Welkom


Welkom op mijn trektochten- en wandelweblog. Na maanden van trainingswandeltochten maak ik eenmaal per jaar een trektocht. Meestal in de bergen. Het verslag daarvan zet ik op dit weblog. In 2011 heb ik er voor gekozen ook de dagwandelingen in aparte blogberichten te publiceren. Tegelijkertijd rijg ik die berichten op een afzonderlijke pagina aaneen tot een compleet verhaal. (Zie de rechter kolom). Mijn bedoelingen met deze verhalen staan te lezen in 'Over mij', hieronder in de linker kolom. Veel lees- en kijkplezier.
Groet Frans

maandag 16 oktober 2017

Floris V-pad; wandelen van Numansdorp via Willemstad naar Dinteloord

Windmolenland

Vrijdag 13 oktober 2017
Numansdorp-Dinteloord

West-Brabant, windmolenland
'Hoeveel denk je dat er staan?'. Frank had net een driehonderdzestig graden-telling gemaakt van alle windmolens die je tot aan de horizon kon  zien. En in West-Brabant kun je ver zien. Je loopt van de ene kale polder naar de andere en nu stonden we midden in de Sabina-Henrica Polder op de Sabinaweg. Mooie namen in een lege, tochtige omgeving. De laatste tien kilometer van de vesting Willemstad naar Dinteloord hadden we nauwelijks foto's gemaakt. Aan lege foto's valt alleen leegte af te zien. 'Nou hoeveel? 'Eenenvijftig', antwoordde Frank op geïmponeerde toon.
Hollands Diep met op de achtergrond de brug over het Volkerak
Hollandse waters en luchten
Het eerste stuk van deze wandeldag gaf daarentegen voldoende afleiding. Van Numansdorp in de Hoekse Waard naar Willemstad in 'Staats Brabant' valt er veel te zien. Door het dauwnatte gras liepen we op de kade langs de buitenhaven van Numansdorp naar de oevers van het Hollands Diep. Schitterend om daar op deze zonnige ochtend te genieten van het uitzicht over kilometers water die zich daar ontvouwen. Aan de overkant vaag afstekend in het tegenlicht de koepel van de kerk van Willemstad.  
Willemstad, je ziet het liggen, maar het is nog negen kilometer lopen om er te komen. Laag zijn de silhouetten van de binnenvaartschepen die aan de overkant in colonne voorbij trekken naar de Volkeraksluizen. Op deze afstand is daarvan slechts de brug over het Volkerak te onderkennen. Maar dat zullen we straks van dichtbij gaan bekijken. Scherp rechts, ons volgende doel, de Haringvlietbrug. 
Haringvlietbrug
De brug en de sluizen
Over de oude zeekade en door de buitendijkse gorzen is het prettig lopen richting de Haringvlietbrug. In de luwte van het bos krijg je de neiging om je trui uit te trekken, maar eenmaal op het brugtalud laat je dat wel uit je hoofd. Ook al staat er vandaag geen echt harde bries, hier op de brug komt de wind over het Haringvliet vanuit het zuidwesten flink op snelheid.
Het leuke van zo een brug is dat je er hoog over alles heen ver kunt kijken. Kijken naar schepen, en vooral zeilschepen, blijft boeien. 'Wat is die catamaran nu weer aan het doen? Waarom ligt ie met zijn kop in de wind? Hij is zeker aan het reven.' We zijn niet nieuwsgierig, maar volgen ze wel en als het te gek wordt hebben we ook nog een mening. Je wordt zo afgeleid dat de twaalfhonderd meter brug zonder erg voorbij gaan.
Eenmaal tussen de begroeiing van het Hellegatsplein is alles weg, de wind en het zicht. Dat is er waarschijnlijk de oorzaak van dat ik beweer dat we nu in Zeeland zijn. Thuis corrigeert Google maps mijn weggezakte geografische basisschoolkennis en hoort Goeree Overflakkee weer ouderwets bij Zuid-Holland. Stom, want waarom zou het Floris-V pad, vernoemd naar een graaf van Holland naar Zeeland gaan? Waarom het pad naar Brabant gaat moeten we nog uitvinden.
Pas bij de Volkeraksluizen is er weer volop reuring. Tegen de honderdvijftigduizend binnenvaartvrachtschepen passeren hier jaarlijks. Ook in onze aanwezigheid ging dat continue door. De ene na de andere sluisgang werd gevuld en even later geleegd, drie lange schepen per keer. Geen tijd voor rust, het transport naar Antwerpen en Rotterdam moet door. Je kunt er vanaf de brug of vanaf de uitkijktoren uren naar kijken. Wij niet, want wij kregen trek in koffie. Door naar Willemstad, stad vernoemd naar Willem van Oranje.

