Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

zondag 18 augustus 2019

Trektocht Fimmvörduhals IJsland 2019: van Camping Básar in Godaland naar Skógar

Dinsdag 16 juli, wandeldag 5
van camping Básar (240m) via Fimmvörduhals-pas (1050m) 
naar Skógar (25m), ± 9 uur inclusief pauzes,
± 25 km, ± 1000 m klimmen en ± 1225 m dalen

Tussen de gletsjers

Droom
De afgelopen vijf dagen zijn als een droom voorbijgegaan. Een veel te korte droom. De eerste wandeldag lijkt alweer weken geleden. De geplande trektocht is vanmiddag een dag eerder beëindigd dan gepland. Vanochtend kreeg ik bij de receptie van camping Basar niet alleen het weer van vandaag, maar ook dat van morgen te horen. Vandaag prima droog weer, maar morgen de hele dag regen. De man adviseerde mij om de tocht vandaag in één dag te lopen. Naar zijn ervaring zou een langzame wandelaar er tien uur over doen: vijfentwintig kilometer met 1000 stijg- en 1225 daalmeters. 
Het is dus in één dag geworden. Het werd in het echt een aaneenschakeling van afwisselende werelden met verschillende kleuren en temperaturen. Een aanrader kan ik nu zeggen.
Een van de Skoga-watervallen
Gewoon beginnen
De route en het landschap kende ik vooraf alleen gebrekkig van een beschrijving uit mijn wandelgids. Ik wist dat er enkele steile stukken bij zouden zitten. Op mijn A-4 met notities uit de gids en van internet stond de volgende beschrijving voor de gedachte eerste dag:
Hier en daar steile etappe, sneeuwval mogelijk. Onderweg gebrek aan drinkwater, voldoende meenemen. Markering; paaltjes met blauwe kop. Op weg naar Falkhofud is het pad deels met kettingen beveiligd. Op Kattarhryggir smalle graat met veel wind. Vervolgens steek je het plateau Morinsheiði over. Daarna smalle graat Heljarkambur met hier en daar kettingen. Volg gele markeringsstangen. Op de klim vanaf Brattafönn oude sneeuwvelden, kunnen verijsd zijn. De hut Fimmvörðuskáli ligt op een rug 1 km ten westen van het pad over Fimmvörðuháls-pas. Kamperen is daar door het terrein (steil, stenig) zo goed als onmogelijk!
Deze schets heb ik later gemaakt. De 1 op 100.000 kaart gaf  veel meer informatie.
Voor de gedachte tweede dag:
De weg gaat langs de Skógá-slenk naar beneden. Veel mooie watervallen. Voldoende drinkwater onderweg. Blijf na de brug de Skógá volgen. Prachtige watervallen en groen mos. Vlak voor de camping de mooie waterval Skógáfoss. Overnachten op Skogar camping of in hotel? Er is ook een museum. Snelrestaurant in gemeentecentrum. Verken bus naar Reykjavik.
Conclusie: veel moeilijk uitspreekbare namen. Met de kaart en mijn notities kun je nog niet echt een voorstelling maken van wat je te wachten staat. Kettingen heb ik in de loop der jaren al genoeg gezien, dus dat zal hier ook wel goed komen. Aan het einde is er een camping en een restaurant. Uitstekend. Kortom: water meenemen en gewoon aan beginnen.
prachtige kampeerplekken op camping Basar
Omhoog
Vannacht heeft het een paar keer geregend en om zes uur hoop ik echt dat het eindelijk droog wordt. Gelijk met de Zwitserse meisjes die ik gisteren bij de receptie leerde kennen stond ik om acht uur bij de balie voor de laatste update van het weerbericht.
Het begin van het pad

Een vijftig meter voor ze uit steek ik een halfuur later een bruggetje over en passeer ik het startbord van de Fimmvörduhals. Daarna gaat het direct met balktredes omhoog door een struikenzone waarin vanuit het niets een sneeuwhoen-moeder me voor de voeten loopt om mij af te leiden van de kuikens die zich in de lage struiken verstoppen. Ze houdt zo hardnekkig vol dat ik zelfs tijd heb om mijn camera te pakken.
Paaltjes met blauwe kop, dat klopt alvast
Binnen no time zijn de eerst tientallen meters gestegen en de eerste foto’s genomen. Mijn fototoestel is tijdens de nacht tot inkeer gekomen en werkt weer mee. Daar ben ik echt blij mee. Slingerend gaat het pad verder omhoog langs een eerste vreemde rots, waarlangs terugkijkend de rivier Krossá en de brede keienstrook van gisteren goed is te overzien. 
Het stroombed van de Krossa waar ik gisteren ben overgestoken

