Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

Verslag Olavspad (Gudbrandsdalsleden) 2016; wandelen Pelgrimstocht Oslo - Trondheim Deel 1


Op naar Olav


Scandinavië was vorig jaar goed bevallen. Na de hoge bergen van de Pyreneeën, de Alpen en het geklauter van de GR 20 op Corsica, vormde de leegte van de Kungsleden in het Zweedse Lapland een weldadige rust. Daarom heb ik voor de tocht van 2016 maar eens gegoogeld naar andere wandelingen in Zweden of Noorwegen. 
Sint Olav
Als eerste kwam het pelgrimspad St. Olavsleden te voorschijn. Dit pad van 560 km lang begint aan de Zweedse oostkust bij het plaatsje Selånger en volgt het pad dat Koning Olav in 1030 aflegde richting Nidaros, de toenmalige hoofdstad van Noorwegen. 
Koning Olav regeerde daarvoor al vanaf 1015 over delen van Noorwegen, maar verloor in 1028 de macht, die hij in 1030 trachtte te heroveren. Verder dan 1030 is hij niet gekomen, want vlak voor Nidaros, het tegenwoordige Trondheim, werd hij in een veldslag bij Stiklestad verslagen en gedood. 

Na zijn begrafenis in Nidaros vonden er rond zijn graf wonderlijke gebeurtenissen plaats. Zo zou er bij zijn graf een bron met geneeskrachtig water zijn ontsprongen. Het leidde tot een heiligverklaring en een drukke pelgrimage naar Nidaros. Na de reformatie en de overgang van Noorwegen naar het protestantisme verdween deze vorm van verering. Aan het eind van de vorige eeuw hebben enthousiastelingen deze route, in navolging van het succes van de populaire Camino naar Santiago de Compostella, weer nieuw leven in geblazen.

Ik was echter niet zozeer op zoek naar een pelgrimstocht, maar meer naar een wandeling in een mooie omgeving. Op dat punt kon de St. Olavsleden mij van de foto's en uit de beschrijving niet geheel bekoren; een te lange aanlooproute door het platteland van Zweden voordat het uitdagender terrein in Noorwegen wordt bereikt. Verder is Selånger moeilijker met openbaar vervoer te bereiken.

Bij een tweede zoekronde op internet stuitte ik op het Olavspad en een beschrijving daarvan in een Nederlandstalige gids. Ook dit pad werd geduid als een pelgrimstocht. Het betrof de wandelgids van Ria Warmerdam. Deze pelgrimsroute gaat natuurlijk ook naar Nidaros (Trondheim) maar start in Oslo. Dat trok mij meer. Makkelijk te bereiken, een stad om ook nog te bezichtigen en goede verbindingen vanaf de wandelroute terug naar Oslo of het vliegveld Gardermoen. Dit pad is wel wat langer, 643 km, maar dan verdelen we dat gewoon over twee jaar.

Gudbrandsdalsleden of Olavspad?
Na aanschaf van de gids las ik dat het eigenlijk gaat om het Gudbrandsdalsleden. Ria noemt dit pad in haar gids 'voor het gemak' het Olavspad. Toch een beetje meeliften op de naam Olav? 
Ja, wat is het nou; Olavspad, Gudbrandsdalsleden, St. Olav's path, Olavsleden, Olav's ways? Er leiden in ieder geval veel wegen naar Trondheim, dat is zeker. En allemaal hebben ze een verband met Koning Olav, of ze proberen een verband met de pelgrimage naar zijn begraafplaats te claimen. Maakt niet uit want het leidt tenslotte naar zijn graf. Je moet uiteindelijk een soort wandeldoel hebben. Bovendien is voor veel mensen een graf een onvermijdelijk eindpunt. Voor mij ook, maar dan voorlopig wel het graf van een ander. 

Voor een korte samenvatting van het verslag met ervaringen en tips ga naar mijn Review



Beginpunt verdwenen

Donderdag 4 augustus

Beeld in Vigelandparken
Afscheid
Judith brengt mij op deze vierde augustus naar station Hoevelaken. Ik had gevraagd om te wachten tot er echt een trein staat. Op zo'n reisdag naar een vliegveld moet het wel kloppen. De treinverbindingen naar Schiphol zijn de laatste dagen sowieso al een puzzel. Maar we zijn veel te vroeg en ik wil haar niet onnodig laten ijsberen. Kus, 'Tot over achttien dagen!'. 'Ik bel elke dag'. Dat doe ik ook echt, om te horen hoe het in Nederland gaat en zelf uit eerste hand 'het verhaal van de dag' te vertellen. Bij terugkeer ben je dan geen vreemde met een eigen avontuur. Het is dan al een beetje gedeeld. Later tijdens de wandeling heb ik dit ook aanbevolen aan Michael uit Leipzig. Hoewel, nu ik dit opschrijf; toen ik zijn leeftijd had belde ik nooit. Ik bestond weer bij terugkeer. Voortschrijdend inzicht?
vliegtuig na vliegtuig trekt zich de lucht in
Reis
Onvoorspelbaar is het grondpersoneel van de KLM de laatste tijd. Ze mogen van de rechter niet staken, maar een stiptheidsactie is snel bedacht. In alle rust kijk ik gelukkig een uur later op de kop van de B-gate naar het opstijgende verkeer. Langzaam trekken de 'bodies' zich de lucht in. Minuut na minuut een ander model en een andere bestemming. Om 11.50 zal ook mijn body in noordelijke richting verdwijnen. Eerst nog even een Nederlandse cappuccino.

Landing, bagagehal, rugzak om, Noorse kronen (NOK) pinnen, volg de pijlen naar het treinstation, hoe kom ik aan een kaartje? Het gaat in één rits door na aankomst op Oslo Lufthavn Gardermoen.
reclame voor de Noorse olie-industrie 
bij binnenkomst op vliegveld Gardermoen
Nu zit ik vanaf station Lillestrøm in een bus. Er zijn werk-zaamheden aan het spoor tussen Gardermoen en Oslo centrum. Ook hier al. Eenmaal in Oslo bevindt hostel Anker zich gelukkig nog wel op dezelfde plek, die ik op Google satelite had bekeken. 
Beddengoed, NOK 50 extra, is verplicht in verband met de hygiëne. Als je wordt betrapt zonder krijg je NOK 250 boete.  Hoe gaan ze dat controleren? Onnodige informatie, want je krijgt geen sleutel zonder beddengoed. Even later zitten mijn rugzak en ik naast ons beddengoed op bed. 15.00 uur, rust.

Oslo
Ook weer niet teveel rust, want ik wil deze middag en avond nog wat zien van Oslo. Daarnaast wil ik al een stukje van de route lopen. Zou ik morgen op het beginpunt starten dan moet er, vanuit hostel Anker gerekend, eerst een stuk tegen de richting in worden gelopen. En lopen met een zware rugzak door een drukke stad heeft niet zo'n aantrekkingskracht. Morgen moet er toch al een eind door de stad gewandeld worden om Oslo uit te komen.
Karl Johans gate
Tevoren had ik de keuze gemaakt om via de lange Karl Johans gate naar het Koninklijk Paleis te gaan en van daaruit naar het aangeprezen beeldenpark Vigelandparken door te steken. Al deze voornemens waren thuis met snelle streken gepland. In werkelijkheid heb ik deze middag en avond tegen de twaalf kilometer gelopen. Een goede opwarmer dus. Maar het was het waard. Alle drie voldeden ze aan mijn verwachtingen. De Karl Johans gate was een drukke wandel-winkelstraat met hier en daar Parijse terras-allure. 
Imposant domineert aan het einde het Koninklijke Slot. Met de brede gravel toegangslaan maakt het een statige indruk. Oplettend waren de wachtposten, die, anders dan in Londen bij Winsor Castle, daadwerkelijk om zich heen kijken. Wel een overeenkomst is er met het heen en weer marcheren. Niet passend bij hun traditionele uniform vond ik de antenne op hun rug. Beetje koddig-pragmatische benadering van de nieuwe Europese veiligheidssituatie.
Tussen het Koningsslot en het 'Vigelandparken' resideren de beter gesitueerde Noren of bedrijven. Statige en goed onderhouden villa's, waarin, net als in Den Haag, menig ambassade zich heeft genesteld. Links en rechts trekken Porsches, Audi's en Ferrari-sportwagens met luid geronk op tot wel 50 km per uur, om daarna weer meelijwekkend sputterend snelheid terug te nemen voor een volgende legitieme ego-sprint.
Vigelandparken
Vigeland overtrof mijn verwachtingen. Prachtig hoe deze beeldhouwer mannen, vrouwen en kinderen in herkenbare poses heeft uitgebeeld. Tegelijkertijd roepen deze figuren door hun naaktheid een vreemde nabijheid op, die zijn hoogtepunt vindt in de obelisk van opgestapelde, omarmende naakten. Naakten, die in allerlei houdingen met elkaar verbonden zijn. Mooi om een paar keer omheen te lopen.







Beginpunt
Na het beeldenpark volgde een flinke voettocht langs de oevers van de Oslofjord met onder andere het fort Arkerhus en het fascinerende Operagebouw. Dat gebouw ziet eruit als een onderzeeboot of een octopus die langzaam te water gaat.
grauwe, weinig goeds voorspellende luchten boven de Oslofjord
fort Arkerhus
Operagebouw van Oslo
De Mariakerk wordt in de gids als startpunt van de pelgrimstocht genoemd. Als verduidelijking is een foto afgedrukt van een stenen zerk met erin gebeiteld het aantal kilometers naar Nidaros. Op het aangegeven punt wachtten echter verschillende metamorfoses. De kerk bleek niet meer dan een verzameling fundamenten, deze avond bevolkt door rondhangende jongens. Links en rechts waren op enige afstand van de kerkrestanten letterlijk omheinde bouwputten uitgegraven met de daarbij gepaard gaande hijskranen en graafmachines. Een start zoals in de gids afgebeeld was daardoor alvast niet mogelijk. De afgebeelde zerk met de beloofde 643 kilometer was nergens te bekennen. 
fundamenten van de Mariakerk
Na een half uur zoeken heb ik deze nieuwe waarheid maar geaccepteerd en met een omtrekking van de bouwput aansluiting gezocht met de echte route. Daar wist Oslo mij opnieuw te verrassen. Nog geen kilometer verder was nog een kerkfundament in de aanbieding. Deze restanten van de St. Hallvardskathedraal waren zonder mij te informeren tot het nieuwe - of tijdelijke - startpunt aangewezen.
Daar stond ineens ook de eerder beloofde startmarkering. Dan maar hier de voorgenomen selfie. Dat viel tegen, want mijn stick van goedkope kwaliteit, was niet bestand tegen het gewicht van mijn mobiel. Hij draaide voortdurend om en van mijn gezicht weg. Dan heb je een probleem voor een selfie.
De toenemende ergernis concentreerde zich op de zichtbare helft van mijn pelgrimsgelaat. Ten slotte maar een ouderwetse poging vanuit de losse pols. Na enkele wazige opnames van afwisselend een hoofd en een paal bleef er een goed plakken. Tezamen met een andere opname met mijn minirugzak afdoende bewijs van de opening van deze tocht.





Kerkhofwater

Vrijdag 5 augustus, wandeldag 1
Gepland: van Oslo naar minimaal omgeving Hvam, ± 20 km
Daadwerkelijk: van Oslo tot net voorbij Skedsmo, ± 25 km
Kerkhof van de Ostre Aker Kirke in Oslo
Eerste meters
Gisterenavond heb ik in de Oslose wijk Galgeberg nog de eerste honderden meters over het pad gelopen. Ik werd het na de lange reis- en site-seeingdag zat, het was inmiddels 19.30 en ik kreeg trek. Verder weet je het op zo'n Galgeberg maar nooit. De route terug naar de hostel liet een andere moderne ontwikkeling in Oslo zien. Ze voerde langs diverse moskeeën en door een wijk met een sterk Noord-Afrikaans karakter, die gaandeweg ook emplooi bood voor Aziatische immigranten. Daarom ben ik daar, op de eerste Noorse dag, maar in een Indiaas restaurant gaan eten. Na het passeren van een drietal Pakistaanse elftallen, die zich breed posteerden op het trottoir, vervolgde mijn doorsteek langs een reeks Aziatische en Oosterse winkels en uitstallingen, hier en daar gelardeerd met Oost-Europese bedelaars. Oslo is dus een moderne Europese stad waar ook Noren wonen.
Complimenten
Gevoelsmatig was de echte start natuurlijk vandaag, vrijdag 5 augustus. Via een andere route dan gisterenavond kwam ik weer terug op het pad. Al snel kreeg ik in de gaten dat dit pad niet zo maar een beetje in elkaar geknutseld is. Hartverwarmend is de aandacht die aan dit pad is besteed; een betere markering heb ik nog niet eerder meegemaakt. Nog niet op alle lantaarnpalen zit een sticker, maar het scheelt niet veel. Zelfs later in het bos en op het platteland hingen de bordjes veelvuldig aan takken of stond er steevast een paaltje op elke hoek. Petje af. Complimenten voor de organisatie achter dit pelgrimspad.
Die stimulans van goede markeringen had ik ook wel een beetje nodig. Bij de start om 08.45 bij hostel Anker liep ik al in mijn regenjas. Afwisselend aan - uit ging dat door tot 13.30 bij het bereiken van de buitenrand van Oslo.

Lopen in de stad
Verbaasd waren wij allebei zo midden tussen de wijken en bedrijventerreinen. De reebok hield mij goed in de gaten. Veel ruimte om te vluchten had hij overigens niet. Twintig meter links van hem liep de vierbaans E-6. Vijftig meter naar rechts stond die mens met die rugzak en tweehonderd meter voor hem lag de Ikea. Niet direct een plek waar je als ree naar toe wilt. Ook ik ging niet naar de Ikea, hoewel ik nog even dacht aan de mogelijkheid van een verlaat extra ontbijt. 
Zoals verwacht was het verlaten van Oslo geen pretje. Veel lopen langs verkeerswegen met druk verkeer. Hoogtepunt was de eerste rust bij de door Ria Warmerdam in de gids al aangeprezen 'Baker Hansen'. In deze konditorei met vriendelijke bediening kon de regenjas even uit en gingen er een cappucinno en kanelbolle in. 
Minder briljant was dat mijn camerabatterij er bij de Ostre Aker Kirke mee stopte. De aanblik van zoveel graven was blijkbaar de doodsteek.
Ostre Aker Kirke
Dieptepunt was de tweede rust in de dug-out bij een sportveld vlak voor de wijk Furuset. Ik zat wel droog in mijn dug-out, dat wel, maar verder was er weinig te beleven op dat sportveld in de regen. Ook de landloper, die de andere dug-out had omgebouwd tot 'slaapvertrek' had niets te melden. Eerlijk gezegd bleef hij gelukkig verscholen in zijn slaapzak tussen zijn tassen met waardevolle spullen.
mijn eigen dug-out
Good bye Oslo
Eenmaal buiten de stad ging het een stuk beter. Het werd droog en zelfs de zon ging schijnen. In de wandelstand werden de stokken gesteld en daarna ging het de eindeloze natuur in. Althans dat dacht ik. 
Het bosgebied direct buiten Oslo in de richting van het dorp Hvam was prachtig. Ik leefde helemaal op. Dit herkende ik. Klimmen, dalen, over stenen en boomwortels. Hier en daar een beekje, mooie bankjes om te zitten, hardlopende mensen in het bos. Prima. Maar na vier kilometer was dit bos voorbij en stond ik bij een bedrijventerrein in aanleg; Lahaugmoen. Daarna volgden voornamelijk asfalttrajecten. Gelukkig wel door boerenland.
Olavsgaard, het aangeraden hotel in Hvam, kwam te vroeg in de middag en lag ook niet meer op de hoofdroute. Het eindpunt werd eenvoudig verlegd zonder te weten waar of wat dat zou worden. We zien wel. Met de gedachte dat er misschien bij de kerk van Skedsmo gekampeerd kan worden werd dit het nieuwe doel. 
Over akkerranden, bosranden, langs achtertuinen en na een hernieuwde passage van de snelweg E-6 bereikte ik de kerk van Skedsmo, mijn tweede kerk en tweede kerkhof van vandaag.
Het kerkje was best aardig om te zien. Belangrijker was het omringende kerkhof. Met de opmerking van Ria Warmerdam in gedachte ging ik op zoek naar de waterkraan, die volgens haar op elk Noors kerkhof te vinden is. Een waardevolle vermelding in haar gids. Met twee liter water kwam ik weer terug. Duidelijk maakte die zoektocht tevens, dat mijn idee om hier te kamperen niet aansloot bij mijn, en vermoedelijk ook niet bij de Noorse ideeën over goede normen.
Kerk en begraafplaats van Skedsmo
Na  een beeld van St. Olav in volle wapenuitrusting te hebben bewonderd, ging het om 16.30 opgetopt met water toch maar weer voort. Zevenhonderd meter verder bood een boerderij met glad gemaaid gazon rond het huis kansen voor een prachtige kampeerplek. Dat zag ik al helemaal voor me, maar de boerin niet. Wel wees ze mij een halve kilometer verder gelegen, ingerichte plek waar dat wel zou mogen. En daar zit ik nu. Subliem. Pontificaal ben ik de enige trekker, die gebruik maakt van deze super de luxe plek met picknickbank, kampvuurplaats en kampvuurhout. Oh ja, en ruimte voor ongeveer twee tentjes. Dit Olavpad zit duidelijk in de groei, ze zijn goed bezig.

Avond in Skedsmo
Sinds anderhalf uur schijnt de zon volop en ik moet nu echt stoppen met schrijven anders verbrand ik. We gaan daarom over naar het diner en dienen dit op in zakvorm. Pasta carbonare, het smaakt er ook naar en volgens de verpakking heb ik morgen weer voldoende energie. 

Hoewel het de hele dag muggenvrij is gebleven trek ik mij om half negen terug in de tent. 
Lekker nog even genieten van de e-reader. Het wordt eerst een kennismaking met het boek 'Altijd Lapland' van Gerrit Jan Zwier. Door bekende namen van vorig jaar als Jokkmokk en Kvikkjokk was het mij opgevallen. Eens lezen hoe hij dat lege land heeft ervaren. 
Als afsluiting van de avond nog een sudoku op medium niveau, dat is na vijfentwintig kilometer al moeilijk genoeg. Vlak voordat ik om half tien ga slapen zie ik, op mijn uit de krant gescheurde overzicht, dat de Olympische Spelen van Rio vandaag worden geopend. Hoe blijf ik op de hoogte van de Nederlandse verrichtingen? 
Afgeleid bij al dit rommelen en lezen wordt ik niet. Er zijn sinds vijf uur twee hardloopsters en een auto voorbij gekomen op de gravelweg. Geen wandelaars of pelgrims. Zit ik wel op het goede pad? 





