Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

woensdag 16 april 2025

Veluwe Zwerfpad: wandelen van Station Velp via het Rozendaalse Bos, Koningsheide en Park Sonsbeek naar Warnsborn

   Test-Sjaak

Zaterdag 12 april 2025
± 18,5 kilometer
Poortwachter Kastanjes van Park De Gulden Bodem in Arnhem
Test
Hé, wat ligt er een water op de vloer van deze treinwagon. Het stroomt ook allemaal mijn kant op. Vanonder de bank voor mij en vanonder mijn eigen bank. En allemaal naar mijn rugzak. Al een aardige plas. Maar wacht even, stroomt het wel naar mij toe? Nee, shit, het komt uit mijn rugzak. De hele zijkant is nat en het druipt er aan de onderkant uit. Snel open maken. Ai, de waterzak die bovenin ligt lekt. Vlug de aansluiting van de drinkslang aandraaien. Gelukkig hij lekt niet meer.
Rugzak weer dicht en te midden van de nattigheid neutraal om je heen kijken.
bij Kasteel Rosendael is de onderkant nog steeds nat
Dat neutrale wegkijken werkt niet echt lang, want de zondvloed gaat gewoon door. Opnieuw de rugzak open. Nu zie ik dat het pijpje van de slangaansluiting is afgebroken. Verder zie ik dat het lekken dit keer wel zal stoppen, de waterzak is nu vrijwel leeg. De rest spreidt zich uit in mijn rugzak op weg naar beneden. Nog geen stap gelopen en mijn water is al op. Dat gaat lekker. Deze tweedaagse met tentovernachting is bedoeld als test-Kees voor Schotland, maar voor het begonnen is ben ik al de Sjaak.
route van Station Velp naar Camping Warnsborn
Voorlopig geen drinkwater, maar beter hier in Nederland dan over een maand in Schotland. Kijken wat de rest van deze dag over het Veluwe Zwerfpad nog meer te bieden heeft.

Velp-Rozendaal
Het voor de derde keer uit de trein stappen gaat zonder water niet merkbaar lichter. Station Velp ligt aan mijn voeten. Daar ben ik verder snel klaar mee en via de op internet verkende Stationsstraat en Tramweg ga ik wandelend richting Kasteel Rosendael, het formele startpunt van deze etappe. Maar mijn benen rekenen deze twee kilometer vanavond wel mee. Tijdens deze aanloop neem ik ook meteen mijn eerste berg, de Koningsberg. Net ervoor heb ik on-Nederlands mijn wandelstokken in stelling gebracht om in stijl boven te komen. Het uitzicht op deze kunstmatige heuvel is de beloning. Laat maar komen deze Arnhemse bergtocht.
met de wandelstokken omhoog naar de Koningsberg
uitzicht vanaf de Koningsberg
Ik zeg wel Arnhemse bergtocht, maar Wikipedia leert mij dat Rozendaal helemaal niet bij Arnhem hoort. Het is qua inwoners de kleinste zelfstandige gemeente op het Nederlandse vasteland, slechts 1831 inwoners vorig jaar. Als je er maar genoeg miljonairs tussen hebt kun je dit wel volhouden. En dat is het geval want Rozendaal staat bij de eerste drie in de Nederlandse top-10 van miljonairsgemeenten.
ingang Kasteel en Park Rosendael
Park Rosendael en de Rozendaalse Bossen
Bij de ingang van Park Rosendael een korte stop om de waterschade van dichtbij op te nemen, een trui uit te doen en mij te vergapen aan de vele wielrenners die hier in noodvaart langs scheuren.
Binnen het park een blik op het front van het kasteel met de ronde toren in de ruime vijver. Borden wijzen de richting van de Bedriegertjes. Ik moet hier dus eerder zijn geweest. Nooit geweten dat mijn ouders de weg naar Arnhem en Rozendaal wisten. Zo ver weg! Er resteert alleen nog een spannende herinnering uit mijn vroege jeugd. Doorlopen maar.
toren van Kasteel Rosendael
Het park voorbij begint direct een volgende stijging. Over de flanken van de Tonberg leidt het pad mij dieper het Rozendaalse Bos in. Na een selfie vervolg ik over een dam en overmeester enkele dalletjes. Een prachtig stil bos omringt mij als ik in noordelijke richting door het gebied met de veelzeggende naam Zwarte Bulten trek, een stuwwallengebied uit de ijstijd. Op en neer gaat het over mooie bospaden. 
