Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

dinsdag 19 november 2019

Zuiderzeepad: wandelen van de Oldelamerbrug naar Lemmer

Tjonge en Tjeuke

Woensdag 13 november 2019
23,5 kilometer

met het zelfbedieningspontje over de Tjonger
Tjonge en Tjeuke
Ik kan geen goede titel voor dit verhaal verzinnen. Het gaat in ieder geval niet over de twee broers Tjonge en Tjeuke. Gewoon twee lekker glijdende woorden die nergens op slaan, maar opkomen als je zeven kilometer langs de Tjonger hebt gewandeld, koffie hebt gedronken in hotel Tjongervallei en daarna nog drie kilometer langs de oevers van het Tjeukemeer tegen de zon in hebt gekeken. Tja, de hele dag zon. Met warmtestoten tot zeven graden boven nul. Ongelooflijk op 13 november, terwijl wij mentaal voorbereid waren op buien. Wat moet je ver reizen en lopen om in een ander, leeg land geluk af te dwingen.
zon op het graspad langs de Helomavaart direct na de start
Met het overschrijden van het riviertje de Linde ten noorden van Ossenzijl waren we in april van dit jaar al het Friese land binnengedrongen, maar volgens de taalkundigen passeer je pas bij het oversteken van het riviertje de Tjonger de taalgrens. Je merkt er verder niets van. Niets van de taal (als je niemand tegenkomt), niets van de grens en zeker niet van een vallei, ook al probeert de website van het hotel nog iets op te lepelen over de ijstijd en diep uitgesleten waterlopen. Dat zouden later dan enorme veengebieden zijn geworden, die nog weer later zijn afgegraven voor de turfwinning.


Het vreemde is dat in onze tijd het prachtige waterige veengebied rondom de petgaten van het/de Brandemeer en het riviertje de Tjonger zelfs meters hoger liggen dan de weilanden in de afgegraven veenpolders ten noorden van het riviertje. 
Op het Tjongerpad aan de noordkant zijn we zelfs nog een keer gaan controleren of het riviertje werkelijk zo hoog achter de dijk ligt. Inderdaad. Er moet echt niets fout gaan met die dijk, anders hebben de huizen er achter een diep probleem. Veel huizen tref je hier dan ook niet. 
Heenreis
Reizen met openbaar vervoer in dit deel van Nederland gaat nog net iets sneller dan wandelen, maar met de fiets en zeker een e-bike versla je hier elke bus-trein-buurtbus combinatie. Frank en ik waren vanochtend in iets meer dan een uur vanuit midden Nederland naar Lemmer gereden, het eindpunt van de wandeling van vandaag. Tja, en hoe kom je dan bij de Oldelamerbrug ten oosten van het dorp Munnekeburen, ons startpunt van deze etappe. En hoe lang doe je daar over? Hemelsbreed ongeveer twaalf kilometer. Nou wat schat je?
Goed gegokt! Meer dan anderhalf uur en dan reken ik het wachten op de bus naar Heerenveen niet mee. Eenmaal in de Q-liner ging het voorspoedig naar station Heerenveen. Daar wachten op de trein naar Wolvega. In Wolvega weer wachten op de kleine buurtbus nummer 108 onder het vluchtige genot van een koffie in het tot bloemenwinkel omgedoopt stationsgebouw. Om elf uur zette de vriendelijke vrijwillige chauffeur van de buurtbus ons af bij de Oldelamerbrug. Drie uur na ons vertrek van huis. Die Friezen maken je het direct duidelijk: je zit hier in een ander land,  een rustiger land, Friesland. Voordeel is dat je er vanuit de bus en trein al een aardig beeld van krijgt.
slingerpad langs de Brandemeer
Dynamische rust
De eerste kilometers langs de Helomavaart gaan aangenaam over een graspad. De Tjonger dwingt ons tweeënhalve kilometer later naar het oosten af te buigen en al slingerend vervolgen we door de rietvelden en langs de petgaten van het natuurgebied Brandemeer. Dat is een laagveenmoerasgebied in de keten van moerassen van de Wieden en de Weerribben in Overijssel en de Rottige Meente op de grens van Friesland. Het staat mooi beschreven op de informatieve website Oldelamer.info / Welkom in Oldelamer. Een prachtig stil natuurgebied. Een aanrader.
Halftwee, tijd voor een eerste rust. Zowel fysieke, mentale als sociale rust krijg je in dit stille gebied. Verscholen in je capuchon met een fleecemuts op trek je het lang genoeg tegen de kilte voor 1 boterham.
doe-het-zelf-pont, natuurlijk aan de overkant
Voor desastreuze afkoeling hoef je echter niet te vrezen. De routegids en de stickers willen namelijk dat wij een kilometer verder de Tjonger oversteken. Maar dan wel op eigen kracht. Gratis, dat dan weer wel. Net als in Lapland ligt ook deze keer het overzetmiddel aan de overkant. Nu geen roeiboot, maar een doe-het-zelf-ponton. Eerst dat ding maar eens aan deze kant krijgen.
Als een orgelman trek je jezelf over de rivier. Alleen is dit wel een heel lang muziekstuk. 