Hoogspanningsleidingspad

Zaterdag 6 augustus, wandeldag 2
Van Skedsmo naar Kløfta, ± 18 km
± 8 uur, inclusief lange rust en zoektocht naar slaapplaats
rust in de regen

Hopelijk ziet niemand me
Vloekend strompelde ik op de scheiding tussen een bos en een akker. Ook al liep ik alleen, natuurlijk wel binnensmonds. Stapte ik teveel in het koren op de akker dan werd alles nat tot mijn knieën en helde ik over naar de bosrand dan loosden vette sparrentakken hun lading opgespaarde druppels tegen mijn gezicht en schouder. Echt een regenpakkentest. Er had hier een pad moeten lopen volgens de kaart. Dat dacht ik toen met mijn beslagen bril. Nu ik thuis rustig met een vergrootglas de kaart bekijk zie ik dat het de weergave van een hoogspanningslijn is.

Toen hoopte ik dat er in de bosrand een geschikte plek zou zijn om verdekt mijn tent op te zetten. Niks in die natte bende, zonder aansluiting naar het dorp Kløfta, kon mij bekoren. Doorlopen maar. Tot na achthonderd meter het bos wel ophield maar de akkers niet. Dan nog maar een stukje de hoek van het bos om en verder langs iets dat op de grens tussen twee akkers leek. Dat liep dood in een andere akker. En overal stond het koren tot boven mijn knieën. 'Ik ga toch echt niet die negenhonderd meter teruglopen'. Je praat tegen jezelf zonder geluid te maken en zoekt naar redenen om niet terug te gaan en tegelijk je geknoei te verklaren. Daarmee wordt het aantal mogelijke oplossingen flink teruggebracht. 
Jan Kaas op safari in Noorwegen
Je maakt een korte beoordeling van de toestand: op tweehonderd meter afstand komen zo nu en dan auto's voorbij. Daar loopt dus een weg. Ik scoor bij de Noorse bevolking niet als ik als een natte zombie ineens door het koren een nieuw pad ga maken. Dat geldt zeker voor de boer van deze akker. Er is echter een lager gelegen slenk in het terrein waar de wind al delen van het koren heeft plat geslagen. Dat heeft twee voordelen; ik verniel minder koren en minstens zo belangrijk; vanuit de boerderij zal ik lange tijd niet te zien zijn. Hoe sneller ik loop, hoe minder kans op onderkenning. Voorwaarts.
Na een paar minuten met versnelde pas bereik ik eindelijk de weg. Nu nog net doen of ik al tijden op deze weg wandel, ook al loopt het Olavpad hier helemaal niet. 
'Wat een gekl..t'. 'Hoe oud was ik ook al weer?'. 'Verdringen, doorlopen'.

Shop til you drop
Vanochtend was ik met droog, maar bewolkt weer vertrokken. Over een lange voormalige spoorlijn liep het door het bos naar het dorpje Leirsund. Bij binnenkomst van het dorp zag ik de verwijzing naar een 'Pilegrimsherberge' op vierhonderd meter van de route. Ik had goed geslapen in mijn tent en had nog geen idee wat ik me moest voorstellen bij zo'n herberg. 
Via asfaltwegen en fietspaden ging het naar de zogenaamde Frogner Kirke. Onderweg er naar toe aanleiding voor enkele foto's, die je alleen maakt op de eerste dagen. Daarna wordt het zo gewoon, dat het niet meer opvalt. Bijvoorbeeld de verzamelingen brievenbussen aan de begin van een bosweg voor alle mensen die daar ergens in dat bos wonen. Of van een 'stabbur'. In de gids uitgelegd als de traditionele voorraadschuur op het erf van een boerderij. Men bewaarde er zaken als graan, meel en gezouten vlees. Ik zou er nog honderden zien. 
Stabbur
Vlak voor de Frogner Kirke ging het door kniehoog gras, dus kniehoog nat. Direct weer aanleiding voor een korte rust om rond te kijken en voor een aanvulling van de watervoorraad vanuit de kerkhofkraan. 
Snel verder naar de beloofde supermarkt in het centrum van dit oord: de KIWI mini prisJa en dan ga je los; een cola, twee broodjes, een stuk taart, een tube smeerkaas met garnalensmaak en een pakje plakjes cheddar cheese. Daarna relaxen en buiten op een bank het gewicht verminderen door de cola samen met de taart direct te consumeren. (Voor dieetgangers; het gewicht van mijn rugzak).
Rulla
Na Frogner volgt voor de afwisseling een asfaltfietspad naast een domme tweebaansweg. Echt mooier werd het in het bos voorbij het dorp Lindenberg. Slingerend over smalle paden steeg het licht tot een paar grote rotsblokken, de Vilbergfjellet. Zo te zien ook regelmatig een post voor een oriënteringsloop. Aardig, maar geen potentiële rustplek.
Mooier vond ik even verder de 'Olavsgang'. Je loopt er tussen rotsen als waren het muren van mos. Rusten werd verschoven tot vlak voor het einde van het bos bij het huisje Rulla genaamd. 
Zoals bijna altijd bij dit soort huisjes en hutten in Noorwegen was er geen bewoner te bekennen. 
Mijn tijdelijke onderkomen bij Rulla. De strepen op de foto zijn straaltjes water.

Het aangename van Rulla was de kleine schuilhut. Een soort overkapping waar net een auto in zou passen. In plaats van die auto stond er een tafel en een leunstoel. Die stonden er natuurlijk voor mij. Binnen minuten was de tafel omgebouwd tot een koffiezetcorner. Groter was het voordeel dat we droog zaten, want vanaf elf uur regende het voldoende voor volledige regenkleding. 
de koning van Rulla
De eerste lotgenoten
Ik zeg we, omdat kort na mijn aankomst twee Noorse bessenplukkers mij vergezelden. Al vanmiddag zou er bij hun thuis bessenjam op het menu staan. Naast mijn eigen koffie kreeg ik nu ook Noorse koffie uit een thermosfles. Het Noorse echtpaar ging en even later meldden zich twee Duitse meiden van een jaar of tweeëntwintig.  Zo zie je twee dagen niemand en dan ineens vier mensen. 

Sina en Vivian (zou ik twee dagen later horen) hoorden helemaal niet bij elkaar maar hadden elkaar ontmoet in de Pilegrimsherberge van Leirsund en vormden sinds vanochtend een team. Sina, studente kunstgeschiedenis, was ervaren. Ze had de Camino naar Santiago de Compostella gelopen. Ze sprak gemakkelijk over dagtrajecten van dertig of meer kilometer. 'Geen onderkomen te vinden op de geplande plek, dan lopen we toch gewoon nog tien kilometer verder'. Ik wordt altijd huiverig bij dat soort uitspraken.

Voor Vivian, krankenschwester in ausbildung, was dit de eerste wandeltocht van haar leven. In twee dagen tijd had ze al veel geleerd. Bijvoorbeeld dat je in Noorwegen ook eten kunt kopen en geen zware Duitse worsten hoeft mee te slepen. Ook boeken wegen goed door had ze vastgesteld. Zeer herkenbaar uit mijn eigen ervaring was de aanschaf van een nieuwe regenjas. Ook ik had ooit in Schotland gemerkt dat een supermarkt-regenjas vooral goed water tegenhoudt aan de binnenkant. Of ze bang waren dat ik ook naar het volgende pelgrimsovernachtingsadres zou gaan weet ik niet, maar na een half uur schoten ze schielijk in volledig regentenue en waren opvallend snel weg. 

Kløfta
Naar zo'n pelgrimsonderkomen wilde ik helemaal niet. Ik had toch een tent en je mag toch vrij kamperen in Noorwegen. Daarom passeerde ik twee kilometer later de tot hutten verbouwde stabbur bij de enorme boerderij Arteid Vestre en stapte opgewekt verder in de regen. Ook na de eerder beschreven route door het korenveld bleef het moreel goed, maar was een beetje leuke overnachtingsplek toch welkom. Het pad voerde vervolgens over een golfbaan. Daar waren weinig mogelijkheden als je de greens buiten beschouwing liet. Zo langzamerhand dreigde ik het dorp Kløfta voorbij te lopen en dat was nou net niet de bedoeling. In Kløfta bevonden zich volgens de gids nu net 'alle voorzieningen'. Je moet dan gaan inleveren op je overnachtingswensen. Deze nacht geen groen veldje bij een kabbelende beek of bij een mooi meertje. 
midden op de foto zie je nog net het puntje van mijn tent, 
Het werd tenslotte een verdekte plek onder een hoogspanningsleiding, vlakbij een rotonde op honderd meter van de snelweg E-6. Voordeel was dat ik er niet op hoefde te letten of ik teveel geluid maakte. Je wordt ook snel met het opzetten van je tent in de regen. Na vijftien minuten stond alles redelijk droog overeind.
Om zes uur ging ik op pad. Laat 'alle voorzieningen' maar komen. Al bij het oversteken van de E-6 had ik het wegrestaurant Marché gezien en virtueel als een goede mogelijkheid gewaardeerd. Toch even verderop kijken. Twee kilometer verder bij het spoorwegstation had ik een supermarkt en een pizzeria gepasseerd. Ze waren niet echt uitnodigend geweest. 
Dan maar aan de andere kant van de spoorlijn kijken. Daar trof ik nog een vage kebabtent en een tweede pizzahuis. Weer twee kilometer verder draaide ik om en vond op de terugweg het overdekte winkelcentrum. Alleen was dat inmiddels om zeven uur op deze super zaterdagavond gesloten. 'Misschien was dat wegrestaurant helemaal niet zo'n slecht idee.' 'Dat is natuurlijk 24/7 open en daar hebben ze altijd goed eten'. Je moet jezelf blijven bemoedigen anders gaat de aardigheid eraf. 
'Good evening, could I have diner here?' Ze begreep mij niet, de Aziatische bedienster. Dan maar een Noor erbij halen. Bij hem lukte het wel en hij ondersteunde mijn keuze voor zalm met aardappelen, hoewel het geen zalm zou worden, maar de geserveerde vis er wel naar zou smaken. Oké. Met een bonnetje en een cola kwam ik bij de aardige caissière. Ik had geluk. Over tien minuten ging de zaak dicht. Maar omdat ik al binnen was, mocht ik alles rustig opeten. Hoeveel geluk kan een mens verdragen. Zelfs mijn mobiel mocht ik gratis opladen. Het smaakte heerlijk en tevreden met de E-6 ging ik terug naar mijn tent. Mijn eerste zaterdagavond op het Olavspad.





Verbindingsstuk

Zondag 7 augustus, wandeldag 3
Van Kløfta naar Mogreina (2 km zuid van Risebru)
± 10 uur inclusief rusten, ± 25+2 km


Verbindingsstuk, een understatement. Als Frank en ik dat de afgelopen jaren tegen elkaar zeiden dan wisten we beiden dat het een minder mooi, weinig inspirerende etappe was. Nou het is goed dat Frank niet mee is. Hij zou gebaald hebben van het weer, van deze verbindingsstukken en van de moeilijke verzorging. Saai dus, als je het gebulder van Gardermoen Airport en de Gardermoen dragracebaan daar ook onder laat vallen. Ria Warmerdam geeft in haar gids slechts twee sterren van de vijf voor het traject van vandaag. En van gisteren, en van eergisteren en van morgen. Veel asfalt. Zelf loopt ze op haar derde dag negenentwintig kilometer. Dat schiet lekker op. Maar ik ben niet gebonden aan herbergen, hutten of hotels. Ik kan kamperen waar ik wil, denk ik. Deze dag werd een dieptepunt met slechts enkele flonkerende momenten.
hoe zou het weer zijn?
Ontbijt
Door het lichte tentdoek denk je bij het ontwaken altijd dat buiten de zon schijnt. Dat kwam helaas niet overeen met het getik op mijn tentdak. Gelukkig klinkt dat altijd weer erger dan het werkelijk regent. Maar zonnig was het niet om tien voor half zeven. Eruit. Weg hier uit dit hoge, natte gras. Ik heb mijn plan al klaar. We gaan naar de nabij gelegen Ullensaker Kirke. Dan kan ik op het kerkhof mooi mijn watervoorraad aanvullen en dan kunnen we daar lekker ontbijten. 'Er zal daar wel een picknicktafel zijn waarop ik thee kan zetten'. Hoop ik.
Om acht uur was er op deze zondag gelukkig nog geen kerkdienst gaande. Er kwam wel ineens een buurman met een grote herdershond langs. Waarschijnlijk meer om te kijken wat die vreemdeling achter de kerk deed, dan om zijn hond uit te laten. Blijkbaar werd ik als ongevaarlijk beoordeeld, zodat ik in alle rust kon eten. Niet op het kerkhof maar op een muurtje naast de achteringang van de kerk. Lekker hete thee en roggebrood met garnalensmeerkaas.
platteland in de buurt van de Ullensaker Kirke
Blaartrekkend 
Om er te komen liep ik sinds de Ullensaker Kirke al een uur droog in mijn normale wandelbroek door een boerenomgeving. Tja, wat te doen? Gelukkig had Ria de aanwijzing gegeven dat aan de overkant van het veld in de bosrand een gele pijl te zien moest zijn. Ik zag hem en zag ook de driehonderd meter brede akker met hoog koren waar nog nooit iemand doorheen was gegaan. Toch moest dit de goede plek zijn, want de beschreven markeringssteen en paal stonden inderdaad op dit boerenerf. Het was bijna een kilometer te laat voor haar andere aanwijzing om de alternatieve route te nemen. Dan maar verstand op nul en recht op de gele pijl af. Goed voor de doortastendheid-score, minder hoge punten voor het aspect voorbereiding. Zonder regenbroek dook ik het korenveld in. Het resultaat was een nieuw pad en een natte broek tot aan mijn kruis. Alleen dit keer liep het water ook mijn schoenen in. De rest van de dag liep ik in natte schoenen en dat zou me later opbreken.
een soortgelijk veld met minder hoog, kniehoog koren
De route was vijfhonderd meter verder vervolgens verdwenen, omdat het bos was gekapt. Na lang zoeken, klimmen over hekken en wegzakken in kuilen, werd een bruggetje bereikt waar, op handen en voeten met de zak nog op de rug, een omgevallen boom werd getrotseerd. Hier kwamen niet veel wandelaars was mijn conclusie. Maar, belangrijk, ik zat weer op het pad. Via een nauwelijks betreden paadje klom ik omhoog, angstvallig de gele pijlen volgend. Als afsluiting van dit tracé dook opnieuw een akker op. Dit keer waren mijn grenzen verlegd. Het koren kwam maar tot kniehoogte, ik kon de tractorsporen volgen en mijn broek en schoenen waren toch al nat.  Allez hè, waar hebben we het over.
Tijd voor een rust
Over gravel en asfalt ging het verder. Na de natte klimpartijen negeerde ik de Hovin Kirke. Even geen kerk en kerkhof. Toch besloot ik te stoppen bij een graf; bij de grafheuvel van de lokale Koning Rakni uit de zevende eeuw. Volgens de beschrijving hadden honderden mannen aan zijn graf gewerkt. Maar dan heb je ook wat; vijftien meter hoog en zevenenzeventig meter breed. Wat mij nog meer aansprak was het meertje direct in de buurt van het graf. Wellicht kwam de grafaarde daar vandaan. Het ponton dat er dreef heb ik naar de kant getrokken en tot tea lounge ingericht. Liggend thee drinken, dat is het helemaal.
Gebulder
Uren ging het daarna door bossen, langs de snelweg E-6, over vele asfaltwegen, met het gebulder van vliegveld Gardermoen voortdurend aanwezig en om de minuut de explosieve start van een dragrace; enkele seconden heel veel lawaai. Lichtpunt was mijn eerste Noorse 'waffel', het nationale gerecht dat te pas en te onpas wordt gegeten en overal wordt aangeboden. In mijn geval met een blik cola in een tankstation. Super.

Camping
Eindelijk na de voorgaande dagen met kamperen in het veld en langs de weg, stond er een camping op het programma. Ik had hem zelf ontdekt op de kaart in de gids. Ria had hem niet vermeld. Na twintig kilometer begon ik uit te zien naar de douche en een scheerbeurt, lekker. Tegen vijven boog ik bij Risebru af naar het zuiden voor de extra twee kilometer. Tot dan was het droog geweest, maar nu moest de regenjas weer aan tegen de motregen. Ik schoot lekker op en in het dorpje Mogreina vroeg ik meer naar de bekende weg aan een meisje of het nog ver was naar de camping. Ver was het niet, maar voorzichtig vulde ze aan dat die mensen er vorig jaar mee gestopt waren en de camping nu gesloten was.

Vriendelijk heb ik haar bedankt voor de informatie. Een B&B was er volgens haar niet in het dorp. Ik had geen plan B. Toch maar eigenwijs verder om te kijken hoe gesloten die camping dan wel is. Nou, niet erg. Je kon zo over de toegangsketting stappen. Het meisje had zich waarschijnlijk vergist. Hij moest al minstens twee jaar gesloten zijn. In het voormalige sanitair gebouw groeide bij de ingang al boompjes tussen de vloerplanken. De deuren waren wel keurig afgesloten en de buitenkranen waren buiten werking. Ook veel hutten stonden er afgesloten en treurig bij.

Aanvullende verkenning leverde een werkende kraan op bij een privé huisje, net buiten deze negorij. Zoals zoveel van dit soort huisjes niet bevolkt, dus snel toeslaan. Daarmee was in ieder geval die levensbehoefte afgedekt. Zin om verder te gaan had ik na zevenentwintig kilometer niet meer. Op een plek waar een hutje was afgebroken, was de bodem horizontaal en zou ik ook uit het zicht staan. 'Dan wordt ik vannacht de enige bewoner van dit voormalige huttenpark.' 
Bij het nabij gesitueerde sanitair gebouw was een soort veranda waar ik kon zitten en koken. Rond zes uur natuurlijk wel de dagelijkse debriefing aan Judith. Ze hoorde aan mijn stem, dat dit geen succesdag was geweest. Gelukkig had ik mijn e-reader nog. Vroeg slapen en deze dag snel vergeten.