De eerste vijf kilometer waren prettig, tijd voor een rust op een echte bank bij de heide Plagdel. Ook tijd voor een Snicker-test. Volgens de verpakking met flink wat koolhydraten. Eigenlijk vind ik ze gewoon lekker, maar nu heb ik een goede reden om mijn komende voedingstekort in Schotland af te zwakken met deze repen. Zo kom ik aan een valide argument om veel Snickers mee te nemen.
Plagdel
Net weer op pad spreekt een ouder wandelechtpaar mij aan. Waar ik naar toe ga met die rugzak? Na de uitleg over de training en test voor Schotland weet ik even later dat meneer ook van flink wandelen houdt en onder andere op het Noorse Hardangervidda plateau heeft rondgetrokken. Niet met zo'n zware rugzak als ik. Neuh, hij sliep gewoon op de grond en hoefde daarom geen luchtbedje mee te sjouwen. "Jaha", vult zijn vrouw aan, "jij kunt ook makkelijk een dag zonder eten. Dat scheelt ook weer." Hij zal ook wel geen Snickers meegesjouwd hebben, maar zag er toch nog goed uit. Aardige mensen die vandaag hun Veluwe Zwerfpad helemaal rondgelopen hebben. Prachtig, tot ziens! 
Ja, zoveel wandelaars, zoveel smaken, maar ik sjouw dan liever wel wat meer mee. In Schotland wil ik 's avonds ook wat eten in zo'n lege vallei. 
Rozendaalse heide
Nationaal Verstrooiterrein
De Plagdel is kinderwerk vergeleken bij wat er zich aan heide ten noorden van het Rosendaalse Bos uitstrekt. Ik zeg heide maar het lijken meer hooilanden met die verdroogde pijpenstrootjes. Mij hoor je verder niet klagen op deze zonovergoten dag. Naast genieten van het panorama kijk ik ook regelmatig omhoog naar drie zweefvliegtuigen op zoek naar thermiek. Een mooi gezicht hoe ze elkaar achtervolgen.
Een kilometer hei en bosstroken verder komt de snelweg A50 dichterbij. Dit moet het gebied van Nationaal Verstrooiterrein Delhuyzen zijn lees ik mijn gids. Hier mag de as van overledenen uitgestrooid worden. Een mooie gedachte om zo aan de natuur terug te geven.
Vlak voor de heiuitgang grazen Schotse Hooglanders. Ze gaan zich wijselijk niet te buiten aan het wuivend pijpenstrootjeshooi, maar scharrelen samen met hun kalveren tussen de dennen op zoek naar het nieuwe groen. Een koe met kalf houdt mij goed in de gaten. Ik heb geen kwaad in de zin, maar weet zij dat ook?
Met enige oplettendheid passeer ik er een met wel heel grote horens als ik getriggerd ben door een soort kunstwerk van grote rotsblokken. Op een informatiebord staat de uitleg: Ik kijk naar het Internationaal monument voor het onbekende kind. Het is een verzameling manshoge stenen die afkomstig zijn van deelnemende landen uit de hele wereld. Midden in de verzameling stenen ligt een kleurig glazen kunstwerk van kunstenaar Cobi van de Kuit, dat een roos voorstelt. De gedachte dat er wel monumenten voor de onbekende soldaat bestaan maar nog geen monument voor het onbekende kind, was voor Herman van Veen een van de redenen om dit monument op te richten.
Het monument vraagt wereldwijd aandacht voor het 'onbekende kind'. Dit onbekende kind is een kind dat in grote problemen heeft moeten opgroeien en te vroeg is overleden. De aandacht voor te vroeg overleden kinderen is ook de reden dat het monument een plaats gevonden heeft op het Nationaal verstrooiterrein Delhuyzen.
rust op de Koningsheide
Groene doorsteek
Tijd voor een tweede rust met zicht op de Koningsheide. Mooi de gelegenheid om de pijpen van mijn nieuwe wandelbroek af te ritsen. Dat lukt in één keer. Het terug in gareel draaien van een wispelturige schouderband is een geknoei. Echt een testdag. De rust op de Koningsheide verkwikt en geeft weer energie voor het kilometers lange groene pad naar de randen van Arnhem. Zonder dat je het echt merkt blijf je in een natuurlijke omgeving de stad binnendringen. Als je van Arnhem met de trein terug zou willen kan dat zelfs tot 500 meter van het Centraal station! Dat is niet mijn bestemming, maar ik kom een heel eind in die richting.