Willemstad
Als oud vestingbewoner zag ik allerlei bekende objecten; een beer (een scheidingsmuur tussen grachten), wallen, bastions en kazematten. En een terras aan de haven, vlak bij het arsenaal. Dat zijn we eerst gaan proberen. Meer dan de moeite is het waard om daarna een rondgang over de wallen te maken. Maar dan mis je weer een deel van  het stadje zelf, dus lieten we ons na twee bunkers van de wallen af lokken. 
Mauritshuis

Als lokaas diende het mooie Mauritshuis, waarin wij duidelijk een voorbeeld van Hollandse renaissance architectuur herkenden. Het kan ook zijn dat we dat net gelezen hadden in de gids. Het blijft leuk om door zo een oud stadje te slenteren en op je gemak om je heen te kijken. Over de Hofstraat ging het langs de veel benoemde koepelkerk, een blik in de dubbele Voorstraat en even verder, inderdaad, de Achterstraat met op het einde de hoge Orangemolen. Voordat je het weet sta je via de Landpoortstraat weer buiten. Jammer. 
Voorstraat
Koepelkerk
Achterstraat
Polders
Daarna doken we in een ander deel van de lokale geschiedenis, de polders. Vooral met de komst van de Oranjes, begin zeventiende eeuw, is in dit deel van Brabant een begin gemaakt met de inpoldering van allerlei stroken buitendijks gebied tussen de diverse riviertjes en kreken. Meer dan vijftig grote en kleine poldertjes zijn hier aangelegd.
Lange slagen maakten wij vandaag door Polder de Ruigenhil direct ten zuiden van Willemstad. Het tempo ging flink omhoog, want er was niets om voor stil te staan. Daarna stapten we over naar de Sabina-Henricapolder om na het overbruggen van de Dintel nog een laatste sprint te trekken door de Oude Prinslandse Polder. Elf kilometer in drie zinnen, dat zet zoden aan de dijk. Zo is het Floris V-pad snel op.
in de Sabina-Henrica Polder


De dagverslagen worden verzameld in de pagina 

Voor al mijn andere wandelingen in Nederland zie: mijn wandelingen in Nederland

dinsdag 10 oktober 2017

Olavspad (Gudbrandsdalsleden) 2017; van Pelgrimsherberg Sundet Gård naar de Nidaros kathedraal in Trondheim

Vrijdag 18 augustus, wandeldag 16
van pelgrimsherberg Sundet Gård aan de monding van de Gaula rivier
naar de Nidaros kathedraal, het eindpunt van het Olavpad in Trondheim
± 6 uur inclusief rusten, ± 19 km
Nidaros kathedraal
In- en Uitgelopen

Ingelopen
Nooit gedacht dat ruim vierentwintig uur zonder regen zo snel merkbaar is. De meeste plassen zijn opgedroogd. De modder is een stuk dikker, je zakt er niet meer zo in weg. Drassige stukken zijn makkelijker te passeren en de planken zijn droog en niet meer glad. Voor het eerst heb ik droge schoenen. Mijn kuit speelt niet meer op en ik kan normale passen maken. 
Na ruim tweehonderdvijfennegentig kilometer ben ik helemaal ingelopen en klaar voor de laatste etappe!

