Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

zondag 8 juli 2018

Tiroler Höhenweg 2018: Bockerhütte - Spronser Joch - Pfelders

Vrijdag 22 juni, wandeldag 2
van de Bockerhütte naar bergdorp Pfelders, beide in Zuid-Tirol, Italië
± 9,5 uur inclusief verkeerd lopen en rusten,
± 12 km, ± 890 m klimmen en ± 950 m dalen


Vriendelijke sneeuwvelden

Superdag
Hoe omschrijf je een superdag? Heerlijke zon, lekkere temperatuur, flink klimmen, maar goed te doen en vooral een prachtig landschap. Vandaag zou het eerst omhoog gaan naar het Spronser Joch (2581m) en daarna lang naar beneden tot in het bergdorp Pfelders (1628m).
Wat je meteen moet vergeten is dat ik na vertrek om halfacht direct verkeerd liep. Om halfzeven daarvoor opgestaan had ik zelfs nog plek aan de wasbak. Het ontbijt werd niet verstoord door verlichtende gesprekken, dus waarom langer gewacht. Schoenen buiten aantrekken en op weg. Snel weg, snel faut. Het bordje met Oberkaser erop legde ik iets te radicaal uit en liep terug in de richting van gisteren in de verwachting dat er een afslag zou volgen. Na tien minuten klimmen ging die tegenovergestelde windrichting mij zo irriteren, dat ik alsnog terugging naar het startpunt, waar ik vaststelde dat ik direct bij de hut af had moeten slaan. Niet zo snugger. Er waren gelukkig nog geen anderen buiten om dat te bevestigen. Inwendig roep je een keer Scheisse om je aan te passen aan de taal en daarna ga je vrolijk verder.
Na een kort stukje over een heerlijk groene alm ging het echt omhoog richting de volgende hut, de OberkaserhütteDat is wel mooi hier. Zelfs wat hoger in de bergen tref je nog bewirtschaftete hutten. Ze zijn dus bemenst en in bedrijf als horeca. Vaak zijn het van oorsprong oude zomer-boerderijen op een hooggelegen alm. 
Een half uur later zat ik boven de boomgrens. Door mijn drieste start was ik wel een voorsprong kwijt geraakt en werd halverwege de klim ingehaald door een groep rustige wandelaars onder leiding van een gids. Ze kwamen net als ik uit de Bockerhütte.

'Wir halten uns im Blick' was de reactie van een van de dames toen ik mij weer aansloot op het terras van de Oberkaserhütte. Tien uur 's morgens in de zon op een terras aan de cappuccino op 2131 meter hoogte, waar vind je dat? Heerlijk. En daarbij het uitzicht op de Kasersee, een van de verschillende Spronsermeertjes. Schitterend.
Oberkaserhütte
Kasersee

Spronser Joch
Een Joch is de Oostenrijkse benaming voor een bergpas, een plek waar je een bergrug kunt oversteken, te vergelijken met het Franse woord 'col'. Om daar te komen moet je eerst flink omhoog. Aardig is te zien hoe de Kasersee onder me kleiner wordt naar mate de hoogte toeneemt. 
Grünsee 
Ik passeer de hoger gelegen Grünsee en zie dat de wandelgroep afslaat en niet naar het Spronser Joch gaat. Verder is het rustig. Nog drie wandelaars zal ik tegenkomen voor de pas.
Snel neem ik een foto van een hutje dat ik herken uit het verslag van een Duitser uit Hamburg die met dertig kilo bepakking in één keer van Meran naar hier liep. Indrukwekkend.
Alle hutten onderweg vond hij te druk en te toeristisch en op deze rustige plek nam hij zijn intrek in het aanleunhutje naast de Grünsee
Weer verder omhoog stuit ik niet ver onder de pas op een ondiep en gedeeltelijjk drooggevallen meertje met sneeuwrestanten: de Schiefersee. 
Apart om over de bodem van dit meertje verder te trekken. De markeringen zijn hier wel het houvast om de weg naar de overkant en daarna naar boven te vinden.

Hup, weer door, omhoog, nog een laatste steile trap en ik sta bijna boven. Een wandelgroep met gids wacht keurig tot ik boven aan de trap ben. Ze zien er koud uit. 

En dan sta ik ineens voor het eerste echte sneeuwveldje. Mooi. Leuk. Nog een klein stukje omhoog over dit witte plakkaat en ik ben er.