Eidsvoll gamle prestegård

Maandag 8 augustus, wandeldag 4
Van Mogreina (2 km zuid van Risebru) naar Eidsvoll gamle prestegård
± 6 uur inclusief rusten, ± 2+16 km

Biff-burger
Hoe groot moet een hamburger zijn om lekker lang te schuilen? De goedkoopste speciale aanbieding van NOK 25 viel meteen af, te klein. Zou ik om half tien 's morgens gaan voor Medium, Large, X-Large of XX-Large? 
Ik koos large; 150 gram. Als start een cappuccino, gauw tien minuten. Toen die beefburger met bacon en met cheese. Er zaten ook tomaten, sla en uienringen op. Allemaal buitenaardse gerechten, die tijdens het stappen in het bos in je regenpak alleen als Pokémons voorbij komen. Tel de voorkomende bediening er bij op en het benzine-station van het dorp Raholt zou zo de Noorse Esso-service award 2016 kunnen winnen. Droog, warm, eten, drinken, aantekeningen maken voor mijn blog, wat wil je nog meer? Meer dan een uur later betrad ik de vochtigheid weer. Veertien graden en koude handen-regen, wat wil je nog meer!
Esso benzinestation Raholt; nominee Norwegian Esso Service award 2016
Pokémons
Over Pokémons gesproken, die game was tijdens mijn wandeling nog in de eerste hype sfeer. Overal zag je jongeren in van alles dat enige begroeiing vertoonde. Niet dat ze dat zelf in de gaten hadden. Als wandelende cocons gefocust op hun mobiel liepen ze heen en weer, geen idee waar ze waren. 
Kerkhof Eidsvoll Kirke: Pokemon territory
De ene keer zag ik ze Pokémons verzamelen in de bosrand, natuurlijk nooit diep in een eng bos, en vandaag liepen ze met dezelfde onnozelheid net zo makkelijk tussen de graven van het kerkhof van Eidsvoll Kirke. Waarschijnlijk komt dat omdat de uitleg van Pokémon te lezen is op een site die iCulture heet. Cultuur kent geen grenzen.

Alles mobiel
Om bij het Esso-station van Raholt te komen was ik vanochtend al om zes uur opgestaan op mijn takken-, eenpersoons-, niet-meer camping. Wel heb ik aan moreelsverhoging gedaan door mij te wassen en te scheren. Bij dezelfde privé tuinkraan van gisteren water gehaald in mijn mobiele wasbak en eindelijk een goede opfrisser genomen.
Om half acht was alles gelukkig ingepakt en klaar voor vertrek, want toen begon het te regenen. Eerst nog rustig. Bij de basisschool in Mogreina liet een geïnteresseerde vrachtwagenchauffeur mij op zijn mobiel zien dat het vanaf half negen tot elf uur echt hard zou gaan regenen. Kijk, daar heb je wat aan. Regenbroek aan en regenhoes om de rugzak. Niet dat die laatste veel tegen houdt, maar het gaat om het idee.

Cultuur
De weersverwachting kwam helemaal uit. Na het benzinestation naderde ik in steeds hardere plensregens het dorp Raholt en toen ik het tegen elf uur verliet was het droog. Tijdens die plensbuien bleef de stemming overigens goed. Je wordt niet afgeleid en het tempo blijft hoog.
Eidsvollbygningen
Na raholt ging het alsmaar over asfalt naar Eidsvollbygningen. Dit landhuis met bijgebouwen, nu een museum, is voor de Noren van geschiedkundige waarde. Tot het einde van de Napoleontische tijd viel Noorwegen onder het Koninkrijk Denemarken, dat de kant van Napoleon koos. Op de website Noorwegen Geschiedenis lees ik het volgende ter verklaring van het belang van Eidsvollbygningen:

Om het verlangen naar zelfstandigheid in Noorwegen een halt toe te roepen, zond koning Frederik VI zijn neef en kroonprins Christiaan Frederik in 1813 als stadhouder naar Noorwegen om te redden wat er te redden viel. Maar al in 1814 moest Frederik VI bij de Vrede van Kiel Noorwegen aan Zweden afstaan. De oorspronkelijke Noorse koloniën IJsland, de Faeröer en Groenland bleven bij Denemarken.
De Noren waren het er echter lang niet mee eens wat er in Kiel over hen was beslist. Christiaan Frederik weigerde zijn functies over te dragen aan de door de Zweedse koning benoemde gouverneur-generaal. In februari 1814 belegde hij in Eidsvoll een bijeenkomst met Noorse notabelen; de vergadering verzocht de prins het ambt van regent waar te nemen tot een grondwetgevende vergadering had kunnen overleggen over de toekomstige regeringsvorm. De grondwetgevende vergadering kwam in april bij elkaar en op 17 mei werd een grondwet aangenomen en door de inmiddels tot koning uitgeroepen Christiaan Frederik bekrachtigd. De grondwet maakte een einde aan de absolute macht van de koning. (17 mei is in Noorwegen een nationale feestdag).
In mijn regenpak heb ik wat foto's gemaakt van de diverse standbeelden en gebouwen. Zin om het pak uit te trekken en het museum te bezoeken had ik niet. Om de etappe van vandaag naar twee sterren te trekken volgde er een mooi stuk langs kleine meren en door akkers. Hoewel ik mijn regenbroek aan had werden mijn schoenen nog natter. Door het vocht van gisteren binnenin de schoenen heb ik voor het eerst in lange tijd blaren. Deze nieuwe nattigheid maakt het niet beter.


Eidsvoll gamle prestegård
'Ga maar naar binnen, de sleutel ligt in de brievenbus'.
'Waar mag ik mij installeren?'
'Zoek maar een kamer uit op de tweede verdieping' zei de vrouwenstem aan de telefoon. 'Vanavond kom ik wel langs'. 

Om kwart over een was ik bij het voormalige parochiehuis van de Eidsvoll Kirke aangekomen. Huis is hier een verkleinwoord. buitenhuis past beter. Ervoor lag een groot gazon en erachter een ruime tuin. Die dominees woonden hier vroeger niet verkeerd. 
Dat ik allang binnen was geweest heb ik de vrouw maar niet verteld. Toen ik teleurgesteld aan de gesloten deur had gevoeld, was mijn tweede reactie een blik in de brievenbus geweest. Laten we het maar intuïtie noemen. Verder dan de hal en wat geroep was ik niet gegaan. 

Schoenen uit en naar binnen. Het was duidelijk een niet meer bewoond huis. In een kamer stonden meubelen onder lakens. De keuken daarentegen was ruim, modern en zo te zien nog regelmatig in gebruik. Ruime hoeveelheid borden, bestek, werkende koelkast. Voor wandelaars en pelgrims een soort hemelse omgeving waar je voorzichtig in binnen treedt en met steeds grotere verwachtingen de kastjes opent. Later kwam ik erachter dat dit voorraden waren van de amateurtoneelvereniging, die hier haar oefenruimte heeft.

Op  de bovenverdieping waren twee kamers op een huttenmanier ingericht met meer bedden dan in een normale slaapkamer. Als enige bewoner zocht ik de mooiste uit en koos het bed met de beste toegang tot licht en elektra. Verder rondneuzen leverde een grote bad/douchekamer op de tweede verdieping op en een wasmachine en doucheruimte op de eerste. Best leuk om op je gemak door zo'n huis te struinen en al deze gehoopte luxe te vinden. 
Plan de campagne: eerst vier-dagen-stinkkleren wassen, zodat die nog in de zon kunnen drogen, vervolgens douchen en daarna relaxen. Wel in een rustig tempo.

Middag en avondprogramma
Eenmaal geïnstalleerd in de oude pastorie van Eidsvoll Kirke heb ik eindelijk na vier dagen een heerlijk hete douche genomen. Wat een weldaad. Daarna blaren prikken en zo goed mogelijk afdekken tegen vervuiling. Mobiel opladen. Even lekker liggen. En ineens werd ik weer wakker. Beneden in de hal hoorde ik gerommel. De twee eerder ontmoete Duitse meiden, Sina en Vivian maakten hun opwachting. Door mijn voorsprong in de tijd kon ik ze meteen inlichten over het huis en hun kamer. De andere van de twee.
Tegen vijven heb ik voldoende gerust en moed geput om de anderhalve kilometer naar Eidsvoll dorp te lopen. Het heeft zelfs een centrum. Binnen een kwartier heb ik, inclusief boodschappen doen, het hele centrum verkend. Niet opwindend. Mooier is het meer. Het is eigenlijk een uitloper van het Mjøsameer, met een grootste lengte van honderdzeventien kilometer van Eidsvoll naar Lillehammer en een breedste stuk bij Hamar van vijftien kilometer is het het grootste meer van Noorwegen. Dat wordt dus de komende dagen een regelmatig terugkerende metgezel. 
Na een Noorse Chinese maaltijd ben ik teruggegaan naar het parochiehuis. Tegen zeven uur kwam de vrijwilligster van de parochie om de NOK 250 te incasseren; heel keurig met een geschreven kwitantie. Het huis werd regelmatig door de lopers op het Olavpad gebruikt en ze constateerde een langzame toename. Vorige jaar, vertelde ze, had ze 's avonds een Italiaanse studente uit het huis gehaald en bij haar thuis laten slapen. Ze was helemaal alleen in het parochiehuis en voelde zich al niet zo op haar gemak. 's Avonds begon het te stormen, te bliksemen en te donderen. Toen ze naar boven had geroepen, kwam er een bibberend antwoord. Ze was direct meegegaan.
Vriendelijk was het aanbod om ons rond te leiden in de Eidsvoll Kirke. Even later ben ik de enige die de vrouw van de koster naar binnen volgt, nadat het alarm is afgezet. Een typisch protestantse kerk is het met veel witte muren, een mooi orgel en schilderijen van de verschillende dominees. De gemeente is nog erg actief en de diensten tellen regelmatig ongeveer honderdvijftig deelnemers. Voor het beantwoorden van vragen gebruikte ze soms Noorse woorden, wanneer ze de Engelse vertaling niet kende. Dat hielp een stuk, want als je een beetje met Nederlandse oren luistert kom je een heel eind. Bijvoorbeeld het woord prekestolen.

Verschillen
Terug in het huis is alles rustig. Wij zijn niet bang. Wij zijn met z'n drieën en het is mooi weer. 's Avonds kletsen we nog wat in de keuken en drinken een verlate koffie. Sina, van de eerdere uitspraken over de makkelijke dertig of veertig Spaanse kilometers op de Camino, legt het verschil uit tussen de twee pelgrimsroutes. In Spanje kun je volgens haar bijna overal slapen, eten en drinken. Je hoeft je er blijkbaar nauwelijks zorgen over te maken. Als je nog zin hebt loop je gewoon nog een stuk door. Ook het gewicht van de rugzak was daardoor veel minder dan hier. Hier, vond ze, was ze de hele tijd aan het plannen. Waar slapen, waar eten kopen, wat voor weer wordt het? Morgen sturen ze hun tenten en andere onnodige uitrusting naar huis. Geen kamperen meer voor de dames, maar alleen nog herbergen. Er is zelfs al een bleek plan om de route in te korten door een stuk over te slaan.
Eerst maar slapen. Ik maak nog een sudoku en daarna ga ik om elf uur op een echt matras liggen. Wow.
nog maar 560 km




Succes met je poedermaaltijd
Dinsdag 9 augustus, wandeldag 5
Van Eidsvoll Kirke naar Granerud 
± 10 uur inclusief rusten, ± 24 km

'So this will be my home for tonight' zei ik tegen Vivian en Sina terwijl ik hen op de veranda passeerde en de hut binnentrad. Dat was het plan, dat ik ze gisterenavond aan de keukentafel van het parochiehuis van Eidsvoll had verteld. Ik had ze hier niet verwacht. Ze waren vanmorgen zeker een half uur eerder vertrokken met hun inmiddels lichtere rugzakken. Bleken verkeerd gelopen te zijn.
De eerste indruk van deze hut van Lysjoen was een gezellig huisje; tafeltje, sofaatje, salontafel, leunstoel. Salon is wat overdreven, maar toch drie bij drie meter knusheid, als je de vieze brandlucht van de open haard niet meerekent. Verder een smoezelig oud keukentje met niets behalve heel veel bestek. Tenslotte een slaapkamertje van twee bij twee meter met een stapelbed en een enkel bed. Einde bezichtiging. 

Naast de brandlucht was er eigenlijk nog veel meer vies. Het in de gids door Ria beloofde WC-huisje was dichtgetimmerd. Maar goed ook anders was het misschien omgevallen. Je vraagt je af hoe mensen hier midden in een bos ooit met plezier hebben gewoond. Maar dat zeggen sommige mensen ook van kamperen. Waarschijnlijk is het een tweede huisje geweest zoals je die overal in Noorwegen in de natuur tegenkomt. De meeste zonder aanwezigheid van de eigenaars, die voornamelijk in de weekends komen.
Toch mooi zo'n onbemande hut. Was ik hier om zes uur gekomen, dan had ik de smoezeligheid waarschijnlijk niet eens gezien en blij met het onderdak geweest. Maar het is pas twee uur. 'Ga ik hier uren lang kwikballen?' Er is ook geen telefoonverbinding midden in dit bos. 
Buiten op de veranda praten en lachen Vivian en Sina op een bakvissen manier, hoewel ze de twintig al zeker zijn gepasseerd. Een op dag 1 ontmoete Daniel heeft kennelijk hoog gescoord bij Vivian. Hij kon blijkbaar snel en goed koken in een klein pannetje. 'Ja, dat is wat anders dan een mud aardappelen en hele salamiworsten in je rugzak meetorsen', denk ik aan de andere kant van de houten muur. Ik lig even lekker op de sofa met mijn schoenen over de leuning. Je wilt natuurlijk niets vuil maken.

Na een half uur vertrekken Vivian en Sina in volle regenkleding, want de weersverwachting is uitgekomen. Ik rommel nog wat rond, trek ook al mijn regenkleding aan en verlaat om drie uur 'het pand'. We zien wel waar we gaan overnachten.
Vivia en Sina vertrekken in regenkleding
Got the point
Rust nam ik vanmorgen pas na drie uur. Na het vertrek om half acht ging de afdaling naar Eidsvoll en het verlaten van dit oord zonder problemen. Slechts één blaar irriteerde nog. De asfaltwegen waarlangs het pad liep nodigden niet uit tot tussentijdse stops. Het gaat wel sneller, maar daar kwam ik hier niet voor. Na acht kilometer asfalt ging het enkele kilometers over grijze gravelwegen. Daarmee ook wat meer in de natuur.

Het stuk langs het Floyta meer is prachtig. Helaas is het geen weer om lekker te gaan zwemmen. Al kilometers zoek ik een lekkere plek voor een lunchpauze. Je kunt niet eeuwig door blijven lopen. Dan maar een pauze een stukje van het pad af op het mos. 
Floyta meer


Pas na achttien kilometer gaat het echt ouderwets door modder, over keien en boomwortels langs een beek verder. Voorbij de gepasseerde hut van Lysjoen volgen nog twee mooie meren. 
meer bij Lysjoen

Langs het laatste meer bij Granerud sta ik nu op het gras van de 'badeplass'. Het is hier een soort park van tweede huisjes. Toen ik het park binnen liep vroeg ik aan een klussende bewoner 'Is it allowed to camp here?'. 'I have never seen a sign that it isn't.' 
was het lachende antwoord. 'I got the point'. En weg was ik.

Tevoren had ik van een aardige bewoner al twee flessen water gekregen. Probleem bij dit soort parken is het vinden van een levend wezen. De meeste huizen zijn niet bevolkt. Ik ging af op klusgeluiden tot ik iemand vond.

Hallo Holland
De tent stond snel. Het regent niet meer. Er komt nog een gezin de hond uitlaten. Je klets wat over de tocht en over het naderende einde van de Noorse schoolvakantie. De klusser van daar straks komt even spontaan een duik van de steiger nemen en is direct weer weg. Zijn huis heeft zeker nog geen werkende douche. Het water is tot mijn verbazing warmer dan de bovenlucht. De huisvader legt uit dat het een ondiep meer is, dat snel opwarmt en waar je lekker in kunt zwemmen. Daar heb ik na al die kilometers geen zin meer in. Komt morgen wel op de camping van Tangen.
Meer bij Granerud

Tegen zessen bel ik Judith. Ze is uitgenodigd bij vrienden Sjoerd en Yvonne. Meteen krijg ik een beschrijving wat Sjoerd allemaal voor lekkers aan het klaar maken is en waar iedereen zich op verheugt. Ik vertel over het hutje dat ik links heb laten liggen en dat het bij gebrek aan medewandelaars nog niet zo op schiet met interessante contacten. En dat ik nu aan een meertje sta met een eigen picknicktafel onder een bewolkte hemel. Maar het gesprek kan niet te lang duren, want ze moeten aan tafel voor de beschreven heerlijkheden. 'Nou, succes met je poedermaaltijd' roept Judith lachend. Op de achtergrond wordt het gelach versterkt.
Soms moet je niet te lang met Nederland bellen. Voorlopig heb ik nog een halve zak gevriesdroogde pasta carbonara over van de vorige keer. Daar zit volgens de verpakking wel even mooi ham, prei, paprika en ui in, bereid in Emmentaler kaassaus. Ik meende net al een stukje vlees te proeven.






Echt bos

Woensdag 10 augustus, wandeldag 6
Van Granerud naar camping Tangen 
± 6,5 uur inclusief rusten, ± 22 km
Om maar met de deur in huis te vallen; de hele nacht heeft het geregend. Ontbijt in de regen, ochtendtoilet in de regen, tent afbreken in de regen. Weersverwachting voor Hamar en omgeving: twee dagen regen. We kunnen dus weer vooruit. Het goede nieuws is dat het voornamelijk motregen was en dat het om halfeen vandaag stopte.

Vanaf kwart voor negen waren we er weer van; het wandelen in regenpak. Wel over de mooiste etappe naar mijn smaak tot nu toe. Aanvankelijk kilometers lang over gravelwegen, die gaandeweg steeds smaller werden en langzaam bleven stijgen. Onderweg passeerde ik het boederijachtige, rommelige huis Sannfredstun waar Vivian en Sina de nacht hadden doorgebracht. In het gehucht Sondre Spitalen vroeg ik mij, bij het zien van een te koop staande woning met grote loodsen af, wie hier nou wil wonen en zelfs een bedrijf beginnen, midden in deze uitgestrekte bossen? Die vraag heb ik mij regelmatig gesteld tijdens deze tocht.
Romsaetra
Bij een verlaten boerderijtje, Romsaetra, werd het pas echt mooi met smalle bospaden in noordwestelijk richting. Genieten van die intense verscheidenheid aan kleuren groen, grote stroken met bosbessen en dan weer mossen variërend van wit tot donker groen. 
Uitdaging van de dag
Je loopt maar door en bent in een cadans. Je ziet dat de beek, die je nadert net iets breder is dan de vorige waar je zo door heen liep. Maar pas vlak ervoor dringt het echt tot je door dat het ook veel harder stroomt en waarschijnlijk dieper is, te diep. Geen stapstenen te zien. Ho, toch maar even stoppen en er niet blind in stappen. De regen heeft deze beek meer kapsones gegeven. Hij is echt te breed om er over heen te stappen. En springen met al die rare keien en rotsblokken is te riskant. 