Van platteland naar stad
Vanochtend was herbergbeheerder John Wanvik al om halfacht bezig met de voorbereiding voor het ontbijt. Ik mocht aan niks tekort komen. Allerlei smaken werden letterlijk uit de kast gehaald.
John Wanvik bereidt het ontbijt
Net als zijn vrouw bleef hij heel sociaal zitten voor een gesprek. Zo leerde ik deze ochtend de politieke verhoudingen in Noorwegen kennen en gaf hij zonder gevoelige informatie te onthullen toch een korte beschrijving van bezoeken van het koninklijke huis.
laatste terugblik op de Gaulosen fjordarm

Halftien toch eindelijk op pad. Twaalf kilometer ging het als vanouds door bos en langs boerderijen. Om het af te leren hebben de routeplanners toch nog een paar fikse stijgingen weten te vinden. Links en rechts verschijnen bordjes en stenen met het teruglopend aantal kilometers. De een gaat nog sneller dan de andere.
     

De laatste zes kilometer ging de route van gewoon bos over naar de buitenwijken van Trondheim. Dichter bij Trondheim wordt de nadering van een stad voelbaar. Steeds meer mooiere houten villa's verschijnen en de bebouwing wordt dichter. Het pad loopt nog lang om wijken heen door recreatief bos. Ik dring een niet-groeten-zone binnen. Als zombies passeren mij joggers net buiten Trondheim. Ze moeten mij wel gezien hebben, want ze lopen niet tegen mij op. Lopend in hun eigen cocon, met headsets op hun kop, trainen ze hart en ledematen. Zouden ze weten dat zombies al een beetje dood zijn. Eenmaal in de buitenwijken verschijnen de eerste supermarkten. Tijd voor ijs en cola. 
zicht op de kathedraal vanaf een helling halverwege de stad, de zgn Hill of Joy
Uitgelopen
De route daalt door betrekkelijk rustige straten steeds verder naar zeeniveau en tenslotte langs de oevers van de rivier Nidelva naar het echte eindpunt van de pelgrimstocht, de Nidaros kathedraal. Direct ga ik op zoek naar de op foto's al vele malen bewonderde eindsteen met '0 km' erin gebeiteld. De steen aan de rand van het kerkplein was snel gevonden. Terwijl ik kort een eerste blik wierp op de rijk gedecoreerde gevel van de domkerk overdacht ik wie ik zou aanspreken om de hoogste beloning te verkrijgen: een foto van mijzelf naast deze laatste kilometersteen. 
"Hi, hallo", klonk het ineens achter me. Daar zaten op de pleinomringende banken Fred en Marian van enkele dagen geleden in Meldal. Leuk om precies op moment van aankomst mensen te treffen die de dezelfde trektocht ook net hebben afgerond. Gisteren waren zij aangekomen en stonden nu met hun tent op een camping tien kilometer buiten Trondheim. Toch waren ze vandaag naar dit punt gegaan om aankomende wandelaars te spreken die ze onderweg hadden ontmoet. 
van rechts naar links: Roland, Fred, Marian, Stefanie, ikzelf
Naast hen zat een kleine vrouw, midden veertig. Zij stelde zich voor als Stefanie. "He, dan ben jij Stefanie aus Germany."  Meer dan eens had ik mij de laatste week afgevraagd wie dat toch zou zijn. Wie was toch die Stefanie from Germany, die steevast op de ochtend van mijn aankomstdag een groet in het gastenboek van de pelgrimsherberg had geschreven. In Haverstølen, in Segard Hoel, in Skogheim, en zelfs vanochtend nog in het boek van Sundet Gård, iedere keer stond daar haar naam. Apart om op het eindpunt toch die persoon in levende lijve te ontmoeten. 
pelgrimscentrum Nidaros in Trondheim
Medewandelaars
Stefanie, had haar slaapverblijf in de nabijgelegen pelgrimsherberg en wees mij hoe ik daar kon komen. Even later betreed ik de centrale hal van de herberg, die mooi aan de andere kant van de kerk langs de oevers van de Nidelva is gelegen. Als ik ben ingeschreven loop ik op verzoek van de beheerder naar de tegenoverliggende gang waar het pelgrimsbureau is gehuisvest. 
De vriendelijke stagiaire wilde mij graag enkele vragen stellen voor de statistieken; nationaliteit, leeftijd, waar ik gestart was, hoe lang ik er over gedaan had, en zo voort. Even later prijkt er nog een extra speld in Nederland op de grote wereldkaart met de herkomst van de wandelaars. Daarop zie je weinig lopers uit Groot-Brittannië, en vervolgens een scheiding tussen noord en zuid Europa. Veel deelnemers uit Nederland en vooral Duitsland en nauwelijks uit Frankrijk en Spanje. Daaruit is de concurrentie van de Camino naar Santiago de Compostella duidelijk aan af te lezen.
 
