Woudrichem - Werkendam
28 maart 2012
vestingmolen van Woudrichem |
Onze wandeling op woensdag 28 maart werd gekenmerkt door drie zaken; De vesting Woudrichem, het mooie weer en de uitlopers van de Biesbosch waar je kilometers kunt kijken, en dus ook lopen, door een stil, weids landschap. Met het doorkruisen van Woudrichem en het zoeken naar de bushalte in Werkendam hebben we deze wandeling zeker weer over de twintig kilometer getild.
Woudrichem
De vesting Woudrichem is wat de wallen betreft nog goed intact. De vestingmolen vlak bij de stenen muur in de gracht (de beer), de Gevangenpoort, de kerk en mooie herenhuizen in de Hoogstraat geven een sfeervol beeld van het verleden.
Voor het overige is er niet zo veel echt oud. De bebouwing binnen de vesting is namelijk voor een aanzienlijk deel nieuwe oudbouw, net zoals nieuwe natuur; nep maar vaak toch aangenaam. In Woudrichem is het met zorg aan de omgeving aangepast. Daarom blijft een rondwandeling over de wallen en door enkele straten zeker de moeite waard.
Blik vanaf zuidelijke vestingwal |
In de verschillende havens vallen de vele oude stijl vissersbootjes (zalmschouwen) op met hun 'huik' van donkerbruin zeildoek waar de vissers, volgens de informatie van het visserijmuseum, onder sliepen. In de eeuwen voor de tweede wereldoorlog is er in de verschillende plaatsen langs de Waal nog veel op zalm gevist.
Via Sleeuwijk naar fort Altena
Na onze uitgebreide bezichtiging van Woudrichem, onderbroken door het bezoek aan de quiltwinkel (zie vorig bericht), verlieten wij de stad aan de westzijde over een drijvende brug. Via een stuk over de dijk en daarna door de uiterwaarden bereikten wij Sleeuwijk.
Daar werd aan de westzijde het contact weer gelegd met het thema Waterlinie. De linie buigt na Woudrichem af naar het westen en zet de verdediging voort langs de Zevenbansche Boezem waar de bekende groepsschuilplaatsen weer opduiken. Een kilometer verder stuit je daarna op het gerestaureerde Fort Altena dat de weg vanuit het zuiden richting Gorkum beheerste.
Via de Zevenbansche Boezem gaat de Waterlinie naar het westen. Aan eigen zijde een aantal groepsschuilplaatsen. |
Van Schans naar sluis en fort
Even verder bij het veelzeggende buurtschap 'Schans' buigt de linie ineens weer naar het zuiden af langs de Schenkeldijk. In eerste instantie een vreemde richtingverandering omdat Werkendam dichtbij is en daar het laatste Fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ligt.
Vlak na de Schans moet je trouwens eerst nog uitdokteren of je nu wel of niet goed zit als je bij een kapotte voetgangersbrug komt over de drukke tweebaansweg. Alle markeringen dwingen je de afsluiting te negeren en met wat klimwerk aan te tonen dat deze hindernis niet stoppend is.
Zo zag het er uit tot dec 2011 tot een vrachtwagen het middenstuk eruit reed. Eind april komt de nieuwe. |
Waarom de Waterlinie naar het zuiden afbuigt wordt duidelijk wanneer je achtereenvolgens het Werk aan de Bakkerskil en de Papsluis bereikt. Daar lees je op een informatiebord dat de aansluiting met de natuurlijke hindernissen van de Biesbosch werd gevonden door de inundatie van de tussenliggende polders aan de oostzijde daarvan.
sluitbalken van de Papsluis met op de achtergrond het Werk aan de Bakkerskil |
Langs de kreek de Bakkerskil ga je verder in een gebied dat aan elkaar geknoopt is met dijken. Die dijken zijn er niet voor niets in een polderland waar overstromingen hun sporen diep hebben achtergelaten.
"Daags na Sint Elisabeth 1421 woedde er 's nachts zo'n hevige storm, dat de wind met orkaankracht in Tiel en elders verschillende huizen omver blies en in Holland door dijkdoorbraken veel schade aanrichtte. Tweeduizend mensen zijn, naar men zegt, verdronken. Bij mensenheugenis was het niet voorgekomen, dat een overstroming zó erg en het peil van het zeewater zó hoog was. Bijna heel Holland is, evenals Vlaanderen en Zeeland ondergelopen. Hierdoor kwam ook de grote Zuidhollandse Waard onder water te staan en ging verloren. Er zijn kerken verplaatst, omdat het overstroomde gebied er nog steeds zo bij ligt en tot nu toe [hij is weliswaar tijdgenoot, maar schrijft dertig jaar later] helemaal niet kon worden herdijkt (uit: de Tielse Kroniek).[3]"
De Sint-Elisabethsvloed van 1421 was een watersnood die plaatsvond op of rond 19 november 1421, de naamdag van Sint-Elisabeth. Een hardnekkig misverstand wil dat de Biesbosch door deze stormvloed in één nacht is ontstaan. Bij deze vloed in de nacht van 19 op 20 november braken weliswaar de dijken van de toenmalige Groote of Hollandsche Waard, maar het duurde nog enige tientallen jaren voor het gehele gebied onder water stond en de Biesbosch met zijn kreken en riet vormde. (beide citaten van Wikipedia).
Na toch wel wat eentonig voortsjouwen in dit vlakke land ben je blij als je op de dijk bij het Steurgat staat. Daarna loopt het afwisselender naar Werkendam om tenslotte langs een drukke dijkweg jezelf te dwingen het laatste punt te bereiken, Fort Steurgat. Het enige bewoonde fort van de linie. Na een korte uitleg van een bewoonster keren we weerom op zoek naar een geschikte bushalte in Werkendam. Geen enkele die wij vinden vermeldt de verbinding met Woudrichem. Iets dat op internet wel werd aangegeven.
Tenslotte bereiken we al zoekend halte 'Plein', waar je zelf een plein bij moet denken. De buschauffeur brengt uiteindelijk uitkomst met de mededeling dat hij vanaf halte Tol-West het lijnnummer van zijn bus verandert en daarna met het nieuwe nummer door rijdt naar Woudrichem. Aan het eind van deze mooie wandeldag is dat het goede antwoord waarop wij wachtten.
De dagberichten staan in een totaalverslag verzameld:
Voor al mijn andere wandelingen in Nederland zie: mijn wandelingen in Nederland