Zeeuws kerkje in Arnhem
Na de onderdoorgang van de snelweg A12 loop ik zelfs even in Zeeland bij het passeren van een 's Heerenhoeks kerkje. Dat kerkje staat wel achter de omheining van het Openlucht Museum. Ondanks mijn toenemende dorst sla ik het Theehuis van de enorme begraafplaats Moscova maar over en trek onder stemmige hoge bomen door naar Park Sonsbeek. Ook voor het tussenstuk daar naar toe weten de routeplanners je in prachtig verhullend voorjaarsgroen langs ziekenhuis Rijnstate te loodsen. Je hebt nauwelijks het idee dat je al een flink stuk in de stad zit.
de Waterbergseweg bij Moscova
vlakbij het ziekenhuis niet ver van stadswijken
In het park zelf ben ik duidelijk niet meer de enige wandelaar. Zeker niet bij Brasserie De Boerderij aan de Grote Vijver waar je met dit zonnige weer bij de ingang van het terras moet wachten om naar een vrije stoel begeleid te worden. Gelukkig is die er en kan ik gulzig voor acht euro cola mijn vochttekort aanvullen. 
Dichterbij zal de binnenstad niet komen, want ik begin al aan etappe twee van het Zwerfpad. Daarmee gaat mijn tocht verder door de parken op weg naar Camping Warnsborn. Als eerste mooi langs de randen van de Grote Vijver waar al mensen in de zon op het gras liggen. Dat is een voorbode van de grotere groep die in front van Huis Zypendaal de witte huid blootstelt. Een echt voorjaarstafreel voor een eerste dag boven de 20 graden.
De Grote Vijver in Park Sonsbeek
Huis Zypendaal
Nadat ik onderweg naar Huis Zypendaal gekeken heb bij een bron waar het water uit de grond zypelt steek ik over naar park nummer drie, De Gulden Bodem. Daar sta ik letterlijk stil bij de poortwachters. Twee enorm brede beuken die de wacht houden bij de ingang. Indrukwekkend.
Warnsborn
Afwisselend door het park en weides wordt de Arnhemse buurt Bakenberg bereikt. Via sportvelden met veel aandacht voor hockey stoot ik bij de Bakenbergseweg op een prachtig golvend akkerpanorama waar het bloeiende koolzaad meegolft op de zacht wind.
Vol, Full, Complet. Dat is een niet blij stemmende tekst bij de toegang tot de camping. Gelukkig verloopt alles bij de receptie voorspoedig. De hele camping staat vol met carvans en campers, maar op het trekkersveld is nog plaats. Yes!
Na een aanvullende cola start een volgende fase van de test; het opzetten van de tent. Vorig jaar in Schotland had ik problemen met te strak gespannen fiberglas tentstokken. Die heb ik vervangen door aluminium. Maar ik ben nog niet tevreden over de afstelling, nog steeds te gespannen. Dat blijkt even later als de dag in stijl wordt afgesloten. Een zelf geknutselde insteekhuls breekt af. Voor deze ene nacht geen probleem, maar toch iets om weer na te kijken.
De tent staat naar mijn zin, op naar de douche en daarna mijn eetgeluk beproeven bij restaurant Trix. Wel weer even 20 minuten lopen maar de moeite meer dan waard. De update naar Frankrijk tijdens het diner stel ik uit om andere gasten niet te belasten met achtergrondgeklets. 
Op de terugweg naar de camping, zittend op een bank bij het koolzaadveld in de avondzon even Judith informeren over mijn testwandeldag en zelf horen hoe het met haar in Noord-Frankrijk gaat. Ze is onderweg naar een quiltbeurs in Nantes om heel veel lapjes te verkopen. Vreemd genoeg werkt mijn KPN-abonnement hier niet en moet ik overgaan op het Amerikaanse whatsapp. Dat werkt wel. Nog meer om komende week flink mee aan de slag te gaan, want we moeten mijn Europese onafhankelijkheid nu echt nieuw leven inblazen.