He, grappig, hoe gaan we dit oplossen. Schoenen en sokken uit kwam nog lang niet bij me op. Eerst maar eens in de directe omgeving zoeken naar een alternatief. Tien meter verder stroomopwaarts vond ik een versmalling waar ik er over kon stappen. Door mij iets naar de andere kant te laten overhellen kon ik met behulp van dunne stammen aan de andere kant mij naar de overkant te trekken. Zelfs mijn rugzak hoefde er niet voor af. Zo'n beweging uitleggen is net zo moeilijk als die reclame met de uitleg van een schitterende voetbalactie.  Een foto of een video verduidelijkt alles in twee seconden. Alleen ik moet er nog scherper op worden om ook van dit soort uitdagingen foto's te maken. Je gaat helemaal op in de nieuwe uitdaging en vergeet de verslaglegging.

Midden in het bos nog een rust bij een mooi hutje waar de overhangende dakrand voldoende schuilmogelijkheid gaf. Lekker koffie maken in de regen en toch droog zitten. Daar knap je van op.
Mjøsa
Mjosameer gezien bij het verlaten van het bos bij Nilsberg
Bij Nilsberg houdt het bos op en begint een soort van bewoonde wereld. Met het verlaten van het bos heb je blijkbaar voldaan aan de test en wordt boven de regenkraan uitgezet. De gravelweg daalt gestadig in de richting van Espa, het volgende dorpje, gelegen aan de oevers van het Mjøsameer. Daarmee heb je ook weer de E-6 en de spoorlijn Oslo-Trondheim in je achtertuin. Gelukkig loopt de E-6 bij Espa in een tunnel onder het dorp door. Vreemd is om weer binnen de vangrail langs de lokale tweebaansweg te lopen. Druk is het niet, maar je wordt er toch schichtig van. Eenmaal onder de spoorlijn door sta ik echt aan de oevers van het meer. Tijd voor een rust en wat dom staren naar voor anker liggende boten.
Camping Tangen
In  de verte kan ik het dorp Tangen zien liggen. Dat is zeker nog een kilometer of vijf, zes. Dit keer maak ik een nauwkeurige kaartstudie en zie dat ik grotendeels langs de oever naar de camping moet kunnen lopen. Daarom kom ik niet via de hoofdingang op de camping, maar over een zijpad vanaf het haventje. En wie zwaaien mij vanaf het terras van hun huurhut tegemoet; jawel, Vivian en Sina. Leuk om elkaar weer te ontmoeten na de laatste keer gisteren bij de onbemande hut Lysjøhimet. Ik hoor waar ze de afgelopen nacht geslapen hebben en krijg meteen de vraag hoe ik over de beek ben gekomen. Het antwoord 'tien meter stroomopwaarts ben ik er over gestapt' wekt duidelijk teleurstelling. Daarna krijg ik in het Duits een verhaal waarbij niet, en dan toch half gesprongen is, armen en benen horizontaal voorbij komen, Sina droog aan de overkant is gekomen en Vivian in het midden laat of ze er in gevallen is, en je toch het gevoel van kleerscheuren krijgt.

Ik neem me voor later terug te komen en ga me eerst bij de receptie melden. NOK 210 lichter kom ik inclusief cola en een douchemunt weer naar buiten. Dat betalen gaat overigens bijna overal met de pinpas. Op mijn bankrekening kan je straks precies zien waar ik geweest ben en hoeveel cola ik gedronken heb. Aan de oevers van het meer mag ik staan. Ik zoek net zo lang tot ik weer een eigen picknicktafel heb. Alles krabbelt op; de zon, mijn tent, mijn humeur, hoewel dat eigenlijk nooit onderuit is gegaan.
Later in de middag ga ik terug naar de hut van Vivian en Sina met het verzoek of mijn mobiel daar opgeladen mag worden. Met het idee later zelf in het campingrestaurant te eten nodig ik ze uit om iets te drinken op het terras. Met enthousiasme gaan ze in op mijn aanbod. Voor het laatst zal ik ze vandaag zien, want ze hebben vanwege tijdgebrek besloten een stuk van het pad over te slaan. Morgen gaan ze met de trein naar Oppdal om van daaruit te beginnen aan het laatste stuk naar Trondheim, waar ze dan op zondag aan willen komen om de kerkdienst bij te wonen. Verbazend. Tot nu toe had ik geen enkele religieuze uiting waargenomen en nu willen we wegens tijdgebrek het mooiste stuk van de route, de hoogvlakte Dovrefjell, overslaan om te eindigen met een kerkdienst. Dit mooiste stuk is ook het zwaarste deel. Of die Sint Olav daar zo kapot van zal zijn betwijfel ik. Maar ieder moet gaan waar hij wil.
Mijn plan om op de camping te eten verdampt met de aanblik van de menukaart. Een pizza voor NOK 230 (ruim 23 euro). Die is zeker gevuld met amandelspijs? Ik ben dan wel geen arme low budget pelgrim, maar dit stokt me in de keel. Vivian herinnert zich de gebraden kippetjes in de supermarkt aan de hoofdstraat. We nemen afscheid en vijftien minuten later sta ik bij de juiste toonbank waar de gebraden kippen net in de koeling zijn verdwenen. Toch maar snel er 1 uithalen en in zo'n isolatiezak verpakken. Daar kun je lekker ongezien toch uit eten. Als ik terugkom bij mijn tent resteren nog een borstkas en een poot. Heerlijk. Bewaren voor het ontbijt. Voor de lunch van morgen heb ik brie, twee broodjes en cashewnoten. (totaal NOK 137). We kunnen weer vooruit.
In Nederland gaat alles goed. Yuri van Gelder wordt een continuing story. Er zijn op Olympische Spelen nog niet zoveel medailles door de Nederlanders gewonnen, dus er wordt geklaagd. Hier is het vanavond tien graden. Liggend in mijn tent schrijf ik mijn aantekeningen van vandaag en hoor zachtjes het bekende getik weer op mijn tentdak. Ik moet er om lachen en mijn buik bijna vasthouden, want het was toch wel een flink kippetje.





Reserveren in het bos

Donderdag 11 augustus, wandeldag 7
Van camping Tangen naar Herkestad farm
± 6,5 uur inclusief rusten, ± 20 km

Herkestad

Voorovergebogen met hun fiets in de hand stonden ze op een paar honderd meter afstand. Ze bestudeerden blijkbaar een informatiebord. Terwijl ik naderde kwamen ze op mij afgefietst. Een keek mij aan, hield in en vroeg of ik een pelgrim was. 

'Ja', was mijn verbaasde antwoord. Voor het gemak maar even pelgrim. De hele dag, behalve enkele auto's, geen mens in het bos gezien, en nu twee dames, waarvan er een mij aanspreekt. Het moet niet drukker en gekker worden.
'En waar ga je naar toe?'
'Ik ga naar Herkestad'. 
Dat had ik uitgezocht omdat het aan de route zou liggen en de afstand morgen naar Hamar zo kort zou zijn, dat ik nog voldoende tijd zou overhouden om de stad te bekijken.
'Oh', riep de vriendin, 'dan zit je goed, want zij is de eigenaresse van Herkestad'.
'Nou, dat is mooi. Kan ik dan bij deze een kamer reserveren?'
Ja, dat was prima. 'Wil je ook mee-eten?'
'Als dat mogelijk is graag'. 
We hadden een deal.
De vriendin gaf nog de aanwijzing dat het een bruin huis was. Hoewel je in Noorwegen voornamelijk rode en bruine huizen hebt, knikte ik dankbaar voor de tip. Ze fietsten lachend weer weg, maar na vijftig meter kwam de eigenaresse weer terug. 'Heb je voedingsrestricties?'
'No, I am an omnivore'Ze fronsde haar wenkbrauwen. Zo'n restrictie kende ze kennelijk niet. 'I eat anything' gaf meer duidelijkheid. Een foto wilde ze ook wel van mij maken. Het werd een mix van closeups en totaalopnames. 
Daarna gingen ze verder met de inspectie van de markeringsbordjes van het Olavpad. Tot straks.
Op safari
Wit schijnsel op mijn tentdoek deed mij vanochtend wakker schrikken. Zon? snel eruit. Ja! Dus zo ziet dat eruit. Om kwart over negen was ik klaar om geschoren en wel op pad te gaan.

Een kilometer buiten Tangen ging het gelukkig meteen het bos in. Afwisselend passeerde ik kleinere en grotere boerderijen in deze boscomplexen. Er was hier wel een tijdelijke dip in de markering, niet te weinig maar teveel. Naast de gebruikelijke plankjes in de bomen en palen bij richtingverandering, verschenen er nu ook bordjes met het opschrift 'Pilegrimsleden', die ogenschijnlijk ondersteunt werden door blauwe plankjes in de bomen. 
Halverwege richting Ekeberg, een kruispunt met twee boerderijen, een huis en een onbemande hut, raakte ik hierdoor van het pad. Op een gegeven moment gingen mijn blauwe bordjes in tegenovergestelde richting. Tijd voor een herbezinning. Is dit goed? Waar zit ik? Waar is het Olavspad dan wel? Antwoorden: Nee, niet op het Olavspad, goeie vraag. 

Rechts van mij, dus ten oosten van mij, hoorde ik een auto rijden. Dat kwam overeen met mijn uitleg van de kaart. Teruglopen doen we niet aan, dus dan maar een doorsteek dwars door het bos. Over de onderbegroeiing met hoge pollen en kreupelhout baande ik mij een weg in de geluidsrichting. Dat ik hiermee letterlijk niet meer over gebaande paden ging bleek even later toen er op dertig meter afstand voor mij twee grote, donkerbruine elanden wegliepen. Een mooi moment door een toeval. Even hielden ze in, maar te kort voor een foto. Deze elanden waren veel dieper gekleurd dan de meer grijze eland die Frank en ik vorig jaar in Lapland hadden gezien. Van de zon kan dat hier niet komen. 
Gelukkig bereikte ik snel de gravelweg en niet veel later zag ik tot mijn geruststelling weer de originele markering.

Herkestad
Korenakkers had ik afgelopen dagen al genoeg gezien, groen, geel en vooral nat. Eenmaal uit de bossen kwam ik in een zone met echt grote akkers en vooral grote boerderijen. Bij een kruising, Stastad genaamd, volgde een pauze in een bushokje. Een drabbige bende, maar je kon er zitten en koffie zetten op de bank. De twee Herkestad dames scheurden op hun fietsen voorbij zonder mij te zien. Terug naar huis. Waren zeker bang dat ik er al was. Zo snel ben ik nou ook weer niet. Eerst nog over een gravelweg naar de Stange Kirke en daarna langs een vervelend drukke asfaltweg kilometers lang naar Herkestad.

Herkestad is helemaal geen stad, maar een voormalige boerderij. Pelgrims, wandelaars en ook andere groepen kunnen daar overnachten. Normaal reserveer je per telefoon of e-mail.
HERKESTAD FARM from 1820 (Bron: website ST. OLAVS WAYS)
E-mail: annebentepedersenki@gmail.com
Phone: +47 993 52 653
Adress: Vestbygdveien 370, 2312 Ottestad
Open: Year-around. Price NOK 250 - 300.
Distance: By the trail
Note: Hostel with 12-18 beds. Room with one or to beds, or in dormitory. Cozy garden with bonfire. Dinner and breakfast can be ordered. Otherwise self catering. Linen can be rented.
 
Toen ik er om drie uur het erf op slofte werd mijn blik eerst gevangen door de grote schuur. Het gaat hier niet zo best dacht ik, aan de bouwvallige toestand af te meten. Maar eenmaal achter het huis was er een rijk geschakeerde bloementuin, waarin de vriendin lag te zonnen. Hartelijk was het welkom van Bente, de eigenaresse. 'Wil je eerst iets drinken of douchen of uitrusten?' Eerst even zitten werd het met een kop thee, een smoothie en brownies. Bente verzorgde mij goed, terwijl ondertussen mijn kamer in orde werd gemaakt. Er volgde een keurige rondleiding hoe je licht en warm water in de doucheruimte bediende. Eerst nog even al mijn bezittingen een gestructureerde plek op mijn kamer te geven om niet teveel van de tentindeling af te wijken. Daarna douchen.
Het is maar goed dat Bente niet gezien heeft welke chaos ik van haar gezellige kamer maakte


Pelgrims
Na de douche en wat internetten, eten Bente en ik samen in de gezellige eetkamer. Er is overvloedig groente en heerlijk vlees in een smakelijke saus. De houtkachel brandt. Onder dat genot hebben we een genoeglijk gesprek. We spreken voornamelijk in het Duits. Bente is in het verleden ballerina geweest. Ze heeft in verschillende landen gewoond. Nadat ze zich hier in Noorwegen heeft gevestigd heeft ze het huis grotendeels alleen opgeknapt.
Het gesprek komt op het onderwerp pelgrims en de reden van hun pelgrimage. Wat drijft mensen om zo'n pelgrimstocht te lopen? Ik vraag haar naar haar ervaringen met de passanten. Ze vraagt eerst waarom ik het doe? Ik ben geen pelgrim. Ik ben een wandelaar, die toevallig dit pad genomen heeft om te bewegen en in dit geval kennis te maken met Noorwegen; het landschap, de mensen, cultuur, bijzondere gewoonten.

De  redenen die zij hoorde van pelgrims variëren van gewoon wandelplezier tot een zoektocht naar zichzelf. Een zoektocht die veroorzaakt kan worden door een vermoeden dan wel de vaste overtuiging dat je dit moet doen om jezelf tegen te komen. Vaak zijn fundamentele keerpunten in iemands leven een aanleiding. Het zijn redenen die ik ook gelezen heb in boeken over de Camino.

Er zijn zoveel mensen die maar achter zichzelf aanrennen. Op zijn tijd betrappen we er ons allemaal op. Bente heeft nog steeds profijt van haar dansopleiding bij het in balans houden van haar tred. Op momenten dat je jezelf voorbij dreigt te lopen is die balans, die ontspanning, een tegenwicht tegen je eigen gedrevenheid. Ik ben weliswaar geen pelgrim, maar het maken van lange wandeltochten heeft een zelfde werking, of het nu een pelgrimstocht is of een ander langeafstandspad. In een donker bos of een eindeloze gravelweg loop je routinematig voort en laat je gedachten gaan. Over van alles en nog wat. Er is geen stress. Je hoeft alleen maar wat te regelen voor eten en slapen. Ik loop vaak wat na te denken over een idee voor een blogbericht. Geweldige verhalen verzin ik onder het lopen en tegen de tijd dat ik 's avonds aankom ben ik ze meestal weer vergeten. Wandelaar, een simpele bezigheid dus. Maar wel lekker.
mijlpaal bij de Stange Kirke,
 nog 503 simpele kilometers in het verschiet





Pelgrimsmagneet

Vrijdag 12 augustus, wandeldag 8
Van Herkestad farm naar Hamar  Pilegrimssenter - herberge
± 3 uur inclusief rusten, ± 12 km

Pilegrimssenter Hamar
Luid is het gebonk op de voordeur. Ik probeer de deur van binnenuit te openen, maar het lukt mij niet. 'I am a pelgrim' roept een meisje aan de andere kant van deur met een enorme bult rugzak op haar nek. Ja rustig maar, ik ben hier ook maar te gast. Ik rommel wat aan het slot aan de binnenkant. 'I am a pelgrim' roept ze weer, met een mengeling van irritatie en wanhoop. Dat is mooi, maar dan moet je eerst de code van het slot aan de buitenkant indrukken. 
Hendrik, de tijdelijke beheerder van het pelgrimscentrum, is om zes uur vertrokken en heeft de deur op het codeslot gezet. Pas als ik wijs op het slot, voor de tweede keer de code roep en herhaal 'push the buttons' gaat er een geestelijk luik open. Even later staat Duitse Julia-2 binnen. Ze loopt niet zo lekker. Spoedig weten wij dat ze wel in Oslo is begonnen aan de tocht, blaren heeft gekregen en delen met de trein heeft afgelegd. Ik zeg we, omdat er tijdens mijn verblijf in de stad een pelgrimsexplosie heeft plaatsgevonden. Het is een Duitse explosie. We hebben nu Julia-1, Julia-2, Mechtilde, Anja en Michael. Toll! Irre!
Hamar
Bente was vanochtend tijdens het ontbijt lovend geweest over het pelgrimscentrum in Hamar. Het zou goed geoutilleerd zijn. Nadat ik mijn waardering had beschreven in haar gastenboek nam ik afscheid. Voor mij was belangrijk dat het aan de route lag en zich dichter bij het centrum van Hamar bevond dan de camping, die ik eerst had gepland.

Om tien voor negen ging het onder een bewolkte hemel weer verder over hetzelfde asfalt van gisteren. Als ik een beetje door zou lopen dan had ik geen last van de regen, die vanaf het middaguur werd verwacht.
Na   twee kilometer ging het gelukkig richting het Mjøsameer. Via een golfterrein ging het naar de oever. Er volgde een ontspannen stuk over paden langs het meer met hier en daar hondenuitlaters en Pokémon-verdwaalden. Ik naderde dus een bewoonde wereld.
De binnenkomst van Hamar loopt met een grote brug over een uitloper van het meer, links de spoorlijn over een eigen dijk en rechts het bekende Vikingskipet. Een gebouw in de vorm van een omgekeerd Vikingschip met in zijn binnenste de ijsbaan, gebouwd voor de Olympische winterspelen van 1994. In 1993 toen het in aanbouw was ben ik er al een keer wezen kijken tijdens een fietstocht in Zweden en Noorwegen. Het is het herkenningsbeeld van Hamar geworden.