Kort daarna komt mijn Tirolervaring van vorig jaar goed van pas bij een kort stukje berggraat waar het aan beide zijden flink afloopt en het pad zich versmalt tot een echt bergpad. Dat duurt maar kort. Het moet de 
Kattarhryggir uit mijn aantekeningen zijn geweest. Ik kan me voorstellen dat je hier met een storm niet op je gemak loopt. Maar het was vandaag op dit punt in de klim nog bijna windstil. Dus geen probleem.
Over brede stroken gaat het verder omhoog tot ik een eerste rust neem met op de achtergrond de uitlopers van de Mýrdalsgletsjer. De Zwitserse meisjes willen wel een foto van mij nemen en gaan verder. Later halen we elkaar regelmatig in. 
Russische jongens met regenjas aan komen vanuit de tegenovergestelde richting de heuvel af. Er is volgens hun boven  op de Fimmvörduhals-pas veel koude wind. Met regen en windvlagen hadden ze overnacht bij de Baldvinsskáli-hut en zijn zo te zien blij nu in een rustige zone aan te komen. Oké, we gaan het zien. 
De rustpauze was niet voor niets geweest. Het gaat meteen weer flink omhoog op de flank van de berg Heidarhorn. Boven, inmiddels is de achthonderd meter bereikt, is het nog te vroeg om alweer te rusten en gaat het lekker ontspannen verder over de grijze vlakte Morinsheidi. De wind neemt hier al iets toe, maar gelukkig in de rug en daarmee blijft het nog net korte mouwen weer. 
Terugblik op de Morinsheidi-vlakte, die overgaat in de Heljarkambur slenk onderaan de foto
Omdat mijn kaart van 1 op 100.000 zo grof is krijg ik geen goede overeenkomst met de omgeving. Ook niet met de aanvullingen uit de aantekeningen. Ik heb me er bij neergelegd. Met de prima routemarkering volg ik trouw het spoor en laat me zo regelmatig verrassen door een nieuwe wereld. Zo kijk ik al wandelend op de Morinsheidi-vlakte speurend naar de tegenoverliggende helling waar ik wandelaars omhoog zie gaan. Hier en daar zijn kleine fel gekleurde vlekjes van rugzakhoezen te zien. 
Voorlopig zie ik nog duidelijk de rugzakken van de Zwitserse meisjes voor me. Tot die ineens verdwijnen. Even later sta ik zelf aan een diepe slenk in het terrein tussen de hoogvlakte en de daarachter gelegen Brattafönn-helling.
In de slenk Heljarkambur afdalen is nog redelijk te doen maar eruit klimmen is weer een aparte truc. Langs kettingen, die aan loshangende betonijzeren paaltjes zijn bevestigd, je zelf weer door een spleet omhoog wurmen. Het is even worstelen maar niet echt gevaarlijk. Pas daarna volgt het zwaarste deel van de hele dag, een steil stuk door mul zand omhoog naar Brattafönn terwijl de wind om je oren fluit. 
de kettingen om uit de Heljarkambur te komen hingen aan loszittende betonijzers

Sneeuw en lava
Eenmaal boven is het hoogste niveau bereikt en ook dringend tijd om het regenjack er als windbreker bij aan te trekken. Vanaf dat moment blijft het een paar kilometer min of meer op gelijke hoogte. Hier begint een groot sneeuwveldengebied direct langs jonge, nog pikzwarte lava van de uitbarstingen in 2010 van de Eyjafjallajökull-vulkaan. Erupties die het Europese luchtverkeer destijds lamlegden. Naast wit en zwart ook de kleur rood bij de twee kraters Magni en Modi. Het is prachtig en gaat maar door op dit Godahraun, het lavaveld van de goden. 

jong lava uit 2010

Direct langs de lavatongen

De Texaan is mij weer gepasseerd op een lang sneeuwveld

Een van de beide kraters uit 2010 Magni en Modi

Als de zon even doorbreekt licht het rood mooi op
Ik kijk mijn ogen uit en geniet van dit toneel. De foto's geven een aardig beeld, maar je moet er zelf hebben gelopen om de bizarre omgeving helemaal te ervaren.
Hier kom ik ook weer de Texaan tegen die zich gisteren heeft bedacht en vanochtend zelfs vanuit Langidalur, drie kilometer extra, aan deze tocht is begonnen en mij nu alweer heeft ingehaald. 
De Fimmvorhals-pas is bijna bereikt. Bovenop bergrug is de hut Fimmvorduskali te zien
Geknoei
Eerder dan gedacht zie ik om halfeen op vijfhonderd meter aan mijn rechterhand de hut Fimmvörduskali, die ik niet zal aandoen. De hut waar je volgens de wandelgids en de man van de receptie niet goed kunt kamperen door de stenen ondergrond en de sterke wind. 
De Zwitserse meiden glibberen voorzichtig vooruit (ingezoomde foto)

Het pad gaat met golven op en neer. Voor mij zie ik beneden de twee Zwitserse meisjes een ogenschijnlijk matige helling moeizaam passeren. Wat zijn ze aan het doen? Wat een geknoei. 