Of ik ook een diploma wil, vraagt ze na afloop van het interview. Dat ik geen stempelboek heb maakt niet uit. Och, doe maar. Naast het zelf opgespelde brevet 'geoefend regenwandelaar', weer een diploma erbij, het houdt niet op deze tocht. Voor 30 kronen rolt ze mijn bewijs dat ik de tocht volbracht heb ook nog rugzakproof in een koker. Prima geregeld hier. Ook al zat ik er niet op te wachten en kijk ik er waarschijnlijk nooit meer naar, toch geeft het een aardig gevoel. Ik zal er een foto van maken.
Ondanks het beperkte comfort van vijf stapelbedden in een niet al te grote kamer heb ik daar bewust voor gekozen. Bij eerdere wandeltochten was het een afknapper geweest om abrupt het contact met de wandelgemeenschap te verbreken en onbegrepen in je kleine tentje op een toeristencamping te staan of in een hotel te verblijven.  
Nu hoopte ik bekenden te treffen die net als ik nog vol zaten van hun belevenissen in de regen, in het moeras, op het Dovrefjell. Die gedachte kwam uit. 
voorbeeld
Beneden mij op het onderste stapelbed herken ik de sweater en rugzak van Nicolai, die ik in drie dagen geleden in Skaun leerde kennen. Hij is er niet. Wellicht is hij naar het festival dat Trondheim in zijn greep houdt. Eerst maar eens wat stinkende spullen uittrekken en mijn rugzak reorganiseren. Na het reorganiseren volgt douchen. Ik denk alle tijd te hebben.

Voordat ik de stad in ga voor het avondeten stel ik nog een geïnteresseerde vraag aan een Duitse kamerbewoner over zijn ervaringen op het Olavpad. Tien minuten later weet ik alles van zijn prostaatkankeroperatie uit 2011. Drieënzeventig jarige Roland is nog steeds actief lid van de patiëntenvereniging en ik leer dat er de afgelopen jaren grote vooruitgang is geboekt bij de behandeling. Vanochtend had ik niet vermoed dat ik dit twaalf uur later allemaal zou weten. 
Afbeeldingsresultaat voor Superhero Burger
Aankomstavond
Toen ik eindelijk om 19.00 uur de stad in trok werden de eerste keukens al gesloten. Met enig toeval kon ik nog terecht in de trendy 'Superhero Burger' waar ik mij installeerde naast schaakspelende studenten. Wat smaakte die bacon-cheese burger goed! Het vet droop van mijn handen. Waarom moet je eerst tweeënhalve week wandelen om daar zo van te genieten. En dan dat bier. Zo smaakt het alleen op de avond van aankomst. Fantastisch. Met de Noorse prijzen drink je ook niet snel te veel. Met reggae muziek van Bob Marley alom aanwezig een stimulerende atmosfeer voor het maken van deze aantekeningen. Nog even rekken en niet te snel terug naar de pelgrimsherberg.
houten voorraadhuizen langs de Nidelva
Vanaf acht uur zwerf ik een beetje door de binnenstad. Trondheim, de derde stad van Noorwegen, heeft nog een groot aantal houten huizen en gebouwen. Deze avond is er van alles gaande. De straten zijn afgezet voor optredens en shows. Naast de Nidaros kathedraal is een rockfestival. Vanaf de brug en de overkant van de rivier zie ik samen met vele anderen flitsen van de lichtshow op het hoofdpodium. De muziek galmt over het water en weerkaatst tegen de huizen. 
Een gezellige drukte die opgefleurd wordt door alom aanwezige eerstejaars studenten, die met hun ontgroening bezig zijn. Een van de vreemde opdrachten is het begeleiden van voetgangers over de oude brug, de Gamele Bybrua. Zo wordt je nog een keer aangesproken. Afleiding genoeg dus en geen afknappende stilte. Sterker, als ik vermoeid om tien uur mijn bovenste stapelbed beklim dreunen de bassen ononderbroken nog lang in hartslagritme door. Maar de vermoeidheid overwint ook deze afleiding. Laat het herstel beginnen. Tijd om naar huis te gaan.