Zie al mijn wandelingen in Nederland 

vrijdag 28 maart 2025

Utrechtpad: wandelen van Station Veenendaal-West naar Scherpenzeel

Gier Gure Grebbelinie

Woensdag 26 maart 2025
 ± 22,5 kilometer (inclusief 1 km aanloop)
Gure gierlucht
Alles ademt hier Foodvalley. Het slaat aan de oostgrens van de provincie Utrecht nog net niet op je longen. Wat een irritante mestlucht hangt er eind maart tussen Veenendaal, Renswoude en Scherpenzeel. Veel mest zal verwerkt zijn in de recent omgeploegde en geëgde akkers. Hier en daar komt het ook uit stallen. Naast gewone stallen heb je er veel megastallen, vooral tussen Renswoude en Scherpenzeel. Beesten zie je buiten die voedselfabrieken niet en wat er binnen gebeurt blijft raden. Oké, ik eet er waarschijnlijk ook van mee.
Raden was vandaag ook het weer. Buienraaier verwachte voor vandaag aangenaam weer. Dat was waarschijnlijk buiten deze voedselvallei. Geen zon gezien en de hele dag heb ik al mijn lagen kleding aan kunnen houden. Prima om te wennen aan het Schotse weer dat mij in mei te wachten staat op mijn vervolgtocht over de Cape Wrath Trail. Toch hoop ik dat het daar warmer zal zijn.
sluis bij verdedigingswerk De Rode Haan in het Valleikanaal ter hoogte van de Slaperdijk bij Veenendaal-West
Inunderen
Of inunderen door Nederlanders is uitgevonden weet ik niet, maar in de afgelopen eeuwen hebben ze er wel een vak van gemaakt. Voor inunderen heb je water nodig en middelen om dat water vast te houden. Niet te veel en niet te weinig. Je moet er als vijand goed in weg zakken, maar er niet overheen kunnen varen, ongeveer 40 centimeter diep. Bij de Gelderse Vallei kan er vanuit de hoger gelegen Nederrijn water de vallei in stromen. Ook stromen er verschillende beken vanaf de hogere Veluwe richting het westen. Het meeste water komt uiteindelijk bij Amersfoort bij elkaar en gaat via de Eem richting zee. 
een doorlaat in de Slaperdijk voor water uit de Lunterse Beek
ten oosten van Renswoude
als je die afsluit hoopt het water zich op aan de oostkant
Maar wil je de boel leuk onder water zetten dan moet het water niet weer meteen weg stromen. Je hebt dus in de vallei dwarsdijken nodig, zogenaamde kades. Bij zo'n kade maak je een sluis en als je die afsluit hoopt het water zich op voor de kade. Zelf blijf je op en achter de veilige dijken. Verder moet je er voor zorgen dat de vijand de sluizen niet in handen krijgt anders mislukt je plan. Dus daar bouw je een verdediging, zogenaamde werken en forten met kazematten en bunkers.

Dijken, kades, linies, sluizen, stuwen, werken en forten
Dit was een echte Grebbeliniedag. Alles wat je voor een lekkere inundatie nodig hebt ligt hier onder en voor je voeten. Al twee maanden geleden tijdens mijn eerste wandeling over het Utrechtpad van Scherpenzeel naar Amersfoort leerde ik dat de Grebbelinie veel ouder is dan de periode van de Tweede Wereldoorlog.
standvastige militair bij het Fort aan de Buursteeg.
Op de achtergrond het Bezoekerscentrum Grebbelinie.
