sneeuwveldjes aandienen. Anders dan de voorgaande liggen ze steiler tegen de berghelling aan. Ik neem de tijd om mijn pad te kiezen naar de markeringen tussen en achter de verschillende witte sneeuwplakken.
Krachtig schop ik mijn schoenen zijwaarts in de sneeuw. Opeens, een paar meter uit de kant, glij ik uit en beland in een seconde durende glijpartij. In eerste instantie, voor zover ik mij dat nog kan terugroepen, beland ik half op mijn rugzak waardoor de snelheid toeneemt. Daarna moet ik mij teruggedraaid hebben op mijn buik. Als een speer gaat het naar beneden zonder besef waar ik naar toe ga. Geen enkele controle, mijn rechterbeen wordt naar buiten gedrukt, eigen pogingen in een reflex om met mijn handen en voeten af te remmen werken niet echt. Over iets hards ga ik en ineens lig ik stil.
Mijn hart gaat tekeer en de adrenaline is omhoog geschoten. Mijn bril staat scheef, maar is tot mijn verbazing nog heel. Hier en daar zie ik wat bloed maar alles kan ik bewegen. Ik lig in een keienstuk en realiseer mij dat ik weer zo snel mogelijk terug moet naar dat pad.
Op een of andere manier weet ik grip te krijgen op de rotsige ondergrond op de rand van het sneeuwveld. Met veel inspanning en alle kracht in mijn handen, en die is door de adrenaline toegenomen, wurm ik mij met behulp van allerlei uitstekende keien omhoog. Zo plat mogelijk blijf ik de eerste meters geplakt tegen de berg om het gewicht van de trekkende rugzak zoveel mogelijk te compenseren.
Als ik minuten later weer veilig rechtop op het pad sta kan de hartslag tot rust komen en de schade worden opgenomen. De pootjes van mijn bril staan in een hoera-stand. Dat is niet het geëigende woord voor dit moment, dus buig ik ze zo goed mogelijk terug. Mijn pols is flink bebloed en op mijn elleboog zie ik een aardige schaafwond. In een vingertop zit een kleine snee. Tot mijn geruststelling kan ik geen verdere schade vinden. Mijn heup voelt wat stijf. Later op de kamer in het hotel zie ik daar ook een schaafwond en een bult. Daar zie ik dat er ook winkelhaken aan de achterkant van mijn broek zitten.
Meteen is het mij duidelijk dat ik geluk heb gehad en dat ik er zonder al te grote schade vanaf gekomen ben. Goed dat ik mijn trui met lange mouwen nog aanhad en de pijpen van mijn broek nog niet had ingekort. Ik kijk terug op de sporen in de sneeuw die ik tijdens mijn glijpartij maakte. Zeker vijftien meter. Op de foto's die ik ervan maak zie ik later de grote platte kei waarover ik ben geschoven. Die zorgde ongetwijfeld voor de schaafwonden. Ik had ook verder door kunnen schuiven in het keienveld. Daar moet ik niet aan denken. Puur geluk dat het zo is afgelopen. De beslissing is snel genomen: hier eindigt de wandeling van 2018. Teleurstellend, maar ik ga het geluk niet nog een keer uitdagen. Snel weg hier. Omkeren en beginnen aan de lange afdaling waar ik een uur eerder nog op neer keek. Voorlopig loop ik nog!
In een van de beekjes was ik de schaafwonden goed schoon. Halverwege de afdaling neem ik nog foto's van veraf van de sneeuwvelden waar ik ben uitgegleden. Vreemd genoeg ziet het er op die foto's veel steiler uit dan ik het ter plekke waarnam. Ze geven een dramatischer beeld dan de situatie in werkelijkheid was.
Op het terras van Gasthaus Almzinser vertel ik slechts in het kort mijn verhaal aan een oudere dame, die ooit in Pfelders woonde. Als ik om halfdrie mij weer aanmeld bij Hotel Phöhl krijg ik dezelfde kamer. Ik doe mijn verhaal en krijg te horen dat op pad 44 in het verleden wel meer mensen problemen hadden. Sommigen moesten door de reddingsdienst worden opgehaald. Nu hoor ik dat de Zwickauerhütte, net als de Stettinerhütte, pas op 1 juli opent. Niet zonder reden dus. Volgende keer maar vooraf naar informeren. De Tiroler Höhenweg is toch wat anders dan de bijvoorbeeld de Vlaanderenroute van vorige maand. Nog maar een keer evalueren en overdenken voordat we weer wat verzinnen.