Alle dagverslagen van 2017 zijn aaneengeregen in het totaalverslag van 2017
De wandeling van Oslo tot Kvam is te lezen in het verslag van 2016
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review

zaterdag 7 oktober 2017

Olavspad (Gudbrandsdalsleden) 2017; van het Menighetshus in Skaun naar Pelgrimsherberg Sundet Gård aan de Gaula rivier

Donderdag 17 augustus, wandeldag 15
van het Menighetshus in Skaun naar
pelgrimsherberg Sundet Gård aan de monding van de Gaula rivier
± 6 uur inclusief rusten, ± 18 km
John  Wanvik roeide mij over de Gaula rivier naar Sundet Gård op de achtergrond
De Veerman

Vroeg sta ik op. De nacht is lang genoeg geweest en nu is het nog rustig in de keuken van het menighetshus. Na het ontbijt breek ik met zo min mogelijk geluid mijn tent af en om kwart over acht verlaat ik de drietents pop-upcamping. In de echte wereld is het helemaal niet vroeg. Al sinds een half uur worden kinderen met auto's  afgezet bij de naastgelegen school. Terwijl ik langzaam over de asfaltweg omhoog klim komen kinderen op mountainbikes naar het dorp gesjeesd. Een moeder loopt in de mist voor mij uit tot ik haar zie vervagen.
de laatste drie tentjes bij het Menighetshus in Skaun
In mijn gids doet schrijfster Ria het voorstel om bij het verlaten van Skaun ook eens achterom te kijken voor het mooie uitzicht. Die goede raad heb ik meteen na het opstaan uit mijn hoofd gezet, omdat het zicht door de mist niet verder gaat dan tweehonderd meter. Eenmaal boven de wolken maak ik een foto van de laaghangende mist in het dal. Skaun is dan allang niet meer te zien. Boven het dorp gaat de asfaltweg over in een gravelweg en deze dringt langzaam het bos binnen.
Onverwacht slaat het pad een smal bospad in en daarna vervaagt de herinnering. Slechts enkele hutjes, een kruising gevolgd door een klim, een paar drassige stukken en een laatste gladde afdaling staan nog op mijn netvlies als ik tenslotte na negen kilometer het bos verlaat en de eerste glimp van de Gaulosen fjordarm zie. Deze fjordarm maakt deel uit van het Orkdalsfjord waaraan ook Trondheim ligt, maar dan aan een andere arm, nog anderhalve dag lopen verder. Nu wordt het einde tastbaar. Na Oslo weer contact met de zee.
Voor ik bij de oever van het fjord ben daalt het pad lang over asfalt met steeds meer huizen in het vizier. Als ik aan de baai een pauze houd komt Nicolai voorbij. Hij ziet mij niet en ik eet rustig verder.
Net zo lang blijf ik na de pauze de waterkant volgen tot ik tenslotte camping Øysand bereik, waar ik over de telefoon met veerman John Wanvik de afspraak maak dat hij mij om twee uur ophaalt. Nog een half uur te lopen. De Øysand camping is een uitgestrekte opstelplaats van caravans, veel vaste plaatsen, echt mooi is anders. Je moet waarschijnlijk van vissen houden om het hier leuk te vinden. Pauze hou ik pas aan de waterkant van de rivier Gaula op de speciale pelgrimsbanken. 
Er naar toe kom ik vreemd genoeg Nicolai in tegenovergestelde richting tegen. Hij heeft pas bij het overzetpunt John Wanvik gebeld en is er toen achtergekomen dat hij je alleen overzet als je ook bij hem en zijn vrouw in de pelgrimsherberg overnacht. Van de acht wandelaars, die gisterenavond in Skaun overnachtten, ben ik de enige die dit kiest. Lower budget loopt twee kilometer om via de brug en slaapt waarschijnlijk op camping Øysand of ergens in het bos. Ook een goede optie. Maar ze missen wel wat.
John Wanvik roeit eerst met de stroom mee om een zandplaat heen om daarna mijn kant op te komen.
Het linker rode huis is de pelgrimsherberg.
In afwachting van de overtocht maak ik koffie en geniet van de zon, die, hoe bestaat het, bijna de hele dag heeft geschenen bij een temperatuur van eenentwintig graden. Bijna buitenaards. Op het afgesproken tijdstip zie ik beweging aan de overkant. De veerman roeit eerst met de stroom mee om een zandplaat heen om daarna tegen de ebstroom op te roeien en iets bovenstrooms bij mij uit te komen. Het is afgaand tij en veerman John, die de vijftig ruim gepasseerd is, moet er flink aan trekken. Maar hij ziet er fit uit. 