Toch begreep ik vandaag pas goed waarom de houten militaire poppen bij het Bezoekerscentrum Grebbelinie zo'n ouderwetse Stadhouderlijke of Bataafse uitstraling hebben. De Grebbelinie is oorspronkelijk bedoeld om de Fransen buiten de deur te houden. Daartoe werd al rond 1745 met de aanleg van de linie begonnen. Door een militair hergebruik net voor en in de Tweede Wereldoorlog heeft de linie het formeel tot 1951 volgehouden als verdedigingslijn.
twee linies onder water (bron website Verkeersbureaus.info)
In Wikipedia lees ik "De Grebbelinie was een voorverdediging van de Hollandse Waterlinie, een Nederlandse verdedigingslinie, gebaseerd op inundatie. Deze linie liep door de Gelderse Vallei vanaf de Nederrijn bij de Grebbeberg te Rhenen langs het Valleikanaal en de Eem tot aan de Zuiderzee, later het IJsselmeer. De linie is 60 kilometer lang."
Hoewel er blijkbaar een niveauverschil is van 6 meter tussen de Nederrijn en de toenmalige Zuiderzee/het huidige Eemmeer, lukte het op enkele kritieke momenten toch niet om de landerijen ten oosten van de linie onder water te zetten. Net op die momenten stond het water in de Rijn te laag. 
ook nu nog veel moerassige stroken oost van de Slaperdijk
(hier zuidoost van Camping de Grebbelinie)
Slaperdijk
Op andere momenten stond er weer teveel water in de Rijn en bij doorbraken van de Gelderse rivierdijken kwam dan het oosten van de provincie Utrecht regelmatig onder water te staan. Soms zelfs tot aan Amersfoort aan toe. Dat begon al na het afgraven van veel veen (turf) rondom Veenendaal in de 16e eeuw. De Utrechters hadden zo genoeg van die overstromingen dat ze een reservedijk aanlegden. Over die dijk, de Slaperdijk, begin ik vanochtend mijn wandeling nadat ik van station Veenendaal-West de aansluiting met het Utrechtpad hervind.
Turfweide
Tot aan de Veenendaalse Grift moet ik nog op gang komen en laat mij al slingerend door de rand van Veenendaal-West afleiden door de restanten van een turfweide en een verzameling volières. 
Ik verbaas me er over dat de route je een hele omleiding laat volgen om voorbij de sluis in de Slaperdijk te komen. 'Ze zijn zeker bang dat je overreden wordt' denk ik terwijl ik over de Grift kijk, of heet het hier al Valleikanaal. Hé, een sluis. Even een foto maken. Wat ik mij dan nog niet realiseer is dat dit een sluis in de Grebbelinie is omgeven door het verdedigingswerk De Rode Haan. Door het sluiten van deze sluis en de Juffersluis kan het hele gebied rondom Veenendaal onder water worden gezet.
de Grift richting Rode Haan
Linie van Juffouwwijk
Ik vervolg mijn wandeling, passeer de A12, hou de Emminkhuizerberg aan mijn linker hand, ontwijk het verkeer op de Kooiweg en ben blij als ik weer een onverhard pad op mag. Ongestrest voortkraken op het grind van de Schalm.
Schalm richting spoorwegovergang
Net voor de spoorwegovergang staan twee bunkers omgeven door een stelsel van wallen. Apart denk ik nog. Waar tegen of waarvoor? Later lees ik dat de ene bunker van Nederlandse origine is van vlak voor WO II. De andere is na de bezetting door de Duitsers gemaakt om op hun beurt weer een aanval van de geallieerde tegen te houden. 
Alles draait om tegenhouden. En omdat het terrein nauwelijks verandert komen landstrijdkrachten ook honderdvijftig jaar later bij de dezelfde punten in het terrein uit. Of dat tegenwoordig door het gebruik van drones verandert lijkt mij niet. Alleen het verschuilen wordt moeilijker.
De Linie van Juffrouwwijk is bedoeld om de Juffersluis te beschermen en de Slaperdijk af te sluiten en daarmee de vijand de toegang tot de dominerende Emminkhuizerberg te ontzeggen. Maar wie was Juffrouw Wijk? Woonde die hier bij de aanleg in 1799? Ja en nee. Het water dat door de sluis stroomt werd vroeger een wijk genoemd, een zijkanaal in het vroegere verveningsgebied. Zo'n water moet ook een naam hebben en omdat hij op Renswouds grondgebied ligt werd hij vernoemd naar de vrouwe/juffer van Renswoude.
noordelijke helft van het Fort aan Buursteeg
Fort aan de Buursteeg
Een kilometer verder stuit ik op het Fort aan de Buursteeg. Eigenlijk meer op de noordelijke helft, want de verhoogde spoorlijn Arnhem-Utrecht snijdt er dwars doorheen zodat je van de zuidelijke helft niets ziet. Ik ben hier al eerder geweest en mijn aandacht gaat uit naar het bezoekerscentrum, meer concreet het restaurant naast het expositiedeel, met de prachtige naam Grebbelounge. Gelukkig, ze zijn open. Na 8 km mooi een koffie met appelgebak terwijl buiten de houten soldaten stram toekijken.