Krachtig schop ik mijn schoenen zijwaarts in de sneeuw. Opeens, een paar meter uit de kant, glij ik uit en beland in een seconde durende glijpartij. In eerste instantie, voor zover ik mij dat nog kan terugroepen, beland ik half op mijn rugzak waardoor de snelheid toeneemt. Daarna moet ik mij teruggedraaid hebben op mijn buik. Als een speer gaat het naar beneden zonder besef waar ik naar toe ga. Geen enkele controle, mijn rechterbeen wordt naar buiten gedrukt, eigen pogingen in een reflex om met mijn handen en voeten af te remmen werken niet echt. Over iets hards ga ik en ineens lig ik stil.
Mijn hart gaat tekeer en de adrenaline is omhoog geschoten. Mijn bril staat scheef, maar is tot mijn verbazing nog heel. Hier en daar zie ik wat bloed maar alles kan ik bewegen. Ik lig in een keienstuk en realiseer mij dat ik weer zo snel mogelijk terug moet naar dat pad.
aan de sporen in de sneeuw kan ik zien dat ik over een grote kei ben gegaan |
Als ik minuten later weer veilig rechtop op het pad sta kan de hartslag tot rust komen en de schade worden opgenomen. De pootjes van mijn bril staan in een hoera-stand. Dat is niet het geëigende woord voor dit moment, dus buig ik ze zo goed mogelijk terug. Mijn pols is flink bebloed en op mijn elleboog zie ik een aardige schaafwond. In een vingertop zit een kleine snee. Tot mijn geruststelling kan ik geen verdere schade vinden. Mijn heup voelt wat stijf. Later op de kamer in het hotel zie ik daar ook een schaafwond en een bult. Daar zie ik dat er ook winkelhaken aan de achterkant van mijn broek zitten.
Meteen is het mij duidelijk dat ik geluk heb gehad en dat ik er zonder al te grote schade vanaf gekomen ben. Goed dat ik mijn trui met lange mouwen nog aanhad en de pijpen van mijn broek nog niet had ingekort. Ik kijk terug op de sporen in de sneeuw die ik tijdens mijn glijpartij maakte. Zeker vijftien meter. Op de foto's die ik ervan maak zie ik later de grote platte kei waarover ik ben geschoven. Die zorgde ongetwijfeld voor de schaafwonden. Ik had ook verder door kunnen schuiven in het keienveld. Daar moet ik niet aan denken. Puur geluk dat het zo is afgelopen. De beslissing is snel genomen: hier eindigt de wandeling van 2018. Teleurstellend, maar ik ga het geluk niet nog een keer uitdagen. Snel weg hier. Omkeren en beginnen aan de lange afdaling waar ik een uur eerder nog op neer keek. Voorlopig loop ik nog!
pad 44 op de terugweg |
In de rode cirkel de plaats waar ik uitgleed. De foto geeft een steiler beeld dan de situatie ter plekke |
De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review
Pff de schrik van je leven maar gelukkig met een goede afloop. Het is een mooi gebied dus ik snap dat je het nogmaals gaat proberen. De kans is dan wel groot dat er meer wandelaars zullen zijn. Goed weekend.
BeantwoordenVerwijderenEen niet zo leuk vervroegd einde van jouw wandeling, maar geluk zonder al teveel letsel afgelopen. Wat zal je geschrokken zijn! En dan helemaal alleen daar in die bergen. Juud was er ook nog vol van. Ook erg geschrokken natuurlijk. Het had ook anders kunnen aflopen. Fijn weekend.🤗
BeantwoordenVerwijderenBy the way, ik ga van de week drie dagen wandelen in de Weerribben. Loop ik minder gevaar. 😉🤗
BeantwoordenVerwijderenWe hadden al een verslag van Juud gehoord, dat was al heftig maar nog meer met de foto’s! Dat spoor in de sneeuw.... indrukwekkend en beangstigend!
BeantwoordenVerwijderenGelukkig goed van af gekomen, je hebt een engeltje op je schouder gehad.