Tot ik er even later zelf sta. Voor me ligt een vijftig meter, door bevroren smeltwater, spiegelglad stuk waarover je jezelf veilig naar beneden moet loodsen. 
Van eilandje naar eilandje zwarte as schuifel ik voorzichtig verder en schop als een strooiwagen as voor mij uit.
Zonder kleerscheuren bereik ik het onderste punt waar een klein stroompje het smeltwater afvoert. Het klimmen gaat een stuk makkelijker. Nog een keer achterom kijken voor een foto van dit enigszins blauw verijsde stuk. Weer overleefd.
Terugblik op deze spiegelgladde helling aan de overzijde
Er volgen weer sneeuwvelden waartussen op de zwarte ondergrond hier en daar mooie rode lavabrokken zijn uitgestroomd of uitgeworpen. In de verte zie ik de nok van een hut (Baldvinsskáli) waar normaal gesproken ook op een kale vlakte gebivakkeerd kan worden. Dat is niet mijn bedoeling, maar dat had als uitwijkmogelijkheid kunnen dienen als het te zwaar zou worden. Alles gaat gelukkig goed en ik ben nog niet echt moe. 
Ik ga nog wel even kijken en ontmoet de moeder en kind die op deze hoogte in hun kleine hut met enkele bedden blijkbaar iets bijverdienen. Ze verzekert me dat het vanaf hier rustig naar beneden gaat.  Kort stop ik bij de pauzerende Zwitserse meisjes en eet als lunch vier biscuits en twee marsen. De derde hou ik als reserve.
Baldvinsskali-hut. Er schijnen 20 slaapplaatsen te zijn
(foto van de website van de hut)

Watervallen in de aanbieding
Bovenloop Skoga
Na de Baldvinsskáli-hut gaat het inderdaad kilometers heerlijk maar saai over een keienpad naar beneden. Op dit pad waarover ook terreinwagens omhoog kunnen schiet het goed op. Hier en daar onderbreek ik voor een rust of foto’s van rommelende en bruisende watervallen.
Pas na het overschrijden van deze rivier Skógá wordt het landschap groener en gaat het direct langs de oevers harder naar beneden. Daarmee loop ik kilometers van de ene schitterende waterval naar de andere. De Skógá heeft zich diep ingevreten in de stenen ondergrond en buldert langs, over en tussen allerlei prachtig groene rotsen naar beneden. Je komt foto’s tekort. 
Het twintig kilometerpunt is al ruim gepasseerd. Het gaat goed, maar veertien kilometer rustig en hier en daar minder rustig naar beneden gaat doorwegen in mijn knieën. Het dalen gaat maar door en terwijl mijn vermoeidheid toeneemt stijgt ook langzamerhand het aantal tegenliggers. Steeds meer mensen die zonder een rugzak een korte wandeling stroomopwaarts maken. Ik moet in de buurt van het eindpunt komen. Dat kan niet anders.
Nog een laatste rust, een aantal bochten en verschillende watervallen en stroomversnellingen en ik zie een groep mensen bij een uitkijkplateau. Ze staan daar niet zonder reden. Ze kijken boven op de allerhoogste waterval van mijn tocht, de Skógáfoss. Zestig meter valt het water hier naar beneden in een nevel van opspattend water. Met een zegegevoel passeer ik op de ruim vierhonderd treden hoge trap de toeristen die zich moeizaam naar boven werken langs de leuningen en de kettingen. Beneden ga ik in één doorgaande beweging naar de onderkant van de waterval voor de afsluitende foto’s. De trektocht van 2019 zit erop.
Mijn knieën doen zeer en mijn voetzolen gloeien. Maar voorlopig heb ik het gehaald en heb ik mij getrakteerd op het eerste niet-poedereten sinds vijf dagen. Samen met de Texaanse jongeman zit ik in restaurant Skógar Street Food. We eten fish and chips en lessen de dorst met twee flessen Vikingbier. Wat een traktatie. Geld speelt even geen rol. De bankpas doet het goed in IJsland. We kletsen wat over Trump en andere gevaarlijke dingen.
Morgen scheiden onze wegen. Hij terug naar het vliegveld en ik neem een extra niet voorziene rustdag op deze vreemde camping-plaats aan de voet van de hoge Skógáwaterval waar de toeristen in processie aan onze tenten voorbijtrekken. Nog even het wandeltrektochtgevoel een dag rekken. En dan beginnen we aan de vakantie samen met Judith. Daar kijk ik al naar uit en wil die overgang niet verstoren met een dag op een hotelkamer. Nog even de droom vasthouden tot hij vervliegt.


De dagverslagen zijn aaneengeregen tot een totaalverslag. 
Klik voor het totaalverslag op deze link verslag trektocht of ga naar  TREKTOCHT- en WANDELVERSLAGEN in de rechter marge van deze pagina

2 opmerkingen:

  1. Wat een geweldige wandeltocht was het weer Frans, Ik neem mijn petje voor je af. Weer heel veel mooie om op terug te kijken en van na te genieten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ohhh wat heb ik weer genoten van je verhalen en mooie foto's. Zo anders dan bv Oostenrijk met veel groenere foto's.
    Ben benieuwd waar de volgende tocht heen zal zijn.

    BeantwoordenVerwijderen