Het pad bleef zich ook aan de overkant vasthouden aan de oevers van het meer en frommelde zich tussen bedrijfsgebouwen en langs de achterkant van het spoorstation naar een meer recreatief deel van Hamar. Er volgde een jachthaventje en wat speelplantsoenen. Echt opgewonden werd ik er niet van. Een blik over het meer gaf meer voldoening.
Pilegrimssenter / herberge
Tegen twaalven betrad ik het pelgrimscentrum. Het is een goed onderhouden en ingericht huis. Binnen zijn twee jongemannen enthousiast in het Engels in gesprek. De een stelt zich als de beheerder Hendrik voor en de andere als Daniel. 'Ach, du bist der Daniel'. Hij kijkt verbaasd. Ik informeer hem over de enorme indruk die hij zeven dagen geleden heeft gemaakt op Vivian. Hij lacht opgetogen. 

Hendrik legt uit hoe hij hier deze vakantiebaan heeft bemachtigd. Hij is in opleiding voor een soort assistent-dominee. Twee talenten heeft hij al mee; zijn enthousiasme en zijn ongebreidelde conversatie. De hele keuken wordt uitgelegd en daarna het bord met de afdruk van het Olavspad in de omgeving van Hamar. Elke pelgrimsherberg kent hij bij naam, wie de beheerder of eigenaar is, de afstanden tussen de overnachtingsmogelijkheden en hoeveel het kost. Hij zit op zijn praatstoel en is niet meer te stoppen. Met warmte beveelt hij een zanguitvoering aan, deze middag in het nabijgelegen glazen huis rondom de ruïne van de oude Dom. Mijn glazige blik moet voldoende antwoord zijn geweest.
Wanneer hij ziet dat ik aanstalten maak om Hamar te verkennen maakt hij mij attent op de mogelijkheid van de pelgrimsfietsen, ter beschikking gesteld door het centrum. Even later spoed ik mij heen met vergeten snelheid op een drie-versnellingen-damesfiets. Benen die protesteren tegen de vreemde beweging en een verstand dat de lichte voortgang omarmt brengen mij naar het centrum van Hamar.

Hamar is stil op vrijdagmiddag in de regen. Mijn fiets en ik crossen wat heen en weer. Nergens vinden we echt aanleiding om te stoppen. Geen stimulerend teken. Misschien had ik toch naar de zanguitvoering moeten gaan.
Ik koop een nieuw schrijfblok voor alle blogaantekeningen, verder wat eten bij Supermarkt REMA, en in een sportzaak een nieuwe zak gedroogd eten van het merk Real Turmat, waarvan ik de foto en de Noorse tekst vertaal in kebabsmurrie. Op zoek ga ik aan het einde van de middag naar een restaurant en kom tenslotte geheel in stijl uit bij een hele keurige Griekse kebabzaak, die ik deel met mede-immigranten. Ik ga meteen voor het duurste gerecht en kom kogelrond weer buiten. Heerlijk.
Als ik terugkom maak ik kennis met Michael uit Leipzig (veertig jaar), die voor vannacht kamergenoot is. Hij vertelt over ervaringen op zijn eerdere pelgrimstocht naar Compostella. Een tocht die hem zeer goed is bevallen. Geen last van de drukte heeft hij gehad, want hij liep vanaf begin januari. Daarna kennismaken in de gemeenschappelijke ruimte met Julia, Mechtilde en Anja. Voorlopig een conversatie met bekende introductieonderwerpen als land van herkomst, belevenissen op het pad en de plannen voor de komende dagen. Met de binnenkomst van Julia 2 neemt het volume toe. Complimenten voor mijn goede Duits zijn echter niet voldoende om de toenemende snelheid van de Duitse dames onder elkaar bij te benen. Zu Hause in Holland zeggen ze dat het aan mijn slijtend gehoor ligt. Jein! Maar langzaam haak ik af en ga iets teruggetrokken op mijn e-reader lezen. Verder met het verhaal van Gerrit Jan Zwier over de Samen in Lapland. Ook een afgesloten gemeenschap.




Konfirmantensalen

Zaterdag 13 augustus, wandeldag 9
Van Hamar Pilegrimssenter - naar Byflaten Pilegrimsherberge
± 7,5 uur inclusief rusten, ± 22 km

Geïnteresseerd luisterden ze naar enkele ervaringen in Bosnië, Julia en Michael. Lang geleden dat ik daar over vertelde. De herinneringen worden minder scherp, maar de hoofdlijnen zijn er nog. We zaten in de late middagzon voor de pelgrimsherberg. Het was zo'n gesprek over wat je in het dagelijks leven doet of gedaan hebt. Julia, evenals Mechtilde uit Zuid-Duitsland, zijn musicus en spelen klassieke muziek, Julia als fluitiste en Mechtilde als celliste. Ze spelen in ensembles van verschillende samenstelling en geven muziekonderricht.

Als ik drie weken later thuis op Google kijk, krijg ik ineens een ander beeld met keurige kleding, gebruikelijk bij uitvoeringen van klassieke muziek. Bij de pelgrimsherberg 'Konfirmentensalen', vlakbij de Veldre Kirke, zit ieder min of meer incognito in korte broek, afgestemd op de eenvoud van het wandelleven. Michael vertaalt Noorse en Engelse boeken in het Duits. Later in Lillehamer zal hij mij daar meer over vertellen. Prettige rustmomenten, die een wandeltocht naar een hoger niveau tillen.

Harmonica
Als wisselende magneten gaan wandelaars over een pad.  's Avonds trekken ze elkaar aan en in het begin van de ochtend stoten ze elkaar weer af. Een enkele keer is er overdag een harmonica-effect, maar dan wel met enige distantie. Op zichzelf willen de meesten lopen. Kortere momenten van samenlopen is geen probleem, daarna weer lekker in je eigen wereld verder en daarmee de wereld om je heen beter in je op nemend. In je eigen tempo, eigen fotomomenten, eigen points of interest

Het muzikale tweetal, Julia en Mechtilde, vertrok vanochtend als eerste vanuit het pelgrimscentrum in Hamar. Korte broek, blik vooruit, laat deze dag maar komen. Julia uit Leipzig, net geslaagd voor het gymnasium, vertrekt met haar blaren en bultrugzak tien minuten later. Er zit een lichte gebogenheid in haar tred. Met enige bewondering kijk ik haar na; onervaren met trektochten, achttien jaar, zware rugzak met een ratjetoe aan uitrusting. Voorlopig doet ze het wel. Vijf minuten later ben ik nummer drie. Als ik even later achterom kijk zie ik Anja verschijnen. Michael neemt de tijd. Pas bij de kerk van Furnes zal ik hem opnieuw ontmoeten.
gebouw in openluchtmuseum Hedmark in Hamar
Kookboekhuis? in openluchtmuseum Hedmark in Hamar
dorpsgebouwen in openluchtmuseum Hedmark in Hamar
Museumwandelen
Prachtig met je rugzak op door een museum lopen, een kilometer lang. Het Hedmarkmuseum, een openluchtmuseum, biedt afleiding tijdens het wandelen. Eerst langs de ruïne van de kathedraal van Hamar uit de twaalfde eeuw en daarna langs een bonte verzameling oude gebouwen, die een beeld geven van de bouwstijlen op het platteland. Hoewel je er ook nu nog voldoende in het wild buiten dit museum tegenkomt, zoals gisteren het overnachtingsadres Herkestad.


Een mooi bostraject ten noorden van Hamar wordt gevold door een gele korenvlakte waardoor het pad zich slingert richting de kerk van Furnes. Daar komt de harmonica weer tezamen. Via de begraafplaats bereiken we de picknickbank, op het 'niemandsland' rond de kerk. 
Julia heeft bij de bank kennis gemaakt met Daniel, die in de gelederen wordt opgenomen. Hij heeft de afgelopen nacht als altijd buiten in zijn tent doorgebracht. Deze tocht heeft hij onder andere uitgekozen omdat je in Noorwegen bijna overal wild mag kamperen. En hij heeft zich voorgenomen dat dan ook te doen, elke nacht. Niet in herbergen en andere pelgrimsonderkomens zullen wij hem tegenkomen, maar wel soms overdag op de route. Anja sluit aan. We eten wat noten, drinken wat kerkhofwater. Er wordt wat gepraat, foto's genomen, en gelachen met de nieuwe bekenden.
Anja en Daniel
Julia Leipzig
Aan de andere kant van de kerk is een publiek toilet. En wie treffen we daar, niet in het toilet, maar vlakbij aan een andere picknicktafel, ons muzikale duo. Nog vol lach en enthousiasme, blij om te vernemen, dat de rest om de hoek zit. Inmiddels heeft ook Michael zich aangesloten. Een voor een volgt daarna weer het vertrek. Eerst aan de andere kant van de kerk en vervolgens aan onze tafel gaan de rugzakken weer om en gaat ieder zijns/haars weegs. De magneten stuiteren weer uit elkaar.

Scheiding der geesten of portemonnees 
Julia Leipzig loopt ferm door. Te ferm, want ze mist een afslag. Als ik op mijn vingers fluit en gebaar, keert ze om. Via vage bospaden, gravelwegen, langs de eeuwige E-6 en een hele lange buitenwijk wordt het centrum van Brumunddal bereikt. Het is zowaar feest, er zijn terrassen, er zijn zelfs mensen op terrassen. Zoveel mensen en gezelligheid heb ik sinds Oslo niet meer gezien. Ik zijg neer op het eerste terras, dat er goed uitziet. Alle wandelaars zie ik langs komen, maar ik zit blijkbaar op een te dure variant. Ieder groet en gaat verder met verkennen. Verschil in welstand gaat zo te zien samen met het verschil in leeftijd. Meestal, zoals ook nu, vind ik dat niet erg.
Weinig muziek
Verblijf op een terras heeft ook zijn gevaarlijke kanten. Toen ik het terras een uur geleden zag, was dat ineens de enige focus. Markeringen werden niet meer waargenomen. Eerst lekker rusten. De terugkeer naar de route heeft na de rust zeker een kwartier dolen rondom het centrum gekost. Ik zal het niet uitleggen, want dan wordt ik er zelf nog moe van, zo dom.

Bij het naderen van de rand van Brumunddal zie ik ze al lopen, Julia en Mechtilde. Regelmatig worden sokken, schoenen en voeten bekeken. Even later haal ik muzikaal Duitsland in. Of blaren muzikaal zijn weet ik niet, maar er zit niet veel muziek meer in. Het tempo wordt nog trager. Als excuus gelden de vele frambozen en andere bessen, die geplukt moeten worden. Julia prijst ze zeer aan voor de gezondheid. Mechtilde laat de rode vruchten voor wat ze zijn en denkt volgens mij meer aan die rode plekken onder haar voeten. 
Veldre Kirke gezien vanaf de Konfirmantensalen
Konfirmantensalen
Michael en ik lopen door en komen als eerste bij de Konfirmantensalen. Een zaal waar de kerkgemeenschap hun jongeren door catechisatie voorbereidt op de belijdenis in de kerk, begrijp ik. Het is een goed ingerichte houten schuur; prima keuken, douches en een slaapzaal. Zeker een hoog niveau als je bedenkt dat de herberg onbemand is en de financiële bijdrage aan de pelgrim wordt overgelaten. 
De groep groeit langzaam, moeizaam en met steeds grotere tijdsverschillen aan. Gaandeweg wordt het wel een vrouwzwaar gezelschap. Naast de vier Duitse dames sluiten zich een Noorse moeder, Karin, en dochter Sigrun aan. Op zich gezellig in de enige kamer met drie bedden en een stapel matrassen. Denkend aan gisterenavond zullen de damesgesprekken snel internationaliseren en in tempo en lachhoogte toenemen. Ik ga mijn tent op het mooie veldje buiten de herberg opzetten. Daniel en Julia Leipzig volgen mijn voorbeeld. Voor Julia wordt het, blijkt even later, de eerste keer dat ze haar tent gaat opzetten. Ze kijkt naar de tentzak of er roestig horloge inzit. Gelukkig komt Anja haar helpen en na een uur staat haar paleis.

Herr Doktor
Na het eten ga ik naar de gemeenschappelijk slaapkamer om aan een tafel wat aantekeningen te maken. Mechtilde en Julia kan ik gelukkig maken met blarenprikkers. Mijn devies is; blarenprikkers weggeven is beter dan ontvangen. Er wordt nog wat gesproken over cultuur- en taalverschillen tussen Nederlanders en Duitsers, altijd een onderhoudend thema. Gisteren had ik tot mijn verrassing de Duitse gemeenschap aan het lachen gemaakt met de opmerking dat het op mijn luchtmatras wel lekker ligt. Das war komisch. Lekker heeft in het Duits blijkbaar alleen betrekking op eten. Nou daar trekken wij ons lekker niets van aan.
Langzaam begint ieder met zijn eigen verzorging en de voorbereiding voor morgen. Ik geef nog enkele aanwijzingen bij het blarenprikken. Als ik wordt bedankt met de correcte aanspreektitel Herr Doktor, geef ik mijn bankrekeningnummer door. Het wordt tijd voor mijn tent, lekker slapen.




Revalidatie

Zondag 14 augustus, wandeldag 10
Van Byflaten Pilegrimsherberge naar Moelv-Ringen Rehabiliteringssenter
± 7 uur inclusief rusten, ± 25 km




Zondagvroegte
Mooi op een zondagochtend in alle stilte op pad te gaan, de kerk te passeren en rustig in de ochtendzon tussen de akkers op gang te komen. Direct links en rechts het geel van het koren en in de verte het blauw van het Mjøsameer. De zon schijnt vandaag uitbundig. Dit zijn de mooiste momenten. Stil, zon, uitzicht, zelf nog helemaal fit en in een rustig tempo op gang komen.

Het vertrek was sowieso rustiger dan gedacht. De twee muzikale Duitse dames waren al om halfzes! vertrokken. Ze hadden nog maar twee dagen om in Lillehammer te komen en wilden volgens Anja, vandaag meer dan dertig kilometer lopen. Jammer om geen gedag te kunnen zeggen. Hopelijk blijft het leuk met hun gisteren doorgeprikte blaren. 
Misschien waren ze vannacht langzaam gek geworden van de boerenparty honderd meter verderop, met een geluidsinstallatie voor half Noorwegen. De ene Noorse zomerhit na de andere, was mij gisterenavond al door Karin uitgelegd. Ze vond het typisch iets voor jonge jongens, dat luid meezingen. Ik nam het toen nog voor ze op, maar gaande de nacht vond ik dat het aantal hits niet in verhouding bleef met de regenachtige zomer, die ik hier heb leren kennen.
Zelf was ik zo moe dat het Noorse zanggeweld geen indruk maakte. Rond middernacht tijdens een sanitaire onderbreking, was het volume keurig teruggeschroefd. Om halfzes werd het tot nul gereduceerd en bleken de caravans vlak naast ons de uitslaaplocatie. Voor Julia en Mechtilde misschien de druppel om op te staan?
Anja en Julia Leipzig
Rond zeven uur dacht ik als eerste aan de ochtendrituelen te beginnen. Verbaasd was ik om in de keuken al Julia Leipzig te treffen, bezig met haar ontbijt. Even later versterkt door Anja. Daar bleef het ook bij, want beiden maakten geen aanstalten om te vertrekken. Bij terugkeer bij mijn tent was Daniel verdwenen. Michael had niet eens de nacht hier doorgebracht, maar was gisteren tegen de avond tot het besluit gekomen verder door te lopen. Wellicht meer behoefte gehad aan privacy? Kortom alles spatte uiteen en ieder liep weer naar eigen plan en tempo.
Van boomaanbidding naar kerkdienst
Koud op weg zie ik voor mij op de 'priesterweg' Michael lopen. Slechts kort want hij loopt harder dan ik. Later hoor ik tijdens de korte onderbreking bij de oudste boom van Hedmark dat hij vannacht slechts anderhalve kilometer verder van de pelgrimsherberg in het bos heeft geslapen in de hoop elanden te zien. Hoe je die in je slaap ziet weet ik niet. Misschien hoopte hij dat ze over zijn tent zouden struikelen.
Het pad tussen de kerken van Veldre en Ringsaker heet Priesterweg omdat in de negentiende eeuw de dominee beide parochies moest bedienen en daarom dagelijks te paard heen en weer ging.
Een dennenboom, daar zijn er meer van. Deze dennenboom is echter vijfhonderd jaar oud. Niet van voor de oorlog, maar van voor de reformatie! Dan ben je nog echt van goede kwaliteit. Een protestantse boom met een katholieke kern.

Mooi zo'n boom, met een historie van vijfhonderd jaar. Wat die allemaal voorbij heeft zien komen. Veel is er in zijn buurt ontstaan en weer in de tijd verdwenen, zoals een compleet schoolgebouw. En nu is er weer iets nieuws. Vanuit adoratie en marketinggevoel is een kijkhutje gebouwd, spiksplinternieuw. Twee houten boomstoelen waarop je door ramen in het dak naar 'de boom' kunt turen. Een soort boom-stalken. Wat zou die boom denken? Gaat wel weer voorbij? 
De routeplanners vonden het weer tijd voor contact met de E-6. Je zou er ontwend van raken. Dit keer ben ik mild in mijn oordeel, want even later zit ik in een wegrestaurant aan een zondagsochtendbrunch met een broodje garnaal met ei en een cappuccino, good old E-6.
Eenmaal aan de andere kant van de snelweg sta ik na twee kilometer alweer op een terras. Het houdt niet op. Zitten ga ik niet anders groei ik hier vast. Karin en dochter Sigrun tref ik daar bij het Alf Prøysen huis, een museum en verschillende podia ter nagedachtenis aan een beroemd en geliefd Noors volkszanger en kinderverhalenschrijver. Ik moet ze teleurstellen dat ik hem en zijn werk niet ken.
Dan maar een uitleg van de plaats van de Noorse waffel (wafel) in hun cultuur. Te eten bij elke feestelijke gelegenheid en verder eigenlijk altijd. Ze zijn in hun nopjes dat ze bij dit museum op zondagochtend een warme versie met aardbeienjam hebben bemachtigd. Naar de glinstering in hun ogen te oordelen, moet het ter vergelijking voor een Nederlander zoiets zijn als haring met uitjes, maar dan niet op zondagochtend. 
Daniel en Michael
Verder gaat het naar de Ringsaker Kirke. Michael en ik trekken slechts kort gelijktijdig op. Na een paar kilometer is hij nog slechts een stip in de verte met af en toe een glinstering van zijn metalen beker, die bungelt aan zijn rugzak. Als ik ook arriveer zit hij samen met de weer opgedoken Daniel te rusten op een bank bij de kerk. Bij hen aansluiten heeft even geen prioriteit. De uitloop van de kerk trekt mij meer. Mannen in het zwart, dat ken ik van Nederland. Maar de vrouwen zijn hier in traditionele jurken met prachtig geborduurde motieven. Het ziet er feestelijk uit. Zo wordt een kerkgang weer aantrekkelijk. Even wat discrete foto's van achteren.
Camping wordt revalidatiecentrum
Eenmaal voorbij de stoet kerkgangers besluit ik meteen maar verder te lopen. Mijn oorspronkelijke overnachtingsdoel, de camping Steinvik bij Moelv is niet ver meer. Op naar het volgende terras.
 