Wezenloos gedraaid staan we vijftien minuten later aan de andere, nog Friesere kant. Topsport met een dynamische rust.
Aan de overkant leidt het pad ons vierhonderd meter verder naar een brug over de Fjouwerhuster Feart (Vierhuistervaart). Blijkbaar gaan er zo weinig boten naar Vierhuis aan het einde van de vaart dat een overbrugging de scheepvaart niet benadeelt. Met de naam Vierhuis doet men zich tekort, want ik tel op de kaart al gauw tien huizen. Onnodige bescheidenheid.
bruggetje over de Fjouwerhuster Feart
Warme rust
Het Tjongerpad is geen pad maar een gewone boerenasfaltweg. De cadans gaat omhoog alleen onderbroken door een controle of die Tjonger echt achter het steile dijkje ligt waar wij niet overheen kunnen kijken. Hij ligt er.
We slingeren aan het einde van het Tjongerpad met enkele haakse bochten langs de weinige huizen van Zevenbuurt. Hier ver van de bebouwde kommen vult men de tuin met eigen vrijheid. Hele volièreparken zitten er verscholen tussen de bomen en struiken. 
Arbeiders in het veen. Niet alleen mannen maar ook vrouwen en kinderen waren werkzaam.
Het was niet ongebruikelijk dat alleen complete gezinnen in dienst werden genomen.
(zie de website Oude Beroepen)
Het Tjongerpad eindigt abrupt bij de Pier Cristiaanssleat (sloot). Opnieuw dwingt een water ons van richting te veranderen. Die Pier Christiaans is hier in het verleden veenbaas geweest, een exploitant van een veenderij. Veel vaarten in deze omgeving zijn naar vroegere veenbazen vernoemd. Zo ook de eerdere Helomavaart. Alles is hier bijna verveent of weggebaggerd voor de turfwinning. 
Pier Christaanssleat met het Kettingpad
Via deze sloot, die de breedte heeft van echte vaart vaar je van de Tjonger naar het Tjeukemeer. Wij wandelen over het Kettingpad  parallel aan het water naar het dorpje Delfstrahuizen. Dat zijn de huizen die aan de noordkant van de sloot liggen. Steek je de brug over dan horen die huizen er niet meer bij, want dan ben je  in Echtenerbrug. Gelukkig vormt die brug geen grens. Het dorp vormt samen met Delfstrahuizen een tweelingdorp. 
Onze aandacht gaat meer uit naar de beloofde horeca op onze kaart. Via de achterkant van een voormalige fabriek naderen wij de vermoedelijke locatie. Zit er in deze rommelige gebouwen een café of een restaurant?
Hotel Tjongervallei
Wantrouwend houden wij al jaren veel reserves bij het benaderen van horecatekens. Vooral in november op een woensdag. Ingebouwde scepsis ter bescherming van de mentale weerbaarheid. Maar dit keer onnodig. Je moet dit als een Fries beredeneren, denk ik. Alles draaide vroeger al om de waterwegen. Zonder die vaarten en sloten was er geen afvoer en handel in turf. Dat is nu nog zo. Nu draait alles om de handel in watertoeristen.
Je moet dus niet aan de weg zoeken voor je koffie, maar aan het water. Die gebouwen zien er een stuk beter uit. En in Delfstrahuizen zijn ze ook open! Hulde daarvoor, want naast een hele aardige jonge hond en een oudere dame waren wij de enige gasten. Er waren verder geen andere honden.
Tjeukemeer bij Echtenerbrug
Friese Flowerpower
Door een korte reeks straten wurmen we ons naar het punt waar de Pier Christiaanssleat uitmondt in het Tjeukemeer. Nog weidser wordt het zicht. Altijd weer aangenaam om tussen rietpluimen door over een meer te turen. Een jaar of tien geleden heb ik er nog heerlijk twee rondes geschaatst. Jammer dat die kans steeds kleiner wordt. Maar om dat sentiment gunstig te stemmen hebben ze hier op de flank van de lage dijk prachtige bloemen gezaaid. Bij gebrek aan insecten bewonderen wij deze laatbloeiers. Een mooie dijkaankleding.
Tjeukemeer-Zuid
Er valt op de dijk ten zuiden van het Tjeukemeer voldoende te zien voor nieuwe foto's. Aan de landzijde tegen de zon in het silhouet van de kerk van Echten. Recht vooruit het gemaal 'Veenpolder Echten' met de karakteristiek pijp.
Tsjuke en March
Daar treffen we ook twee verdwaalde vrouwtjes van Stavoren. Ze kijken wat hulpbehoevend over het water en van de gedeeltelijk verschoten tekst begrijpen we dat het Tsjuke en March zijn die kijken naar een grote veenbrand. Toen die uitgebrand was lag daar een groot meer. Je moet er maar op komen.
Kerk van Echten met tegenzon