Hoogtepunt Kasteel Renswoude
Als enige klant in de Grebbelounge krijg ik alle aandacht, maar niet de beloofde slagroom. Opstappen maar. Verder met de Slaperdijk. De mensen uit Renswoude hebben er in de 16e eeuw echt werk van gemaakt om hun voeten droog te houden. Die Slaperdijk gaat maar door. Tegenwoordig kun je er mooi op wandelen en fietsen.
Op mijn routekaart zie ik een rare uitstap vanaf de Slaperdijk naar Kasteel Renswoude, die zo te zien over het zelfde spoor terugkomt naar het punt waar je de dijk verlaat. Wat een onzin. Als je gewoon doorloopt scheelt dat even snel drie kilometer. Gelukkig laat ik mij niet verleiden en sla toch braaf links af. Na een korte bosstrook wordt duidelijk waarom de routeplanners deze uitstap opgenomen hebben. Prachtig om over het zogenaamde Grand Canal uit te kijken naar een mini kasteel in de verte, een 900 honderd meter zichtlijn.
'Grand Canal', een pretentieuze naam voor deze doodlopende vloeibare zichtas. Toch loopt het lekker tussen de andere wandelaars op weg naar het mooie kasteel dat in de verte lonkt. Halverwege nog de omtrekking van een grote kom omringd door jonge bomen. Indrukwekkender zijn de oudere beuken die het overig deel omzomen. Imponerend vooral door hun gevorderde leeftijd met de daarbij behorende aftakeling. Hier en daar kijk je via open knoesten of spechtennesten dwars door de dode stammen heen.
zoek de groene specht
Na het oversteken van de drukke Dorpsstraat neemt de omvang van de façade van het kasteel grotere vormen aan. Snel door naar wat op een binnenplaats lijkt. Vlakbij de brug met het prachtige toegangshek is er een mooi overzicht op het hoofdgebouw omarmd door twee lagere bijgebouwen.
Van een tuinman in dienst van het Utrechts Landschap hoor ik dat het gebouw verschillende keren is gerenoveerd. De laatste keer na een brand in 1985. Nu zijn er zowel in het kasteel als de beide bijgebouwen appartementen gerealiseerd. Daarom mag je niet zomaar het voorplein op. Niet verkeerd om hier te wonen. Zeker als ik het park verder verken en de totaal witte achterzijde omtrek. Prachtig.
Het kasteel is op de fundamenten van een middeleeuws huis gebouwd. Al sinds 1754 is het in bezit van een adellijke familie waarvan sommige leden nog in verschillende appartementen wonen. Ik vind dat goed en bewonder intussen een duivenkasteel aan het eind van de tuin. Of de duiven zijn uitgestorven kan ik niet zien, wel zijn alle toegangspoortjes gesloten.
Misschien is dat om  de grote aantallen kauwen en kraaien buiten de deur te houden. Samen met roeken nestelen ze in de hoge eiken en beuken aan de westkant van het park. Boven mij is het een drukte, mogelijk een strijd om territorium rondom de nesten in aanbouw. Aan de uitwerpselen te zien is het hier wandelen op eigen risico.
Doorlopen en weer verder genieten. Dit keer van een koepelkerk direct naast het park. Ook een overblijfsel van een adellijke familie. Dit keer zelfs uit 1639. De toenmalige Heer van Renswoude heeft de opdracht gegeven voor de bouw van deze privékerk. Daarmee is de ronde door het park bij het kasteel bijna voltooid en begin ik met voldoening aan de terugweg langs het Grote Kanaal. Klinkt meteen minder.
Van Slaperdijk naar Groeperkade
Terug op de Slaperdijk sta ik meteen uit te kijken over zo’n typische oost-west lopende Vallei-beek. In dit geval de Fliertse Beek die een kilometer verder ten westen van Renswoude uitmondt in de Lunterse Beek.