De wafel met aardbeien en roomsaus smaakt een half uur later voortreffelijk op het terras in de zonDit is een keigoeie dag. Ze kunnen het wel, die Noren, als ze maar willen. 
Het is pas één uur in de middag en moe ben ik nog helemaal niet, dus is het veel te vroeg om hier op deze drukke camping rond te blijven hangen. 'We gaan verder en dan zien we wel weer'.
Mjøsameer bij Moelv

Dorp Moelv zelf werd niet door de route aangedaan. Het pad vervolgde eerst langs de mooie strandjes aan de oevers van het Mjøsameer. Op een ervan zag ik Daniel baden. Omdat hij altijd wild kampeert zal zo'n zonnige dag en een meer een goede gelegenheid zijn voor een wasbeurt. Maar ik heb nog goede benen en loop maar door en door. Na de onderdoorgang van de verkeersbrug over het Mjøsa trekt het pad door een prachtig bos met mooie wandelpaden. Met een gefilterde zon een genot om doorheen te lopen. 


Ringli met rechts boven op de foto Rehalititeringssenter Ringen
Eenmaal buiten Moelv is het afgelopen met deze luxe. Nog een ijs bij een benzinestation en dan verder over asfalt. Foto's neem ik nog van een tuinders- en bloemenvakschool. Daarna gaat de weg met grote slagen flink omhoog, passeer ik B&B Ringli in het mooie landhuis met grasdaken en eindig ik vandaag bij het revalidatiecentrum Ringen. 
mijn kamer, nummer 211
Nederig avondbrood
'Je raadt nooit waar ik vanavond slaap?' begin ik mijn dagelijkse telefoontje naar huis.
'Een hotel?' gokt Judith.
'Nee, in een rehabiliteringssenter'
'En wat is een rehabiliteringssenter?'
'Een soort Noors revalidatiecentrum, waar mensen met bijvoorbeeld long- of hartproblemen training krijgen om weer in de maatschappij te functioneren'.
'En wat doe jij daar?'
'Ze hebben kamers over en die verhuren ze aan pelgrims'.

Of het allemaal zo slim was hier naar binnen te lopen betwijfel ik steeds meer. De prijs lag al een stuk hoger dan andere overnachtingsmogelijkheden. Achteraf had ik beter anderhalve kilometer eerder kunnen stopen bij B&B Ringli. Maar ik had geen zin meer de hele helling naar beneden terug te gaan. En het is weer eens wat anders.
'Voor NOK 600 heeft u ook het ontbijt erbij en vrij gebruik van alle faciliteiten'. 'U mag van het zwembad gebruik maken en ook is er een work-out mogelijk in de fitness'. Na vijfentwintig kilometer heb ik die work-out maar laten passeren.
Het is even wennen, zo'n steriele 'cel' in dit centrum: een in hoogte verstelbaar bed, een kleine tv op een hoog platform met wel vijf kanalen, bureautje met formica blad, verhoogd toilet met zijsteunen en overal alarmknopen en alarmkoorden.
Geen work-out in de fitnes, maar het zwembad wil ik wel proberen. Het valt tegen. Niet het bad, maar mijn verstijfde spieren. Borstcrawl is een groot woord voor de paar banen die ik houterig heen en weer zwem. Dan nog wat poedelen en weer weg uit de eenzaamheid en stilte van deze kelderetage. Het is zondag en veel patiënten zijn op bezoek bij familie. 
Bij de avondmaaltijd, een broodmaaltijd, besluit ik mij niet af te zonderen. De oudere mevrouw, die alleen aan een tafel zit, vindt het niet erg dat ik bij haar aan tafel kom eten. Ze komt uit Hamar. Langzaam komt een gesprek op gang. Graag maakt ze gebruik van het zwembad en de fitnessruimte. Ze hoopt deze winter nog een keer te kunnen langlaufen, maar dan moet ze wel haar enkel blijven trainen, anders wordt het niks. 
De verzekering vergoedt al haar verblijf in dit soort centra. 'Zo dat is goed geregeld' antwoord ik nog. 'Ja, dat doen ze omdat de bewegingstherapie goedkoper is dan de kankermedicijnen.
De beweging houdt haar letterlijk op de been. Zij en ik, we houden beiden van beweging, bedenk ik, alleen zit er tussen de motivatie toch een wereld van verschil. Ik wens haar sterkte met de training. Ik ga naar mijn kamer, staar naar het prachtige panorama en prijs mij gelukkig.





Tief einatmen
Maandag 15 augustus, wandeldag 11
Van Moelv-Ringen Rehabiliteringssenter naar Lillehammer Camping
± 9 uur inclusief rusten, ± 28 km

Even Leipzig bellen
Matig was het slapen in de te warme kamer. Niet echt uitgerust sta ik op. Misschien is een tent in de buitenlucht toch gezonder dan een revalidatiecentrum.
Dacht ik gisteren het verste van alle medewandelaars te zijn doorgelopen, nog geen kilometer nadat ik uit de revalidatiekliniek was ontslagen en losgelaten, kwam de tweeëntwintigjarige medicijnenstudent Daniel uit het bos gelopen om zich op het pad in te voegen. Al pratend over de studie medicijnen in Duitsland liepen we verder. Hij is vierde jaars en mag nog drie jaar om algemeen arts te worden, daarna nog vier jaar specialiseren. Ongelooflijk wat een lange studie, je zou er grijs bij worden.

Weer twee kilometer verder stuiten we verrast op de jongste van de groep van gisteren, Julia Leipzig. Gisteren was ze pas om tien uur vertrokken, nadat ze voor het eerst in haar eentje haar nieuwe tent had afgebroken. Ze had doorgelopen tot het donker was geworden. Dat is niet zo slim bij het vinden van een rustige en veilige plek om wild te kamperen. Tenslotte was het iets geworden in de bosrand vlakbij het pad. 
's Nachts had ze 'Geräusche' gehoord en was ze 'ängstlich' geworden, vertelde ze. Daarop had ze haar ouders gebeld. Moet je voorstellen dat je midden in de nacht door je dochter van achttien vanuit Noorwegen wordt gebeld, die vertelt dat ze in een bos ligt en geluiden rond haar tent hoort. Haar vader had het goed opgelost voor zover dat vanuit Leipzig mogelijk is; 'Tief einatmen, ausatmen und jetzt langsam das Zelt öffnen.' Er was gelukkig niets te zien geweest.
Boeh
Agrarisch verder
Na vijf kilometer bos en gravelweg hielden Julia en Daniel een rust en ging ik alleen in eigen tempo verder. Er volgden afwisselend mooie stukken bos en gravelweg in een boerenomgeving. Halverwege mijn tweede rust bij de supermarkt van Brøttum sloten Julia en Daniel weer aan bij de picknickbank. Dan verwacht je dat dit zo de rest van de dag wel door zal gaan, maar na deze rust zou er voorlopig geen contact meer zijn.
Verder ging het, want ik wilde naar de camping van Lillehammer. B&B Johannesgården liet ik om 13.00 uur rechts liggen. Nog maar veertien van de achtentwintig kilometer te gaan. In die veertien kilometer ging het weer een aantal keren dwars door groene en gele korenvelden. Schitterend om midden in een gouden halmenzee te staan. Verder. Hier en daar een stop voor de overal aanwezige frambozenstruiken. Verder. Almaar verder.

Short cut
Zoals gebruikelijk bij de nadering van bebouwde kommen ging het laatste stuk naar Lillehammer over asfalt. Op de kaart zag het er uit dat er vanwege een spoorlijn behoorlijk omgelopen moest worden om bij de camping te komen. 'Er moet toch wel een afkorting mogelijk zijn voor wandelaars?' vroeg ik mijzelf af. 

NOK 325 (bijna 35 euro) wilde de caissière van het benzinestation aan de rand van Lillehammer mij laten betalen voor een flesje cola. Dat Noorwegen duur was wist ik al. 'Voor één flesje cola?' 'Maar ik ben een wandelaar'. 'Ik wil alleen een flesje cola'. Maar op de elektronische kassa las zij NOK 325, en dat is heilig, die liegt niet. Het duurde toch even voordat het doordrong dat niet ik maar iemand anders bij die auto bij de pomp hoorde. Er kwam een glimlach, maar haar ogen zeiden, 'Oké, maar ik hou jou in de gaten'. Op mijn vraag of er een afkorting naar de camping was kwam een bevestiging gecombineerd met een ruime armbeweging. 'Mooi, dat scheelt weer een kilometer. Want we komen hier wel om te lopen, maar niet om om te lopen.'

Het werd een behoorlijk zoekpartij op een bedrijventerrein. Omlopen was minstens zo snel geweest. Toen ik eindelijk na een steile afdaling de camping zag liggen hoefde ik alleen nog de spoorlijn te passeren. Bijna. Helaas werd er aan de onderdoorgang gewerkt en als het aan de uitvoerders lag, moest ik het hele eind weer omhoog en omlopen. Na achtentwintig kilometer was dat te snel door de bocht. Er is toch nog een onderdoorgang. Die was voor een beek. Ja, en? Het stroomde niet zo hard en met een beetje geluk zouden mijn schoenen droog blijven. Maar bij het afdalen naar de bedding verloor ik kort mijn evenwicht en ging ik half onderuit. Mijn broekspijp werd flink nat. Wonder boven wonder stroomde er geen water in mijn schoenen. Een licht bloedende schram aan mijn linker scheenbeen leek de enige schade. 
Zigzaggend door de stenige beekbedding kwam ik onder de spoorlijn door. Met enige moeite daalde ik van de spoordijk af richting de camping. De uitvoerders heb ik verder genegeerd. 
Zo, voorlopig weer gelukt.

Nieuwe bekenden
Inchecken, tent opzetten; routine. Deze routine kreeg een eerste deuk toen ik Judith wilde bellen. Mijn telefoon startte niet meer op. Batterij nu al leeg? Bij een Nederlandse camper mocht ik de batterij opladen. Die bleek nog 82% vol. Bij het openen van de telefoon zag ik dat hij vochtig was geworden. Dat moet tijdens de halve val in de beek gebeurd zijn. Balen.
Om halfacht dan eerst maar eens de stad in om te eten en te zoeken naar een reparatiemogelijkheid voor mijn telefoon. De wandeling naar het centrum van Lillehammer ging ondanks het klimmen zonder problemen. Lillehammer zag er aantrekkelijk uit met een mix van stenen en houten gebouwen. 
Na wat heen en weer geloop zijg ik in de hoofdwinkelstraat neer op een pizzaterras. 'Dan ook eindelijk maar een halve liter bier'. 'Even niet letten op prijs'. De pizza met kip en een speciale saus smaakt na deze lange dag fantastisch. Maken van aantekeningen voor het verslag lukte maar half, omdat ook mijn balpen er mee stopte. 
Ik ben half verzonken in gedachte met mijn pizza bezig, en dan opeens zitten de musici Julia en Mechtilde aan mijn tafeltje; een totale en blijde verrassing. Ze vertellen over hun wandeling van gisteren: achtendertig kilometer. 'Respect!' Het prikken van de blaren met Nederlandse blarenprikkers was een succes geweest. Zelf kan ik een verslag uitbrengen over mijn ambivalente ervaringen in het dure revalidatiecentrum. Er werden afscheidsfoto's gemaakt met hun toestel, mijn e-mailadres uitgewisseld en afscheidskussen gegeven. 'Ciao, goede terugreis morgen.' Aardige vrouwen, leuk om ze ontmoet te hebben. Geen oude, maar nieuwe bekenden. 

Shortcut-hardcut
En ieder gaat weer zijn weg. Zij morgen terug naar Zuid-Duitsland, ik verder met het Olavspad. Althans dat denk ik. Toen Julia en Mechtilde weg waren wilde ik opstaan om af te rekenen. Bijna kwam ik niet meer overeind. Verbaasd strompelde ik naar de kassa, betaalde en sleepte mij uit het zicht. Wat is dit? Mijn linker knie voelt dik aan. Hij moet vol met vocht zitten. Nauwelijks kan ik mijn been nog strekken. Ergens moet er met de halve val bij de beek toch iets fout zijn gegaan en is mijn linker knie tijdens de rust van de maaltijd met een grote vochtophoping zonder mijn toestemming aan bescherming en herstel begonnen. 
Als een oude man hinkepootte ik terug. Eindelijk na een half uur kon ik gaan liggen op mijn luchtbedje. Wat ik ook probeerde geen enkele houding was pijnvrij. Goed dat ik zo moe was, want met een ondersteuning van mijn knie met kleding en het uitstrekken van de rest van mijn lichaam naast het matras ging tenslotte het licht uit.




Rust

Dinsdag 16 augustus, rustdag
Lillehammer Camping


Om halfzes opende ik mijn ogen. Mijn knie voelde niet meer zo pijnlijk als gisterenavond. Tot dat ik bewoog. Nee, dat is nog niet voorbij. Geen wandelen vandaag. Omdraaien ging wel iets beter. Je moet iets hebben dat beter gaat. Nooit moet ik om zes uur naar het toilet. Nu wel, nee hè. Broek aantrekken is al een hele operatie. Laat ik mijn stokken maar gebruiken. Een voordeel dat ik die direct ter plekke heb. Ah, positief, het strompelen gaat iets beter dan gisterenavond.
Minstens zo belangrijk was de hernieuwde geesteskracht van mijn mobiel. Ik had hem gisterenavond droog gemaakt en mee in de slaapzak genomen. Hij startte weer ouderwets op. Gelukkig, al mijn foto's behouden en nu kan ik Judith tegen achten inlichten, dat ik nog steeds leef en er enkel vertraging van de wandelplannen is. Tenminste dat hoop ik vurig. 
Buiten schijnt de zon, ook wat waard op een rustdag
Gezelschap
Later om halfnegen verleng ik bij de receptie mijn verblijf op de camping en kom ik op de terugweg naar mijn tent zowaar Michael tegen. Hij verbleef afgelopen nacht in de jeugdherberg en hoorde van Julia en Mechtilde dat ik er ook was. De jeugdherberg is hem niet bevallen en daarom komt hij in de loop van de dag naar de camping. Rond het begin van de middag komt Michael even langs. We kletsen een beetje over wandelvakantie zonder zijn vriendin en voor mij zonder vrouw. Hoe komt het? Hoe gaat? Goed.
Van hem kreeg ik Voltare zalf en een strip Ibuprofen, waarvoor ik hem nog steeds dankbaar ben, want dat werkte goed. Voor vanavond en morgen heb ik het peperpotje gevuld met zalf. Je moet ergens ruimte vrij maken bij beperkte mogelijkheden.
Brug over Mjøsameer bij Lillehammer



Nederland in Noorwegen
Later ben ik met ondersteuning van mijn beide wandelstokken de stad ingegaan. Langzaam kom ik zonder pijn vooruit. Voornamelijk ging het door de gezellige winkelstraat waar ik gisteren op een pizzaterras zat.
Nu roepen vanaf een ander terras allerlei lekkernijen met vruchten, slagroom en ijs mij toe. Eenmaal binnen loop ik tegen een metersgrote foto van een Amsterdamse gracht aan. Kijk ik verder rond dan zie ik Rembrandt, Het Melkmeisje en Volendammer kleding. Op het menu staat een hele rits poffertjesgerechten. Je staat wat vreemd te kijken. Ik dacht dat ik op vakantie was in Noorwegen. Nederlandse immigranten die hun cultuur hebben meegenomen en hier uitbaten. Het is weer eens iets anders dan kebab.
Ontspanning
Als ik terug geschreden ben naar de camping resten er nog zeeën van tijd. Een kort praatje met een Engelse solitaire dame bezig met een motortrektocht vult wat tijd. Ze is al een paar weken onderweg. Om wat voor reden vraagt ze later in de middag of ze een foto van mij mag maken voor het vakantieboek. Ik hoop niet dat het praatje het hoogtepunt van haar dag was. Ze denkt zeker dat ik echt een pelgrim ben. Een dikke knie is al vervelend, maar erger moet het niet worden. Verder wat kijken naar een enorm luxe camperbus, die, hoor ik van Michael, 'deine Landsleute' zijn. Dan vind ik het nog overdadig als ik zie wat er allemaal uit die bus te voorschijn komt.
's Avonds zit ik bij de receptie om aantekeningen te maken op een echte stoel in de buurt van een frisdrankenautomaat. Met het sluiten van de receptie komt er een eind aan al deze dodelijk ontspannende bezigheden. Morgen maar weer inspanning.
standbeeld in Lillehammer van Birkebeiner die de zoon van de koning redt





Laat de boeren maar dorsen

Woensdag 17 augustus, wandeldag 12
Van Lillehammer Camping naar Skåden Gard
± 9,5 uur inclusief rusten, ± 24 km

Kabouterhutje bij Skåden Gard
Buiten komt elk kwartier een lading gras voorbij, net opgeraapt van de bergweide. Na achten in de avond is het al, maar de boer, hij gaat door. Nu of niet meer! Vandaag was het prachtig weer, volop zon en zeker vierentwintig graden. Overal werd gras binnengehaald, want overmorgen gaat het weer regenen. Gras dat of los wordt geraapt met een grasopraper of gras dat eerst op rollen wordt gedraaid en daarna in plastic wordt gewikkeld.
Binnen in mijn dwergenhutje luister ik via mijn mobiel afwisselend naar klassieke en country and western muziek, aaneengeregen door Noors commentaar voor de lokale snit. Even elektrisch water koken en hup, daar gaat de tweede kop koffie. Gezellige intimiteit in mijn twee bij tweeënhalve meter huis voor een nacht. Buiten droogt mijn was in de ondergaande zon op dit voormalige boerenerf. De boer is gepensioneerd, zijn vrouw is naar de damesclub en wat over het erf scheurt is een jongere collega. Zo gaat dat hier op Skåden Gard op een zomeravond in augustus.
Skåden Gard, ik sliep in het voorste hutje

Langzaam maar zeker
'Ook al ga ik maar twee kilometer per uur, dan kom ik toch vooruit'. Ik schrijf dit tussen aanhalingstekens, want dat zei ik vanochtend tegen mijzelf. Als je maar lang genoeg weg bent en rustig dagen alleen loopt, dan overleg je regelmatig met jezelf. Meestal krijg ik gelijk van mijzelf. Vanochtend was ik daar niet zo zeker van. Enigszins dik van het vocht was mijn knie nog wel, maar pijn had ik niet meer. Michael kwam nog even vragen hoe het ging. 'Es geht schon besser. Es geht wieder los'. Misschien heb ik het ook wel iets minder stoer gezegd. Voor de derde keer nam ik een ibuprofen en smeerde mijn knie in met Voltare. 'Michael vielen Dank, das hat super geholfen'. 