We komen na drie kilometer oeverwandelen uit bij een volgend dorp ontstaan bij een brug. Het is Oosterzee-Gietersebrug aan het einde van de Gietersevaart.
In het dorp nemen we even de tijd om een alternatieve gevelbekleding in ons op te nemen. De Canon van de Nederlandse Geschiedenis trekt hier in de open lucht aan je voorbij. Je hoeft er niet voor naar een museum. Hoe kom je erop?
De route verlaat het meer en dringt het binnenland in langs de Gietersevaart, die ooit diende als transportweg voor turf. Werken in het veen is nooit een vetpot geweest. De kleine arbeidershuizen langs deze vaart geven een aardig beeld van de beperkingen. Ze zijn ook nu nog alleen per fiets te bereiken.
Als je hier wilt verhuizen of je huis verbouwen moet je de spullen nog steeds over de smalle vaart aanvoeren. Er staan verlaten en treurig onderhouden exemplaren bij, die je die triestigheid van toen en misschien ook van nu nog goed laten voelen. Vreemd is dan thuis in Wikipedia te lezen: Echtenerbrug en Delfstrahuizen worden samen met Echten en Oosterzee dan ook weer Tjeukemeer-Zuid genoemd. Dit staat ook wel bekend als het meest welvarende gedeelte van Friesland.
Bij Amsterdam-zuid en de Zuidas heb ik beeld bij welvarendheid, maar langs de Gietersevaart is dat niet bij mij opgekomen. Hoe is het dan in de rest van Friesland. Dat beloofd wat.
De zon zakt langzaam als wij stug doorlopend ons verbazen over de leegtes op dit laatste stuk naar Lemmer. Als midden-Nederlander komt het eenzaam op je over om hier te wonen, maar wellicht is de sociale samenhang hier sterker dan je denkt. De afsluitende twee kilometer gaan over een iets drukkere weg langs een hoge dijk. Van een dijk kijken we op het Zuiderzeepad niet meer op. De blik is nu gericht op het eindpunt, het busstation aan de andere kant van de A-6. Daar kunnen we weer zitten en even bijkomen in de auto. Dat dit een voormalige Zuiderzeedijk is komt niet meer bij ons op. De volgende keer gaan we in Lemmer weer echt naar het water van  de zee kijken.
Ruimte in zuidwest-Friesland


De dagverslagen worden verzameld in de pagina
Zuiderzeepad: wandelen rond het natte hart van Nederland