Al vragend weet ik bij aankomst bij het pelgrimshuis dat hij zijn hoofdbestaan vindt in het mesten van ongeveer honderdtachtig varkens en het verbouwen van graan. Het ruime woonhuis, de stallen en het erf van de historische boerderij Sundet Gård zien er georganiseerd uit. John en zijn vrouw Karon hebben duidelijk ook andere interesses dan alleen hun boerderij. Met hun pelgrimsherberg houden ze een traditie van Sundet Gård in ere die enkele eeuwen teruggaat.

Afbeeldingsresultaat voor sundet gard
Museumhuis met ziel
Enige seconden had ik nodig om op te nemen waarin ik nu binnentrad. John had mij na de overtocht over het erf geleid en liet mij nu het oude voorraadhuis binnengaan, dat als pelgrimsherberg in gebruik is. Ik hield iets in op de drempel. Ben ik wel in een boerenhuis met al die kroonluchters?
benedenetage
eerste etage
Van buiten een goed gerestaureerd voorraadhuis, binnen drie zeer warm en sfeervol ingerichte verdiepingen vol met oude familiefoto's, antieke gereedschappen, pronkservies en vele ingelijste waarderingen van allerlei verenigingen en speciale bezoekers, waaronder diverse dankbrieven van leden van het Noorse koninklijke huis. Zo zie ik dat in 2010 prins Haakon en zijn vrouw Mette-Marit hier naar tevredenheid hebben gelogeerd.
bovenste etage met verschillende bedstedes
Kartoffelsuppe
Na de was aantekeningen maken voor het blog in de warme gemeenschappelijke ruimte. Om kwart voor zes verschijnt mevrouw Karon Wanvik. Mijn aantekenmateriaal worden gedecideerd aan de kant gelegd, want er gaat echt gedekt worden met een tafelkleed, mooi servies en keurig bestek. 
Even later zit ik heel voornaam in een schone broek, die met die kniestukken, aan een regionale aardappelsoep. Mevrouw Wanvik, we bereiken in die korte tijd natuurlijk niet het voornamenniveau, moet grote verwachtingen van mijn eetlust hebben gehad als ik kijk naar de schaal met aardappelen. Volgens haar houden vooral Duitse gasten van voldoende aardappelen. Ik wil nog een keer benadrukken dat ik uit Nederland kom, aber ich halte die Klappe. Heel attent hield ze mij nog een deel van de maaltijd gezelschap. 
Toch een goede keuze om voor deze pelgrimsherberg te gaan. Je betaalt wat meer, omdat je alleen over de rivier wordt gezet als je ook blijft overnachten. Alle maaltijden worden verzorgd tegen een schappelijke prijs. In 2017 voor 75 euro voor overtocht, overnachting, diner en ontbijt.
's Avonds is het hele huis van zwei Kartoffel Franz. Nadat ik mijn aantekeningen heb afgemaakt neem ik uitgebreid de tijd om alle foto's en andere documenten in het huis te bestuderen. Tegen negenen is alles bekeken. Ik ga naar bed. Als hoofdbewoner lig ik natuurlijk niet in een eenvoudige bedstee op zolder. Ik heb een eigen slaapkamer op de eerste etage. Veel voornamer. Hoewel, als ik mijn rugzak uitpak en een paar plastic zakken uitschud komt het tentgevoel enigszins terug. Denk dat ik hier wel goed zal slapen.