Verder had ik een eventualiteitenplan gemaakt. Naast mijn eigen tent waren er twee potentiële overnachtingsmogelijkheden; het parochiehuis van Faberg na acht kilometer en het Nermo Hotel na achttien kilometer; Plan A: het gaat goed, dan lopen we door naar Hotel Nermo, Plan B: het lopen gaat moeizaam, dan stoppen we in Faberg. Het is uiteindelijk met aller instemming een spontaan plan C geworden: Skåden Gard, ongeveer zes kilometer voorbij Nermo.
laatste keer door centrum Lillehammer
Verhulde tred
Ook al gaat het langzaam, je wilt er toch niet als een invalide uitzien. Bovendien wil ik letterlijk geen misstappen maken. Laten we het er op houden dat ik met voorname tred en weldoordachte aandacht langs de etalages door de hoofdwinkelstraat van Lillehammer schreed. Eenmaal in de buitenwijken ging het voorname eraf en zat er enige schommeling in mijn motoriek. Afdalende stukken vroegen nog om aandacht. Tegen tien uur werd Lillehammer vaarwel geschommeld.
Zo loop je uit het zicht voort te sloffen en zo probeer je weer rechtop te lopen als je tussen en langs eerste jaars studenten van de Hogeschool Lillehammer in Storhove voort trekt. Vandaag is het de opening van het academisch jaar. Alle parkeerterreinen staan vol, hectiek alom. Een kort vraaggesprek met een verkeersregelaar leert dat ieder zich straks zal verzamelen voor een rede bij de feesttent op de campus. Vanavond feest. Ik kan er mee instemmen, wens hem veel werkplezier en schrijd voort tot ik uit het zicht ben. Dan gaat het direct weer over op sloffen.
Nieuwe bekenden
Via een vaag, laag tunneltje kom ik aan de andere kant van de spoorlijn. Tijd voor een pauze. Koud lig ik met gestrekte knie in de zon of daar komt Noorse moeder Karin voorbij, die ik drie dagen geleden voor het laatst zag. Alleen haar dochter Sigrun is ingewisseld voor een vriendin. Aan mijn geschommel en trage tempo had ze al gezien dat er iets aan de hand was. Moet blijkbaar toch meer op mijn stijl letten. Druk bleef de pauze. Michael passeerde even later, informeerde naar mijn knie en ging weer door om even verder bij een bank te rusten. Hierna zijn we elkaar uit het oog verloren en zou ik hem de rest van de tocht niet meer ontmoeten.

Plan B
Dorp Faberg werd zonder problemen bereikt. De aangekondigde winkel moet ik hebben gemist en ik ga niet terug om te zoeken. De route trakteert voor de zoveelste keer een paar kilometers langs de eeuwige E-6. Daarna klimt het pad de valleihellingen op en daarmee ontstaat er beeld van dit deel van het Gudbrandsdal. In de diepte stroomt de rivier Lägen met een stroomversnelling. 


Dacht ik bij Faberg nog echt de heuvels en bergen in te trekken, zes kilometer verder loopt het gewoon weer door boerenland afgewisseld met enkele mooie stukken bos.  Hier en daar wordt het pad doorsneden door beken.
Over hard asfalt en door een tunnel loop ik de laatste kilometers naar Hotel Nermo. 
Bij Nermo scoor ik wel een flesje pepsi cola, maar val verder uit de toon. Meer precies, ik zit in mijn korte broek en stinkende shirt licht underdressed tussen de zwarte kostuums, witte overhemden met stropdassen en mantelpakjes. Er is een soort ondernemersbijeenkomst gaande. Hijgend worden buiten vlakbij mij sigaretten verstookt en strategieën besproken. Ook al is het in het Noors, je ziet het aan de bodylanguage. Hier hoor ik in mijn huidige verschijning niet bij. Bij mij hoort ook geen prijs van NOK 50, meer dan 5 euro, voor een flesje cola.
Hotel Nermo ligt alweer ver achter me, met het dorp Granrudmoen in de diepte

Plan C
Pas vier uur is het en de zon schijnt nog heerlijk. Wat zoek ik hier nog? We gaan mooi verder en klimmen weer hoger de valleiheuvel op. Mijn knie heeft er zin in. De beweging werkt helend zo te voelen, het loopt bijna weer normaal.
Duidelijk hoger dan vanochtend ligt het tempo. De ene weide na de andere bospassage volgen elkaar op en op sommige punten is het pad omgeven door mosrijke wanden. In de diepte komt een brug in zicht, langzaam verandert de hoek waaronder ik naar de brug kijk en een uur later ligt hij weer achter mij. 
Één uur wordt twee uren. Grote boerenbedrijven worden gepasseerd. Tegen zessen kondigt een bordje de slaapmogelijkheid bij Skåden Gard aan. Daar ben ik aan toe. Het was een prima wandeldag, met een knie die goed herstelt, een hele geruststelling. Vanavond daarom even geen tent opbouwen, maar een kabouterhutje huren.  
Skåden Gard
 

Hoe ze het er allemaal ingekregen hebben? Een stapelbed, tafeltje, bankje, koelkast met daarop een elektrische kookplaat, kastje, verwarming, vliegenmepper. De prijs staat gelijk aan zes flesjes cola bij Hotel Nermo. Je hoeft hier ook geen zwart kostuum aan. Dit hutje zit als gegoten. Relax, tot morgen.







Reconstructies

Donderdag 18 augustus, wandeldag 13
Van Skåden Gard naar camping Mageli
± 6 uur inclusief rusten, ± 18 km


Prima was de route vandaag. Eigenlijk geen grote bijzonderheden of het moet de aanval van die hond zijn geweest kort na de start. Van die aanval heb ik even geen foto's, vanwege tijdgebrek. Jammer. Dan maar een reconstructie. 
De wandelaar liep opgewekt het erf van Skåden Gard af, waar hij had overnacht. Nog geen vijfhonderd meter was hij op pad en hij maakte zijn eerste vergissing van de dag. Door een verkeerde uitleg van de markering volgde hij niet het pad, maar liep in de richting van een boerenerf. Daarmee werd kennelijk een appel gedaan op de verdedigingsdriften van een uit de kluiten gewassen waakhond. Recht kwam hij in volle galop op mij af. De hond had alleen even niet op de wandelstokken gerekend. Ik ook niet, maar in een reflex had ik ze voor me en werd de eerste aanval afgeslagen. Enigszins verbaasd door de doeltreffende afweer ging ik ook maar meteen over tot de tegenaanval en mepte om mij heen. Dat had blijkbaar niet in het draaiboek van de waakhond gestaan. Verbouwereerd en teruggefloten vanuit de boerderij (nu ineens wel) droop hij af. Dapper, tevreden over zichzelf en opgelucht vervolgde de wandelaar over het juiste pad. Tien minuten op pad, dat begint lekker.

Plannen
Pas op het einde van deze dag stond ik letterlijk aan de oevers van de rivier Lägen. De rest van de dag liep de route op ruime afstand van de rivier hoog op de hellingen van de valleiheuvels. Daardoor zie je wel het dorp Tretten beneden je aan de oevers liggen, maar kom je er niet door heen. En kom je dus ook niet langs winkels. Vanochtend ging het laatste muesliontbijt van de oorspronkelijke voorraad van zes naar binnen, onderweg heb ik al mijn restjes aan chocola, borrelworstjes en het laatste broodje opgegeten. Oppassen dus. 
Bij de dagelijkse planning, naast aandacht voor slaapgelegenheid, nu scherper rekening houden met winkels. De camping Mageli waar ik naar toe wil heeft volgens de gids een winkeltje en hopelijk een cola-automaat. Dat komt allemaal goed uit. Mageli ligt al op achttien kilometer van Skåden Gard dus dan heb ik vanmiddag na aankomst wat meer rust. Eigenlijk wilde ik naar camping Krekke, die een paar kilometer verder op de kaart staat. Gelukkig riep de verhuurster van Skåden Gard mij bij mijn vertrek even terug om te vragen naar mijn bestemming. Daarmee kon ze mij informeren dat camping Krekke niet meer bestaat. Dat scheelt weer onnodige en teleurstellende kilometers.

Kort na Skåden Gard liep ik door bosstroken rondom beken. In deze bossen kwam ik nu voor het eerst loslopende schappen tegen, die zich afvroegen wat ik daar kwam doen. Grote stukken gingen verder over mooi bospad afgewisseld met weides en zo nu en dan met asfalt en gravelweg. De boeren gingen weer door met hun race tegen de aangekondigde regen op zaterdag. Intrigerend om te zien hoeveel gras er opgeraapt en samen geperst wordt om een rol gras uit hun opraapwagen te spuwen. Complete rijen gras gaan er in. Tijden kan ik er naar kijken hoe een weiland rij voor rij, strook voor strook, schoon geharkt wordt en bespikkeld achterblijft met grote rollen gras. Lijkt me leuk werk. Je ziet direct resultaat.

Opmerkelijk
Wat bij het passeren van het huis Stalbergsvea opviel was de prijs voor overnachting in hun hut: 50 NOK per persoon. Zeg maar 1 Hotel-Nermo-flesje cola van gisteren. Waar je wel en niet moet zijn als wandelaar. 
Waar je ook niet moet zijn is in de koeienpoep. Bijna had ik een nieuwe blessure. Met veel geglibber was ik net over een door koeien kapot getrapt moerassig stuk geploeterd. Opgelucht over het behoud van droge voeten was ik even ongeconcentreerd. En ineens lag ik in een halve rugzakspagaat. 
Reconstructie
Even me niet gerealiseerd dat die koeien natuurlijk ook blij zijn als ze zo'n stuk achter zich hebben gelaten en van tevredenheid eerst uitgebreid gaan poepen. Ik werd door de gladheid gelanceerd en bleef wonder boven wonder overeind en schoon. Met een zak op je rug gaat een spagaat wel dieper.
Ja Benk
De afdaling naar de camping ging hier en daar nog aardig steil. Ook al was het vandaag maar achttien kilometer, ik begon toch een beetje moe te worden. Op nog geen half uur voor Mageli lag ik eerst nog uitgebreid op een bank naast een klein beekje. Lekker in de schaduw naar boven staren met op de achtergrond het watergeruis. Prima dat er nu een langere middagrust volgt op de camping.

staren naar de blauwe lucht boven het bladerdek
Jammer van het verkeerslawaai van de E-6, maar voor de rest zit ik hier goed op Camping Mageli. Bij de receptie is een winkeltje en er is een tv-ruimte waar ik mooi mijn mobiel kan opladen en comfortabel dit dagverslag kan maken. Bovenal is er een klein buffet bij het zwembad voor mijn cola. Dit is een goede voortzetting van de wandeldag. Mijn tent staat aan het water. De rivier heeft hier meer de omvang van een meer. Onder een steen in dat meer ligt nog een tweede cola om koud te blijven. Die is voor straks na het eten, voor na de Lapskaus.

Net Judith gebeld. Ze zit bij Wilma te quilten. Het leven gaat in Nederland gewoon door. Er zijn trouwens tijdens mijn afwezigheid even gauw wel allerlei nieuwe computers aangeschaft. Verder doet de vaatwasser het niet meer. Terriër Jack heeft net overgegeven. Signalen dat er nog een wereld is en er na de wandeling nog volop uitdagingen zijn. Herinnering ook dat de wandeling in zijn eindweek zit. Jammer want het bevalt mij nog steeds uitstekend. Waar zal ik morgen weer slapen?
Eerst maar eens kijken hoe die Noorse Lapskaus smaakt. Hm, brr, niet om enthousiast van te worden, maar het smaakt voedzaam, je kunt er minstens drie dagen op lopen.








Wel of geen trein?

Vrijdag 19 augustus, wandeldag 14
Van Camping Mageli naar Camping Heimtun bij Frya
± 10,5 uur inclusief rusten, ± 29 km

Boerenerven
Lekker loopt het. Al drie uur lang gaat het van de ene naar de andere boerderij. Vooral rood en bruin zijn ze, maar ook zwart, geel en donker bruin, vrijwel zonder uitzondering van hout. Grijs is blijkbaar de laatste mode. En op het erf het oude oude opslaggebouw voor het eten, de stabbur. Natuurlijk ook een of meer hutjes, al dan niet van boomstammen gemaakt, met soms een grasdak. Zijn ze voor de kinderen? Of voor de pelgrims? De trollen?
Ook vind je op elk erf bijna standaard de noodzakelijke aanhangwagen, heel vaak van het Noorse merk Gaupen. Ik tel even de enorme tractoren en de grasoprapers niet mee.
De weides gaan meestal tot halverwege de hellingen van de vallei. Daar boven beginnen de bossen. Behalve vlak na het vertrek van de camping Mageli waar de bossen door de steilheid van de helling vrij kort van het water al beginnen en er ook weinig ruimte is voor de E-6. Beneden stroomt de rivier. Op de brede stukken is het water vlak. Zichtbaar stromend en soms witte sporen makend op de smallere stukken spiegelt het je tegemoet. Stroomopwaarts lopend wordt de rivier steeds ondieper. Vooral bij het dorp Fåvang zijn er grote drooggevallen zandplaten en verscheidene zijstromen tussen eilanden te zien.

Bejaardenochtend bij Hansen in Fåvang
Fåvang-centrum is op deze vrijdag één grote wegopbreking. De enige die zich er niet druk om maakt is de Mammoet. Die is al van beton. Nu de straten nog. Inkopen bij de supermarkt doe ik straks wel. Eerst even naar Hansen, net als velen uit de omgeving van Fåvang.
Tijdens de rust in de konditorei van Bakker Hansen schrijf ik mijn eerste aantekeningen over deze nieuwe wandeldag. Bakker Hansen ben ik ook al tegengekomen in Oslo. Krijg niet de indruk dat dit een landbedekkende keten is. Dat het familie van elkaar is lijkt ook niet meteen aannemelijk. Zoekend op de website Vernoeming.nl blijkt Hansen de meest voorkomende naam in Noorwegen. Zeg maar de Jansens van Noorwegen. Blijkt allemaal afgeleid te zijn van de voornaam Johannes en daar dan weer een zoon van (-sen/-son).
meest voorkomende achternamen in Europa (bron: Vernoeming.nl)
'In Scandinavië waren blijkbaar de voornamen Johannes en Andreas populair: de meestvoorkomende achternamen zijn Hansen (Noorwegen), Jensen (Denemarken), Joensen (Faeroer) en Andersson (Zweden). Je zou ze in het Nederlands kunnen vertalen als Jansen en Andriessen.' (Bron Vernoeming.nl)

Ook nu weer val ik uit de toon. Overigens niet storend. Bejaardenochtend is het vandaag. Voor het uitkiezen van een gebakje zijn sommigen gauw vijf minuten bezig. Dan heb ik er al drie op. Eerst nog maar een tweede kop koffie, die zijn gratis in Noorwegen. Prima land.

Julia en haar problemen
Met een pastamaaltijd in plastic, nieuwe broodjes en noten in de rugzak verlaat ik Fåvang. Afdalen en rusten in zo'n dorp is een heerlijke onderbreking, alleen moet je daarna weer naar boven om op de route te komen. Halverwege de klim herken ik ineens de gebogen gestalte honderd meter voor mij. Het is Julia Leipzig. Door mijn noodgedwongen rustdag in Lillehammer was ik het contact met de 'groep' verloren en rekende er al niet meer op ze te ontmoeten. Het frisse is eraf bij de achttienjarige Julia in die paar dagen sinds Byflaten. Als een jong, oud vrouwtje hangt ze gebogen tegen een lange wandelstok.
'Wie geht's?'
'Slecht'. Ze heeft last van haar 'weibliche Probleme' wordt mij aansluitend toevertrouwd. 'Alle Energie ist jetzt auch weg'. Ze heeft wel een nieuwe begeleider: jongeman Thomas. Ondanks het middaguur zijn ze pas een kilometer op pad. Niet echt spectaculair. Wellicht is een echte rustdag dan beter. Lopen is voor je plezier. Het is geen afknijpoefening. Dat denk ik allemaal. In werkelijkheid wens ik ze 'viel Spass und viel Erfolg'. Misschien niet de meest toegesneden woorden, maar wel goed gemeend.
Ringebu Stavkirke

Ringebu staafkerk (stavkirke)
Tegen drieën werd de staafkerk van Ringebu bereikt. Niet alleen omdat hij van hout is gebouwd, maar nog meer door de vorm wijkt hij af van de kerken, die zich tot nu toe aandienden. Hij is gebouwd rondom een skelet van in de grond gegraven palen. In het binnenschip is dat goed te zien. Alles is van hout, de palen, de wanden, het altaar, de preekstoel, beelden en een portret aan de zijwand.


Ringebu station
Droog erin, regen bij terugkeer. Als ik buiten de kerk kom word ik verrast door de regen. Het is te vroeg om te stoppen en daarom laat ik de nabijgelegen pelgrimsherberg voor wat hij is. Vier kilometer verder verlaat ik het pad om in het dorp Ringebu bij het station te informeren hoe het zit met de stations in de dorpen Hundorp en Kvam. In Nederland had ik die vanaf de kaart aangemerkt als mogelijke stations om de terugreis te beginnen. Maandag moet ik op tijd terug zijn op vliegveld Gardemoen. Dan is het wel prettig als er ook echt treinen stoppen op die stations. Dat was mij vanaf internet niet helemaal duidelijk geworden. 
station Ringebu
Mijn gemoed en informatiestand wordt niet echt verbeterd. Het station heeft geen balie, laat staan een informatiebalie. Wel een restauratie waarvan de bediende mij vertelt dat je kaartjes koopt in de trein en dat Hundorp en Kvam geen station hebben waar treinen stoppen. Otta heeft wel een station, maar dat is met de auto nog negenenveertig kilometer en over het Olavpad is het veel meer: zeventig kilometer. 
Dit is een tegenvaller. Er zijn verschillende opties; of twee dagen heel veel lopen, of twee dagen veel lopen en op maandag ochtend nog een stuk te voet of op een andere manier. Dat laatste is weer afhankelijk van de vertrektijd van de trein. Mogelijkheid C; blijven in Ringebu en van hieruit de terugreis beginnen, wordt eigenlijk direct verworpen. Ik ga hier niet ruim tweeënhalve dag rondhangen. Bij een bewegingsvakantie is niets een grotere afknapper dan doelloos rondhangen. Daarnaast geven mogelijkheden een en twee weer nieuwe uitdagingen. Ook wat waard. Voorlopig wordt het mogelijkheid B: einddoel Kvam op zondag, daar rondkijken hoe Otta te bereiken. Dit alles overdenk ik op een picknickbank bij de plaatselijke Coop, waar het cola-niveau in mijn bloed weer op peil wordt gebracht.