Fliertse Beek bij de Slaperdijk
Lunterse Beek in oostelijke richting bij de Slaperdijk
Die Lunterse Beek is nog belangrijker voor de waterafvoer van de Vallei. Voor de oorlog mondde hij uit in Amersfoort. Tegenwoordig gaat het meeste water naar het Valleikanaal. In het verleden in ieder geval voldoende belangrijk om de doorlaat van de Lunterse Beek door de Slaperdijk te verdedigen. Dat zie ik bij Fort Daatselaar. Ik groet de wachtpost en doorkruis het verlaagde deel tussen de wallen op weg naar het bruggetje over de sluis die met houten balken kon worden afgesloten.
Fort Daatselaar
De inwoners van Renswoude dachten met de Slaperdijk droge voeten te houden. Maar als je de Slaperdijk stopt bij Fort Daatselaar dan hield je nog steeds het probleem dat het water om de Slaperdijk heen kon stromen. In 1799 werd deze dijk verbonden met de Groeperkade, zodat Renswoude veilig omgeven was met dijken.
bij de Nederwoudse Beek
Over Groeperkade naar Werk aan de Engelaar
Fort Daatselaar houdt mij niet lang vast. Op naar de Groeperkade om Renswoude vanaf de andere kant te zien. Over de kade passeer je als eerste Camping de Grebbelinie waar het nu nog overzichtelijk stil is. Na de overschrijding van de Nederwoudse Beek volgt er een aaneenschakeling van kleine landgoederen. Bij Groot Abbelaar zie je nog net iets van de oordrand van Renswoude, maar bij de landgoederen Wittenoord met de luxe nieuwe villa’s en het bosgebied Wolfswinkel wordt je omringd door bomen, schermen en kleine weides. Genietend lopen op een strakke kade.
omgeving Wittenoord
Nieuwe oorlogsverhalen dienen zich aan bij het Werk aan de Engelaar. Dit werk diende met zijn wallen om de damsluis in de Lunterse beek te verdedigen. De sluiting van deze sluis zette het land ten zuiden van Renswoude blank. Al aan het eind van de 18e eeuw realiseerde men zich ook dat de doorgang over de Groeperkade moest worden afgesloten. Alleen zouden echte gevechten pas anderhalve eeuw later uitbreken.
Na het vertrek van de Fransen in 1814 uit Nederland nam het belang van het werk af en werd er steeds minder aan onderhoud gedaan. Totdat zich de Tweede Wereldoorlog aandiende. Ineens werd dit een voorpost voor de eigenlijke verdediging aan het Valleikanaal. Toen mocht Kapitein Moquette met een man of zestig snel vuurposities in de wallen graven om het werk ter verdediging in te richten. Op 12 mei 1940 viel hier een Duitse verkenningseenheid aan en op 13 mei het 2e bataljon van het 412e Duitse Regiment. Ze hadden de grootste moeite om de verdedigers tot overgave te dwingen.
informatiebord bij Werk aan de Engelaar
Terugkeer in Scherpenzeel
Met het verlaten van het Werk aan de Engelaar in zuidelijke richting komt er ook een einde aan het wandelen over de Groeperkade. De laatste drie kilometer worden ingezet naar de bushalte in Scherpenzeel waar ik twee maanden geleden begon aan het Utrechtpad. Nog een laatste keer over de Lunterse Beek, een kort stuk door een nieuwe wijken van Scherpenzeel, langs Huis Scherpenzeel en daar is de kerk.
laatste keer over de Lunterse Beek bij Scherpenzeel
Huis Scherpenzeel
Hervormde kerk Scherpenzeel
Dat we twee maanden verder zijn is te zien aan de prachtig bloeiende bomen. Vreemd om te bedenken dat diezelfde kerk en grote delen van het dorp tijdens de oorlog werden verwoest. Dit keer onze opnieuw verwaarloosde krijgsmacht maar weer snel op orde brengen. Geschiedenislessen blijven niet lang hangen, maar dictators staan voortdurend op.
WAT TELOOR GING WORDT HERVONDEN
Plein 1940 Scherpenzeel

Zie al mijn wandelingen in Nederland