Alle dagverslagen van 2017 zijn aaneengeregen in het totaalverslag van 2017
De wandeling van Oslo tot Kvam is te lezen in het verslag van 2016              De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review

woensdag 4 oktober 2017

Olavspad (Gudbrandsdalsleden) 2017; van het Solsjøen Meer naar het Menighetshus in Skaun

Woesdag 16 augustus, wandeldag 14
Van het Solsjøen meer, vlakbij boerderij Korslia
naar het Menighetshus in Skaun
± 5,5 uur inclusief rusten, ± 14 km

Moeras

Flink drassig en nat moet een goed moeras zijn. Dat moeten de weergoden hebben gedacht toen ik vandaag in doorgaande regen door het moeras mocht. Voor mijn gevoel waren het tien kilometer. De kaart liet mij steeds weer zien dat het er hoogstens vier waren.
De regen begon gisterenavond al, hield de hele nacht vol en liet zich niet van de wijs brengen door het glorende daglicht. Voor het diploma 'geoefend wandelaar in de regen' heb ik nu alle deelcertificaten. Vorig jaar het certificaat 'wandelen in hevige regen', een week geleden een krappe voldoende voor 'tent opzetten in de regen' en vanochtend bijna cum laude 'tent afbreken en rugzak inpakken in de regen'. Toch mooi weer een diploma erbij.
Schuilhut
Ontbijten in de regen ging mij te ver. In de gids las ik dat er tweeënhalve kilometer verder bij Snøtonsætra een schuilhut zou zijn ter grootte van een huiskamer. 'Dan wordt dat de ontbijtlocatie', besloot ik. Het idee huiskamer moest ik ter plekke iets bijstellen. De hut was aardig ingericht met luxe sofa's, een salontafel en een eettafel, maar er ontbrak één ding aan de kamer; de gevel. Je liep zo naar binnen en hield contact met de buitenwereld. 
Desondanks was het een ideale locatie. Droog kon ik van mijn havergrøtpap genieten met uitzicht op de neerdalende regen. Het begrip schuilhut paste volledig. 
De open zijde voorkwam ook grote temperatuurwisselingen en maakte het uittrekken van het regenpak overbodig. Prima allemaal. Goed idee van die Noren om deze laatste rustplek voor het moeras zo in te richten. Het was ook een droge mogelijkheid om mijn natte tent weer uit te rollen en zo mijn mee ingepakte mobiel weer te voorschijn te halen voordat hij verdronk. Toch een minpuntje op mijn cijferlijst voor 'tent afbreken in de regen'.
Moeras
Voortdurend zoekend naar de stevigste plekken zocht ik me een weg door en over het natte mos. Hier en daar, voornamelijk op het grondgebied van de gemeente Meldal, lagen er planken. 
Op het terrein van de gemeente Skaun was dat afgelopen en kwam ik een paar keer met geluk zonder natte voeten aan de overkant van een drassig veld. Dat je de gemeentegrens passeert merk je midden in het moeras aan een informatiebordje vergezeld van een brievenbus. 
In de regen heb ik niet de moeite genomen alles te lezen. Ik neem aan dat je welkom wordt geheten en dat je meteen je wensen en eventuele klachten kenbaar kunt maken.
Toch heeft het iets aparts om in de regen in je eentje door zo'n moeras voort te ploeteren. Zo nu en dan het soppen onderbreken en rondturen in deze natte flora. Stilte, groen, water. Daarna je weggezakte schoenen uit de zuigende modder trekken en weer verder.