Aan-uit-Aan
Ook al protesteert mijn linker kuit, doorlopen was ik vandaag toch al van plan. Daar verandert de regen niets aan. Aanvankelijk was het met een regenjack aan toch wat warm, uit dus maar weer. Boven hebben ze echter een sensor met beeldinterpretatie; zo gauw beneden de regenjas uit is, drukken ze boven op een knop om de regen weer te starten. Eerst rustig en daarna langzaam steeds iets harder. Regenjas aan, regenbroek aan, capuchon op. 
Vlak buiten Ringebu gaat het pad over een brede gravelweg door het bos. Een enkele keer wordt ik ingehaald door een auto, verder is de weg van mij. Om zes uur, schuilend onder een paar bomen bel ik even naar Judith en Maxime. Even gezelschap via de telefoon. Alles gaat goed in Nederland. De nieuwe computers en programma's zijn gekocht. Maxime werkt zich steeds rijker. Hond Jack wordt steeds ouder en vertoont bejaardengedrag. Toch mooi om vanaf een bosweg even in Nederland te zijn. Na het gesprek sta ik ineens weer in Noorwegen in de regen. Zo'n bospad is dan nog natter dan tien minuten eerder.
Campingleven bij avondlicht
Hopelijk bestaan de campings die in de gids worden genoemd nog. Een uur later passeer ik camping nummer een.  Omdat ze het daar net ontzettend druk hebben met een buslading vermoeide gezichten met rolkoffers ben ik voorlopig nog niet aan de beurt. Het verdelen van  de hutten gaat nog heel lang duren. Kijken of de tweede camping, Heimtun, echt maar honderd meter verder ligt. Jawel, onbegrijpelijk. Minder luxe, maar voor NOK 140 wel met een douchemuntje erbij. Halfacht staat de tent, naast de aangeprezen picknicktafel. De enige tent bij de enige tafel. Verder twee caravans en twee hutten die verhuurd zijn. Het is dat de E-6 voor rumoer zorgt anders kon je hier een kanon afschieten. Eerst douchen in een houten doe-het-zelf-hut, daarna de pasta met zalm, die je niet hoeft op te warmen. Vind ik.
Om halfnegen de code van de wifi aan de beheerder gevraagd, want nu moet ik het echt weten hoe het zit met de trein. Resultaat: Kvam en Hundorp hebben na vrijdag pas weer maandag iets van openbaar vervoer. Maar het wordt mij niet goed duidelijk of dat bus of trein is en het tijdstip van vertrek is te laat om het vliegveld Gardermoen op tijd te bereiken. Dorp Otta levert de mogelijkheid van vertrek met de trein op maandag om half twaalf en een aankomst om halfdrie op het vliegveld. Voorlopig blijft het plan B. Na de negenentwintig kilometer van vandaag, nu alleen nog ongeveer zestig kilometer lopen in twee dagen. Eerst even slapen en morgen bijtijds weg.




Repeterend afscheid

Zaterdag 20 augustus, wandeldag 15
Van Camping Heimtun bij Frya naar halverwege Vinstra en Kvam
± 10,5 uur inclusief rusten, ± 29 km

Het E-6 pad
Was het nou St Olavspad of het Heilige E-6 pad? Beide gaan naar Trondheim. Beide zijn voortdurend aanwezig. Vanochtend ging het zelfs enkele kilometers direct naast de vangrail van de E-6. Een pelgrimstocht had in de oudheid ook te maken met boetedoening, wellicht is dit de moderne vorm. Toegegeven, hier in de provincie Oppland voorbij Lillehammer is de eerdere vierbaansautoweg verschrompeld tot een tweebaansweg en ook het verkeersaanbod is op deze zaterdag te overzien.
Nieuwe bekenden
Al om halfnegen verliet ik camping Heimtun. Bij Hundorp zie ik de onverwachte verschijning van Daniel. Samen met een andere man, Marcel, komt hij uit een voorraadschuur de route opgelopen. Ze mochten daar slapen van de eigenaar. Na vier dagen toch weer een ontmoeting. Ik vertel wat ik de afgelopen dagen heb gedaan. Dat ik Julia Leipzig in een deplorabele conditie heb ontmoet in Fåvang. Daarna hoor ik hun verhalen en ben onder de indruk van de afstanden die Marcel aflegt. We kijken uit naar deze nieuwe dag en alle drie vervolgen we even later ieder apart onze weg.
Zelf kijk ik nog even naar de uitrusting voor het onderhoud van dit wandelpad. Ze beschikken hier zelfs over een eigen Pilegrimsleden-aanhangwagen.

Sør Fron
Langs een serie karakteristieke huizen gaat het naar het dorp Sør Fron. Het is zaterdag dus er moeten ook weekendinkopen worden gedaan. Bij de Co-op haal ik een cola, koeken, pasta met ham, broodjes en een tube kaas met hamsmaak. Buiten begin ik zoals gewoonlijk direct aan het 'nuttigen' van de cola met koek. Hoe meer je opeet, des te minder hoef je te dragen.
Even later komt Daniel naar buiten. Hij is na mij naar binnen gegaan met dezelfde intentie. Dit keer kom ik op het lumineuze idee onze contactgegevens uit te wisselen. Slechts ruim een week heeft het geduurd om dit te bedenken. Dan ook maar meteen een foto. Het kan niet op. Ik zal hem een mail sturen over dit resultaat. We nemen geen echt afscheid, maar wel wens ik hem veel succes met het vervolg naar Trondheim.
Nog even cultuur shoppen bij de achthoekige kerk van Sør Fron. Daarna verlaat ik dit aardige kerkje en keer terug naar het Heilige E-6 pad. Opvallend is even buiten het dorp een schuur met toren en bel midden in een weiland. Meestal zag ik onderweg dit soort torentjes met een bel vlak bij de boerderij. Vroeger werden die bellen, of zijn het klokken, gebruikt om het personeel in het veld te herinneren aan de maaltijd. Dit witte torentje schittert in een felle zon die zich door een gat in het wolkendek priemt, terwijl de achtergrond in de schaduw blijft.

Ter hoogte van de voormalige boerderij Rudi Gard tref ik Daniel opnieuw. Hij rust op een bank van dit amusements- complex. Want in deze verzameling goed onderhouden schuren en stallen komen regelmatig tot vijfhonderd mensen genieten van muzikale optredens, culinaire activiteiten en toneel. Zeg maar een soort plattelands festival-tempel.
Meer hoogtelijnen
Samen lopen we een stuk op, passeren de pelgrimsboerderij Grytting, die door Ria Warmerdam warm wordt aanbevolen en beginnen aan een klim. Langzaam loopt Daniel op mij uit. Tevreden trekken we verder in onze eigen tred. Kilometer na kilometer gaat het door het bos, hier en daar onderbroken door stenige hoge rotswanden en uitkijkpunten over de vallei. Hier zie je echt dat het bergachtiger en minder glooiend wordt dan in de omgeving van Hamar en Lillehammer. 



Bij een kale rotswand, Skard genaamd, haal ik Daniel voor de vierde keer in. Hij rust daar met Marcel bij een hut, waar je zelfs kunt overnachten als je de beheerder belt voor de slotcode. Slim bedacht. In een gesprek heb ik geen zin meer, afscheid nemen houdt een keer op en is vandaag duidelijk over de houdbaarheidsdatum. Dit keer denk ik er wel aan om een foto te nemen en loop door.

Vlak plekje
De afstand naar Kvam moet kleiner en ik heb niets beters te doen dan doorwandelen. Verder door het bos en na het bos over asfalt langs boerderijen en weides richting het dorp Vinstra. De beloofde regenbui vindt dat het nu tijd is. Ik schuil in een openstaande garage. De bewoners merken niks. De vermoeidheid neemt toe nu ik comfortabel op een paar zakken potaarde wacht tot het droog wordt. Marcel komt in de regen snel voorbij. Hij ziet mij niet. Succes, ik zit hier goed.

Om halfvijf is het weer min of meer droog en passeer ik Vinstra via een buitenwijk. Van aardige mensen, die bezig zijn met stammen te zagen voor haardhout, krijg ik water. Deze een na laatste nacht wil ik nog een keer wild in het bos kamperen. 
Omhoog gaat het weer het bos in. Bij een afgezet terrein om een paar hutten (Stusslia) is er geen vlakke plek naar mijn zin. Zes uur, dan eerst maar even bellen naar Judith en Maxime. 
Ze missen me niet. Het shoppen in Haarlem was een succes en omdat het een heerlijke zonnige dag in Nederland is, gaan ze nu door naar het strand bij Bloemendaal om daar lekker te eten. Ik pruttel nog wat dat ik een vlakke plek ga zoeken om mijn tent op te zetten, wens ze veel plezier aan het strand en keer terug in Noorwegen. Ieder zijn hobby, maar Bloemendaal klinkt op dit moment beter.
Kilometer na kilometer bospad op een helling rijgen zich aaneen. Horizontale plekjes dienen zich niet aan.  Een tweede poging wordt verijdeld door bosmieren. Langzaam daal ik af en passeer een boerderij zonder teken van leven. Aangestaard door een levensgrote giraf vraag ik mij af hoe je op het idee komt om midden in de bossen van Noorwegen zo'n beeld neer te zetten. In ieder geval verzet zo een, ja wat is het, beeld of sculptuur van fiberglas, je gedachten. Dan had ik meer beeld bij de houten beer, die ik eergisteren tegenkwam bij een boerderij of gisteren een soort elandspook als welkomsbeeld bij de voordeur. Mensen knutselen wat af.
Een plek die ik te naargeestig en te vochtig vind wordt een half uur later ook afgekeurd. Het eindeloze bospad gaat over in een gravelweg. Enkele huizen zie ik, een vorm van bewoonde wereld. Om kwart over zeven ben ik tevreden met een minder vochtige plek, waar de route de gravelweg verlaat en opnieuw het bos in duikt. Op een zijpaadje sta ik voldoende uit het zicht, je weet maar nooit.
Koud lig ik in dit eenzame dierenbos verscholen in mijn tent of hoor ik mijn naam door het bos roepen. Ik schrik, maar ben gelukkig niet zo 'ängstlich' als Julia Leipzig een paar dagen geleden. Ik doe snel mijn tent open. Daniel staat aan het begin van het zijpad. Hij was in Vinstra de weg kwijt geraakt en is daarom nu pas hier en is nog op zoek naar een geschikte overnachtingsplek. Mijn plek met kans op loslopende schapen trekt hem niet. Bovendien geeft volgens hem de zon nog voldoende licht om door te zoeken. Altijd optimistisch blijven. Prima, goede eigenschap. 'Bis Morgen'We zijn elkaar al zo vaak tegengekomen vandaag, dan zal dat morgen ook wel weer gebeuren. Maar dit zou het laatste contact zijn.

Eerst slapen. De twee dagen van tegen de dertig kilometer hakken er in. Eigenlijk teveel voor mooi. Door al dat verder lopen op zoek naar een geschikte overnachtingsplek is Kvam wel flink dichterbij gekomen. Morgen daar maar eens verder kijken.  Een zondag, dus dat moet goed komen.





Laatste wandeldag en de luxe in Kvam

Zondag 21 augustus, wandeldag 16
Van halverwege Vinstra en Kvam naar Kvam
± 1uur, 45 minuten,  ± 7 km

Vannacht heb ik zonder problemen van halfnegen tot vanochtend halfacht geslapen. Zou mijn lichaam dan toch moe zijn? Belachelijk. De laatste zeven kilometer naar Kvam gaan in een rustig tempo. Na een kilometer tref ik Marcel uit Keulen. Hij weet dat het mijn laatste wandeldag is en wenst mij een goede terugreis. Op mijn beurt hoop ik op een goede voortzetting van zijn wandeltocht. Daniel kom ik niet meer tegen.
Eenmaal uit het bos opent zich een panorama met aan het einde van de bocht in de rivier het dorp Kvam. Meelopend met de bocht komt Kvam wel beter in zicht, maar verschijnt er geen weg of pad om er naar af te dalen. Ik loop duidelijk een etage te hoog en krijg de gelegenheid om Kvam van bijna alle kanten te bekijken.

Nog net niet voorbij Kvam is er een ingang aan de noordzijde om het dorp binnen te trekken. Binnen trekken doet mij denken aan het lopen achter de fanfare. Nou het was vreselijk stil langs de E-6 op deze zondagmorgen. Niks fanfare. Ze weten hier zeker niet dat dit mijn laatste wandeldag is.
kerkje van Kvam, de laatste kerk voorlopig
In Ringebu had het personeel van het stationsrestaurant mij eergisteren verzekerd dat er geen werkend station was in Kvam. Daarom dacht ik steeds dat ik door moest naar de volgende plaats Otta. Aangekomen in Kvam zag ik geen tijdschema's bij de bushalte. Dan maar informeren bij het benzinestation. Op mijn weg daar naar toe passeerde ik een huis langs het spoor, dat met enige fantasie ook als stationshuis zou kunnen dienen. Aangetrokken door een informatiebord aan de andere kant van de parkeerplaats besloot ik toch maar eens te gaan kijken. Je weet nooit. Er bleek iets dat op een perron leek en het bord gaf een treinverbinding aan op maandag tot en met vrijdag naar Lillehammer om kwart over negen 's morgens. Vreemd dat ik dat niet eerder gevonden had op internet.
station op de datum van vertrek
Staand midden in de wifi-free zone van het tegenovergelegen Sinclair Motel kon ik ineens wel een bevestiging krijgen van deze treinverbinding. Vanuit Lillehammer zou er een directe aansluiting zijn naar vliegveld Gardermoen, waar ik ruim op tijd voor mijn vlucht zou aankomen. Dat zou super zijn, want dan hoefde ik niet eerst moeilijk een bus te vangen om naar Otta te rijden. Op naar Sinclair om een cappuccino te drinken en meteen maar met een Noorse waffel erbij om dit goede nieuws te vieren en te double checken.
De trage bediening aan de kassa gaf een prijs op van 800 NOK voor een overnachting met ontbijt. Eerst maar even mijn wafel eten. Na ampel overleg met mijzelf nu naar het loketje naast de kassa, om een kamer te boeken. Maar dan wilde ik wel zeker weten dat de treininformatie ook echt klopte. Tien minuten later kwam de vriendelijke dame met dezelfde informatie terug, die ik zelf eerder had gevonden. 
'I saw your rucksack. Are you a pelgrim?'
'Yes?'
'Then we have a different price; NOK 500'.
'Splendid'. 
Met zulke berichten wil je altijd wel pelgrim zijn. Wat een luxe, een motelkamer in Kvam in plaats van een natte plek op de lokale camping bij de kerk.
Om twaalf uur betreed ik mijn motelkamer, nr 23, van het containerblok achter het restaurant. Vergeten luxe blinkt mij tegemoet.  Dit is echt het einde van mijn wandeltocht. Het eerste wat ik doe is de zooltjes van mijn vochtige schoenen wassen. Dan blijft het aangenaam in de motelkamer en morgen in het vliegtuig.

Daarna ga ik over op slow motion. Geen gewandel meer, geen zorgen over de terugreis. Omschakelen van lopen, tent opzetten, naar klaar maken voor de terugreis. Symbolisch is het inkorten van de wandelstokken en het legen van de waterzak. Mijn meest schone en minst riekende kleren leg ik gereed voor morgen.
Binnen een uur is de kamer veranderd in een droogkamer en begint het toch te stinken.
Op de tv, ook al zo iets nieuws, zie ik de laatste wedstrijden van de Olympische Spelen. Het Nederlands dames handbalteam speelt tegen Noorwegen. Best gaat het niet; 9-3 achter in tien minuten. De rest van de Olympische Spelen zijn vrijwel volledig langs me heengegaan. Jammer, maar overkomelijk.
Nu alle spullen te drogen hangen neem ik zelf een douche, super heet op mijn schouders en rug. Wat een ontspanning. Na de douche staat het 19-12 voor Noorwegen en gaat de rust in. Alles moet nog mogelijk zijn, als ik niet in slaap val op dat witte matras. Wit ook al zo een nieuwe kleur na drie weken buiten.

Op zo een wit bed heb je ook tijd om even terug te kijken. De wandeling was weer een mooi avontuur. De eerste week teveel regen en soms moeizaam om een overnachtingsplek te vinden. Ten dele kwam dat ook door mijn onbekendheid met de pelgrimsherbergen. Afwisseling van de overnachtingslocaties vormen aan de andere kant juist weer de attractiviteit. Iedere keer weer een verrassing. Verder was er vooral vanaf Hamar het contact met andere wandelaars. Dit keer voornamelijk uit Duitsland, zoals Julia Leipzig en de twee musici Julia en Mechtilde, Michael en Daniel. Interessant om elkaars verhalen te horen. Leuk om elkaar op de meest onverwachte momenten weer te ontmoeten en de belevenissen van de afgelopen dagen uit te wisselen. Volgend jaar kom ik terug voor mijn tweede deel naar Trondheim. Dan wacht het mooie Dovrefjell. Ik kijk er al naar uit.

Buiten schijnt de zon en het regent. Vervelend voor Daniel, Marcel en Michael en alle anderen die ergens verder trekken. Ik wens ze veel sterkte en wandelplezier. Ik ga morgen naar huis. Tschüss.
Motel Sinclair de laatste avond

Kvam was het laatste dorp in 2016. Het verslag van 2016 is hiermee voltooid
In 2017 heb ik het tweede deel gelopen zie het Verslag Olavspad 2017 Kvam-Trondheim
Voor een korte samenvatting van het verslag met ervaringen en tips ga naar mijn Review

Geen opmerkingen:

Een reactie posten