Er staan wat steenmannen en een informatiebordje dat me leert dat ze hier vroeger met doden voorbij trokken. Althans als je een beetje netjes katholiek begraven wilde worden, neem ik aan. Een nieuwe wereld opent zich met twee langgerekte diepe dalen voor mij.
Op de pas slaat ook het weer om. Was het in het Spronsertal nog aangenaam, eenmaal in het noordelijk gelegen Faltschnaltal stroomt er een koude wind omhoog. Ik snap nu waarom de groep die mij op de pas passeerde geheel gekleed was in windjacks. 
zicht vanaf het Spronser Joch in noordelijke richting

Zo'n koude noordhelling staat wel garant voor nog veel meer oude sneeuwvelden leer ik in de volgende kilometer. Prachtig om overheen te lopen, zeker als je afdaalt. Een paar jaar geleden heb ik in Lapland op het Kungsleden wel even door een sneeuwveldje gelopen, maar dit is echter.
Tot verrassing tref ik even later een Nederlands echtpaar dat net zo enthousiast is. Zij moeten weliswaar nog omhoog, maar hebben er zin in. Vergeten te vragen om een foto van me te maken. De selfies zien er niet uit. Dan maar mijn rugzak en stokken als beeldvangers in de sneeuw vereeuwigd.
Lauwe cola
Met de wit-rode markeringen in het vizier daal ik steeds verder af tot dat de grotere sneeuwvelden zijn gepasseerd. Tijdens een rust trek ik zoals gewoonlijk mijn vest aan en doe dat voorlopig ook niet meer uit. De tocht door het Faltschnaltal is lang en mijn tempo loopt terug. Enkele kleine sneeuwrestanten vormen een apart gezicht in de steeds groenere wereld waarin ik afdaal. 


Hoewel de temperatuur langzaam oploopt ga je er niet van zweten en ik heb ook weinig dorst. Ook geen trek. De hele dag loop ik al op slechts twee broodjes bij het ontbijt, een laatste boterham uit het overjarige lunchpakket van de reisdag en een mueslireep. 
De laatste twee kilometer voor Gasthof Faltschnalalm loop ik warm tussen de koeien. Dat terras lijkt me wel wat. Lekker iets koels. Als Fräulein Karin door oma is opgetrommeld scharrelt ze wat met een grote anderhalve liter fles cola in de keuken en zonder problemen krijg ik keurig mijn vier euro grote lauwe cola. Ik wordt hier geen vaste klant. Wat een afknapper. Maar oké, je zit wel weer even op een stoel.
Pfelders
Vlak voor het bos veer ik op door het allereerste bordje dat mij bevestigt dat ik op de Tiroler Höhenweg loop. Gerustgesteld gaat het anderhalve kilometer lekker door het schaduwrijke bos verder naar beneden tot vlak voor het dorpje Pfelders. Opgenomen wordt ik tussen enkele meer reguliere wandelaars die rustig met opa, oma en de kinderen het koeienhek openen om ons toegang te verlenen tot het dorp.
Vijf uur is het als ik het dorp betreed dat alleen lijkt te bestaan uit hotels, restaurants en pensions. Desondanks is het er super rustig.  Ook hier moet het toeristenseizoen nog beginnen. De aardige mevrouw in Familiehotel Phöhl wijt het aan het WK-voetbal. Ja, je moet je ergens aan vast houden. 
Na twee dagen heb ik weer internet en kan ik Judith en Maxime infomeren en verblijden met wat scheve selfies. Dan ook maar meteen de was doen en een lekkere douche nemen. Voor 40 euro is dat allemaal inbegrepen zo hoog in de bergen. Prima. 
Kwart voor zeven is mijn lichaam voldoende tot rust gekomen om te genieten van een eerste avondmaaltijd na het vertrek uit Meran.
Het zijn drie Schweinefilets mit Speck. Super! 
Hoewel het slechts twee avonden geleden is dat ik in Meran aankwam lijkt dat alweer ver weg. Zo veel inspanning heb ik gepleegd, terrassen bezocht, sneeuwvelden overgestoken. Prachtig. Na het eten loop ik nog wat door het dorp. Alles draait hier meer om de wintersport zie ik. De temperatuur ook; veertien graden, snel terug. Op tijd naar bed want morgen wachten er weer veertienhonderd stijgmeters. 

De dagberichten zijn aaneengeregen in een totaalverslag:
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review

3 opmerkingen:

  1. Weer heerlijk bij je gelezen, prachtige omgeving!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo mooi om daar in de bergen te wandelen. Heerlijk. Alleen zegik wel altijd, dat ik liever niet tussen de bergen zou willen wonen. Het weidse van een polderlandschap, de rivieren en of de kust met zee hebben toch altijd mijn voorkeur.🤗

    BeantwoordenVerwijderen
  3. O zo mooi! Jeugdsentiment! Als kind kwamen we elk jaar in die buurt.

    BeantwoordenVerwijderen