Weerzien
Na het moeras volgde een afwisseling van bospad en boerenland, dat langer was dan waarop ik mij had ingesteld na het inspannend gesop. Hoewel nog vroeg was ik dit keer blij om tegen 14.00 uur bij het parochiehuis (menighetshus) van het dorpje Skaun mijn rugzak af te hangen. En wie zat daar tot mijn verbazing: Nederlandse Stan. Bij Hotel-restaurant Kongsvold was ik hem acht dagen geleden gepasseerd, dacht ik. Vertel jij eerst maar eens hoe je hier bent gekomen vriend.
Stan links, Nicolai rechts
Zoals hij mij acht dagen geleden had aangekondigd, was hij bij Kongsvold aan het eind van de middag nog aan de wandeling naar de top van een berg begonnen. Anderhalf uur had het gekost om boven te komen. Helaas raakte hij bij de afdaling de weg kwijt en bereikte vier uur later, tegen halftien pas weer het restaurant. Vermoeid door zijn escapade had hij de volgende dag afgezien van de resterende tweedaagse wandeling over het Dovrefjell en was in plaats daarvan naar Oppdal gelift. Een alternatieve invulling van het Olavspad, maar ik reken veel goed, ook al begrijp ik het niet. 
Tegenover hem zat de negentienjarige Nicolai. Wij mochten Nico zeggen. Mooi meegenomen. Nico zat met een extra rustdag bij te komen van een etappe van achtenveertig kilometer! Met één been trok hij een beetje, maar dat mag bij die afstanden.
tegenover het parochiehuis de kerk van Skaun
Bij het parochiehuis mag je op een mini grondstuk ook kamperen. Daarom zette ik mijn tent op bij de anderen, vlak naast de stenen kilometerpaal, die nog achtendertig kilometer naar Nidaros aangeeft. Het einde komt dus in zicht. Vanavond mijn laatste poeder-maaltijd gebruiken, dat scheelt weer gewicht. 
Sinds twaalf uur, net toen ik het moeras verliet, is het met onderbrekingen droog. Als de regen nu definitief stopt, dan kan mijn tent morgen droog mee. Ik kijk naar buiten en zie hier en vooral daar, blauwe stukken lucht. In ieder geval zullen mijn schoenen morgen droog zijn.
Later in de middag arriveren twee Duitse jongens en tenslotte nog Zwitserse Andrea, nu vergezeld van een vriendin. Allen zagen er na de moerastocht vermoeid uit. Stan valt in de smaak bij de Zwitserse dames en het geluidsniveau en gelach uit de keuken nemen toe. Zodra de twee vrouwen zich terugtrekken in de gebedsruimte, tevens slaapzaal, keert Stan terug in de gemeenschappelijke hal en voegt zich bij Nico en mij. Gespreksonderwerpen verspringen van presidenten Trump en Kim Jung Un, de religiositeit van de gemiddelde wandelaar en de waarde van religie, tot het kenmerk van de Rudolf Steiner scholen. Nico heeft op zo'n school gezeten. Van het laatste onderwerp snap ik iets meer als ieder tegen halftien naar zijn tent gaat. Alle wereldproblemen zijn weer in de hand, dus morgen zonder vrees verder.



Alle dagverslagen van 2017 zijn aaneengeregen in het totaalverslag van 2017
De wandeling van Oslo tot Kvam is te lezen in het verslag van 2016
De samenvatting van mijn praktische ervaringen en tips staat in de review